16 op· tocht
23 november 2011kerk & leven
OP EXPEDITIE MET
F R A N C I S C U S
EVANGELIE
„Pas op, wees waakzaam, want jullie weten niet wanneer het einde daar is”, zegt Jezus tegen zijn leerlingen. „Het is als met een man die op reis ging.
Hij liet het beheer van zijn huis over aan zijn knechten en gaf ieder van hen een taak. Jullie weten niet wanneer de Heer thuis komt. Zorg dat Hij jullie niet slapend aantreft. Wat Ik tegen jullie zeg, zeg Ik tegen iedereen: wees waakzaam!”
naar Marcus 13, 33-37 Eerste zondag van de advent
JEZUS KOMT ONS TEGEMOET
D
e dagen worden korter, ’s avonds is het vroeg donker. In die donkere dagen kijken we uit naar het licht van Kerstmis. Tijdens de advent bereiden we ons daarop voor. Hoezo, voorbereiden? Kerstmis gebeurt toch elk jaar. Waarom moet Jezus ons daar zo bijzonder voor waarschuwen?Misschien is het wel omdat we al volop bezig zijn met pakjes en feestjes te bedenken. Voor ons gaat Kerstmis over veel meer dan een familiefeest.
Misschien komt Jezus ons in deze advent wel tegemoet in een klasge- noot die verdrietig is, of een broer of zus die jou nodig heeft. Of in de ogen van een straatkind, op zoek naar een warme thuis en een stuk speelgoed. Stel je hart open, zegt Jezus. Geef aan wie iets nodig heeft.
Alleen zo heeft Kerstmis echt iets te betekenen.
SISSEN ZO ZwART ALS EEN…
bALKEN RijDIER MET ééN bULT wILD VARKEN STELTLOPER KNAAGDIER GROMMEN hERT SNATEREN KIRREN DIKhUIDIG ZOOGDIER VANGARMEN PIEPEN
AllEMAAL DIEREN
Je zoekt telkens naar de naam van een dier. Voor elk van die dierennamen krijg je een tip. Gevonden? Prima. Neem nu van elk woord de eerste letter.
Zet die eerste letters op een rij. Klaar? Er brandt geen lichtje? Lees eens van achter naar voor…
Een pij en een touw met drie knopen. We voelen ons een beetje als Fran- ciscus. Gelukkig niet op blote voeten. © Fleur Hendrickx
De toegang tot het museum is gratis. Groepen en scholen kunnen een gids reserveren op 011 67 29 71. www.demindere.be.
K
en jij al dat verhaal over die man die al wat hij bezat, weggaf en in armoede ging leven? Als zoon van een rijke LAKENKOOPMAN koos Franciscus voor een nieuw leven ten dienste van wie minder had.Franciscus woonde in Assisi, in Ita- lië, maar zijn volgelingen kwamen ook naar ons land, op blote voeten nog wel!
„Vandaag wonen er in het klooster van de minderbroeders in Sint-Trui- den nog vijftien broeders die hun leven in het teken van FRANCISCUS stellen”, vertelt pater Herman. Aan het klooster grenst een museum, waar je alles te weten komt over de heilige Franciscus.
Gids Roger toont een kast vol spel- dozen voor de klassen die op be- zoek komen. Voor elke leeftijd is er een spel. De oudsten kunnen zich uitleven met het kloosterspel. Aan de hand van een ganzenbord en een maquette maken ze kennis met het leven van de MINDERbROE- DERS.
Vandaag zijn de vormelingen van Tongeren-Noord te gast. Ze komen het museum binnen met een kof- fer, waarin een boekje, een pij en een kap zitten. Een lespakket heeft hen goed voorbereid op dit bezoek.
Roger: „Als RijKE JONGEMAN zette Fran- ciscus graag de bloemetjes bui- ten. Het was zijn droom ridder te worden. Maar toen hij ten strijde trok, werd hij gevangengenomen.
In de gevangenis dacht hij na.
„Voortaan doe ik alleen nog wat MijN hEMELSE VADER zegt”, besliste hij.
Franciscus wisselde zijn weelde- rige mantel voor een pij. Op straat kwam hij een melaatse bedelaar tegen en in plaats van zijn neus op
te halen zoals hij vroeger meestal deed, stapte hij van zijn paard af en omhelsde de man.
De kinderen zoeken een pij uit.
„Die zit toch lekker zacht”, vin- den de jongens. „Dat was vroeger niet zo”, zegt Roger. „De broeders droegen een ruwe pij van dieren- haar.”
„VREDE, VREDE EN AllE GOEDS”, leest Tom op een paneel. Dat was wat Franciscus wenste aan wie hij te- genkwam. Hij wilde mensen naar God richten, maar nooit met ge- weld.
Roger vertelt honderduit en maakt graag grapjes. De jongens noemt hij Jef of Louis, de meisjes Ger- maine. Als hij een PIEPKLEINE CEL toont en vertelt dat jongens van 14 jaar daarin leefden als ze in het klooster traden, worden de Germainekes en Jefkes even stil.
Het museum staat vol bijzondere voorwerpen. Vooral het voetenka- cheltje dat diende om de voeten van de broeders op te warmen, het eetkommetje van Franciscus en een REUZEGROOT PERKAMENTEN MUZIEK- bOEK trekken de aandacht. „Daar, een poppenkast”, roepen de jon- gens als ze een oude biechtstoel opmerken.
Het is middag. We praten even na.
„Ik zou niet graag franciscaan of claris geweest zijn“, zuchten Ine en Leen. „Dag en nacht rondlopen in een stekelige pij op sandalen, zonder af en toe een douche te kunnen nemen.” Anton vindt het wel ‘chique’ wat Franciscus deed.
„Want het moet heel moeilijk zijn alles op te offeren voor je geloof.”
Daan vindt het verhaal van Fran- ciscus best interessant. Maar alle dagen in armoede leven? „Nee niks voor mij”, lacht hij. Alvast een leerrijke ervaring, die ‘EXPEDITIE KLOOSTER’.
Martine Croonen