• No results found

Brief VWS over vervoer

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Brief VWS over vervoer"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal

Postbus 20018 2500 EA DEN HAAG

Bezoekadres:

Rijnstraat 50 2515 XP Den Haag www.rijksoverheid.nl

Datum

23 september 2013 Kenmerk

155019-110665-DLZ Bijlage(n) 1

C:\Users\IWICHI~1\AppData

\Local\Temp\2013D40440.do cx

Datum: 11 oktober 2013

Betreft: Onderzoek NZa naar knelpunten vervoer rolstoelgebruikers en kinderen

Geachte voorzitter,

Naar aanleiding van de op 6 juni 2013 aangenomen motie-Bergkamp/Van Dijk (TK 28 547 nr. 113) heb ik de NZa verzocht onderzoek te doen naar eventuele

knelpunten in het vervoer van en naar de dagbesteding voor rolstoelgebruikers en kinderen met een AWBZ-indicatie. De NZa heeft mij op 25 september 2013 het onderzoek aangeboden, vergezeld van haar conclusies. Met deze brief informeer ik u over de uitkomsten van het onderzoek en mijn beleidsreactie daarop. Het onderzoek is bijgevoegd.

Uit het onderzoek blijkt dat zorgaanbieders samen met vervoerders een groot aantal maatregelen hebben genomen om het vervoer efficiënter te organiseren.

De NZa stelt vast dat hierdoor het vervoer tegen lagere kosten dan in voorgaande jaren gerealiseerd kan worden. Tevens worden, zo stelt de NZa, op dit moment nog andere mogelijke optimalisaties onderzocht. Uit het onderzoek blijkt echter ook dat diverse aanbieders verwachten niet uit te zullen komen met de nieuwe vervoerstarieven voor rolstoelgebruikers en kinderen.

Hierdoor kunnen volgens HHM op termijn ongewenste effecten ontstaan. De onderzoekers wijzen op de volgende mogelijke effecten: cliënten ontvangen minder dagbesteding, de dagbesteding is minder passend, cliënten kiezen ervoor om (een groot deel van) de vervoerskosten zelf te betalen, specialistische dagbestedingslocaties voor rolstoelgebonden cliënten en kinderen op korte of lange termijn gaan sluiten en een deel van de rolstoelgebonden cliënten en kinderen blijft thuis met als gevolg een groter beroep op mantelzorg en thuiszorg.

Voor een deel van deze cliënten kan dit volgens HHM tot een intramurale opname leiden, omdat de draagkracht van de mantelzorg voor deze nieuwe situatie niet voldoende is.

Gelet op deze conclusies adviseert de NZa om de tarieven voor de twee genoemde doelgroepen niet te verlagen en de contracteerruimte 2014 te verhogen. Ik neem dit advies over. Daarbij hecht ik eraan op te merken dat het erom gaat het vervoer

(2)

doelmatig te organiseren en dat niet de aanspraak op passende dagbesteding ter dicussie staat.

De NZa geeft aan dat in 2013 voor ruim € 45 miljoen beroep is gedaan op de extra middelen voor vervoer, waarvoor incidenteel € 25 miljoen beschikbaar was.

Dit heeft er in de systematiek toe geleid dat de NZa in 2013 naar rato een korting op het maximumtarief heeft toegepast waardoor het bedrag per vervoersbeweging niet op € 19 maar op € 16 is vastgesteld. In 2014 verlaat ik deze systematiek waardoor er ook reëel een maximumtarief bij het vervoer van kinderen en rolstoelgebruikers van €19 is. Ter dekking daarvan verhoog ik de

contracteerruimte 2014 met € 25 mln structureel. Dit acht ik voldoende, omdat de onderzoeksuitkomsten aangeven dat er nog meer optimalisatie van vervoer mogelijk is. Daarnaast biedt het maximumtarief van €19 de mogelijkheid voor zorgkantoren om bij de aanbesteding van het vervoer met specifieke (lokale en regionale) omstandigheden rekening te houden. Tenslotte geldt voor 2014 in tegenstelling tot 2013 dat de middelen voor vervoer onderdeel zijn van de gehele contracteerruimte en zorgkantoren en zorgaanbieders binnen dit grotere

budgettaire kader tot adequaat vervoer voor passende dagbesteding kunnen komen. Voor tijdelijke knelpunten die het gevolg zijn van de overgang naar een doelmatiger georganiseerd vervoer, kunnen aanbieders zonodig hun reserves aanspreken. Ik wijs daarbij uitdrukkelijk op de sterke vermogenspositie en de goede financiële resultaten van de GHZ en de V&V.

Ik zal het vervoer bij deze groepen blijven volgen en de NZa te verzoeken mij in het mei-advies 2014 hierover nader te berichten.

Hoogachtend,

de staatssecretaris van Volksgezondheid, Welzijn en Sport,

drs. M.J. van Rijn

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Arbeidsmatige dagbesteding is een gestructureerde activiteit die een stabiliserend effect hebben op het dagelijks leven en dragen bij aan het voorkomen van isolement en terugval.

In de formulering van de beleidsregels is niet direct herkenbaar in hoeverre bij deze vorm van dagbesteding sprake is of dient te zijn van een indicatie voor een maatwerkvoorziening

We hebben daardoor iets teveel in onze eigen cocon gezeten, en hebben niet de mogelijkheid gehad om voldoende uit te leggen wat de specifieke aanpak is die we beogen.’ Medewerker

Mensen voelen zich vrij om naar dagbesteding te gaan en gebruik te maken van deze welzijnsactiviteiten.. • In Reimerswaal is er gewerkt met de SLAK methodiek (Sociaal Leefbaar

Indien de reguliere vorm van dagbesteding (voor een bepaalde cliënt) niet (of niet volledig) mogelijk is, spant de aanbieder zich maximaal in om een alternatieve vorm van dagbesteding

Sommige mensen krijgen alleen een mededeling dat er iets verandert.Of zij kunnen alleen kiezen voor dagbesteding bij de zorginstelling.. Een deel van de mensen is zelf op

Door de manier van werken worden de kosten zo laag mogelijk gehouden: omdat de activiteiten aansluiten bij de mo- gelijkheden van de bezoekers, kunnen deze uitgevoerd worden met

Via jaarlijkse online vragenlijsten, ingevuld door mensen met autisme zelf, ou- ders van kinderen met autisme en wettelijk vertegenwoordigers van mensen met autisme en een