• No results found

Regioburgemeester Politie Oost-Nederland De heer H.M.F. Bruls

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Regioburgemeester Politie Oost-Nederland De heer H.M.F. Bruls "

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

POSTADRES:GEMEENTE BEUNINGEN,POSTBUS 14,6640AA BEUNINGEN BEZOEKADRES:VAN HEEMSTRAWEG 46,6641AEBEUNINGEN TELEFOON:14024,TELEFAX:024-6778078

E-MAIL: GEMEENTE@BEUNINGEN.NL,INTERNET: WWW.BEUNINGEN.NL

IBAN:NL55BNGH0285001078,BIC:BNGHNL2G

g

Regioburgemeester Politie Oost-Nederland De heer H.M.F. Bruls

per email : brigitte.leferink@vrtwente.nl

Datum :

Kenmerk : CONCEPT

Kenmerkcode : *CONCEPT*

Uw contact : Saskia Wilmink Telefoon : 14 024

Onderwerp : Veiligheidsstrategie 2015-2018 Oost-Nederland

Geachte heer Bruls,

In reactie op de toegezonden concept ‘Bestuurlijke Nota Veiligheidsstrategie 2015-2018 Oost- Nederland’ en het ontwerp ‘Meerjarenbeleidsplan Politie Oost-Nederland 2015-2018’ wil ik u het volgende mededelen. Elke regiogemeente wordt uitgenodigd om voornoemde documenten intern te bespreken en een zienswijze aan u kenbaar te maken. Van deze gelegenheid maak ik graag gebruik, waarbij vermeld dat deze reactie in overleg met de gemeenteraad van de gemeente Beuningen tot stand is gekomen. Tevens is afstemming gezocht binnen de gezagsdriehoek van politieteam Tweestromenland.

Op basis van de aangeboden concepten van de Veiligheidsstrategie en het Meerjarenbeleidsplan en de (boven)lokale veiligheidsproblematiek wil ik graag de volgende zaken benoemen:

- In zijn algemeenheid is in de veiligheidsstrategie concreet weergegeven welke strategische uitgangspunten en randvoorwaarden worden gesteld om de beschreven ambities op de drie geselecteerde eenheidsthema’s te bereiken. Probleem- en resultaatgericht samenwerken vanuit een gezamenlijke verantwoordelijkheid van partijen en waarbij de lokale integrale veiligheidsaanpak voorop staat, zijn daarbij herkenbare en aansprekende elementen;

- De keuze van de drie thema’s (tegengaan van ernstige overlast, van high impact crimes met focus op woninginbraken en van maatschappelijke ondermijning met focus op hennepteelt) waarvoor een intensieve aanpak op eenheidsniveau wordt opgezet, omdat daarvan een meerwaarde in de zin van versterking van de lokale veiligheidsaanpak wordt verwacht, is gelet op de onderbouwing en geraadpleegde bronnen goed verdedigbaar. Deze thema’s zijn ook aardig in lijn met de landelijke doelstellingen en de lokale prioriteiten;

- Wel vraag ik nadrukkelijk aandacht voor de mogelijke spanning tussen het beslag op uitvoeringscapaciteit vanuit het eenheidsniveau en de beschikbare ruimte voor lokaal c.q.

regionaal maatwerk gebaseerd op de actualiteit in ons eigen werkgebied.

(2)

2

De (intergemeentelijke) gezagsdriehoek is en blijft bepalend voor welke (acute) specifieke veiligheidsproblemen waar worden aangepakt en dus voor de directe capaciteitsverdeling, waarbij soms al scherpe keuzes moeten worden gemaakt;

- Adequate en eenduidige informatievoorziening is op elk georganiseerd niveau (lokaal, basisteam, district, eenheid) van groot belang voor het stellen en monitoren van prioriteiten. Hierbij moet uitgangspunt zijn dat cijfermatige gegevens periodiek worden voorzien van een verdiepende analyse, om betekenis te geven aan deze cijfers en de ontwikkelingen daarin;

- Er is behoefte aan meer inzicht in de mogelijkheden van capaciteitsplanning en de vraag welke (extra) inzet nodig is om gewenste effecten te kunnen bereiken. Focussen op een beperkt aantal veiligheidsthema’s/delictsoorten is naast de reguliere werkzaamheden zeker noodzakelijk, maar dient in meerjarig perspectief wel dynamisch van aard te zijn. Daar waar bij voortgangsrapportages blijkt van structurele afname op zo’n thema dan wel van structurele toename bij een andere delictsoort moet de focus ook verlegd kunnen worden;

- Wat dienstverlening van politie betreft, vind ik nabijheid, zichtbaarheid, aanspreekbaarheid, flexibiliteit, professionaliteit en eenduidige communicatie belangrijke elementen, zowel richting burgers als richting instanties. Zaken als bureauopenstelling/huisvestingsplannen, gerichte inzet van wijkagenten (80% beschikbaar voor hun gebied), projectmatige inzet van basisteam, doelmatig functioneren in (lokale) netwerken, acteren op actuele incidenten/veiligheidsbeelden en gebiedsgerichte aanpak zijn continu onderwerp van overleg tussen teamleiding en lokaal gezag. Idealiter zouden de thans voorgestelde regionale ambities en activiteiten instrumenten moeten opleveren die op basisteamniveau direct toepasbaar zijn en/of daarvoor toegevoegde waarde hebben;

- Tevens wil ik nog aandacht vestigen op de consequenties van de komende transities in het sociale domein. Om een sluitend netwerk te realiseren moeten snel logische verbindingen worden gelegd tussen veiligheid, (jeugd)hulpverlening en (geestelijke) gezondheidszorg. Op bovenlokaal niveau kunnen instanties als Veiligheidshuis en AMHK hierbij een wezenlijke rol vervullen, die een nauwe samenwerking met politie en OM vereist. Hier ligt een complexe opgave, maar de meerwaarde van kolom overstijgend samenwerken op lokaal en regionaal niveau vanuit een gedeelde verantwoordelijkheid is in deze evident.

Ik vertrouw er op u hiermede vooralsnog voldoende te hebben geïnformeerd en zie uit naar een effectieve, gezamenlijke uitvoering van de aangegeven prioriteiten en doelstellingen.

Met vriendelijke groet,

drs. C.F. van Eert

burgemeester

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

In de zoekzone ‘Plateau van Duisburg’ komen zowel akkervogelsoorten van open als van kleinschalige landschappen voor. Deze soorten zijn aanwezig als broedvogel, doortrekker

Indien de overlap met de BWK niet meegerekend wordt, bedraagt de oppervlakte akkervogelvriendelijk terrein op basis van de onverharde wegen voor de zoekzone

KLA-soorten als geelgors, kneu, ringmus en patrijs zijn soorten die jaarrond gebonden zijn aan landschappelijk gevarieerde landbouwgebieden met veel dekking onder de vorm

Bijkomende kleine landschapselementen worden best niet aangelegd in de zones die het meest geschikt zijn voor OLA-soorten.. Mogelijke maatregelen voor OLA-soorten zijn gemengde

Bijkomende kleine landschapselementen worden best niet aangelegd in de zones die het meest geschikt zijn voor OLA-soorten (figuur 5).. Voor de doelsoort veldleeuwerik is het

Ook enkele soorten van kleinschalige landschappen (KLA) zoals patrijs, kneu, ringmus en geelgors komen nog verspreid voor in deze zoekzone.. De zoekzone maakt

Het bestaat voor een groot deel uit ‘permanente’ infrastructuur, die niet onder beheerovereenkomsten valt: historisch permante graslanden, rietkragen langs grachten en

Omdat het belang voor akkervogels echter voor het grootste deel afhangt van de manier van telen zelf, kan deze BO niet in rekening gebracht worden als akkervogelvriendelijk