Inlichtingen bij dhr. J.J.M. van Ingen, telefoonnummer (026) 359 90 44 e-mailadres: post@gelderland.nl
Antwoord op Statenvragen PS2017-561 Arnhem, 10 oktober 2017 zaaknr. 2017-012720
De leden van Provinciale Staten
Beantwoording schriftelijke Statenvragen Statenlid mevr. A. Vollebregt-de Groot en de heer E. van Dijk ( SP.) over Schriftelijke vragen (art. 42 RvO) met betrekking tot "Overschrijding van de
grenswaarden voor ammoniak, fijnstof, stikstofdioxides en CO2 en maatregelen daartegen", 13 september 2017.
Ingevolge het bepaalde in artikel 42 van het Reglement van Orde van Provinciale Staten doen wij u hieronder het antwoord van ons college op de vragen van het Statenlid mevr. A. Vollebregt-de Groot en de heer E. van Dijk toekomen.
Inleiding:
De aanleiding voor deze vragen ligt in twee zaken:
1. Uitspraak van de rechter dat de grenswaarden van Stikstofoxides, CO2 en fijnstof onmiddellijk naar beneden moeten. Dit ten gevolge van de rechtszaak die Milieudefensie tegen de Staat gevoerd heeft.
2. Artikel in de Gelderlander van vandaag waarin duidelijk wordt dat controle en handhaving op dieraantallen en agrarische gronden door gemeentes en Provinciale Staten in Noord-Brabant onvoldoende of niet worden uitgevoerd waardoor emissies veel hoger zijn.
Wij zijn bezorgd over onze provincie. Tijdens het werkbezoek op 17 mei 2017 verklaarde de
burgemeester van Berkelland, dat boeren het laatste decennium hun gronden inrichten via luchtfoto’s.
Zij houden geen kadastrale grenzen meer aan en pakken te goeder of kwader trouw veel meer grond dan waar ze recht op hebben. Zij trekken akkerranden bij hun grond, kappen bomen waarvan de kruin over hun grond uitsteekt (wat van de oppervlakte afgaat), dempen sloten en pakken stukken
wandelpad en bosrand wat langs hun grond ligt. Gevolg: Er zijn alleen al 80.000 koeien meer in Gelderland, dan wanneer de agrariërs de kadastrale grenzen hadden gerespecteerd en de provincie en gemeentes daarop hadden gehandhaafd. Het mestquotum- c.q. ammoniakprobleem zou een heel stuk kleiner zijn, als er voldoende gehandhaafd was. Akkerranden en bermen zijn grotendeels verdwenen wat een direct gevolg heeft voor kruiden, akker- en weidevogels, insecten en vlinders, kortom voor een Vitaal Platteland.
Vraag 1 :
Bent u het met ons eens dat het in goede staat terugbrengen van akkerranden en bermen een positief effect zal hebben op ons programma Vitaal Platteland? Wij denken hierbij aan verbetering van de biodiversiteit, bloeiende kruiden, bijenstand en aan akker- en weidevogels. Zo nee, waarom niet?
Antwoord 1 :
Ja. Het in goede staat terugbrengen van bloemrijke akkerranden heeft een positief effect op de biodiversiteit (zoals bijen, vlinders, insecten en bijv. ook de akker- en weidevogels). Overigens delen wij de conclusie die u trekt met betrekking tot kadastrale grenzen en het aantal dieren niet. Zie verder het antwoord op vraag 6.
2 Vraag 2 :
Bent u het met ons eens dat als bij vaststelling blijkt dat er ten onrechte veel te veel rundvee is, dit een directe invloed heeft op het mestquotumprobleem en de ammoniak-emissies? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 2 :
Het mestoverschot per bedrijf hangt samen met het aantal stuks rundvee, de beschikbare grond, maar ook met de afzet- en verwerkingsmogelijkheden voor mest. Daarom kan niet gesteld worden dat er sprake is van een directe invloed. Ook is er geen direct verband met de ammoniakemissie, aangezien die ook afhangt van zaken als de inrichting van de stal en de samenstelling van het voer.
Vraag 3 :
Bent u het met ons eens, dat aantallen dieren in stallen moeten worden gecontroleerd en dat wanneer er teveel zijn er maatregelen genomen moeten worden? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 3 :
Ja. Als er bij controle door het Bevoegd Gezag (provincie, gemeente) blijkt dat er meer dieren worden gehouden dan vergund, dan dient door het Bevoegd Gezag handhavend opgetreden te worden.
Vraag 4 :
Bent u het met ons eens dat de controle en handhaving door provincie en gemeentes de laatste jaren te kort is geschoten? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 4 :
Nee, er is geen aanleiding om aan te nemen dat controle en handhaving in Gelderland te kort is geschoten, De controles en handhaving door de provincie worden uitgevoerd conform het VTH beleidsplan en het provinciale Uitvoeringsprogramma dat jaarlijks door ons wordt vastgesteld.
Voor wat betreft de controles en handhaving door gemeenten zijn gemeenten autonoom in de prioritering van handhaving en de uitvoering van de handhaving. Gemeenten prioriteren de handhaving op basis van een door de gemeenten zelf opgestelde en bestuurlijk vastgestelde risicoanalyse die aan de gemeenteraad is voorgelegd. De gemeenteraad is primair verantwoordelijk voor de financiën die zij ter beschikking stelt voor de uitvoering van het gemeentelijk
handhavingsprogramma. De horizontale sturing en verantwoording tussen B&W en gemeenteraad is voor ons leidend.
Het Provinciaal interbestuurlijk toezicht (IBT) is alleen gericht op de uitvoering van wettelijke medebewindstaken. De invulling van de provinciale IBT-rol is (zoals ook eerder is aangeven bij de beantwoording van de Statenvragen m.b.t. roestvast staal in zwembaden, PS2017-350 vraag 4 en 5) op basis van vertrouwen in de lokale overheid.
Vraag 5:
Welke stappen gaat u nemen om de controle en handhaving weer goed op de agenda te zetten van zowel de provincie als van de gemeentes?
Antwoord 5 :
Geen (zie ook antwoord op vraag 4).
Wij hebben wel de gemeenten geattendeerd op het door Noord-Brabant uitgevoerde onderzoek en geadviseerd om kennis te nemen van de resultaten en om te bezien of dat aanleiding is voor de gemeente om de toezicht en handhaving te herijken. Het is echter aan B&W en de gemeenteraad om hierin keuzes te maken en om hierop toe te zien.
3 Vraag 6 :
Als de burgemeester van Berkelland gelijk heeft, wat gaat u doen om de kadastrale grenzen te handhaven en het aantal koeien terug te brengen naar de toegestane aantallen?
Antwoord 6 :
Er is geen koppeling tussen verleende vergunningen en kadastrale grenzen. Kadastrale grenzen worden niet gecontroleerd door gemeenten en provincie. Dit betreft een privaatrechtelijke aangelegenheid tussen eigenaren van de grond. Voor (gebruiks)wijzigingen ten opzichte van het bestemmingsplan is de gemeente Bevoegd Gezag (Ruimtelijke ordening) en de Provincie voor de kap van bomen (Wet natuurbescherming).
Voor wat betreft de handhaving van meer dieren dan vergund wordt verwezen naar de beantwoording bij vraag 3.
Vraag 7 :
Als er te veel dieren in stallen zijn, wat gaat u doen om de aantallen terug te brengen tot de toegestane hoeveelheid?
Antwoord 7 :
Zie het antwoord bij vraag 3.
Vraag 8 :
Bent u het met ons eens dat handhaving een belangrijke stap is richting verlaging van emissies? Zo nee, waarom niet?
Antwoord 8 :
Nee, handhaving is een hulpmiddel om te komen tot een situatie als vergund.
Gedeputeerde Staten van Gelderland
C.G.A. Cornielje - Commissaris van de Koning P.G.G. Hilhorst - secretaris
