• No results found

Populierenteelt in combinatie met gras mogelijk

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Populierenteelt in combinatie met gras mogelijk"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Populierenteelt in combinatie met gras mogelijk

H. Ever-ts (sectie teelt)

In de akkerbouwsector staan een aantal gewassen onder financiële druk. Dit geldt bijv. voor de graanteelt. In de veehouderijsector spelen andere factoren een rol. Door o.a. de quotaregeling voor melk zijn er minder uitbreidingsmogelijkheden in deze sector. Wel kan de grond voor andere doeleinden gebruikt worden (eigen kracht-voerteelt, vleesproduktie etc.). Ook is het mogelijk de vrijgekomen grond te gebrui-ken voor andere teelten. In dit artikel staat de populierenteelt centraal.

Uit saldoberekeningen blijkt dat het telen van po-pulieren bij de huidige houtprijzen niet aantrekke-lijk is. De resultaten zijn enigszins vergeaantrekke-lijkbaar met die van de graanteelt. Door mengteelt van een gangbaar gewas met populieren kan het fi-nanciële resultaat verbeteren. Hiervoor moeten de opbrengsten van populieren en tussengewas berekend worden en in welke mate ze elkaar bernvloeden. Ook moet de optimale plantdicht-heid van de populieren bekend zijn.

In 1952 werd door de Landbouw Universiteit te Wageningen (LUW) onderzoek verricht naar de reactie van gras nabij houtopstanden. Het betreft vooral de resultaten van de invloed van oudere populierenopstanden (tenminste 15 jaar) op de grasproduktie (LUW-uitgave Nr 60-1960). De

op-brengstderving van gras onder invloed van popu-lieren bedroeg ca. 23 % t.o.v. geen popupopu-lieren. Onze huidige vraagstelling richt zich vooral op de eerste jaren na de aanplant van populieren. De invloed van de bomen op de grasproduktie zal dan waarschijnlijk geringer zijn.

Opzet onderzoek

Er is een proef aangelegd op zandgrond in het noorden van Overijssel (landgoed “De Eese”) op een perceel van ruim 2, 5 ha. Bij de populieren is gekozen voor een ras met een trage jeugdgroei. Daardoor is een langere tussenteelt mogelijk. Om zo goed mogelijk aan te sluiten bij de gangbare teelten in het zandgebied van Overijssel en Drenthe is gekozen voor drie

(2)

sen, namelijk gras, mais en bieten. In dit artikel wordt alleen ingegaan op de mengteelt van po-pulieren en gras.

Het onderzoek is uitgevoerd in samenwerking met het Instituut voor Bosbouw en Natuur (popu-lierenteelt), het Proefstation voor de Akkerbouw en Grondgewassen in de Volle Grond (mais en bietenteelt) en het PR (grasteelt). Verder doet vanaf 1991 de Nederlandse Meststoffen Industrie (NMI) onderzoek naar de stikstof-huishouding, zowel op het akkerbouw- en graslanddeel. Naast de eigen bijdrage van de betrokken onderzoekin-stellingen draagt ook de provincie Overijssel bij in de onderzoekkosten. ROC Aver Heino verzorgt en beheert het proefveld.

Populieren en gras

In dit deel van het onderzoek, de combinatie po-pulieren en gras, is gekozen voor twee rijafstan-den van de bomen. Daarnaast is een controle met alleen gras opgenomen. Dit leidt tot de vol-gende behandelingen:

A Een plantverband van 11 x 45 meter (202 bo-men per ha), de teeltstrook is 9 meter. B Een plantverband van 55 x 45 meter (404

bo-men per ha), de teeltstrook is nu 3,5 meter. C Geen bomen, alleen grasteelt.

Om uitvoeringstechnische redenen is gekozen voor alleen maaien van gras. De populieren zijn geplant in het voorjaar van 1989. Na het planten zijn de stroken tussen de bomenrijen volgens de praktijk ingezaaid met een BG3 grasmengsel.

Om na te gaan of gras onder invloed van bomen verschillend reageert op stikstofbemesting zijn drie stikstofniveaus gehanteerd, namelijk 200, 300 en 400 kg N per jaar. Afhankelijk van de weersomstandigheden zijn vijf of zes sneden per jaar geoogst.

Resultaten

De jaaropbrengsten aan droge stof voor gras in 1989 - 1993 staan in de figuren 1 en 2. Om het geheel overzichtelijk te houden zijn alleen de op-brengsten weergegeven bij N-giften van 300 en 400 kg/ha per jaar.

Tot 1992 zijn er geen betrouwbare verschillen in grasopbrengst. De invloed van de bomen is ge-ring. Vooral in 1991 was de invloed positief, om-dat dit een erg droog jaar was. Mogelijk heeft de aanwezigheid van de bomen bij sterke droogte geleid tot een ander microklimaat, waardoor min-der verdamping optreedt. In het laatste proefjaar 1993 is er wel een duidelijke negatieve invloed van de bomen op de grasopbrengst. Bij het ob-ject rij-afstand 5,5 x 45 m blijft de droge-stofop-brengst achter. Bij deze nauwere rijafstand zal er eerder sprake zijn van lichtonderscheppping. Deze verschillen zijn signifikant. De bomen heb-ben in het vijfde jaar een lengte bereikt van 8 tot 9 meter.

Praktische betekenis resultaten

In de eerste vier jaar bleek er geen negatieve in-vloed van de populieren op de grasgroei. In 1991, een droog jaar, bleek de grasgroei onder

Figuur 1 Droge-stofopbrengsten voor de behandelingen A, B en C bij 300 kg N/ha per jaar (1989 t/m 1993) Droge-stofopbrengsten 300N I A B LZZZIC Ds (ton/ha) 15 14 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1989 1990 1991 1992 1993 jaar Praktijkonderzoek 94-2 43

(3)

Figuur 2 Droge-stofopbrengsten voor de behandelingen A, B en C bij 400 kg N/ha per jaar (1989 t/m 1993) Droge-stofopbrengsten 400N mA B f2?EIC Ds (ton/ha) 13 12 11 10 9 8 7 6 5 4 3 2 1 0 1989 1990 1991 1992 jaar

invloed van de bomen zelfs iets hoger.

In het laatste jaar (1993) werd de grasgroei tus-sen de bomen bij de nauwe rijafstand nadelig beÏnvloed.

De mengteelt van populieren en gras zal voor wat betreft de economie sterk afhankelijk zijn van de prijs waarmee voor het gras moet worden gere-kend.

Zowel bij de akkerbouwgewassen als bij gras is het omslagpunt waarbij tussenteelt niet meer aantrekkelijk is nog niet bereikt.

Enige opmerkingen voor gras

- Op veehouderijbedrijven met een voeroverschot

zou de teelt van populieren kunnen bijdragen

tot extra opbrengsten van het graslandbedrijf. In deze proef is het gras gemaaid. In de praktijk is de voederwinning tussen bomen waarschijn-lijk vanwege de nadelige bernvloeding van het droogproces minder gunstig. Het is ook moge-lijk om beweiding toe te passen. Hierdoor ont-staat een meer gangbaar systeem zoals ge-bruikelijk op melkveebedrijven. Bij beweiding zullen vooral in de eerste jaren de bomen moe-ten worden beschermd, dit geeft extra kosmoe-ten. Tenslotte zullen vooral de toekomstige prijsver-houdingen bepalen of populierenteelt in combi-natie met gangbare gewassen aantrekkelijk is. De teelttechnische aspecten zijn dan evenwel bekend.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

thinking ‘from above’ facilitates moral transformation because it informs and shapes both thought and behaviour according to the beliefs, values and norms of the world above.. 12

Gewenst resultaat De schoenconsulent/ondernemer weet welke schoenen hij voor de klant uit de voorraad moet halen op basis van de gegevens uit de beoordeling en de wensen van de

Hierbij dient opgemerkt te worden dat in het centrum van de Achterhoek (hiermee wordt in het vervolg bedoeld het gebied gelegen tussen Ruurlo, Hengelo en

De lagere overwegend kalkrijke stroomgronden (kaarteenheid 3) bestaan uit zware zavel en lichte klei (I7è % ~ 35 % lutum).. Op de overgang naar de komkleigronden komt binnen 80

Dieren, zoals vogels, ongedierte en insecten, maar ook vee, kunnen door hun uitwerpselen zorgen voor besmetting van gewassen met ziekteverwekkende bacteriën.. De dieren kunnen

Ik ben toen wat meer gaan rond- kijken, ging ook de vallei in en vond daar een beek die nog kronkelde en heel proper water had en zo’n smal begeleidend boske met veel soorten die

Dit houdt in dat het samenwerkingsverband GreenBrains als doel heeft ondernemers te ondersteunen en oplossingen te bieden voor de meest uiteenlopende kennis en