• No results found

blok 8 Tweelingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "blok 8 Tweelingen"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

blok 8 Tweelingen

38 Pluspunt, Handleiding groep 3, blok 8 © Malmberg ‘s-Hertogenbosch

Inleiding

In dit blok staan tweelingen en paren centraal (schoenen, wanten, twee koekjes in één pakje enzovoort). U kunt dit thema extra inhoud geven door op een tafel dingen te verzamelen waarin tweelingen ontdekt kunnen worden. In een hoek kunt u ook een spiegel plaatsen waarin de kinderen zichzelf ‘als tweeling’ kunnen zien en waar ze kunnen experimenteren met spiegelbeelden van cijfers. Welk cijfer verandert niet?

Richt de winkel uit blok 7 in met een aantal van dezelfde doosjes of pakjes. Voorzie deze van een prijskaartje (centen).

Laat de kinderen een aantal van dezelfde artikelen kopen.

Tijdens de handvaardigheidsles kunnen de kinderen hun eigen verliefde harten maken. Een andere optie is het maken en/of

kleuren van patronen die spiegelsymmetrisch zijn.

Noteer gedurende het blok op het bord een dagritmeschema.

Betrek hierbij de analoge klok (hele uren). Noteer activiteiten die er op een dag in de klas gebeuren, bijvoorbeeld: om 9.00 uur rekenen, om 10.00 uur pauze...

Tijdens de gymles kunt u met de kinderen sprongen van 10 en huppen van 1 oefenen. Oefen bijvoorbeeld ook het tellen met 2 en 5 door het ‘Aantikspel’ te spelen.

Voor rekensterke kinderen sluiten de verrijkingsopdrachten

‘Strijkkralen’ en ‘Eerlijk verdelen’ uit de methode ‘Kien’ aan bij dit blok. Niet alle rekensterke kinderen zijn ook sterke lezers.

Sommige hebben hulp nodig bij de verrijkingsopdrachten.

Overzicht van de leerinhoud

Doel Les 1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 11 12 13 14 15

Nieuwe doelen

Bewerkingen 9 Kinderen kunnen getallen tot en met 10 verdubbelen en even getallen tot en met 20 halveren.

Meten, tijd, geld 9 Kinderen kunnen in een klok de wijzers tekenen bij een gegeven tijd in hele uren.

Getallen en

getalrelaties 20 Kinderen kunnen aangeven waar je uitkomt vanaf 0 op de lege getallenlijn bij een combinatie van sprongen van 10 en 1.

Meten, tijd, geld 10 Kinderen kunnen in eenvoudige verhoudingsopgaven prijzen bepalen.

Meetkunde 6 en 7

Kinderen kunnen spiegelsymmetrie herkennen en de symmetrieas aangeven.

Kinderen kunnen het midden van een vorm bepalen door de vorm dubbel te vouwen.

Toetsdoelen

Getallen en

getalrelaties 19 Kinderen kennen de splitsingen van 10 en kunnen aangeven hoeveel erbij moet om 10 te maken.

Bewerkingen 6 Kinderen kunnen getallen tot en met 20 splitsen.

Bewerkingen 7 Kinderen kunnen erbij- en erafsituaties tot en met 20 genoteerd in een pijlnotatie uitrekenen.

Bewerkingen 8 Kinderen kunnen een situatie vertalen naar een rekenopgave met hoeveelheden tot en met 20.

Samen oefen

en

Memoriseren dubbel 1 tot en met 10.

Sommen maken met de tweelingen.

Halveren en verdubbelen.

Herhaalde huppen van 1, 2, 5 en sprongen van 10 vanaf een willekeurig getal tot en met 50.

Splitsbloemen afleiden van het rekenrek.

Memoriseren splitsingen van 4, 5, 6 en 7.

Vanaf 0 in sprongen van 10 en huppen van 1 springen naar getallen (getallengebied 11 tot en met 30). Sommen met de splitsbloemen van 4, 5, 6 en 7.

leerkrachtgebonden zelfstandig werken toets

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

De huisarts voert bij patiënte een lichamelijk onderzoek uit, waarbij er geen afwijkingen worden gevonden maar wil toch graag weten of de klachten niet veroorzaakt worden door

Welk van de onderstaande diagnoses is nu het meest waarschijnlijk..

Welke van onderstaande oorzaken is voor deze bevindingen het meest

Haar partner vertelt dat zij het afgelopen jaar een moeilijke periode in hun relatie hebben meegemaakt, maar dat zij door de situatie van patiente en hun

Van welke diagnose is hier meest waarschijnlijk sprake. Zijn vrouw gaat kijken en ziet dat haar man vier keer een schokkende beweging maakt met beide armen

Bij lichamelijk en aanvullend onderzoek heeft de huisarts geen verklaring voor zijn klachten kunnen vinden3. Hij denkt

Vandaag wordt in de richtlijnwerkgroep gesproken over de vraag welke factoren een voorspellende waarde hebben voor het linguïstisch herstel op langere termijn bij personen