1 Bekijk bron B in je lesboek.
Het leven van een slaaf was zwaar.
Wat deden de slaven de hele dag?
2 Je gaat een dag van het leven van een slaaf beschrijven.
In het verslag beantwoord je de volgende vragen:
t Wat voor werk doe je?
t Met wie werk je samen?
t Hoe lang werk je op de dag?
t Wat wordt er op de plantage verbouwd?
t Zingen jullie ’s avonds liederen bij het kampvuur?
Schrijf het allemaal op.
Versier je verslag ook met tekeningen.
"SHVT$MPV(FTDIJFEFOJTtHSPFQt&YUSBPQESBDIU1V[[FMSPVUFtª.BMNCFSHT)FSUPHFOCPTDI
thema 4 – Zoete suiker, bittere ellende
tijd van pruiken en revoluties tijd van burgers en stoommachines
naam: groep:
les 3 – Werken en zingen
Heb je meer schrijfruimte nodig?
Schrijf verder op een apart blaadje.