Trommelvliesbuis jes bij kinderen
Trommelvliesbuisjes plaatsen bij kinderen
Trommelvliesbuisjes zijn kleine buisjes die we in de trommelvliezen plaatsen. Hierdoor kan slechthorendheid, veroorzaakt door vocht in de oren, genezen. Door de opening in het buisje kan lucht in het middenoor komen, waardoor het vocht kan verdwijnen.
Vocht in de oren
Vocht in de oren ontstaat door een onderdruk in het middenoor. Een afsluiting van de buis van Eustachius veroorzaakt deze onderdruk. Het vocht remt de trillingen van het
trommelvlies, zodat het geluid niet goed kan worden overgedragen. De overdracht van het geluid vindt plaats via de gehoorbeentjesketen (hamer, aambeeld en stijgbeugel) naar het binnenoor. Door het plaatsen van een buisje ontstaat weer een normale luchtdruk in het middenoor en kan het oor goed functioneren. De ingreep vindt plaats onder een lichte narcose.
credits: www.kno.nl
De buisjes blijven gemiddeld een halfjaar in het trommelvlies zitten en vallen op den duur vanzelf uit. Vaak verliezen patiëntjes de buisjes ongemerkt. De gaatjes in de
trommelvliezen groeien daarna meestal snel dicht. In het algemeen is het niet nodig
opnieuw buisjes te plaatsen. Wanneer kinderen ouder worden, gaat de buis van Eustachius beter functioneren, zodat er minder snel vocht in het middenoor ontstaat.
NB! Buisjes die langer dan twee jaar blijven zitten en daardoor een blijvend gaatje in het trommelvlies veroorzaken, kunnen soms ook een chronische ontsteking veroorzaken. Is dit het geval, dan moet u dit door de huisarts of KNO-arts laten controleren.
Afspraak
Na overleg met de arts en met uw kind heeft u ingestemd met deze ingreep. De assistente op de polikliniek geeft u informatie over de ingreep. De ingreep vindt plaats op de
operatiekamer (OK) in Blaricum.
Bij de afdeling Preop & Opname meldt u voor welke ingreep u een afspraak wilt maken.
Vervolgens krijgt u een opnamedatum, en een afspraak voor een preoperatieve screening en een voorbereidend gesprek bij de pedagogisch medewerker. Ouders bellen een werkdag voor de operatie naar de afdeling B22 T 088- 753 5156 voor informatie over het tijdstip van de ingreep. De behandeling vindt plaats tussen 08:30 – 13:00 uur.
Belangrijk voor de ingreep
Ziekte
Als uw kind op de dag van de opname ziek is, een kinderziekte heeft, de afgelopen drie weken in contact is geweest met kinderziekten of net een inenting heeft gekregen, moeten we de ingreep uitstellen. Ook wanneer de temperatuur boven 38 °C is of uw kind niet nuchter is, gaat de ingreep niet door. Neemt u in dat geval zo spoedig mogelijk contact op met de polikliniek KNO, T 088 753 12 00.
Nuchterbeleid bij kinderen bij een geplande operatie
Uw kind moet nuchter zijn voor de ingreep om braken tijdens en na de ingreep te
voorkomen. Het nuchter zijn van uw kind is zeer belangrijk om de ingreep veilig te kunnen laten verlopen! Dat betekent dat uw kind de uren vóór de ingreep niet meer mag eten en niet alles mag drinken.
Wat nuchter zijn precies inhoudt, hangt af van het tijdstip waarop de ingreep staat gepland. Voor alle kinderen van alle leeftijden gelden de onderstaande regels:
Heldere vloeistoffen (100 ml) tot twee uur vóór de opnametijd.
Heldere vloeistoffen zijn: water, thee zonder melk en vruchtensap zonder vezels (bijvoorbeeld appelsap of limonade).
Borstvoeding tot vier uur vóór de opnametijd.
Flesvoeding (zonder pap) tot zes uur vóór de opnametijd.
Licht ontbijt. Wanneer uw kind na twaalf uur ‘s middags wordt geopereerd, mag het vóór zes uur ‘s morgens een licht ontbijt. Een licht ontbijt is: één beschuit of
rijstwafel zonder boter met zoet beleg zoals appelstroop, jam of honing, en om te drinken een heldere vloeistof (zie hierboven).
Volledige maaltijd tot acht uur vóór de opnametijd.
Wanneer uw kind medicijnen gebruikt, maakt de preoperatieve polikliniek afspraken met u over het al dan niet innemen van de ochtendmedicatie met een beetje heldere vloeistof.
Het is verstandig dat u als ouder(s) wél goed ontbijt; dit verkleint de kans dat u onwel wordt.
Voor vragen over het nuchterbeleid kunt u bellen met de preoperatieve polikliniek, T 088 753 13 30.
Medicatie
Alle acetylsalicylzuurhoudende preparaten (dit is de werkzame stof van het geneesmiddel en niet de merknaam) verdunnen het bloed en veroorzaken een sterkere neiging tot bloedingen.
Uw kind mag daarom vanaf twee weken vóór de ingreep absoluut geen acetylsalicylzuurhoudende
Als uw kind medicijnen voor astma of bronchitis gebruikt, is het belangrijk dat u op de dag van de ingreep uw kind deze medicijnen laat inhaleren voordat u naar het ziekenhuis komt.
Vertellen aan uw kind
De behandeling verloopt voor uw kind het prettigst als u hem/haar van tevoren vertelt wat er gaat gebeuren. Belangrijk om aan uw kind te vertellen zijn de onderstaande aspecten.
Uw kind gaat naar een kamer waar dokters en zusters in operatiekleding lopen.
Van de behandeling merkt uw kind weinig, omdat we uw kind van tevoren in slaap brengen. Het in slaap brengen gebeurt door het inbrengen van een infuus of door het blazen in een plastic kapje waar een vieze, lijmachtige lucht uitkomt.
Uw kind ruikt dit minder als het door de mond ademt. Bij dit in slaap vallen bent u aanwezig.
Na de ingreep blijft uw kind samen met andere kinderen ongeveer vijftien minuten op de uitslaapkamer (verkoeverkamer/recovery).
Dag van de ingreep
Neemt u op de afgesproken tijd plaats in de wachtkamer bij de operatieafdeling in Blaricum. In de wachtkamer is speelgoed aanwezig. Het is verstandig uw kind makkelijk zittende, donkere kleding aan te (laten) doen. Donkere kleding is praktischer in verband met eventueel bloedverlies. Voordat we uw kind de operatiekamer binnenrijden, doen we zijn/haar schoenen uit.
De narcose
Eén van de ouders mag samen met het kind naar de operatiekamer om bij het in slaap maken aanwezig te zijn. We leggen uw kind meestal op de operatietafel. De narcosedokter (anesthesist) laat uw kind een narcosekapje zien. Daarna plaatst de dokter een plastic kapje op de neus en mond en dient hij/zij de narcosegassen toe. Soms vindt de dokter het verstandig om nog een infuus of een intubatie (buisje naar de longen) te doen.
Het narcosegas ruikt vies. Uw kind moet daarbij goed met de mond open doorzuchten.
Na ongeveer een minuut valt uw kind in slaap. Bij oudere kinderen kan dit wat langer duren. Wanneer uw kind net in slaap is, kan het even met armen of benen bewegen. Dit gaat onbewust en is normaal. Tijdens de ingreep wacht u in de uitslaapkamer tegenover de operatiekamer. De ingreep duurt ongeveer vijftien minuten.
De ingreep
Voordat we het trommelvliesbuisje in het trommelvlies plaatsen, maken we eerst een klein sneetje in het trommelvlies. Vervolgens plaatsen we in het trommelvlies een klein buisje van kunststof of metaal.
Na de ingreep
Direct na de behandeling is er soms wat bloed of slijm zichtbaar in de gehoorgang. Soms hebben kinderen de eerste uren ná het inbrengen van de buisjes last van wat duizeligheid en/of misselijkheid. Dit wordt veroorzaakt door een lichte prikkeling van het
evenwichtsorgaan (onderdeel van het gehoororgaan) of door de narcose. Daarom is het verstandig pas thuis met drinken te beginnen.
Adviezen voor thuis
Thuis mag uw kind weer alles eten, drinken en doen.
Bescherming voor de oren zoals mutsen en binnenblijven is niet nodig.
De volgende dag mag uw kind weer naar school.
Als het oortje langer dan vijf dagen loopt, begint u met druppelen.
Twee weken na de ingreep mag uw kind zwemmen, tenzij het oor nog vocht verliest (zie hierboven). Oordoppen zijn daarbij meestal niet nodig. Een startduik mag, maar schoteltjes opduiken of zeven meter onder water zwemmen is – ook met doppen – onverstandig.
Niet snuiten zolang de buisjes erin zitten.
Controle
Zes tot acht weken na de operatie komt u met uw kind op de polikliniek voor controle van het oor. Indien een hoortest gemaakt moet worden, krijgt u het van de KNO-arts te horen.
De hoortest kan niet doorgaan als er sprake is van een ‘loopoor’ of middenoorontsteking.
Neemt u in dat geval contact op met de polikliniek.
Vragen?
Heeft u nog vragen of twijfels? Belt u dan, tijdens kantooruren, met Tergooi en vraag naar de polikliniek KNO, of bel direct T 088 753 12 00.
Contact
Keel-, Neus- en Oorheelkunde (KNO) T 088 753 12 00
Ma t/m vr 08:00 - 16:30 uur
Kinderdagbehandeling T 088 753 21 61 (Hilversum) T 088 753 51 49 (Blaricum) Dagelijks van 07:00 – 15:30 uur.