• No results found

Het vroeg signaleren van leesproblemen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Het vroeg signaleren van leesproblemen"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Ronde 2

Mirjam Snel

Hogeschool Utrecht

Contact: Mirjam.snel@hu.nl

Het vroeg signaleren van leesproblemen

1. Inleiding

Lezen is een essentiële vaardigheid om goed te kunnen functioneren in onze maat- schappij. Eén van de belangrijkste taken van het basisonderwijs is dan ook om alle kin- deren te leren lezen.

In de kleutergroep worden de kinderen al vroeg op het leren lezen voorbereid. In een krachtige leeromgeving leren de kleuters op een speelse manier letters benoemen (let- terkennis) en leren ze dat woorden uit klanken bestaan (fonemisch bewustzijn).

Vervolgens krijgen de kinderen in groep 3 gerichte instructie om te leren lezen.

Uit onderzoek blijkt dat een beperkt aantal vaardigheden gerelateerd is aan het lezen in groep 3, namelijk ‘fonemische analyse’, ‘fonemische synthese’, ‘letterkennis’ en

‘benoemsnelheid’ (Aarnoutse 2004; Aarnoutse, van Leeuwe & Verhoeven 2000; 2005;

Beernink 2002; Verhagen, Aarnoutse & van Leeuwe 2006; 2008). Dat betekent voor een gemiddelde groep kleuters dat, als zij die vaardigheden goed beheersen, de kans groot is dat zij in groep 3 het leesproces goed doorlopen en op een goede manier leren lezen.

‘Fonemische analyse’ is de bekwaamheid om klanken in woorden te onderscheiden, terwijl ‘fonemische synthese’ betrekking heeft op het samenvoegen van klanken tot een gesproken woord. ‘Letterkennis’ is de bekwaamheid om letters te herkennen en

‘benoemsnelheid’ is de snelheid waarin kinderen een reeks van bekende tekens zoals

‘letters’, ‘cijfers’, ‘plaatjes’ en ‘kleuren’ kunnen benoemen.

2. Onderzoek en resultaten

In het promotieonderzoek van Mirjam Snel is onderzoek gedaan naar het antwoord op de vraag wat de relatie is tussen ‘fonemische analyse’, ‘fonemische synthese’, ‘letter- kennis en benoemsnelheid’ (cijfers en letters) en ‘de leesvaardigheden van kinderen in groep 3’, na zes maanden leesonderwijs (Snel 214). In het onderzoek zijn 178 kleuters aan het eind van groep 2 getoetst. De scores op die toetsen zijn vergeleken met de

29steHSN-Conferentie

8

Conferentie 29_Opmaak 1 23/10/15 15:57 Pagina 8

(2)

woordherkenningsvaardigheden van diezelfde kinderen, maar dan in groep 3. De resultaten van het onderzoek laten zien dat voor de gemiddelde groep ‘fonemische ana- lyse’, ‘fonemische synthese’ en ‘letterkennis en benoemsnelheid’ een relatie hebben met ‘de snelheid van woordherkenning’. Echter, aanvullende analyses tonen aan dat 53% van de variantie van de snelheid van woordherkenning door ‘letterkennis’ en

‘benoemsnelheid cijfers’ wordt verklaard. Dat zou betekenen dat met name de ‘letter- kennis’ en de ‘benoemsnelheid cijfers’ van kinderen belangrijke indicatoren zijn voor de leesvaardigheden van kinderen in groep 3.

3. Vertaling naar de praktijk

Om kinderen zo goed mogelijk te kunnen begeleiden in hun leesontwikkeling, is het belangrijk om leesproblemen vroeg te signaleren. Naar aanleiding van het promotie- onderzoek van Mirjam Snel wordt aangeraden om dat al in de kleutergroep te doen.

De mogelijkheden daartoe zijn er ook. Middels het afnemen van ‘de letterkennistoets’

en ‘de toets voor de benoemsnelheid van cijfers’, kan een leerkracht zicht krijgen op de leerlingen die leesproblemen in groep 3 zouden kunnen krijgen. Op die manier is het mogelijk om risicolezers al in de kleutergroep, en direct aan het begin van groep 3, pas- send te begeleiden. En niet, zoals dat nu nog wel eens gebeurt, pas na de herfstsigna- lering (oktober groep 3).

Dit houdt echter niet in dat ‘fonemische analyse’ en ‘fonemische synthese’ niet meer geoefend zouden moeten worden. Deze vaardigheden blijken namelijk, naast ‘letter- kennis’ en ‘benoemsnelheid’, ook een relatie te hebben met de woordherkenningsvaar- digheden van kinderen in groep 3. Het heeft echter geen zin om de benoemsnelheid met de kinderen in de klas te oefenen. Onderzoek van Eleveld (2005) toont namelijk aan dat het trainen van benoemsnelheid niet tot het verminderen van leesproblemen op latere leeftijd leidt. Dat zou betekenen dat de toets het beste ingezet kan worden als signaleringtoets en niet ten behoeve van de ontwikkeling van het snel benoemen van cijfers of letters.

Al met al, om kinderen met leesproblemen zo goed mogelijk te ondersteunen, is het belangrijk om stagnaties in de leesontwikkeling vroeg te signaleren. Dat kan al in de kleutergroep. Alleen op die manier kunnen kinderen op een passende manier begeleid worden, met als doel dat alle kinderen leren lezen.

4. Presentatie

Tijdens mijn presentatie worden de kenmerken van een krachtige leeromgeving, het onderzoek en de resultaten van het onderzoek gepresenteerd. Vervolgens gaan we samen in gesprek over de implicaties van de resultaten voor de praktijk.

1. Basisonderwijs

9

1

Conferentie 29_Opmaak 1 23/10/15 15:57 Pagina 9

(3)

Referenties

Aarnoutse, C. (2004). Ontwikkeling van beginnende geletterdheid. Nijmegen: Radboud Universiteit.

Aarnoutse, C., J. van Leeuwe & L. Verhoeven (2000). “De ontwikkeling van begin- nende geletterdheid”. In: Pedagogische Studiën, 77, p. 307-325.

Aarnoutse, C., J. van Leeuwe & L. Verhoeven (2005). “Early literacy from a longitu- dinal perspective”. In: Educational Research and Evaluation, 11, p. 253-275.

Beernink, J. (2002). Op weg naar geletterdheid. Nijmegen: Radboud Universiteit. [niet gepubliceerd].

Eleveld, M. (2005). Early diagnosis and treatment of developmental dyslexia: the role of phonological skills, letter knowledge, and naming speed. Groningen: Rijksuniversiteit Groningen.

Snel, M.J. (2014). Development of Beginning reading. A study in word recognition during the first primary school year. Amsterdam: Vrije Universiteit Amsterdam.

Verhagen, W., C. Aarnoutse & J. van Leeuwe (2006). “Predictoren voor beginnende geletterdheid”. In: Pedagogische Studiën, 83, p. 226-245.

Verhagen, W., C. Aarnoutse & J. van Leeuwe (2008). “Phonological awareness and naming speed in the prediction of Dutch children’s word recognition”. In: Scientific Studies of Reading, 12, p. 301-324.

Ronde 3

Anke Herder & Maaike Pulles NHL Hogeschool

Contact: anke.herder@nhl.nl m.pulles@nhl.nl

Kennisontwikkeling tijdens gezamenlijke lees- en schrijf- activiteiten

1. Inleiding

Samen onderzoeken biedt tal van mogelijkheden om tegelijkertijd te werken aan het gezamenlijk uitbreiden van kennis en aan het ontwikkelen van taalvaardigheden, ook met het oog op 21ste-eeuwse vaardigheden. Onderzoekend leren daagt kinderen uit om

29steHSN-Conferentie

10

Conferentie 29_Opmaak 1 23/10/15 15:57 Pagina 10

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Net als sociaal werk in het algemeen is kinderwerk er voor alle kinderen, maar het heeft altijd extra aandacht voor kwetsbare kinderen of gezinnen.. ‘Deze doelgroep zit vaker

Bahn & McGill (2007) recently asked a clever question that upset my complacency: what if environmental variables predict spatial variation in the abundance of organisms because

Dit onderzoek wordt uitgevoerd naar aanleiding van de resultaten van een ‘stoppen met roken programma’ voor patiënten met Chronic Obstructive Pulmonary Disease (COPD), de

Het doel van dit onderzoek was om te onderzoeken of de relatie tussen transformationeel leiderschap en kennis delen bestaat en kan worden verklaard door middel van cohesie binnen

/ Popstars is geënsceneerd en Worlds

De centrale onderzoeksvraag in dit onderzoek was: wat is de invloed van het deelnemen aan een schuldsaneringstraject bij de gemeente Amsterdam of het deelnemen aan een

Er is nog geen eerder onderzoek verricht waarin de relatie tussen het voldoen aan groepsnormen en volgerschap wordt onderzocht waarbij het schenden van maatschappelijke normen

Het is niet onmogelijk dat door deze verschillen in het ene geval '(proef i) veel van het residu zal zijn afgespoeld, terwijl in het andere geval (proef II) de bladeren waarop