• No results found

Komst van de kosmische deeltjes

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Komst van de kosmische deeltjes"

Copied!
50
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

1

Komst van de kosmische deeltjes

Madina Sarwari en Merve Susam

Klas: V6b

(2)

2

Inhoudsopgave

Introductie hisparc………3

1 Enkele vaardigheden………..4

2 Kosmische straling……… .9

2.1 ontdekking………...9

2.2 interactie met aardatmosfeer………..10

3 werking detector……….11

4 verschil kosmische dag en nacht………..13

4.1 gegevens analyse.……….13

4.2 eind conclusie………...20

5 Invloed maan………... 21

5.1 de maangestalten……….22

5.2 siderale en synodische tijd………23

5.3 de samenstelling van de maan………24

5.4 stellarium maan……….25

5.6 NAHSA live………...28

5.7 eind conclusie………...33

Slot……….34

Bronnen………..36

Logboek………37

Bijlage……….38

(3)

3

Introductie Hisparc

HiSPARC is een project waarbij middelbare scholen samen met wetenschappelijke instellingen een netwerk vormen om kosmische straling met extreem hoge energie te kunnen meten.

HiSPARC biedt scholieren de gelegenheid om aan echt onderzoek deel te nemen, waarvan de resultaten daadwerkelijk worden gebruikt om meer over deze mysterieuze en zeldzame kosmische deeltjes te weten te komen. Bovendien kunnen scholieren hun deelname aan het experiment gebruiken ter invulling van het profielwerkstuk voor het eindexamen.

Op de daken van de scholen staan door de scholieren zelf gebouwde meet-opstellingen welke via het internet verbonden zijn met een centrale computer bij een wetenschappelijke instelling. Zo vormen zij een lokaal netwerk. In Nijmegen worden al meer dan een jaar gegevens verzameld terwijl Amsterdam inmiddels ook een werkend meetnet heeft. Ook in de regio's Leiden, Utrecht en Groningen staan HiSPARC detectoren. Het project wordt gecoördineerd vanuit het NIKHEF te Amsterdam.

Door dhr. Schultheiss zijn wij ingelicht over het project HiSPARC. Daarna hebben wij ons meer verdiept in dit project. Wij zijn geïnteresseerd geraakt en hebben besloten om het project als onderwerp voor ons profielwerkstuk te kiezen.

Het onderwerp was te uitgebreid om er een profielwerkstuk over te maken, daarom hebben wij besloten om een deel van het project te behandelen in ons profielwerkstuk. Dit deel gaat over kosmische straling.

Wij wisten dat kosmische straling van het heelal kwam, maar wij hadden geen idee van welk

hemellichaam deze deeltjes kwamen. Toen kwamen wij met de hypothese dat deze deeltjes misschien van de zon kwamen. En als experiment hebben we dan: het verschil in aantal deeltjes onderzoeken tussen een kosmische dag en nacht.

(4)

4

Hoofdstuk 1

Enkele vaardigheden

Om met gegevens van zes maanden te werken is het handig om enkele vaardigheden onder de knie te hebben. Het is voornamelijk heel erg handig als je met excel kunt werken, want dat bespaart ontzettend veel handwerk.

Hieronder volgt een beknopte uitleg over hoe je met excel een grafiek kunt maken als voorbeeld is het grafiek maken voor een proefje met kokend water.

Het maken van grafieken in Excel

Voor het vak natuur-/scheikunde zul je af en toe grafieken moeten maken. Dit kan natuurlijk prima met de hand, maar het kan ook met de computer met Excel. Het programma Excel maakt deel uit van het Microsoft Officepakket net zoals Word en Powerpoint. Op de meeste computers is het al geïnstalleerd. Excel is een spreadsheetprogramma. Het is bedoeld voor het verwerken van getallen. In vakjes kun je getallen invoeren en berekeningen uitvoeren. Als je de stappen

hieronder volgt zie je hoe je een grafiek kunt maken zoals die eruit hoort te zien voor natuurkunde en scheikunde.

 Start het programma Excel op

 Typ de getallen die je in een grafiek wil zetten in Excel. Zorg dat de X-waarden in de bijbehorende Y-waarden steeds op dezelfde rij staan. De x-waarden moeten in de meest linkse kolom staan.

 Selecteer de cellen waarin de getallen staan door met de linkermuistoets ingedrukt van linksboven naar rechtsonder te slepen. (zie onder: De geselecteerde cellen krijgen een andere kleur)

 Selecteer uit ‘grafiek’ uit het menu ‘Invoegen’. Je komt nu bij stap 1 van 4: Kies bij grafiektype Spreiding en kies bij het subtype de grafiek zonder lijnen met alleen punten. Klik op ‘volgende’

(5)

5

 In stap 2 van 4 stel je de getallen in die in de grafiek moeten komen te staan. Kies het tabblad

‘Reeks’. Als je aan het begin goed hebt geselecteerd staan hier al de goede getallen. Zo nee dan kun je de cellen aanpassen. Klik op ‘volgende’

 Stap 3 van 4 is het instellen van de grafiekopties. Bij titels kun je instellen wat er boven de grafiek moet komen te staan (de titel) en wat er bij de assen komt. Vul dit in (bijvoorbeeld horizontaal ‘tijd (s)’ en verticaal ‘temperatuur (graden C)’. Bij het tabblad ‘Rasterlijnen’ kun je instellen of je horizontale en verticale lijnen wilt. Meestal erg handig; maakt de grafiek veel makkelijker om af te lezen. Klik op volgende.

 Stap 4 van 4 is de locatie van de grafiek. Stel deze in op ‘Als object in Blad1’. Klik op volgende.

(6)

6

 Als het goed is staat de grafiek nu op het scherm. Je kunt van alles aanpassen door dubbel te klikken in de grafiek op datgene wat je wilt aanpassen. Als je bijvoorbeeld de getallen op de X- as wil aanpassen klik je op de x-as en als je de achtergrond een andere kleur wilt geven dubbelklik je op de achtergrond.

Als je een lijn wilt trekken is dit niet zo heel makkelijk. Het hangt ervan af wat de punten voorstellen hoe je de lijn moet trekken. Als de punten meetpunten zijn, dat wil zeggen het resultaat van een meting dan doe je dit op een andere manier dan wanneer de punten het resultaat van een berekening zijn.

(7)

7

Tekenen van een trendlijn door de meetpunten

Als de punten meetpunten zijn dan kunnen door meetfouten sommige punten boven of onder de lijn vallen. Niet alle punten hoeven dus op de lijn te liggen. Als je niet oppast zal Excel alle punten met elkaar verbinden en dit is dus NIET de bedoeling. Bij een grafiek van meetresultaten moet de lijn zo vloeiend mogelijk zijn en is het niet de bedoeling dat alle punten precies op de lijn liggen. Er zijn twee manieren om dit toch te doen:

1) De grafiek printen en met de hand de lijn zo goed mogelijk te trekken.

2) Met rechts op een van de grafiekpunten klikken en ‘Trendlijn toevoegen’ kiezen.

Je krijgt dan het minuutje als hieronder weergegeven.

 Kies in het menuutje wat je krijgt ‘lineair’ als de lijn een rechte moet worden.

 Kies in het menuutje ‘polynoom’ als het een kromme lijn moet worden Met ‘graad’ kun je instellen hoe goed de punten gevolgd worden.

Als je wilt dat de lijn of kromme lijn door (0,0) gaat kun je dit instellen bij het tabblad opties (snijpunt met Y-as instellen op 0). Als je hierna op OK klikt staat de lijn in je grafiek.

Vink in het minuutje onder opties (zie plaatje hierboven) de optie vergelijking in grafiek weergeven aan en vervolgens op OK. Je krijgt nu de trendlijn met daarbij de vergelijking van de trendlijn in één plaatje.

(8)

8

Hoofdstuk 2

Kosmische straling

Kosmische straling – Geladen deeltjes met hoge energie die van buitenaf de aardatmosfeer binnenkomen.

De Aarde wordt continu gebombardeerd door deeltjes. Een belangrijke bron van deze deeltjes is de Zon. Bij de fusiereacties in de Zon komen met name fotonen en neutrino’s vrij. Maar daarnaast staat de Aarde bloot aan een regen van andere geladen deeltjes uit de verste uithoeken van ons

Melkwegstelsel en daarbuiten: elektronen, protonen en zwaardere atoomkernen. Supernova’s, jetstromen die gegenereerd worden door kernen van sterrenstelsels, zwarte gaten en quasars worden genoemd als mogelijke bronnen van deze deeltjes. Maar dat is allemaal nog lang niet duidelijk.

Hieronder staat in grote lijnen het verhaal van de ontdekking van de kosmische straling, de verschijnselen die optreden als een hoogenergetisch deeltje vanuit het heelal de atmosfeer van de Aarde binnendringt, wat we van die verschijnselen aan het aardoppervlak merken en hoe we dat detecteren.

2.1 Ontdekking

De kosmische straling werd in het begin van de twintigste eeuw ontdekt door natuurkundigen die zich bezig hielden met het verschijnsel radioactiviteit – het verschijnsel dat instabiele atoomkernen op den duur uiteenvallen. Bij het uiteenvallen van deze kernen worden snelle deeltjes uitgezonden. Men moest speciale detectoren ontwerpen om ze te kunnen waarnemen. Daarna bleek dat deze detectoren doorgingen met het registreren van deeltjes, zij het met heel zwakke signalen, ook als alle radioactieve bronnen afwezig waren. De oorzaak van deze ‘achtergrondruis’ leverde na langdurig onderzoek uiteindelijk de ontdekking op dat deze ‘ruis’ uit het Melkwegstelsel komt.

Figuur 1 – Zonnevlammen. Gedurende enkele uren worden bepaalde gebieden op het zonneoppervlak actief en werpen enorme gasvormige slierten de ruimte in. Uit deze ‘vlammen’ komen sterke stromen snelle deeltjes die zich tot ver in de ruimte verspreiden – tot aan de Aarde en verder. Dit verschijnsel is een van de bronnen van kosmische straling.

Figuur 2 – De Krabnevel. Dit is het overblijfsel van een supernova-explosie, waargenomen op 4 juli 1054. Bij een dergelijke explosie van een ster die aan het eind van zijn leven is gekomen, worden grote hoeveelheden materie de ruimte in geblazen. Dit verschijnsel kan een bron van kosmische straling zijn.

(9)

9

Daar, in en tussen de sterrenstelsels, bewegen zich deeltjes met snelheden die in de buurt liggen van de lichtsnelheid. Het zijn elektronen, protonen en zwaardere kernen. Sommige van die deeltjes dringen het zonnestelsel binnen, bereiken de Aarde en slaan op de aardatmosfeer in. Men noemt ze met een verzamelnaam ‘kosmische straling’. Wat weten we over de oorsprong van deze snelle deeltjes? Allereerst dat ze versneld moeten zijn bij een aantal heftige verschijnselen in de kosmos.

Een deel ervan wordt uitgezonden bij uitbarstingen die af en toe plaatsvinden op het oppervlak van de Zon. Een ander deel is waarschijnlijk afkomstig van supernova-explosies en van de kernen van sterrenstelsels, zwarte gaten en quasars in het heelal.

2.2 Interactie met aardatmosfeer

De deeltjes die vanuit het heelal op de aardatmosfeer inslaan hebben naar aardse begrippen een zeer hoge energie: gemiddeld ongeveer 10 GeV (1010 eV), met uitschieters tot zo’n 1 PeV (1015 eV) en hoger. De Nikhef-onderzoekers zijn vooral geïnteresseerd in deze laatste hoog-energetische deeltjes.

De richting van die deeltjes wordt namelijk niet veranderd door het magnetisch veld van de Aarde of het interstellair magnetisch veld. Een energie van 1015 eV lijkt op het eerste gezicht niet zoveel – en met de vinger weggeschoten borrelnoot bezit meer kinetische energie – maar het is samengebald in een piepklein deeltje. Als dat deeltje op de aardatmosfeer inslaat, knalt het een stikstof- of

zuurstofkern kapot. Bij die botsing ontstaan fotonen en pionen. Uit die fotonen kunnen door het proces van creatie elektronen en positronen ontstaan. Bij het verval van de instabiele pionen ontstaan

muonen, die op hun beurt weer vervallen tot elektronen. Zo ontstaat in de aardatmosfeer een lawine van hoog-energetische, zogenaamde secundaire deeltjes – een airshower.

Figuur 3 – Simulatie van een airshower van secundaire deeltjes in de richting van het aardoppervlak als gevolg van de inslag van een primair kosmisch deeltje hoog in de aardatmosfeer.

Figuur 4 – Schematisch overzicht van het ontstaan van een airshower en de daarbij betrokken

secundaire deeltjes. Het primaire kosmische deeltje is in dit geval een ijzerkern.

Op het aardoppervlak heeft de kosmische straling dus een geheel andere samenstelling dan het

(10)

10

primaire elektron, proton of zwaardere deeltje dat hoog in de aardatmosfeer inslaat. De nieuwe, secundaire deeltjes zijn onder andere het pion, muon en positron. Die nieuwe elementaire deeltjes bestaan maar heel kort: ze zijn niet stabiel, en vallen spontaan uiteen in andere deeltjes. Dit wordt – net als bij radioactiviteit – verval genoemd.

· Pion – Naast het neutrale pion (p0) bestaat er ook nog een positief en een negatief geladen pion (p+ en p). De massa van een pion is wat groter dan die van een muon. Het deeltje is niet stabiel, en als het vervalt wordt er een muon gevormd.

· Muon – De lading van het muon (m) is gelijk aan die van het elektron, maar het deeltje is ruim 200 keer zo zwaar: het is een zwaar elektron. Het muon is niet stabiel, en als het vervalt wordt er een elektron gevormd.

· Positron – Het positron (e+) heeft dezelfde massa als het elektron, maar de lading is positief: het is het anti-deeltje van het elektron. Bij botsing van een positron met een elektron verdwijnen beide deeltjes en ontstaat een tweetal fotonen g-straling. Dit proces wordt annihilatie genoemd.

(11)

11

Hoofdstuk 3

Werking detector

HiSPARC-detector

Een HiSPARC-detector neemt muonen waar. Om muonen waar te nemen is een detector met een scintillator en een lichtversterker nodig.

Dat werkt op de volgende manier:

1 Een muon (blauw) vliegt dwars door de scintillator (geel) heen.

2 Het muon veroorzaakt in die scintillator een lichtflitsje.

3 Een lichtversterker (grijs) detecteert en versterkt het lichtflitsje en verandert dit in een elektrisch signaal (rood).

4 Een computer registreert het signaal en meet de aankomsttijd van het muon.

5 De computer verstuurt deze metingen over het internet naar een centrale computer.

De centrale computer slaat de metingen van alle HiSPARC-detectoren op. Uit die metingen is te berekenen welke energie het inslaande kosmische deeltje had en uit welke richting het kwam.

Detectienetwerk

Hoe weten we eigenlijk wanneer een kosmisch deeltje een deeltjesdouche veroorzaakt? Hoe meten we de energie en de richting van dat kosmische deeltje? En waarom hebbenwetenschappers scholen nodig om te helpen met de detectoren? Een deeltjesdouche van een kosmisch deeltje met hoge energie komt maar een paar keer per jaar voor. Maar een HiSPARC-detector neemt elke seconde zo’n zestig muonen uit andere bronnen waar. Om te bepalen of er sprake is van een deeltjesdouche zijn meer detectoren nodig, verspreid over een groot oppervlak. Er wordt gebruikt gemaakt van twee detectoren met een onderling horizontale afstand van een aantal meter. Er dienen door beide platen gelijktijdig deeltjes te gaan. Deeltjes uit dezelfde lawine komen namelijk op bijna precies hetzelfde moment op aarde aan. Al die detectoren moeten dan vrijwel gelijktijdig muonen waarnemen. De centrale computer bepaalt of dat het geval is. Het bepalen van de energie van het kosmische deeltje gebeurt door te kijken naar het aantal muonen dat tijdens een deeltjesdouche door de detectoren vliegt. Hoe meer muonen, hoe groter de energie van het kosmische deeltje. Het bepalen van de richting van het kosmische deeltje gebeurt door te kijken naar het verschil in aankomsttijd van de muonen in een deeltjesdouche bij de detectoren. Als de muonen recht van boven komen is hun aankomsttijd bij de verschillende detectoren gelijk. Als de muonen schuin invallen komen ze iets na elkaar bij de verschillende detectoren aan. Uit het kleine verschil in aankomsttijdstip is de richting te bepalen. Hoe groter dit tijdsverschil, hoe schuiner ze invallen. Uit experimenten blijkt dat de beste afstand tussen de detectoren ongeveer 1 km is. In een stad is dat zo’n beetje de afstand tussen de verschillende scholen voor voortgezet onderwijs. Deze scholen zijn dus de ideale plaatsen voor een detector.

(12)

12

Hoofdstuk 4

Verschil kosmische dag & nacht

Het is dag als je op de kant van de Aarde bent die naar de Zon toe wijst, en het is nacht als je op de kant van de Aarde bent die van de Zon weg wijst. De Aarde draait in ongeveer 24 uur rond zijn eigen as (die van de Noordpool door het midden van de Aarde naar de Zuidpool loopt), en terwijl de wereld draait word jij mee het zonlicht ingenomen en daarna de duisternis, en dan de volgende dag nog eens, en zo door.

Volgens ons kunnen de kosmische deeltjes afkomstig zijn van de zon. En om dit te bevestigen gaan wij een onderzoek doen. Hierbij gaan we naar het verschil van de kosmische deeltjes tussen dag en nacht bekijken. In de nacht zijn er minder deeltjes dan in de dag, omdat dan de zon op de kant van de Aarde is die van de zon weg wijst. En wanneer het dag is, zijn er meer deeltjes want dan staat de zon op de kant van de aarde die naar de zon wijst. In dit hele werkstuk wordt ‘de dag’ als de periode genomen tussen zonsopkomst en zonsondergang. En de ‘nacht’ wordt dan als de periode van zonsondergang tot zonsopkomst genomen.

4.1 gegevens analyse

In dit deel paragraaf worden de gegevens die we van de heer Schultheiss hebben gekregen nader geanalyseerd en tevens besproken. Hierbij ga ik tien grafieken maken en analyseren. Bij het

analyseren van de gegevens ga ik de datums gebruiken waarbij de detector geen verkeerde metingen heeft gedaan.

Figuur 1

Bespreking figuur 1:

In figuur 1 zie je de grafiek van 7 september 2009, hierbij zijn de aantal deeltjes uitgezet tegen de tijd.

Wat je opvalt is dat het aantal deeltjes juist in de nacht veel meer zijn dan in de dag. Dus als de zon onder is, zijn er meer deeltjes dan wanneer de zon op is. Rond 07:00 uur nemen de aantal deeltjes af en tot 20:00 uur blijven de aantal deeltjes dat op de detector komen vrijwel constant, maar na 20:00 uur zie je een afnemende stijging die vervolgens weer een tijdje constant weer verder gaat. En juist om 07:02 uur (zie bijlage) komt de zon op. Als de deeltjes afkomstig waren van de zon moesten dan juist de aantal deeltjes toenemen. En om 20:13 uur gaat de zon onder, dit betekent dat dan eigenlijk de deeltjes af hadden moeten nemen, maar dat is niet het geval op deze dag, want je ziet juist dan een afnemende stijging. De gemiddelde aantal deeltjes is in de dag 3296 en in de nacht 3677, dus het

(13)

13

gemiddelde aantal deeltjes in de nacht is veel groter dan in de dag. Uit dit grafiekje is te concluderen dat de zon geen invloed heeft op het aantal deeltjes

Figuur 2

Bespreking figuur 2:

En op 26 mei 2009 komt de zon op om 05:32 uur en gaat de zon onder om 21:43uur. Dit betekent dat je dus om 05:32 een hoog aantal deeltjes moet hebben en om 21:43 uur juist een daling. Als je afleest zie je dat je rond 05:00 uur de hoogste deeltjes van de dag hebt en rond 21:00 uur zie je opeens een daling. Dit betekent dat de zon dus degelijk wel invloed heeft op het aantal deeltjes. En op 26 mei blijft de gemiddelde aantal deeltjes in de dag hoger dan in de nacht. Dus aan dit grafiekje kan je zien dat de zon wel, op deze dag, invloed heeft op het aantal deeltjes. Maar als je naar het verschil tussen het aantal deeltjes van dag en nacht bekijkt, zie je dat het aantal deeltjes in de dag (3838 deeltjes) iets lager ligt dan in de nacht(4109 deeltjes). Dus de zon heeft wel enige invloed maar niet veel.

Figuur 3

(14)

14

Bespreking figuur 3:

In het grafiek van 27 januari zie je een klein beetje de invloed van de zon. De invloed van de zon is weer te zien tijdens de zonsopkomst en de zonsondergang. De zon komt 08:17 uur op en op die tijdstip zie je een punt die opeens heel hoog staat, dit betekent dat dus het aantal deeltjes tijdens de zonsopkomst heel hoog waren.

En om 17:19 uur gaat de zon onder, dit zie je ook aan het aantal deeltjes,want je ziet dan een punt die opeens heel laag zit. Maar als je het verschil tussen dag en nacht moet gaan kijken valt je het op dat als je het gemiddelde neemt van de dag en nacht. Dat dan de gemiddelde van de dag 3042 is en de gemiddelde van de nacht is dan 3745. Dus het aantal deeltjes zijn in de nacht veel groter dan in de dag. Kortom de zon heeft wel een beetje invloed op het aantal deeltjes, maar niet veel.

Figuur 4

Bespreking figuur 4:

In het grafiek van 15 februari zie je dat het aantal deeltjes in de dag iets hoger ligt dan het aantal deeltjes in de nacht. Dat zie je ook aan het gemiddelde: zo is het gemiddelde van de dag 3510 deeltjes en van de nacht 3498 deeltjes. Ook zie je dat wanneer de zon opkomt (rond 08:00 uur) het aantal deeltjes even gaan stijgen dan weer constant blijven en daarna weer gaan stijgen. Wanneer de zon onder gaat (rond 18:00 uur) , worden het aantal deeltjes minder. Kortom de zon heeft wel enige invloed op het aantal deeltjes.

(15)

15

Figuur 5

Bespreking figuur 5:

In dit grafiekje (zie figuur 5) kan je heel goed zien, dat de zon weinig invloed heeft op het aantal deeltjes dat er per dag op aarde komt. De zonsopkomst is op 22 maart om 06:38 uur: je ziet dan dat het aantal deeltjes iets omhoog gaat, maar daarna gaan het aantal deeltjes steeds meer dalen en daarna weer stijgen. Om 18:57 uur is er zonsondergang dan zie je dat het aantal deeltjes even omlaag gaat en daarna weer verder gaat stijgen. Als de zon grote invloed zou hadden gehad, dan was het aantal deeltjes na de zonsondergang gaan dalen en niet gaan stijgen.

Het gemiddelde aantal deeltjes is in de dag veel lager dan het aantal deeltjes in de nacht. Zo is het aantal deeltjes 3370 en het aantal deeltjes in de nacht 3520. Dus de zon heeft weinig invloed op het aantal deeltjes.

Figuur 6:

(16)

16

Bespreking figuur 6:

Als je naar het grafiek van 1 juni kijkt valt je niet veel op, want het aantal deeltjes op die dag zijn vrijwel constant. Maar toch zie je enige afwijkingen als je goed kijkt. Zo zie je dat als de zon opkomt om 5:26 uur je opeens een stijgende lijn krijgt tussen 05:00-06:00uur, dit betekent dus dat het aantal deeltjes bij zonsopkomst toenemen. Daarna blijven het aantal deeltjes vrijwel constant met een paar pieken en dalen. Maar om rond 22:00 (zonsondergang) zie je een piek, maar na de zonsondergang gaan het aantal deeltjes vrij snel omlaag. Dus het aantal deeltjes nemen af, wanneer de zon ondergaat. Dit zie je ook aan het gemiddelde aantal deeltjes tussen dag en nacht. Zo is er in dag 3558 deeltjes en in de nacht 3506 deeltjes. Dit betekent dat de zon dus wel enige invloed heeft op het aantal deeltjes.

Figuur 7

Bespreking figuur 7:

Als je naar het grafiek van 5 juli kijkt is het eerste wat je opvalt dat gemiddeld het aantal deeltjes in de dag hoger zijn dan in de nacht. En als je de gemiddelde berekend zie je ook dat het gemiddelde aantal deeltjes in de dag meer is dan in de nacht. Zo zijn het aantal deeltjes in de dag 3963 en in de nacht 3904. Dus de zon heeft degelijk wil invloed op het aantal deeltjes dat op de aarde komt, dit zie je ook als je naar de tijdstippen van zonsopgang en zonsondergang kijkt. De zon komt om 05:28 uur op en rond 5 uur zie je een piek. En om 22:01 uur gaat de zon onder dan zie je ook dat het aantal deeltjes eventjes gaat dalen. Kortom de zon heeft dus wel enige invloed op het aantal deeltjes dat op de aarde komt.

(17)

17

Figuur 8

Bespreking figuur 8:

Op 4 augustus komt de zon op om 06:06 uur in het grafiek hoor je dan een piek te hebben, maar in het grafiek zie je rond 06:00 uur juist een daling. Om 21:25 uur gaat de zon onder dan zie je ook een hele mooie daling, als de zon ondergaat zie je dat het aantal deeltjes ook meteen afnemen. Maar als je naar het gemiddelde kijkt is het gemiddelde van de dag 3505 deeltjes en van de nacht 3572 deeltjes.

Het aantal deeltjes is in de nacht iets hoger dan in de dag. Dit betekent dat de zon weinig invloed heeft op het aantal deeltjes.

Figuur 9

(18)

18

Bespreking figuur 9:

Op 4 september komt de zon op om 06:57uur dat beteken dat je dan even een piekje moet zien en als naar het grafiek kijk zie je dat er ook een piek is op die tijdstip, dus dat betekent dat het aantal deeltjes op die tijdstip hoog waren.

En de zon gaat onder om 20:20 uur en als je naar het grafiekje kijkt zie je dat rond die tijdstip het aantal deeltjes afnemen, want je ziet een dalende lijn die dan verder constant loopt.

Het gemiddelde aantal deeltjes is in de dag 4009 en in de nacht 4012 dat betekent dat er in dag iets minder deeltjes waren dan in de nacht. Kortom de zon heeft een tijdelijke (tijdens de zonsopgang en zonsonderganginvloed) op het aantal deeltjes.

Figuur 10

Bespreking figuur 10:

Op 27 februari gaat de zon op om 07:30 uur en bij het grafiekje zie je dan niet echt een over- duidelijke piek, maar je ziet wel een hobbeltje op die tijdstip dus het aantal deeltjes neemt voor even toe. Om 18:16 uur gaat de zon onder dan zie je een dalende lijn dus het aantal deeltjes neemt af.

De gemiddelde aantal deeltjes is in de dag 3180 en in de nacht 3054. Het aantal deeltjes is in de dag hoger dan in de nacht. Dus de zon heeft zeker invloed op het aantal deeltjes dat er op de aarde komt.

(19)

19

4.2 Eind conclusie

De zon heeft degelijk invloed op het aantal deeltjes dat op de aarde komt. Dit zie je heel goed tijdens de zonsopgang en zonsondergang. Zo zie je bij zonsopkomst (bijna) bij elke grafiek een piekje en bij zonsondergang een dalinkje. Dit wijst erop dat de zon invloed heeft op het aantal deeltjes.

De kosmische stralingsintensiteit verschilt een beetje met dag en nacht. Zo is de stralingsintensiteit uit onze gegevens vaker hoger in de dag dan in de nacht. Zo weet men dat de kosmische stralen voor een deel van de zon komen. Maar niet bij elke grafiek zag je dat de stralingsintensiteit op de dag hoger was dan in de nacht ook zag je bij sommige grafieken geen piekje bij zonopgang of een daling bij zonsondergang, dit betekent dus dat niet alleen de zon invloed heeft op het aantal deeltjes. Zo kan het andere merendeel van de straling ergens uit het zonnestelsel of erbuiten vandaan komen. Zo heeft meneer Schillig ook een theorie over de afkomst van de straling (zie artikel). Een groot deel van de kosmische straling komt dus van de zon. Dit is niet zo vreemd, want de zon is in feite een gigantische kernfusiereactor, en staat van alle sterren het dichtst bij de aarde. Een klein deel van de straling komt dus ook van andere sterren, maar deze staan te ver weg om echt aan de hoeveelheid straling bij te dragen. Er zijn wel andere kosmische verschijnselen die met name voor kosmische deeltjes met een hogere energie zorgen. Voorbeelden zijn novae, sterren die aan het eind van hun leven hun buitenste lagen met grote snelheid afstoten, of supernovae, imploderende sterren, waarbij grote hoeveelheden energie vrijkomen, en dus ook stralingsdeeltjes. Ook sommige nevels en gaswolken kunnen

magnetische geladen zijn, en daardoor stralingsdeeltjes met behoorlijke snelheden afschieten.

Is de meest energierijke kosmische straling afkomstig van zwarte gaten?

4 november 2009 allesoversterrenkunde.nl

Sterrenkundigen breken zich al tientallen jaren het hoofd over de herkomst van de meest energierijke kosmische straling in het heelal: elektrisch geladen deeltjes (voornamelijk protonen en elektronen) die met onvoorstelbaar hoge snelheden en energieën door het heelal razen. De zogeheten Ultra-High-Energy Cosmic Rays (UHECRs) kunnen per deeltje evenveel energie hebben als een stevig geserveerde tennisbal!

Volgens Charles Dermer van het Naval Research Laboratory zijn die extreem energetische deeltjes afkomstig uit de direct omgeving van superzware zwarte gaten. Met name wanneer de zwarte gaten roteren, aldus Dermer in zijn onlangs verschenen boek 'High-energy radiation from black holes', kan in hun omgeving veel energetische gammastraling worden opgewekt, en kunnen elektrisch geladen deeltjes zeer sterk worden versneld in krachtige magnetische velden.

Dermer en zijn collega's presenteerden hun ideeën deze week op het 2009 Fermi Symposium in Washington. Op datzelfde symposium zijn tal van andere waarnemingresultaten en theorieën naar voren gebracht om de herkomst van de energierijkste kosmische straling te verklaren. Een duidelijke 'winnaar' valt nog niet aan te wijzen.

© Govert Schilling

(20)

20

Hoofdstuk 5

Invloed maan

Deeltjes vliegen als het ware door het heelal. Sommige van deze deeltjes komen op onze aarde terecht. Van welke richting deze deeltjes komen is ons niet bekend, maar wij vermoedden dat deze deeltjes van de zon kwamen. Hierdoor kwamen wij er ook op om de maan te onderzoeken. Het zou interessant zijn als de maan deeltjes zou kunnen tegenhouden, zodat deze deeltjes niet op de aarde zouden kunnen komen.

De maan hoort bij de aarde. Met z'n tweeën suizen ze door het heelal, ieder jaar een rondje om de zon. De maan draait ook nog een ander rondje; ze draait om de aarde. Doordat de maan een baan aflegt om de aarde, komt de maan ook om de zoveel tijd tussen de aarde en de maan te staan.

voordat wij kijken of de maan werkelijk invloed heeft op het aantal deeltjes dat op onze aarde komt, bekijken wij eerst de maangestalten, de siderale en synodische tijd en de samenstelling van de maan.

Onze hypothese: wij denken dat er minder deeltjes op aarde vallen wanneer er nieuwe maan is.

Dit verwachten wij omdat wij denken dat de maan deeltjes tegenhoudt, zodat er minder deeltjes op aarde komen.

(21)

21

5.1 De maangestalten

De maan vertoont schijngestalten doordat gewoonlijk slechts een gedeelte van het van de aarde af zichtbare maanoppervlak door de zon wordt verlicht.

Na nieuwe maan, volgt wassende maan tot het eerste kwartier en dan volle maan, afnemende maan of krimpende maan tot het laatste kwartier en opnieuw nieuwe maan. Tijdens nieuwe maan als de maan en de zon, vanaf de aarde gezien, samenstaan (in conjunctie staan), is de donkere helft naar de aarde gekeerd. De volgende avonden staat bij zonsondergang een smalle maansikkel aan de

westelijke hemel; na ongeveer een week is de boogafstand (elongatie, de hoek tussen de lijnen aarde -zon en aarde -maan) tot de zon toegenomen tot ongeveer 90° en is de sikkel tot een halve cirkel geworden (eerste kwartier). Nog een week later is zij zover naar het oosten gelopen dat de Maan bij zonsondergang opkomt en vol is geworden. Weer een week later komt de Maan pas omstreeks middernacht op en is nog maar voor de helft verlicht (laatste kwartier). Daarna komt zij steeds later op en neemt steeds meer af om ten slotte alleen nog aan de oostelijke morgenhemel, vlak voor

zonsopkomst, als een smal sikkeltje zichtbaar te zijn. Deze totale cyclus duurt gemiddeld 29,530 588 dagen.

(22)

22

5.2 Siderale en synodische tijd

Om onze aarde draait haar eigen satelliet de maan. De tijd die de maan nodig heeft voor een omloop om de aarde bedraagt ongeveer 27,5 dag (aardomwentelingen dus) en die noemen we een siderische maand. De maan beschrijft ongeveer dertien banen om de aarde in de tijd dat de aarde een baan om de zon aflegt. Een eenvoudige berekening toont aan dat de siderische maand niet precies dertienmaal in het 365-dagen-jaar past en dus kan dit niet worden gebruikt als een standaard en een

onveranderlijke verdeling van de kalender. Feitelijk ervaart men dat het wassen en afnemen van de maan enige overeenkomst vertoont met de tegenwoordige maanden. Als maanden verdeeld konden worden in een geheel aantal dagen en jaren in een geheel aantal maanden, dan zouden de kalenders veel eenvoudiger zijn.

Siderisch is afgeleid van het Latijnse sidus (sterrenbeeld, ster).

De tijd die de Aarde nodig heeft om ten opzichte van de sterren eenmaal rond haar as te draaien of met andere woorden het tijdsverschil tussen twee opeenvolgende meridiaanpassages van een

bepaalde ster. De sterrendag duurt 23h56m04,1s of anders nog, één ware zonnedag is 1,0027379093 siderische dagen. (DD).

Siderische tijd is een synoniem voor sterrentijd. De plaatselijke sterrentijd is per definitie gelijk aan de rechte klimming van de objecten die zich op de meridiaan van de waarnemer bevinden, ofwel aan de uurhoek van het lentepunt. De sterrentijd is dus altijd een bruikbare indicatie voor het deel van de sterrenhemel dat op een bepaald moment waarneembaar is.

De synodische maand. Dit is de tijd tussen twee volle manen. De synodische maand duurt ongeveer 29,530588 kalenderdagen, dat wil zeggen: 29 dagen, 12 uren, 44 minuten en 2,8 seconden.

Een synodische dag of zonnedag is de periode die een planeet nodig heeft om eenmaal om zijn as te roteren gezien vanaf het hemellichaam waar hij omheen draait (in het Zonnestelsel de Zon), ook wel aangeduid als de daglengte. Op aarde duurt een synodische dag duurt 24 uur.

(23)

23

5.3 De samenstelling van de maan

De aarde bestaat uit diverse lagen zoals kern, mantel korst etc. maar wat is nu de samenstelling van de maan? Heeft de maan tevens ook net zoals in de aarde een kern met hoge temperaturen?

De maan is een 'aardachtig' hemellichaam, wat wil zeggen dat het een vast oppervlak heeft. De bovenste 8 m van het maanoppervlak bestaat uit maanstof, regoliet genaamd. Dit zijn verpulverde stenen en mineralen. Soms vinden we dit regoliet ook in grotere brokken, aan elkaar geklit door glas dat is ontstaan door de verhitting van silicium bij een inslag.

Het oppervlak is bezaaid met maansteen, dat onder andere ijzer en waterstof bevat. Ook liggen er resten van ingeslagen meteorieten.

De totale maankorst is gemiddeld 68 km dik. In sommige kraters is hij relatief dun, in de maanbergen juist relatief dik. Vermoedt wordt dat de maan vroeger een vloeibare ijzerkern had. Waarschijnlijk is deze nu afgekoeld.

(24)

24

5.4 Stellarium

Stellarium is een open source planetarium voor je computer. Het toont een realistische 3D hemel, net als wat je kan zien met het blote oog, verrekijker of telescoop.

Het wordt gebruikt in planetarium projectors. Voer je coordinaten in, en je bent vertrokken.

Met dit programma kun je ook de nieuwe manen bepalen, door een dag te nemen en datum te veranderen tot de maan dichtbij de zon komt. Als je de dag gevonden hebt waar de maan het meest dichtbij de zon staat, dan kun je de tijden nog veranderen om te kijken op welke tijdstippen de maan het dichtst bij de zon staat. Waar de maan dichtst bij de zon staat, betekent dat op die datum er nieuwe maan is.

Maar om nieuwe manen te bepalen van een half jaar, zoals wij dat deden, kun je van de datum van de eerste nieuwe maan die je hebt gevonden ongeveer 22 dagen erna kijken en dan weer de precieze datum bepalen van de volgende nieuwe maan.

(25)

25

5.5 Onderzoek maan

Wij hebben ook op deze manier de dagen van de nieuwe manen bepaald.

De datums en de tijdstippen van de nieuwe manen binnen een half jaar van: 1/1/2009 tot 8/9/2009.

Datum nieuwe maan tijdstippen

2009/1/26 van 9:00 tot 16:00 2009/2/25 van 8:00 tot 9:00 2009/3/26 van 8:00 tot 18:00 2009/4/25 van 6:00 tot 10:00 2009/5/24 van 8:00 tot 19:00 2009/6/22 van 16:00 tot 19:00 2009/7/22 van 7:00 tot 11:00 2009/8/20 van 7:00 tot 18:00 De gegevens die wij bij deze datums hebben, zijn:

26-1-

2009 25-2-

2009 24-5-

2009 22-6-

2009 22-7-

2009 20-8- 2009

3923 3023 3414 3375 3754 3431

3813 2895 3442 3381 3810 3466

3891 3423 3400 3898 3564

3761 3599 3473 3770 3672

3768 3379 3691 3587

3842 3371 3576

3861 3515 3595

3936 3550 3425

3570 3690

3569 3691

3515 3695

3397 3718

Het gemiddelde dat we bij onze gegevens van 6 maanden hadden was: 3549,052.

Wij hebben ook het gemiddelde berekend van de gegevens met alleen nieuwe manen, dit was:

3592,5. Wij verwachtten minder deeltjes dat op aarde kwamen bij nieuwe maan. Nu wij dit gemiddelde zien, kunnen wij niet zeggen dat onze verwachting klopte.

Verbeteringen

Om hier een goede verklaring voor te geven, zijn wij beter gaan kijken naar onze gegevens, voor het geval dat dit probleem door foute gegevens kon zijn. En inderdaad, er waren foute gegevens bij de gegevens van 6 maanden. Er zaten aantallen deeltjes in die erg laag waren. De detector heeft hier vermoedelijk niet (goed) gewerkt.

(26)

26

Dit zijn de gegevens die erg laag zijn en die volgens ons niet kloppen:

Datum Tijdstip 25/3/2009 10 27/4/2009 14 15/5/2009 2 17/5/2009 20 3/8/2009 12 3/8/2009 15 3/8/2009 20 7/8/2009 7 13/8/2009 13 14/8/2009 9

Om een beter gemiddelde te krijgen van deze 6 maanden, hebben wij deze foute deeltjes uit onze lijst van gegevens gehaald. Het nieuwe gemiddelde is: 3490,292. En dit is nog steeds minder dan het gemiddelde van de nieuwe manen.

Een ander manier die wij gebruikt hebben om een beter uitkomst te krijgen, is een grafiek van de gegevens van 6 maanden zonder het aantal deeltjes van de dagen van de nieuwe manen. Dus uit onze originele lijst van 6 maanden hebben wij de nieuwe manen eruit ‘geknipt’. Van deze lijst hebben wij weer het gemiddelde berekend en dit was: 3524,07158. Dit is nog steeds lager dan het gemiddelde van de nieuwe manen.

Als laatste hebben wij de gegevens tot 660 uren laten doorlopen in plaats van tot 23 (660 komt van:

27,5*24, siderische tijd).

Dit hebben wij gedaan omdat er dan om de 660 een nieuwe maan hoort te zijn. Vanaf de eerste maan hebben wij de tijd genummerd van 0 tot 660. We hebben gekeken of er werkelijk een nieuwe maan kwam na 660ren, maar dit was helaas niet het geval. Nadat wij zagen dat er geen nieuwe maan kwam na 660 uren, zijn wij hier niet mee verder gegaan, want wij wisten dat de detector vaak verkeerde gegevens had of dat die niet goed werkte bij aantal data.

Discussie

Wij hebben tot nu toe onderzocht of de nieuwe maan invloed had op het aantal kosmische deeltjes dat op aarde kwam. Wij hebben als eerste de nieuwe maan onderzocht. Met de gegevens die wij hadden gekregen, konden wij zeggen dat de nieuwe maan geen invloed had. Maar dit is niet zeker, want er kan nog meer onderzoek naar gedaan worden om onze hypothese te verklaren, die wij niet kunnen uitvoeren door gebrek aan kennis en apparaten.

Later zijn wij de volle maan gaan onderzoeken. Wij wisten dat bij nieuwe maan het aantal deeltjes dat op aarde komt niet veel verschilt dan wanneer de maan niet tussen de aarde en de zon staat (eerste kwartier, laatste kwartier en volle maan). Maar wij konden nog onderzoeken of er meer deeltjes kwamen, wanneer het volle maan was, dan wanneer het niet volle maan was.

Dit hebben wij gedaan. Maar wij zijn niet meer vanuit onze eigen gegevens van 6 maanden gaan werken, maar vanuit de gegevens van de detectoren die in Nijmegen stonden. Hiervoor hebben wij gebruik gemaakt van NAHSA live.

(27)

27

5.6 NAHSA live

Scholen die deelnemen aan NAHSA kunnen metingen van alle detectoren via internet opvragen, om te kunnen zien hoe de detectoren presteren en om zelf de data te kunnen analyseren. Dit opvragen is geheel geautomatiseerd via NAHSA-live.

Wij hebben telkens als begin en eind datum, de data van de nieuwe manen gekozen, zodat je een grafiek kreeg van het aantal deeltjes tussen twee nieuwe manen. In het midden van de grafieken horen we dan te kunnen bepalen of er meer deeltjes zijn die op aarde komen bij volle maan.

Hieronder zijn de grafieken te zien, die met de gegevens van de detectoren University of Nijmegen gemeten zijn:

Figuur 1

Bespreking figuur 1:

In het midden van deze grafiek kun je een boog zien. Dit is het gedeelte dat er volle maan zou kunnen zijn. In deze grafiek zie je een hoger aantal deeltjes in dit gebied. Dit zou dus kunnen betekenen dat er meer deeltjes op aarde vallen wanneer het volle maan is.

(28)

28

Figuur 2

Bespreking figuur 2:

Als we deze grafiek vergelijken met onze eerste grafiek, dan kunnen we in dit grafiek niet een duidelijk boogje zien, waardoor we kunnen zeggen dat er meer deeltjes op aarde komen wanneer het volle maan is.

Figuur 3

Bespreking figuur 3:

In deze grafiek kunnen we wel weer een boog zien, zoals we in de eerste grafiek zagen. Dit boogje is weer in het middenstuk van de grafiek, wat waarschijnlijk het gebied van de volle maan is.

(29)

29

Figuur 4

Bespreking figuur 4:

Dit grafiekje geeft meerdere bogen. Dit zou door meerdere redenen gebeurd kunnen zijn: doordat de detector gedeeltelijk kapot was of doordat het veel verkeerde metingen heeft gedaan. We kunnen niet veel over deze grafiek concluderen.

Figuur 5

Bespreking figuur 5:

Deze grafiek geeft weer 3 bogen. Vermoedelijk zijn de deeltjes toegenomen in het gebied van de volle maan en de eerste en laatste kwartier, want in het midden zal de volle maan zijn en het begin en het eind van de grafiek stellen de nieuwe manen voor, dit betekent dat het gebied tussen de nieuwe maan en volle maan eerste of laatste kwartier is.

(30)

30

Figuur 6

Bespreking figuur 6:

In deze grafiek kun je duidelijk een boog zien in het begin van de grafiek: tussen de nieuwe maan en de volle maan. In het midden is niet echt een duidelijke boog te zien, maar je kunt toch wel een heel klein boogje zien.

Figuur 7

Bespreking figuur 7:

Het begin heeft meer deeltjes dan de rest van de grafiek en het gebied tussen de volle maan en de nieuwe maan (ongeveer bij 500 tot 700).

Dit waren de grafieken van de gegevens die met de detectoren van University of Nijmegen gemeten zijn. Wij hebben nog een ander detector gebruikt.

(31)

31

En een grafiek met een andere detector uit Nijmegen:

Kandinsky College Nijmegen

Dit grafiekje geeft niet een duidelijk beeld. Ook kunnen we zien dat de detector een tijdje niet heeft gewerkt. Daarom willen wij deze grafiek niet verder bespreken en er vooral geen conclusie over trekken. Toch kun je op de x-as bij ongeveer 175 een boog zien, dit is waarschijnlijk het eerste kwartier. Er kunnen meer deeltjes zijn, doordat de maan voor bij de aarde is. Als er meer deeltjes zouden zijn bij eerste kwartier, dan zou dat eigenlijk ook bij laatste kwartier zijn (en natuurlijk bij volle maan). We kunnen wel een heel klein boogje bij volle maan zien, dus in het midden van de grafiek, maar niet bij laatste kwartier, dus bij ongeveer van 500 tot 700.

(32)

32

5.7 Eind conclusie

Als wij de grafieken vergelijken, kunnen wij bij de meeste grafieken in het middelste gedeelte een boogje zien. Er vallen dus meer deeltjes op aarde als het volle maan is.

We kunnen zeggen dat de maan een deel van het aantal deeltjes tegenhoud, maar dat zou eigenlijk toch moeten betekenen dat er minder deeltjes op aarde vallen wanneer het nieuwe maan is. Uit ons onderzoek bleek dit echter niet zo te zijn.

Maar het is niet zo dat wij bij elk grafiek een boogje in het midden zagen: er waren ook grafieken waarvan het aantal deeltjes in het middelste gedeelte van de grafiek (dus bij volle maan) minder waren dan het aantal deeltjes bij nieuwe maan. Om hier een verklaring voor te geven is wat moeilijker voor ons. Het zou natuurlijk kunnen zijn dat onze hypothese in geen geval klopt en dat de maan helemaal geen invloed op de deeltjes die op aarde komen. De bogen in het midden van sommige grafieken zouden dan gewoon toeval moeten zijn of zouden door een ander factor gebeurd zijn.

Onze verklaring voor de invloed van de maan is dat de maan wel enig invloed heeft op het aantal deeltjes dat op aarde komt, maar wij denken ook dat er meerdere factoren hiervoor zijn: dit kunnen, zoals al eerder gezegd, novae, supernovae, nevels en gaswolken zijn.

Waar wij ook aan denken is de baan van de kosmische deeltjes.Het kan zo zijn dat kosmische deeltjes op een bepaalde manier door de ruimte vliegen en op een ander manier dan wij denken op aarde vallen.

Kortom: er kunnen nog meer veel factoren zijn die de invloed van het aantal deeltjes dat op aarde komt bepalen. Wij hebben slechts één factor onderzocht en dat was de maan,

maar wij geloven dat wij meer zouden moeten onderzoeken om een duidelijke conclusie voor onze hypothese te geven.

(33)

33

Slot

Door dit onderzoek uit te voeren hebben we ontzettend veel geleerd, want van de meeste onderzoeken die wij op school doen, kun je het einde al eigenlijk voorspellen. De proefen zijn al eerder door anderen uitgevoerd en je kunt dan heel veel informatie uit andere bronnen halen. Je krijgt als het ware een recept en die moet je dan stap voor stap uitvoeren en dan heb je uiteindelijk ‘’een taart’’. Maar bij dit onderzoek hebben we het hele onderzoek zelf moeten maken en beredeneren hoe het nou misschien zou kunnen zitten, want dit onderzoek is niet al eerder door anderen gedaan. We hebben dus zelf de methode en het verwerken van gegevens moeten bedenken. Het maken van dit werkstuk duurde daarom ook lang, want over elke stap dat we wilden zetten moesten we heel veel nadenken.

Ook inhoudelijk hebben we veel over deeltjes geleerd, waarvan we het bestaan eerst niet wisten.

Ook qua vaardigheden hebben we veel geleerd, want het verwerken en werken met gegevens van zes maanden is niet iets wat we eerder hebben gedaan.

Kortom het was een interessante uitdaging voor ons!

(34)

34

Bronnen

Bronnen van kosmische straling

http://www.meteopagina.nl/

http://imagine.gsfc.nasa.gov/docs/science/know_l1/cosmic_rays.html

http://www.phys.uu.nl/~kortland/hisparc/HiSparc_2_3%20kosmische%20dag-nacht.pdf

http://www.spacepage.be/artikelen/het-heelal/331-kosmische-achtergrondstraling/34-kosmische- stralen

http://imagine.gsfc.nasa.gov/docs/science/know_l1/cosmic_rays.html

http://home.hccnet.nl/v.d.horn/weersverwachting/zonsopkomst_zonsondergang.htm#januari http://www.cdbeta.uu.nl/subw/hisparc/downloads/sonnenborgh_folder.pdf

http://www.astro.uu.nl/~strous/AA/nl/antwoorden/zonpositie.html#zon http://www.astro.uu.nl/~strous/AA/nl/antwoorden/zonpositie.html#v75 http://www.hisparc.nl/

http://www.phys.uu.nl/~kortland/hisparc/

Bronnen van invloed maan

http://nl.wikipedia.org/wiki/Maan

http://home.wanadoo.nl/~gjdekok/maan.htm http://nl.wikipedia.org/wiki/Siderische_dag http://nl.wikipedia.org/wiki/Synodische_maand

http://www.astro.uva.nl/encyclopedie/zonnestelsel.html http://www.stellarium.org/nl/

http://hisparc.hef.kun.nl/live_dut.html

(35)

35

Logboek

tijdsperiode handeling Tijd

(uur)

26 juni Gesprek met schultheiss 1

1 juli Onderwerp bekeken 2

28 augustus Stencils bestuderen 2

1 september Namen doorgenomen (stencil) 1

2 september Brainstormen 2

3 september Ruwe opzet 2

4 september Opzet keuren +bespreken met Schultheiss 1

17 september Plan van aanpak bedenken 2

18 september Lijstje gekregen aantal deeltjes tegen uur (halve lijstje) 1

19 september Hele lijst gekregen + grafiek 1

25 september Gegevens 6 maanden gekregen + besproken 1

30 september Grafieken gemaakt van data 2

1 oktober Grafiek van 0 t/m 23 uur tegen aantal deeltjes om te kijken naar

verschil in dag en nacht 3

2 oktober Bespreken van grafieken met Schultheiss+ achter gekomen dat

nieuwe maan misschien invloed had 1

5 oktober Stellarium dagen van nieuwe maan opgezocht 2 7 oktober Dagen nieuwe maan en sidereal time onderzocht 2

9 oktober Grafieken nieuwe maan gemaakt 2

29 oktober Grafieken NAHSA gemaakt 3

12 november Besproken Merve+Madina; besloten Madina eigen deel uitschrijven:

verschil in kosmische dag en nacht. Merve: invloed maan 1

13 november Kosmische dag en nacht 3

14 november Invloed maan 1

15 november Data gekozen waarvan grafiek word gemaakt +maangestalten tekst

geschreven 3

16 november Grafiek 1 + 2 gemaakt en geanalyseerd + siderale en synodische tijd

en samenstelling maan geschreven 4

17 november Grafiek 3 gemaakt en geanalyseerd 1

18 november Kosmische straling 3

19 november Stellarium tekst geschreven 1

20 november Grafiek 4 gemaakt en geanalyseerd + onderzoek maan deels

geschreven 2

21 november Grafiek 5 gemaakt en geanalyseerd + onderzoek maan geschreven 2 23 november NAHSA live stuk geschreven en conclusies bij grafieken 2

24 november Deels eind conclusie invloed maan 1

25 november Grafiek 6 + 7 gemaakt en geanalyseerd 2

29 november Grafiek 8 gemaakt en geanalyseerd 1

30 november Grafiek 8 gemaakt en geanalyseerd + eind conclusie invloed maan 2 1 december Conclusie kosmische dag en nacht geschreven 2

2 december Conclusie kosmische dag en nacht 1

4 december Conclusie invloed maan 1

5 december Fouten en verbeteringen gemaakt + grafieken opnieuw gemaakt van kosmische dag en nacht (moet lijn doorheen) 3

6 december Conclusie kosmische dag en nacht 1

9 december Merve eigen deel deels in elkaar gezet 1

10 december Merve eigen deel deels in elkaar gezet + Madina deels kosmische

dag en nacht in elkaar gezet 2

11 december Een geheel probeerd te maken 2

12 december Bijlage in tabelllen gezet deel Madina deel Merve 5 13 december Bijlage in tabellen gezet deel Madina deel Merve 5

14 december Logboek gemaakt 1,5

21 januari PWS verbeteringen 3

Totaal: 87,5

(36)

36

Bijlage

Januari 2009

hour(time) 1-1-09 2-1-09 3-1-09 4-1-09 5-1-09 6-1-09 7-1-09 8-1-09 9-1-09

0 3520 3427 3409 3383 3886 3581 3613 3575 3628

1 3386 3424 3499 3414 3791 3598 3621 3507 3572

2 3347 3398 3526 3401 3748 3633 3547 3408 3484

3 3390 3499 3445 3432 3583 3565 3564 3458 3640

4 3468 3470 3434 3426 3631 3581 3576 3572 3435

5 3480 3421 3464 3462 3518 3577 3542 3470 3631

6 3324 3440 3450 3465 3623 3467 3605 3490 3535

7 3407 3365 3504 3419 3647 3470 3621 3470 3535

8 3361 3374 3443 3508 3623 3641 3580 3542 3718

9 3392 3522 3480 3498 3555 3497 3611 3463 3631

10 3396 3311 3355 3516 3527 3475 3541 3405 3523

11 3381 3300 3390 3539 3592 3559 3497 3451 3535

12 3301 3372 3462 3519 3553 3139 3518 3456 3338

13 3362 3349 3391 3554 3539 3440 3478 3471 3357

14 3298 3394 3383 3562 3596 3488 3503 3485 3443

15 3416 3360 3468 3661 3475 3599 3533 3468 3551

16 3303 3357 3405 3617 3488 3560 3477 3459 3505

17 3362 3435 3416 3623 3630 3479 3605 3514 3542

18 3489 3377 3495 3622 3635 3592 3542 3600 3633

19 3366 3405 3346 3620 3470 3762 3603 3548 3534

20 3457 3457 3409 3739 3468 3619 3485 3528 3494

21 3359 3514 3438 3798 3631 3605 3512 3508 3640

22 3446 3473 3427 3789 3437 3650 3410 3538 3620

23 3387 3467 3472 3915 3567 3653 3491 3449 3505

hour(time) 10-1-09 11-1-09 12-1-09 13-1-09 14-1-09 15-1-09 16-1-09 17-1-09 18-1-09

0 3519 3568 3564 3847 3933 3695 3694 3830

1 3518 3525 3557 3920 3863 3616 3696 3829

2 3507 3547 3681 3634 3747 3718 3817 3954

3 3569 3512 3527 3593 3724 3675 3596 2180

4 3508 3534 3674 3627 3794 3680 3711

5 3630 3592 3563 3801 3754 3634 3638

6 3648 3593 3626 3710 3606 3612 3772

7 3633 3601 3619 3641 3726 3663 3812

8 3616 3575 3555 3675 3584 3750 3785

9 3646 3632 3666 3750 3762 3697 3673

10 3447 3449 3534 3674 3547 3814 3606

11 3483 3488 3640 3720 3561 3792 3824

12 3526 3372 3744 3714 3637 3731 3792

13 3493 3553 3587 3708 3599 2993 3858

14 3559 3477 3598 3793 3599 1057 3085 3687

15 3512 3387 3607 3819 3604 3624 3729 3647

16 3558 3499 3661 3848 3609 3470 3665 3705

17 3646 3487 3696 3727 3684 3576 3666 3593

(37)

37

18 3728 3547 3781 3746 3703 3568 3705 3673

19 3699 3588 3777 3789 3528 3554 3633 3665

20 3576 3531 3980 3867 3588 3711 3745

21 3541 3434 4048 3891 3686 3677 3799

22 3694 3576 4055 3696 3626 3653 3870

23 3619 3650 4127 3791 3622 3747 3902

hour(time) 19-1-09 20-1-09 21-1-09 22-1-09 23-1-09 24-1-09 25-1-09 26-1-09 27-1-09

0 4293 4024 3838 4248 4396 4096 3975 3911

1 4217 3955 3929 4298 4252 4084 4009 3800

2 4126 3889 3892 4317 4237 4028 4087 3787

3 4260 4023 3885 4616 4229 3916 3998 3740

4 4168 3894 4001 4691 4352 4094 4156 3855

5 4149 3806 3798 4624 4312 4081 3927 3727

6 4210 3863 3949 5127 4166 4073 3973 3683

7 4193 3919 4030 5292 4233 4009 4060 3739

8 4079 3833 4097 5303 4284 4091 3984 3805

9 560 3961 3843 4119 5331 4136 4067 3923 3706

10 4382 4009 3730 3960 5097 3947 3975 3813 3820

11 4645 4026 3817 4292 4913 4032 3960 3891 3806

12 2052 4002 3771 4243 4654 4226 4114 3761 3608

13 3991 3755 4543 2939 3988 4070 3768 3648

14 4060 3922 4501 4077 3931 3842 3643

15 2837 4030 3778 4374 3946 4061 4000 3861 3736

16 4283 3945 3777 4714 5115 4018 3836 3936 3695

17 4309 4040 3810 4741 4825 4072 4021 3925 3606

18 4349 4008 3848 4630 4652 4014 3999 3815 3702

19 4376 4038 3859 4242 4515 3975 3995 3893 3668

20 4258 3930 3832 4117 4286 4110 4024 3882 3675

21 4253 4027 3754 4112 4215 4011 4013 3916 3693

22 4319 4011 3829 4116 4116 3964 4008 3816 3698

23 4223 3945 3789 4075 4266 3994 4075 3909 3758

hour(time) 28-1-09 29-1-09 30-1-09 31-1-09

0 3659 3664 3624 3767

1 3681 3694 3605 3608

2 3783 3530 3590 3799

3 3802 3602 3706 3658

4 3746 3713 3656 3596

5 3807 3594 3621 3737

6 3736 3586 3583 3654

7 3814 3802 3680 3750

8 3819 3588 3484 3662

9 3799 3564 3692 3582

10 3784 3522 3547 3619

11 3645 3548 3528 3561

12 3546 3551 3540 3507

13 3547 3615 3516 3456

14 3629 3640 3454 3561

(38)

38

15 3586 3569 3505 3524

16 3630 3658 3608 3719

17 3655 3615 3665 3631

18 3613 3710 3633 3577

19 3694 3516 3593 3735

20 3619 3632 3549 3639

21 3663 3626 3740 3610

22 3660 3614 3693 3606

23 3646 3569 3652 3614

Februari 2009

hour(time)

1-2-09 3-2-09 4-2-09 10-2-09 11-2-09 12-2-09 13-2-09 14-2-09 15-2-09

0

3637 3985 3815 3678 3478 3602 3568

1

3725 4021 3645 3699 3593 3639 3417

2

3818 4087 3612 3642 3675 3507 3494

3

3806 3982 3707 3529 3681 3517 3426

4

3825 3928 3680 3756 3591 3652 3432

5

3610 3955 3827 3679 3665 3594 3523

6

3814 3992 3713 3541 3674 3627 3549

7

3739 4088 3760 3604 3641 3515 3444

8

3737 4081 3658 3645 3628 3441 3429

9

3853 4057 337 3524 3681 3559 3459

10

3695 4018 3424 2167 3518 3298 3504

11

3782 1371 3581 3469 3618 3440 3494

12

3790 3576 3433 3678 3341 3477

13

3732 3644 3540 3566 3529 3540

14

3004 3730 3581 3656 3440 3585

15

1055 3727 3502 3566 3440 3498

16

3922 3616 3580 3596 3393 3580

17

3452 3886 3650 3621 3607 3542 3529

18

4616 3856 3740 3587 3602 3467 3519

19

4442 3847 3617 3549 3620 3470 3443

20

4398 3738 3702 3493 3656 3626 3659

21

4454 3830 3783 3628 3549 3534 3527

22

4245 3848 3683 3569 3688 3544 3569

23

4039 3771 3775 3523 3523 3522 3418

hour(time)

16-2-09 17-2-09 18-2-09 19-2-09 20-2-09 21-2-09 22-2-09 23-2-09 24-2-09

0

3442 2477 2185 3029 2936 2933 2872 3001

1

3491 2577 2137 2912 2776 2883 3053 2977

2

3492 2526 2223 2866 2934 3042 2968 2982

3

3492 2489 2204 3040 2923 2996 2974 2905

4

3483 2521 2098 2980 2904 2880 3026 3005

5

3531 2428 2202 2958 2880 3084 2997 2910

6

3467 2472 2148 2979 2892 2986 3022 2970

7

3403 2460 2206 2893 2887 3042 3046 2897

8

3465 2472 2086 2414 2927 2866 2879 3000 3055

9

1485 2204 2926 2904 2869 2991 3061 2895

10

2221 2176 3070 3025 2767 2858 2999 2995

(39)

39

11

2230 660 3005 3000 2805 3082 3014 2894

12

2262 1297 3010 2942 2868 3061 3046 2924

13

2448 2211 2134 2939 2921 2734 3099 3089 2841

14

645 2290 812 3000 2865 2917 2912 2915 2843

15

2423 2078 2975 2835 2913 2954 2977 2931

16

2470 2185 2995 2902 2894 3112 3120 2909

17

2446 2180 2949 2870 2876 3029 3023 2931

18

2464 2171 3016 2949 2832 3055 3044 2906

19

2547 2161 3095 2905 2881 2988 2907 2957

20

2442 2166 2992 2882 2979 3066 2977 2935

21

2513 2143 2995 2901 2916 2966 2969 2979

22

2512 2128 3012 2766 3011 3008 2883 2906

23

2514 2233 2977 2879 2947 2973 3040 2897

hour(time)

25-2-09 26-2-09 27-2-09 28-2-09

0

2873 2982 3114 3101

1

3044 2989 3095 3001

2

3005 3006 3073 3133

3

2884 3100 3057 3051

4

2913 3015 2975 3072

5

3008 3080 3027 3068

6

2985 3014 3000 2985

7

2973 2967 3028 3056

8

3023 3058 3006 3000

9

2895 2987 3119 3031

10

2901 2986 3114 3040

11

2974 3011 3096 3064

12

2903 2866 3235 3036

13

2929 2899 3264 3045

14

2945 3089 3706 2997

15

3002 3033 3295 3058

16

2939 2928 3160 2988

17

3035 3161 3116 3076

18

2968 3101 3023 3111

19

2947 3094 2920 3115

20

2952 3043 3121 3101

21

3028 3157 3128 3086

22

3063 3127 3092 3079

23

3018 2992 3056 3100

Maart 2009

hour(time)

1-3-09 2-3-09 3-3-09 4-3-09 5-3-09 6-3-09 7-3-09 8-3-09 9-3-09

0

3095 3135 3058 2943 3130 2971 3787 3788 4186

1

3199 3180 3102 2917 3193 2857 3983 3890 4017

2

3140 3012 3241 2975 3052 2895 3872 3896 4013

3

3255 3151 3126 2962 3123 2995 3849 3936 3984

4

3138 3153 3152 3120 3103 2901 3919 3966 4078

(40)

40

5

3220 3185 3117 2980 3237 2869 3982 3975 3926

6

3159 3165 3183 3105 3063 2888 3895 4169 3970

7

3142 3180 3177 3084 3038 2790 3762 4058 3837

8

3108 3113 3269 3064 3140 2895 3708 4035 3905

9

3281 3081 3241 3246 3044 2793 3798 3975 4019

10

3098 3025 3281 3094 2985 2831 3640 3926 3955

11

3092 3021 3265 3095 3048 1648 3575 3738 3914

12

3064 3044 551 3162 3033 3589 3748 3878

13

3160 3017 3117 2985 3676 3651 3895

14

3195 3142 2582 1754 1254 3738 3807 3870

15

3184 3139 3266 2539 3737 3666 3777 3895

16

3166 3013 206 3236 2953 3768 3766 3911 3875

17

3241 3091 2744 3231 2892 3841 3738 3921 3814

18

3234 3074 2797 3196 2876 3898 3674 3928 3784

19

3159 3098 2949 3055 2957 3865 3795 4078 3744

20

3344 3086 2803 3079 2954 3916 3729 4058 3773

21

3276 3071 2797 3204 2985 4010 3754 3967 3854

22

3209 3167 2877 3206 2928 3872 3759 4081 3760

23

3270 3084 2909 3151 2871 3892 3868 3995 3800

hour(time)

10-3-09 11-3-09 12-3-09 13-3-09 14-2-09 15-3-09 16-3-09 17-3-09 18-3-09

0

3797 3623 3564 3662 3639 3361 3515 3478

1

3856 3653 3714 3705 3608 3305 3459 3426

2

3852 3624 3643 3732 3613 3407 3540 3335

3

3757 3607 3641 3752 3558 3313 3478 3454

4

3851 3632 3700 3721 3601 3500 3445 3540

5

3813 3649 3801 3786 3658 3441 3384 3416

6

3869 3655 3682 3760 3463 3479 3523 3357

7

3846 3626 3735 3871 3606 3453 3455 3423

8

3833 3697 3542 3725 3421 3448 3323 3385

9

3980 3678 3517 3575 3476 3381 3262 3398

10

4093 3636 3500 3631 3923 3293 3242 2124

11

4140 3795 3495 3782 3809 3383 3308 2576

12

4070 3664 3472 3928 3456 3317 3187 3336

13

4109 3665 3493 3992 3281 773 3358 3224

14

3590 3670 3419 3886 3370 3167 3277

15

3660 3545 3711 3423 234 3236 3355

16

2928 3653 3532 3723 3401 3338 3286 3240

17

3485 3642 3549 3660 3406 3419 3367 3397

18

3558 3648 3695 3674 3460 3417 3271 3415

19

3690 3466 3633 3560 3376 3451 3353 3547

20

3573 3650 3724 3576 3397 3358 3449 3638

21

3653 3649 3703 3681 3515 3433 3445 3586

22

3667 3478 3582 3576 3323 3451 3471 3426

23

3603 3587 3539 3753 3390 3431 3394 3476

(41)

41 hour(time)

19-3-09 20-3-09 21-3-09 22-3-09 23-3-09 24-3-09 25-3-09

0

3536 3528 3630 3508 3538 3769 3877

1

3616 3565 3527 3580 3622 3868 3900

2

3541 3542 3645 3503 3486 3884 4088

3

3575 3632 3598 3490 3632 3794 4227

4

3515 3563 3538 3596 3580 3948 4415

5

3508 3650 3548 3503 3563 3906 4211

6

3504 3563 3583 3450 3657 3748 4481

7

3524 3466 3469 3481 3617 3653 4241

8

3580 3373 3441 3361 3591 3714 3994

9

3428 3347 3335 3229 3705 2115 4074

10

3441 3310 3222 3185 3708 3676 1632

11

3383 3246 3151 3216 673 3868

12

3400 3225 3201 3337 3714

13

3343 3253 3264 3369 3674

14

3333 3230 3177 3332 3669

15

3450 3190 3279 3457 3456

16

3391 3324 3344 3311 3495

17

3582 3391 3389 3515 2000 3692

18

3482 3300 3420 3431 3924 3606

19

3496 3499 3455 3499 3894 3792

20

3486 3542 3476 3463 3914 3753

21

3472 3470 3427 3524 4023 3772

22

3462 3559 3574 3617 3852 3724

23

3614 3538 3493 3419 3919 3806

April 2009

hour(time)

27-4-09

0

1

2

3

4

5

6

7

8

9

10

11

12

13

14

1055

15

16

17

18

19

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

[r]

4p 4 Stel op algebraïsche wijze een vergelijking op van de raaklijn aan de grafiek in P.. Geef je antwoord in twee decimalen

Onder de grafiek is een vierkant getekend met twee zijden evenwijdig aan de x -as en twee zijden.. evenwijdig aan de

[r]

3p 5 Bepaal op exacte wijze een vergelijking van

[r]

In figuur 2 is het gebied rechts van de y -as dat wordt ingesloten door de grafieken van f en g en de y-as, grijsgemaakt.. 5p 10 Bereken exact de inhoud van

Dit is zo als in het snijpunt van de grafieken het product van de richtingscoëfficiënten van de raaklijnen aan deze grafieken gelijk is aan –1. 8p 12 Bewijs dat ze elkaar