• No results found

2 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "2 2"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

reg. nr.

GR E

Contact

W. Koenders T 070 - 441 81 71 w.koenders@pzh.nl

2 2 OKT. 2014

Postadres Provinciehuis

Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070 - 441 66 11 www.zuid-holland.nl gem. 1

Gemeenteraden van de 24 gemeenten gelegen in het gebied van de metropoolregio

Datum

17 oktober 2014

Ons kenmerk

PZH-2014-492780533

Uw kenmerk

Bijlagen

1

Onderwerp

Motie gemeenteraad Capelle aan den IJssel *

Geachte raadsleden,

Op 29 september jl. heeft de gemeenteraad van Capelle aan den IJssel een motie aangenomen met betrekking tot de metropoolregio en de relatie met de provincie. Deze motie is bij u allen onder aandacht gebracht. Bijgaand sturen wij u een afschrift van onze beantwoording aan de raad van Capelle aan den IJssel.

Hoogachtend,

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

secretaris, plv. voorzitter,

2596 AW Den Haag

Tram 9 en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen dichtbij het

provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen.

De parkeerruimte voor auto's is beperkt.

Bezoekadje*

zuid-Hoiiandpiein 1 mw. drs. J.A.M. Hilgersom mr R A. Janssen

(2)

Gedeputeerde Staten

Contact

dr. D M. Berkhout T 070 - 441 71 66 dm.berkhout@pzh.nl

provincie J ^ Q L L A N D

Postadres Provinciehuis

Postbus 90602 2509 LP Den Haag T 070 - 441 66 11 www.zuid-holland.nl

Datum

De gemeenteraad van Capelle aan den IJssel

17 oktober 2014

Ons kenmerk

PZH-2014-492780533

Uw kenmerk

Bijlagen

2

Onderwerp

Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Den Haag

Tram 9 en de buslijnen 90, 385 en 386 stoppen dichtbij het

provinciehuis. Vanaf station Den Haag CS is het tien minuten lopen.

De parkeerruimte voor auto's is beperkt.

Motie gemeenteraad Capelle aan den IJssel, dd. 29 september 2014 over participatie provincie in de MRDH

Geachte raadsleden,

Wij ontvingen recentelijk uw motie van 29 september jl., waarin u uitspreekt dat het wenselijk is dat de provincie participeert in de metropoolregio zonder dat dit het verdere proces van totstandkoming van de metropoolregio vertraagt. Wij gaan er van uit dat u onze, ook aan u gerichte, brieven over dit onderwerp uit maart 2013 en oktober 2013 hebt ontvangen. Deze zijn voor de volledigheid bijgevoegd.

Wij werken op allerlei terreinen uitstekend samen met alle 24 gemeenten in het gebied van de metropoolregio en zullen dit blijven doen. In grote lijnen zijn wij het dan ook eens met de overwegingen die u voor uw motie aangeeft. Waar het de wens is van de betrokken gemeenten om zich te verenigen in een openbaar lichaam MRDH, zal de MRDH voor de provincie Zuid- Holland in de toekomst een zeer belangrijke bestuurlijk partner zijn. Het is echter zowel onnodig als onmogelijk om als provinciebestuur deel te nemen aan het bestuur van de voorgenomen gemeenschappelijke regeling. Wij zien bestuurlijke deelname niet als noodzakelijke voorwaarde voor de gewenste samenwerking en verminderde van bestuurlijke drukte waar u terecht op wijst, maar eerder als vertroebelend voor de bestuurlijke verhoudingen en daardoor ook belemmerend voor een goede samenwerking.

Graag lichten wij dit nader toe. Centraal is de voortdurende verwarring en/of vermenging van enerzijds de gemeenschappelijke regeling MRDH en anderzijds de vervoerregio. Het

wetsvoorstel Wgr-plus geeft aan dat er een vervoerregio moet komen, maar rept nergens van een MRDH. U gaat als gemeenten over de vraag of er een MRDH moet komen. Het parlement daarentegen beslist of er al dan niet een vervoerregio moet komen.

fÜf In het regeerakkoord is verkeer en vervoer aangeduid als kerntaak van de provincies. Het

wetsvoorstel tot afschaffing van de plusregio's vormt hierop een uitzondering, omdat het kabinet -

vanwege de uitzonderlijke complexiteit op het gebied van verkeer en vervoer - kiest voor de

(3)

vorming van twee vervoerregio's in het grootstedelijk gebied. De afgelopen jaren hebben wij als Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland consequent aangegeven weliswaar geen voorstander te zijn van een vervoerregio, maar dat - als het parlement daartoe besluit - wij uitvoering geven aan het wetsvoorstel. Sinds het wetsvoorstel afschaffing plusregio's in 2011 verscheen hebben de initiatiefnemers van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag (MRDH) de vervoerregio eenzijdig geïnterpreteerd als een onderdeel van de door hen gewenste bredere gemeenschappelijke regeling MRDH. Wij hebben aan de gemeenten van de MRDH met de genoemde brieven van maart en oktober 2013 handreikingen gedaan, waarop wij inhoudelijk nooit een antwoord van de initiatiefnemers hebben ontvangen, anders dan een steeds herhaalde uitnodiging om deel te nemen aan de MRDH.

Wij herhalen kort onze overwegingen om de MRDH in oprichting niet te beschouwen als

geschikte vervoerregio en waarom wij als provinciaal bestuur niet deelnemen aan het bestuur van de MRDH.

1. De MRDH in oprichting is primair een gemeenschappelijke regeling op basis van de WGR voor de uitvoering van gemeentelijke taken. De gemeenten gaan over de mate waarin en de manier waarop zij dit willen vorm geven. Wij gaan als provinciebestuur niet op de stoel van het gemeentebestuur zitten.

2. Onze bovenregionale afstemmingsrol wordt onmogelijk gemaakt als wij deelnemen aan het bestuur van één van onze regio's.

3. Door de vervoerregio op te nemen als onderdeel van de bredere regeling voor de MRDH wordt het primair vrijwillige en lokale karakter van de regeling geweld aangedaan.

4. De vervoerregio is door het kabinet uitdrukkelijk beargumenteerd als een specifieke uitzonderingssituatie gegeven de complexe verwevenheid van de

bereikbaarheidsopgaven in het grootstedelijk gebied. Dan moet de vervoerregio ook als specifieke uitzondering vorm krijgen, en niet worden ingevuld als een bredere regeling die materieel neerkomt op een voortzetting van de plusregio's. Er is in de regeling MRDH sprake van een vermenging van twee bestuursvormen.

5. In de voorstellen van de initiatiefnemers MRDH is nooit sprake geweest van een

"betekenisvolle rol" voor de provincie.

Wij merken tenslotte op dat de provincie Zuid-Holland onverminderd op alle terreinen intensief en harmonieus samenwerkt met alle gemeenten in het grootstedelijk gebied. Het cruciale verschil van mening tussen ons College en de initiatiefnemers van de MRDH over de vervoerregio is in dit opzicht een uitzondering die de regel bevestigt.

Hoogachtend,

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

secretaris, plv voorzitter,

t

2/2

Bijlagen: - Brief GS aan raden MRDH i.o. maart 2013 - Brief GS aan raden MRDH i.o. oktober 2013 Afschrift aan: - Gemeenteraden overige 23 gemeenten MRDH i.o

(4)

p " v ' nc £ HOLLAND

Aan het bestuursforum van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag i.o., d.Lv. de burgemeesters van Rotterdam en Den Haag;

Aan de Colleges van B&W van de gemeenten in de Metropoolregio Rotterdam Den Haag l.o.

Aan de gemeenteraden van de gemeenten in de Metropoolregio Rotterdam/Den Haag i.o.

Aan de Dagelijks Besturen van de Stadsregio Rotterdam en het Stadsgewest Haaglanden

Onderwerp

Samenwerking Provincie Zuid-Holland met de Metropoolregio Rotterdam Den Haag l.o.

Gedeputeerde Staten

Contact

dr. D.M. Berkhout T 070 - 441 71 66 dm. berkhoutQpzh. nl

Postadres Provinciehuis Postbus 90602 2509 LP Den Haag T070-4416611 www.zuid-holland.nl

X3L - o \ - i * f j

O M MMMMH

PZH-2013-372297790 {DOS-2010- 0004293)

UtV hOMRMR Bijlagen

Geachte leden van het bestuursforum,

Wjj ontvingen de uitnodiging deel te nemen aan het Metropoolcongres op 27 maart In

Vlaardingen. Op deze dag vergaderen zoals u weet Provinciale Staten, maar ons college zal voor zover mogelijk het congres bijwonen. Wij hebben tevens kennis genomen van de Voortgangsbrief die het bestuursforum van de Metropoolregio Rotterdam Den Haag op 21 februari j.1. aan de raden heeft verzonden.

Bezoekadres Zuld4Mandp(«ln1 2596 AW Den MMS

Tram»enbuaSS

•toppan dfcrtWJ hal provinciehuis Vanaf MaHonDanHaatCSIa het Ban nrtnulan tapen.

DaparaMininiiavoor

«ulo'i It Dop**

WH staan positief tegenover de intensivering van de samenwerking tussen de Rotterdamse en Haagse regio's. De Internationale concurrentiepositie van de twee grootste Zuid-Hollandse steden en hun dally urban systems maakt gezamenlijk optrekken zeker in deze tijd nuttig en nodig.

Dat daarbij toch - in afwijking van bijvoorbeeld de Metropoolregio Amsterdam - gekozen wordt voor de formele vorm van een gemeenschappelijke regeling roept enkele vragen op.

Enerzijds Is sprake van een aantal lokale taken waarvoor gemeenten vrijwillig samenwerken, taken waarvan wij tot nu toe niet waarnemen dat de gemeenteraden die op het uitvoerend niveau van de MRDH willen leggen. Wij zijn dan ook benieuwd naar de reacties van uw gemeenten op de Decentrallsatiebrief van de minister van BZK van 19 februari, waarin hij de gemeenten verzoekt congruente, samenwerkingsgebieden te vormen.

Anderzijds is sprake van evident (bovenregionale vraagstukken die niet precies parallel lopen aan de schaal van de MRDH, zoals de Economische Agenda Zuidvleugel en de aanpak van groen en recreatie.

De vraag is dan ook welk takenpakket uw raden uiteindelijk nu precies aan het Openbaar

Lichaam MRDH - dat nu in het leven wordt geroepen - zullen willen toedelen.

(5)

ua^etu a) aznsn seipinpuao uaa uu )au|qe)| jag. uee nu s| iJBpeB 9| ieu|qe)| jeu, »ip Buüipuuuaq ejiijgnnjsaq sp UBA

B|OAÖ3 sis lesmuo s)p jimprujspjoou, a>rtunnjseq sp uauuiq jsed sip IUBUBA uaa JBBU UBASJIS

flAA srt(d-JÖ/v\ ap UBA BujBjpujeeq au jaoAjaA jaequedo iau. UBA 6u|uaueAe{8seouoQ ua SuuapUBuy ap UBA 6uQipuu| ap JOOA jeeq^uep UBJUBUBA ajapjaaui ufa J3 '6uRuoguuag a^fjnrasaq

JBAO pjoo^ejaeoVi jaq u) suauwujooA epuadfuBui ap UBA pucufliajtpe ap uafiei usfzsq rTJI ua yza UBA uapa||spu|Maq ap joop juawoiu j|p do JDJOM sn|d-j6yy\ ap UBA BuiBjpuieaq aa

->lOia^Bzpoou pueBuupiep

I^BBUJ u«Bu||a68j)sua|p ua uayoospeB* 'UBABUBI UBA SuiujujajsjB UBA ^eujaiqojd ajenps ac uazuajfi as(ftunrqs8q sfiuBj uezuejootsseouoo UBA BurjioipsjeA e|Buoiuiai UBA S| a^aids ^I|B6OUJ

ftu|OM oz ja flqjBBM jeoAJBA jeequado iau UBA Buurnsuee uaa JOOA uauezui suo f|M uefflM J9fl|z|ai ap UBA Buejoq jeu, u| ^aiuojriBjeoAjaA, uaa UBA BujuuoA ap st ^D)S6BBJA ^faypods uag

jnnjsaq ieq UBA ue)|eujun iaap uaaB ua||nz f|M JBBUI 'uejueMueujes paoS 6BBJ6 fiM uaunz HOUW

8

P

U E A

pusqjaA-jfiAA \ au, jeuj s»po

-

uauj9U|eep UBB )3|U

JBBUJ 'UatUBAAUSUIBS aSUJ PUBl|OH-pinZ UBA SO »l» f|M JBBM - U9p9JS}UO9J0 Ua pue|Uf|a-pUB||OH

PieeqjocAfiq jepuojetM - apuiAoid azuo u| uapuBqjaAs6unpa«MJ8UJBs-jBM UBA m uejaoury 13 pjeeotunujujooeB

n UBB tuanbosuoo f|M ueqqeu, )undpus)s w 'Jnnjsaq |eeofO| pOuauaA ieq UBA uapeuuaflapOUBB otuoooina ap ui aputAOJd ap UBA Bu|6ueuiu| ajsuaMeoVjo uaa SIB ueMnoqoseq a) 6ui|00ej e^fiieddeipsuaeuieS Mn uee apu|AOJd ap UBA stueuieap ueAeBeBuBB ua|Buueeuj uaqqaq [IAA

'6u||e6ej e^fiieddeupsueeuiafi epBooeq n joop ap UBA jnniseg uaeujaOiv ïau, uee uaujau aj |aap IUO afieiioo suo uee wou Bu|B|pout)n uaa pjaputuuaAUO -o*| Hayw *P UBA luruojsjnmseq lau, iep f|M uazai japjeA

'BupueMuauies 3)(fjf9)u8QUja6 ap UBA BufQJoq aBpsiucnieo) ap JBAO uapej Mn uessni 9j BujUJUjapueajaAO

ja lepjooA 'uapuBcj^eAsBupuaMueures epueetsaq Mn UBA Buyjeudo \o\ Bupp|ej)eq jauj u«naz ai uaddais ajBqj*ax.ujouo uaaB 6u|8eMjeAO ui puaBuup noo uep n uaAaB f|M

"pfiJoqjBBMeB ufp ISUJO^BOJ ap ut BunuaMuawes Mn UBA uapaquaAJOMiaA ap - sn(d-jfi/u\ ap UBA apuia i»q JBAO wsjooAsjeM uaufjupsjaA e) uo>|uauu|q jeu mpeefluo ue 'o-| HCJMIN uee UBA U9))H} ap JBAO uapej Mn UBA uefluissiisaq ap jijoeacuo - )ep ^asuaM jaq uajupB (tjvv uaBjoz Bu||a^|Mtuo azap JBAO suo ua^Bui (IAA 'pBaiaq uapjOM uaunz Bu|)uaMueujBs

UBA nB©A|u|eeups )||eM do isujo^taoj ap u| u»yv\ a))teM ua)0|saq uaqqeu, ;a|U Sou uapej Mn ifiMjai 'pMnoqefljjB uapjOM idujei aouamupsjaA u| uapuejBeeH isöMa6spe;s ua uuepjauoy

otBajspBis uapuBcuaAsBu|>uaMuaujes apuBB)saq ap luacuouj )ip do iep uaja|B)suoo tj^y

yaujuasiiuo

Ck.0zuanjqa|9^ aNvnoH5^«d

(6)

ZUm

H 0 L

LAND

15 februari 2013 Ons kenmerk

Waar u aangeeft uw inspanningen te willen bundelen in het verband van de Metropoolregio Rotterdam-Den Haag l.o., spreken wij graag onze intentie uit op diverse terreinen goed met u samen te werken. Zoals u zelf schrijft In uw document "Samenvatting reacties en vervolg metropoolvorming" kan de samenwerking tussen de MRDH i.o. en de provincie per thema op verschillende wijze vorm krijgen. Daartoe zullen wij ons graag blijven Inzetten.

Afschtlfl Èmt\',

• Minister Plasterk van BZK - Staatssecretaris Mansveld van l&M

- Het college van Gedeputeerde Staten van de provincie Noord-Holland

aa

(7)

Conlact

D.M. Berkhout T 070 - 441 71 66

dm.berkhout@pzh. nl

provincie HOLLAND

Postadres Provinciehuis Postbus 90602

2509 LP Den Haag T 070 - 441 66 11 www.zuid-holland.nl Colleges van B&W in de MRDH

Gemeenteraden in de MRDH

Datum

0 1 OKT 2013

Ons kenmerk

PZH-2013-432254541 Uw kenmerk

Bijlagen

Onderwerp

Bezoekadres Zuid-Hollandplein 1 2596 AW Dan Haag

Tram 9 en de buslijnen 90, 385 an 386 stoppen dichtbij nat

provinciehuls. Vanaf station Den Haag CS is hal tien minuten lopen.

De parkeerruimte voor auto's is beperkt.

Standpunt Zuid-Holland omtrent MRDH i.o. en vervoerregio

Geacht college, geachte raden,

De afgelopen maanden hebben wij met uw colleges van B&W gesprekken gevoerd in het kader van onze gespreksronde langs alle gemeenten in Zuid-Holland. Wij kijken met genoegen terug op deze gesprekken. De terugkoppeling daarvan hebben wij inmiddels gestuurd aan de colleges van

Tevens hebben wij met belangstelling kennis genomen van de (concept-)zienswijzen van uw raden over de gemeenschappelijke regeling MRDH i.o..

Zowel in een aantal met uw gemeentebestuurders gevoerde gesprekken als in uw zienswijzen komen specifieke vragen aan de orde over de relatie tussen de provincie en de Metropoolregio Rotterdam Den Haag. Er blijken verschillende beelden te bestaan; ook lijkt er sprake van enkele hardnekkige misverstanden.

Er kan geen onduidelijkheid bestaan over ons uitgangspunt dat wij de Metropoolregio Rotterdam Den Haag beschouwen als een belangrijk bestuurlijk partner, maar dat wij als GS van Zuid- Holland niet gaan deelnemen aan het bestuur van de betreffende gemeenschappelijke regeling.

Deelname van de provincie aan een vervoerregio kan dus ook niet de vorm krijgen van deelname van GS aan (een bestuurscommissie van) de MRDH. Wij merken echter dat dit heldere

uitgangspunt op verschillende wijzen wordt "geframed" en geïnterpreteerd.

Met deze brief willen wij daarom onze visie nader toelichten, zoals wij die de afgelopen jaren - en ook in de met uw colleges gevoerde gesprekken - hebben gecommuniceerd. Het wetsvoorstel voor de beëindiging van de Wgr-plus dat deze zomer door het kabinet naar de Tweede Kamer is gestuurd vormt een extra aanleiding en achtergrond om ons standpunt nogmaals helder met u te delen. Nu het kabinet u en ons enigermate duidelijkheid heeft geboden liggen er wat ons betreft nieuwe kansen, maar ook onverminderd vragen. Wij gaan hieronder in op de vraagpunten die in de gesprekken met de colleges van B&W en uw zienswijzen naar voren zijn gekomen.

B&W.

(8)

p r

ZUID "

i n c

" HOLLAND

Ons kenmerk

PZH-2013-432254541

De provincie en uw 24 gemeenten werken goed samen

De economische agenda Zuidvleugel, de Regionale Ontwikkelingsmaatschappij, Stedenbaan, onze gezamenlijke verstedelijkingsafspraken, het samen optrekken in MIRT-verband: er zijn tal van voorbeelden die duidelijk maken dat de provincie en de gemeenten in het grootstedelijk gebied In Zuid-Holland prima samenwerken. De provincie heeft er geen enkel probleem mee dat de stadsregio Rotterdam en het stadsgewest Haaglanden de handen ineen slaan in MRDH- verband. Het doel - de versterking van de internationale concurrentiepositie van dit gebied - wordt uiteraard warm door ons onderschreven. De concurrentiepositie van ons grootstedelijk gebied is cruciaal voor de internationale positie van onze provincie.

De succesvolle samenwerking die wij met de stadsregio en het stadsgewest de afgelopen jaren vorm en inhoud hebben gegeven, kunnen en zullen wij met de MRDH voortzetten en verder versterken. Ons primaire instrument is daarbij het Zuidvleugelverband. Er bestaan bij u vragen over de verschillen tussen Zuid- en Noord vleugel.

De provincie Noord-Holland neemt deel aan de Metropoolregio Amsterdam

De Metropoolregio Amsterdam (MRA) is geen gemeenschappelijke regeling op grond van de WGR, maar een inhoudelijk platform waarin de provincie Noord-Holland en de gemeenten in het metropolitaans gebied rond Amsterdam samen een agenda opstellen ter versterking van de economische concurrentiepositie van dat gebied. De MRA vertoont overeenkomst met onze Economische Agenda Zuidvleugel, zij het iets lichter en beperkter in opzet. De samenwerkende besturen geven aan dat men voor de MRA geen gemeenschappelijke regeling wil oprichten en daar dan ook geen taken en bevoegdheden in onder wil brengen.

De intergemeentelijke samenwerking - de plusregio - is georganiseerd op het niveau van de Stadsregio Amsterdam. De provincie Noord-Holland neemt daar niet aan deel en heeft ook aangegeven niet voornemens te zijn daar aan deel te nemen.

Zowel in Noord- als in Zuid-Holland is er een drielaagse samenwerking in het grootstedelijke gebied: het niveau van de stadsregio's, de metropoolregio's en de vleugels. Tot nu toe was alleen het niveau van de stadsregio's geformaliseerd als intergemeentelijke samenwerking in het kader van de WGR (-plus). Door het voornemen van de stadsregio Rotterdam en het stadsgewest Haaglanden om samen te gaan, vallen in Zuid-Holland het niveau van de metropoolregio en de Wgr-regio samen. Dat is in Noord-Holland niet het geval.

Er is dus wat betreft de relatie tussen de provincie en de gemeenten in het grootstedelijk gebied geen verschil van inzicht tussen de provinciebesturen van Noord- en Zuid-Holland.

De provincie Zuid-Holland neemt niet deel aan het AB van de MRDH

De MRDH is bedoeld als een algemene WGR-regeling voor uw intergemeentelijke samenwerking. Welke taken het verband gaat krijgen is onbepaald. Wij constateren dat er vooralsnog slechts gedacht wordt aan een beperkt takenpakket, maar dat uitbreiding mogelijk is en hier en daar wordt bepleit. Het Is mogelijk - maar niet noodzakelijk - dat gemeenten taken en

2/4

(9)

bevoegdheden bij dit verband onderbrengen. Hier wordt door uw raden verschillend over gedacht. Het is mogelijk dat uw gemeenten op onderdelen succesvolle vormen van

samenwerking gaan starten of voortzetten op terreinen als wonen, infrastructuur, ruimte, groen en economie. Dit kan op enig terrein leiden tot afspraken, waarover wij graag met u meedenken. Het kan in principe zo zijn dat de provincie een afweging moet maken - op het terrein van haar kerntaken - tussen uw afspraken en de afspraken die zijn gemaakt door de gemeenten in omliggende regio's als Holland-Rijnland of Drechtsteden. Een ongewenste situatie zou ontstaan, als wij dan als deelnemer gebonden zouden zijn aan gemaakte intergemeentelijke afspraken binnen een regio. WIJ kunnen onze bovenregionale rol niet goed uitoefenen, als wij zelf deelnemer zijn aan de gemeenschappelijke regelingen van gemeenten.

Deelname van GS aan de MRDH zou betekenen dat wij ook zouden moeten deelnemen aan alle soortgelijke gemeenschappelijke regelingen (niet alleen de MRDH, maar dan ook Holland- Rijnland, Midden-Holland, Drechtsteden etc), en ons van enigedei binding aan afspraken zouden moeten onthouden. Dat zou een bizarre en onwerkbare situatie opleveren.

De provincie werkt met gemeenten samen binnen specifieke WGR-constructies

De provincie neemt samen met gemeenten deel aan een aantal specifieke WGR-constructies: de DCMR/RUD's en de Natuur- en Recreatieschappen. Deze regelingen zijn niet bedoeld voor de algemene regeling van intergemeentelijke samenwerking. Het betreft hier zgn. functionele regio's, die door provincie en gemeenten samen zijn aangegaan voor een specifiek doel. In het algemeen gaat om het om het samen uitvoeren van specifieke taken. De gezamenlijke uitvoering wordt gekozen vanuit overwegingen van effectiviteit en efficiency. Het betreft specifieke en gesloten regelingen, waarvan doel en taak nauw zijn omschreven. De democratische organen - raden en staten -, blijven het bevoegd gezag.

De vervoerregio

Het heeft de voorkeur van ons college dat er op het terrein van het openbaar vervoer - in het belang van de reiziger - zo weinig mogelijk verschillende bestuurlijke grenzen en schotten worden aangebracht. In diverse bestuurs- en regeerakkoorden is vastgelegd dat verkeer en vervoer een kerntaak van de provincies is. De door het kabinet voorgenomen herinrichting van het binnenlands bestuur is wat ons betreft een uitgelezen kans de toekomstige rol- en

taalverdeling tussen Rijk, landsdelen en de lokale overheden scherp te herdefiniëren. Wij constateren dat het kabinet deze kans vooralsnog onbenut laat.

Als de wetgever besluit dat gemeenten en provincie in de grootstedelijke gebieden van Noord- en Zuid-Holland moeten gaan samenwerken binnen een vervoerregio zullen wij daar uiteraard uitvoering aan geven. Het ligt in dat geval voor de hand specifiek voor de uitvoering van de plustaken op het gebied van het OV een gemeenschappelijke regeling te vormen met als deelnemers uw gemeentebesturen en het provinciebestuur. Dat is geen complexe opgave. Over een dergelijke gemeenschappelijke regeling kan in enkele weken overeenstemming worden bereikt.

3/4

(10)

Ons kenmerk

PZH-2013-432254541 HOLLAND

Tot nu toe is door de initiatiefnemers van de MRDH i.o. naar ons gecommuniceerd dat een vervoerregio alleen acceptabel is in de vorm van (een bestuurscommissie van) de MRDH, en dat deelname van de provincie aan een vervoerregio slechts mogelijk is in de vorm van deelname van de provincie aan diezelfde MRDH. Over dit punt verschillen wij principieel van mening. Indien de wetgever besluit conform het kabinetsvoorstel, zullen wij samen met de MRDH een

vervoerregio kunnen vormen, maar wij zullen niet deelnemen aan het bestuur van de MRDH als gemeenschappelijke regeling voor intergemeentelijke samenwerking.

Samenvaffend

Kort samengevat verschillen wij met enkele van uw bestuurders dus slechts principieel van mening over laatstgenoemd punt. In de praktijk hebben in Zuid-Holland de provincie en de gemeenten in het grootstedelijk gebied een succesvolle traditie van samenwerken. Wij wensen uw gemeenten veel succes bij de verdere invulling van uw gemeenschappelijke regeling en spreken het vertrouwen uit dat wij als provinciebestuur in de praktijk en op de inhoud elkaar zullen blijven vinden, zoals dat ook in de afgelopen jaren het geval is geweest.

Met hoogachting en vriendelijke groet,

Gedeputeerde Staten van Zuid-Holland,

secretaris, voorzitter,

^ —

mw. drs. J.A.M. Hilgersom J. Franssen

Afschrift aan:

Provinciale Staten Zuid-Holland

Minister van Binnenlandse Zaken en Koninkrijksrelaties Minister van Infrastructuur en Milieu

Staatssecretaris van Infrastructuur en Milieu

Dagelijks Bestuur Haaglanden en Stadsregio Rotterdam - Gedeputeerde Staten Noord-Holland

Colleges en raden van de Zuid-Hollandse gemeenten

4/4

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

vervoerregio kunnen vormen, maar wij zullen niet deelnemen aan het bestuur van de MRDH als gemeenschappelijke regeling voor intergemeentelijke

De omslagbaten zullen conform de eerste wijziging begroting 2013 meerjarig worden geraamd op € 4 miljoen per jaar. Gezien de stagnerende woningbouw wordt een voorzichtige schatting

verdeelvoorstel 2012 nog niet gereed. Daarom zijn per beleidsveld de beschikbare bedragen, zoals hierboven weergegeven, als nader in te vullen posten opgenomen. In de

- Op welke wijze kan en wil de gemeente een bijdrage leveren aan de verdere versterking van de MRDH en daarmee aan de opgaven die voor de regio als totaal en uw gemeente en haar

Bij een gemeenschappelijk orgaan bestaat alleen het ‘algemeen bestuur’, er is geen ‘dagelijks bestuur’ (vgl. Er is alleen geen sprake van een bestuurlijk belang wanneer gekozen

heeft het Dagelijks Bestuur (DB) van de gemeenschappelijke regeling Publieke Gezondheid & Zorg (GR PG&Z) besloten opnieuw een ontwerpwijziging in de begroting 2018 aan

de uitoefening van bevoegdheden als vermeld in het mandaatregister, dat onlosmakelijk deel uitmaakt van deze mandaatregeling, met inbegrip van de ondertekening van stukken, in naam en

Op 14 april 2016 zijn de jaarstukken 2015 en de programmabegroting 2017 ontvangen van de gemeenschappelijke Regeling RHCA.. Ingevolge artikel 35 lid 3 van de Wet