• No results found

NOS g e l e t op a r t i k e l 15 van de Toezichtordonnant.e p a r t i c u l i e r onderwijs ( S t a a t s b l a d 1952 W0.li.9il-) ;

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "NOS g e l e t op a r t i k e l 15 van de Toezichtordonnant.e p a r t i c u l i e r onderwijs ( S t a a t s b l a d 1952 W0.li.9il-) ; "

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

/

Af s chr3 f t •

,. TH ^ — : " U I T T R E K S E L u i t h e t r i e s l t i i t van den G o u v e r n e u r - G e n e r a a l van

B i j de a a n h a l i n g van d i t . ' . e s l u i t N e d e r l a n d s c h - I n d i ë dat^mi en m.irii.ier v e r m e l d e n .

ü i j l a g e n :

^ B u i t e n z o r g , den 17den September 1957-

G e l e t op h e t geheim R e g e e r i n g s o m s l a g v e l van 9 L'ebruarl 1957 No. 2.0l\.;

G e l e z e n :

I . de a d r e s s e n , g e d a g t e e k e r d l'>andoeng 1 M a a r t , 5 J u n i en 21 Augus- t u s 1957, van Dr.E.P.E.Douwes Dekker, houdende h e t v e r z o e k om i n t r e k k i n g van h e t b e s l u i t van den Gouverneur van \ ; e s t - J a v a van 20 Eebru,ari t . v . No. G 5 P / 2 8 / . % w a a r b i j hem i n h e t b e l a n g van

•^) de openbare o r d e h e t geven van b i j z o n d e r oncierv/ijs aan k i n d e r e n a l s b e d o e l d b i j a r t i k e l 1 van S t a a t s b l a d 1952 ^-io. h^h, j - - t a a t s - b l a d 1955 No. 372 v o o r onbep.-ialden t i j d i s v e r b o d e n , alsmede om

aan de "Moderne M i d d e l b a r e H a n d e l s s c h o o l " t e ISandoeng h e t z o o - genaajiide " k i n d e r t o e l a g e " - r e c h t t e v / i l l e n doen v e r l - . e n e n , t e r w i j l h i j d a a r i n v o o r t s bezwaren h o e f t n a a r v o r e n g e b r a c h t t e g e n de

c i r c u l a i r e van d e n U i r e c t e u r van Onderwijs en E e r e d i e n s t van 17 Maart 1957 No. 8797/B;

I I . de geheime b r i e v e n :

a . van. d en Gouverneur voxi v i e s t - J a v a van 21 en 28 J u n i en 5O J u l i 1957 NOS. G 5 p / 2 8 / 1 1 , G 5 P / 2 8 / 1 2 en G 5 P / 2 8 / 1 5 b . van den P r o c u r e u r - G e n e r a a l b i j h e t H o o g g e r e c h t s h o f van Zl\.

J u l i 1957 No. 2l^05/A.P.;

Overwegende, d a t de r a a d p l e g i n g d e r t e r z a k e v o o r g e b r a c h t e amJotelijke b e s c h e i d e n de o v e r t u i g i n r s h e e f t g e v e s t i g d , d a t t e -

r e c h t aan Dr.E.P.E.Doxiwes DeUker h e t geven van b i j z o n d e r o n d e r - w i j s aan k i n d e r e n , a l s b e d o e l d b i j a r t i k e l 1 van S t a a t s b l a d 1952

No.[|.9l|-

Aan

den Adviseu.r voor Inlandsche Zaken.

(2)

I

2 .

No. 1.-9)! j ^ S t a a t s b l a d 1955 No. 572, voor onhepaalden t i j o . ver- boden i s en h e t door a d r e s s a n t aangevoerde i n d i e o v e r t u i g i n g

geen w i j z i g i n g h e e f t kunnen brengen;

NOS g e l e t op a r t i k e l 15 van de Toezichtordonnant.e p a r t i c u l i e r onderwijs ( S t a a t s b l a d 1952 W0.li.9il-) ;

I s goedgevonden en v e r s t a a n :

VoronOB..chrevon, In do e e r s t e p l a a t s gedaai,, verzoek t e w31zen van de h a i d en den vorzoeker mede t e d e e l e n :

<3.i de vraag wordt o v e r i g e n of de k i n d e r t o e l a e e r e e e l l n n kan word.en h e r z i e n In d i e r voege, dat h e t verband t u . e c h e n de t o e -

kenning van de t o e l a g e en den aard van de sohool, welke door de .uabtenaarsklnderen, ..ordt b e z o c h t , gehoel « r d t losgemaakt;

dat de Kegeerlns geen a a n l e i d i n g h e e f t gevonden Hare t u . s c h e n - komst t e verleenen met b e t r e k k i n g t o t de door hem Ingebrachte

r-rsv. c,-\r\p. .TfinqrViriivinf!; v a n d e n l A r e c t e u r

bezwaren ter.en hoogeraangehaalde a a n s c n r i j v m , , van Onderwijs en E e r e d i e n s t .

U i t t r e k s e l dezes z a l ^ r d e n verleend nan den D i r e c t e u r van Onderv^js en Lieredienst, den Procureur-Generaal, den Gou- verneur van V/est-Java, den Adviseur voor Inlandsche Zaken en

den verzoeker, t o t i n l i c h t i n g en n a r i c h t .

Stemt overeen met v o o r z . J i e s l u i t : Ue üouvernements Üecretax-is,

w.g.) P.G. 3arbas.

(3)
(4)

Afschrift.

h

Bandoeng 19 Aug. 1955•-

Aan den Heer Resident Bandoeng.-

Zeer geachte Heer Resident: - Ik heb de eer U hierbij in voldoening van mijn belofte aan te bieden afschriften van de door mij sairiengestelde dictaten, waarmede ik regelmatig zal doorgaan.

Van de gelegenheid moge ik nogmaals gebruik maken U mijn erkentelijkheid te betuigen. Het is ook voor mij een

geruststelling, die zeker geen enkele aanleiding heb mijn rustvereisende arbeid weder te doen verstoren door sensa- ties van welke aard ook, dat deze manuscripten voor gebruik door Uw handen gaan. Eierbij dan ook gaarne de herhaling van mijn mondelinge verzekering aan U dat ik mij impliclter naar

Uw wensen en aanwijzingen zal voegen.

Ket de meeste onderscheiding

Uw dw.

(w.g.) Douwes Dekker.

Voor copie conform:

(5)

Afschrift. J EXTRACT UIT BRIEF MEVR: DOUWES 'DEIOCER. l

Bandoeng 28/7-'56.- Ik heb D daarnet opgebeld en wacht op verbinding. Ik begin U hier over te brengen de urgente boodschap van Mr: Ursone, onze advokaat, om vooral U zoo volledig mogelijk in te lichten omtrent de heel leelljke din- gen, die hier worden uitgebroed, waardoor aanvankelijke blunders de vormen ,van officleele misdaden beginnen aan te nemen. U weet dat mijn man deze

dictaten regelmatig aan den resident had gezonden. , . Nu hieronder In regelmatige volgorde de feiten:

1. De resident zou op verzoek van D.D. hem tot gids en raadsman zijn en hem wijzen op ongewenste passages in de dictaten, als zulke voorkwam.en.

Dit gebeurde bij een bezoek tussen 10 en 16 Augustus 1935- U zult deze houding begrijpen, als U even bedenkt, dat de Hetze van October '34 tot Mei '35 nauwelijks afgelopen was. - -

2. In Juli tevoren schriftelijk had D.D. de resident reeds doen weten,dat hij een serie leerboeken, deels uit zijn dictaten, zou uitgeven en

daarbij de wens uitgesproken, dat de resident en de regering op de hoogte zouden zijn van de - gang van zijn onderwijs.

3. Regelmatig zijn de dictaten toegezonden, waaruit "Oost-Azië" is ont- staan (ook dictaten journalistiek, reportage, spreken, ontwikkeling van verkeer, handels-correspondentie, aardrijkslcunde, verkoopkunde,

adverteerkunde)•

14.. De resident heeft nooit van enig bezwaar doen horen en de lessen wer- den in de klassen gegeven.

5. Eind December ging de resident naar EXiropa.

6. Begin Juli komt "Oost-Azlë" uit, nog gerevideerd door onzen directeur, den heer Scheffer..

7. Vrijdag 2I4. Juli wordt beslag gelegd. Wij stonden paf! De chef van de politieke recherche verklaarde, dat hij handelde in opdracht van de

P.CT.

Met "Oost-Azlë" wordt naar meteen beslag gelegd op een boekje voor onze kwekelingen, getiteld: "Hoe krijg ik zonder kapitaal mijn eigen school"

D.D., en met hem het hele personeel van onze scholen, zijn natuurlijk diep verontwaardigd.

Wil

(6)

Wij nemen op dat oogenblik aan, dat de resident onlmndig is van deze actie. De chef van de pol:recherche is op zijn beurt verbaasd, als hij hoort van D.D., dat de resident bijna een jaar geleden het manuscript

reeds ontvangen had.

Wij gaan diezelfde middag en avond op zoek naar den resident, omdat wij zijn bescherming noodig hadden, 's Avondslaat bereikt D.D. hem per telefoon en uit dit telefoongesprek bleek niet,dat de resident van de zaak op de hoogte was. Hij maakte een afspraak voor een onder- houd op zijn kantoor op Zaterdag 25 dezer tussen 9 en 10 uur v.m.

D.D. en Ik zijn beide om 9 uur bij hem.

De resident verzekert, dat hij de manuscripten ontvangen en gelezen heeft, ze een zeer interessante lectuur had gevonden, het een waarde- vol boek achtte te zijn en in de dictaten niets gevonden had dat niet

door de bengel kon, al zou hier en daar een passage in aangenamer toon gehouden kunnen zijn. Maar dat er geen preventieve censuur bestond en dat hij niet D.D.'s "baboe" was, wel wat anders te doen had dan aller- lei stukken van wilde scholen te lezen, overigens geen bezwaar had ge- had tegen een geven van deze dictaten in de klassen, dat het natuurlyk

iets anders werd, nu ze in boekvorm uitkwamen (!),dat overigens hij er niets aan kon doen, omdat de P.G. de vervolging had gelast, hetgeen hem overigens wel speet. D.D. wijst hem erop, dat hij (D.D.) in het middelpunt van de Hetze had gestaan, dat als de resident geen tijd had

gehad om ze te lezen, hij de dictaten had kunnen doorsturen aan de chef van de politieke recherche, dat DD op zijn toezegging heeft ver- trouwd en er dus gerust op was dat er geen aanstoot gevende dingen in zijn dictaten waren. De resident riep onder meer uit: "Waarom hebt U dan Japan ook zoo gehemeld". En ofschoon hij geen bezwaren had, zou de P.G. toch beslag kunnen doen leggen.

DD wees erop, dat hij zich moest vergissen. Hij had de dictaten niet sen den heer Tiedeman gezonden, maar aan het hoofd van gewestelijk bestuur, chef van de politie,dat niemand den resident zal aanzien voor de "ba- boe" van DD, maar dat hij (DD) zich nu slachtoffer voelde. De resi- dent betoogde, dat DD zich niet op hem mocht beroepen. Hij heeft ook bij herhaling verzekerd, en omstandig trachten te verduidelijken, dat

de P.G. ook het boek "Eigen school" in beslag had doen nemen. Op dat oogenblik wisten wij reeds, dat dit onwaarheid was.

Diezelfde dag zal het verhoor beginnen voor de chef van de pol.recher- che. In de tijd van 2 uren komt dit niet verder dan 5 openingsvragen.

Maandag

- 5 -

Maandag 2? Juli wordt een levensloop opgeschreven; verhoor blijft uit.

Vanmorgen 28 Juli deelt de chef p.r. mede, dat Mr. De La Parra het verhoor zal overnemen en daarvoor van Batavia zal komen. Chef p.r. is

zeer beminlijk.

Wij weten nu, dat niemand anders dan de resident zelf de P.G. heeft verzocht beslag te doen leggen. Verder dat de P.G. van het boekje

"Eigen School" niets bekend is. Elke poging van den resident, om het te doen voorkomen alsof hij nooit iets toegezegd heeft aan DD moet mislukken op expeditieboek en briefcopieën.

Maar bovendien: als DD, middelpunt van een gevaarlijke Hetze, manus- cripten van deze draagwijdte den vertegenwoordiger van de regeering

in handen stelt, dan zou zelfs zonder eenige afspraak de volle aan- ^ dacht van dit bestuurshoofd op dat manuscript moeten gevestigd zijn

geweest. Dit is ook de meening van een justitieambtenaar en hier te Bandoeng heet het nu reeds, dat gemeente en burgerij onder dit be- stuurshoofd niet veilig zijn. Daarnaast horen wij uit de mond van goede Nederlanders dat hier een "Instens vuile streek" wordt uitge- haald.

Dit zijn de feiten.

Nu over het boek:

Het oordeel van den resident, dat er niets aanstotelijke in is - en hij heeft driemaal verklaard, dat hij de dictaten gelezen had - is

juist. Daarom ook greep hij niet in. Naast zijn mededeeling, dat hij geen preventieve censuur behoefde uit te oefenen, wilde hij op DD's rekening schuiven, dat een tweetal jongelui ergens op Java persdelicten hadden opgelopen, welke jongelieden dan leerlingen van onze school

zouden zijn. Bizonderheden wist hij er niet van en wij hebben er nooit tevoren iets van gehoord.

Maar het A.M.S.-relletje op Batavia zal zeker niet op rekening van den directeur van de A.M.S. worden geschoven.

Ik zelf heb actief aandeel gehad aan het gesprek met den resident op Zaterdagmorgen. Zoo wees ik o.a. op muggezifterlj en zoeken; de aanwijzingen vermeerderen zich dat nu ook mevrouw DD zal moeten worden betrokken in deze onqualificeerbare actie. "Oost-Azlë" is een eerlijk wetenschappelijk werk. Er wordt geen haat gezaaid. Als het merkanti-

lisme van de mogenheden in China daarin geschilderd moest worden, dan is dat niet de schuld van de historie-schrijver.

(7)

Afschrift. '-

Aan Zijne ^i-xcellentle den Gouverneur-^eneraal van Nederlandsch-Indlë

te

B u i t e n z o r £,jz.

Geeft met verschuldlgden eerbied te kennen:

Dr.Krnest •c'ranc9ls Eugene Douwes JJekker, van beroep Voorzitter van het bestuur van de Schoolvereeniging "Het Ksatrian Instituut"

te Bandoeng, wonende te Bandoeng, te dezer zake dom.lcllle kiezende aldaar aan den ürooten Postweg 53? zijnde ten kantore van den

advocaat en procureur bij het Hooggerechtshof van Nederlandsch- Indië, Mr.P.A.Ursone, die dit request voor en nam.ens requestrant zal onderteekenen en indienen;

dat requestrant bij vonnis van denRaad van Justitie te Ba- tavia, op 5 B^ecember I936 gewezen en op l]| December daaropvolgend uitgesproken, is schuldig verklaard, aan het misdrijf van: "het

in het openbaar uiting geven aan gevoelens van minachting tegen groepen der bevolking van Nederlandsch-Indië, en desv/ege is veroordeeld tot gevangenisstraf voor den duur van drie m.aanden, terwijl tevens d.e vernietiging gelast is van de als stukken van overtixiging gediend, hebbende 505 exemplaren van het boek getiteld

"'Hereldgeschiedenis I Oost-Azië" ;.•

dat requestrant op I7 December I936 van dit vonnis bij het Hooggerechtshof van Nederlandsch-Indië in revisie is gekom.en en voorts bij het voormelde Hof een memorie van revisie heeft inge- diend;

dat het Hof voorncemd vervolgens op 1 Juni 1937 in revisie arrest heeft gewezen, daarbij het hoogerbedoelde vonnis van den Raad van Justitie heeft verbeterd en de opgelegde straf heeft

^«wijzigd in een geldboete groot f.300.~, onder behoud van de vernietiging van de als stulcken van overtuiging gediend hebbende

(8)

- 2 -

505 exemplaren van het boekwerk "i-Vereldgeschledenls I Oost-Azl'e";

dat requestrant zich echter door dit arrest bezv/aard gevoelt en zich derhalve hierbij tot ^ijne Lixcellentle wendt met het

verzoek om rechtsherstel bij wer-c van gratie;

dat aan requestrant ten laste is gelegd, dat hij uiting zou hebben gegeven aan gevoelens van vijandschap, haat of min- achting tegen de Europeesche bevolkingsgroepen van Nederlandsch- Indië, door in het door hem vervaardigde en daarna uitgegeven

alsmede verspreide "leerboek voor middelbare scholen in Indonesië"

getiteld: ".Vereldgeschiedenis I Oost-Azi'ë" - welk geschrift instede van een leerboek, veeleer een anti-'.Vestersch en pro-Ja- pansch propagandistisch geschrift zou zijn voor denkbeelden, welke zouden culm.ineeren in de leuze "Azië voor de Aziaten" - on-

der meer de passages op te nemen, welke in de betreffende dagvaar- ding van den Officier van Justitie te liatavia ddo,26 October I956 nader zijn omschreven;

dat zoowel de eerste Kechter als het Hof requestrant schiildlg hebben geoordeeld aan de ten laste gelegde feiten, doch reques-

trant zich s.o.r. met deze beslissingen niet kan vereenigen;

dat requestrant zich de vrijheid veroorlooft, op deze feiten straks terug te komen en vooraf de door het Hof in zijn arrest opgenomen juridische overwegingen zal bespreken;

dat toch in de eerste plaats requestrant zich weliswaar kan neerleggen bij de beslissing van het Hof, dat de "strafbepaling van artikel I56 van het 'f/etboek van Strafrecht een formeel delict is en desvi/ege reeds hem straft, die in het openbaar uiting geeft aan de door bedoelde gevoelens, zonder dat deze bij den dilin- quent aanwezig geweest behoeven te zijn en ook zonder dat de

uiting eenig gevolg behoeft te hebben gehad", doch s.o.r. bezv/aar heeft tegen het oordeel van het Hof, dat het voor de vraag of

aanwezig is het in artikel 15e van het ..'etboek van Strafrecht omschreven strafbaar feit irrelevant zou zijn "of de dader

opzettelijk In het openbaar een bepaalde bevolkingsgroep kv/etst, dan wel of hij op wetenschappelijke grond en met wetenschappe- lijk oogmerk zich tegen een zoodanige groep grievend uitlaat";

dat imm.ers deze laatste beslissing naar requestrants mee- ning niet alleen strijdt met de normale opvatting van het be-

grip: inbreuk maken op de regels van de openbare orde, doch tevens Ingaat tegen de bedoeling van den Vi'etgever en het door artikel I56 lï.v. Strafrecht beoogde rechtsgevolg voorbijstreeft;

dat requestrant eerst de juridische zijde van deze zijde stelling zal toelichten:

Het betoog van het Plof komt hierop neer, dat voor de

schuldigverklaring aan het misdrijf van art.156 'W.v.Strafrecht steeds en overal voldoende is de haatzaaiende uiting op zich ZQlf, 22i.igQ-Jg^l-J--g_J.PJ- •'^Q^® uiting moveerende reden en ongeacht de wil van den dader om uiting te geven aan gevoelens van min- achting tegen Nederlandsch Indische bevolkingsgroepen.

Het Hof baseert dit zijn betoog op het feit, dat de straf- bepaling van artikel 15e V/etboek van Strafrecht een formeel delict is.

Deze opvatting wordt echter volkomen weerlegd door de ge- schiedenis van de tot standkoming van deze bepaling.

Bij missive van den len Gouvernements-secretaris van 21L Juni 1915 No.1575 werd door ^-ijne Excellentie, den toenmaligen Gouverneur-Generaal, aan den Elrecteur van Justitie last gegeven om de redactie van artikel 65 b V/.v.Strafr. in dien geest te wijzigen, dat ook ontwijfelbaar strafbaar gesteld werd het op- wekken van vijandschap, haat of minachting tusschen onderdanen of ingezetenen, behoorende tot verschillende categorieën, land- aarden of nationaliteiten, zelfs wanneer zij deel uitmaken van

(9)

- Il- -

dezelfde Staatsrechtelijke klasse. Aanleiding tot deze wets- wijziging was de omstandigheid, dat het Hof bij arrest van I9 Mei 1915 aan het woord "groepen" in het oude artikel 65 b voor- m.eld eene te enge uitlegging zou hebben gegeven.

De directeur van Justitie voornoemd stelde toen de navol- gende redactie voor: "Hij, die door woorden of door teekens

"of vertooningen of op andere wijze gevoelens van vijandschap,

"haat of minachting tusschen de staatsrechtelijk, m.aatschappelijk

"of in landaard verschillende groepen van Hederlandscheonder-

"danen of ingezetenen van Nederlandsch-Indië opwekt of bevor-

"dert, enz",

In verband met het telegrafisch verzoek van den toenma- ligen Minister van Koloniën om het voorstel tot aanvulling van artikel 65 b '.V.v. Strafr. in verdere overwearing te nemen, in verband met artikel I56 van het - destijds -eerstdaags af te kondigen nieuwe strafwetboek, kwam de Directeur van Justitie bij zijn advies ddo. 22 December I9I5 Ho.22^01 nader op deze redactie terug.

De Directeur van Justitie deed dit op de navolgende wijze:

"Overigens heb ik geen bezwaar de redactie van bedoeld artikel

"156 zooveel mogelijk te volgen - dusjiet element OEzet_jiadruj^

"ke]JJk_^_Je_jiemen, de wijze waarop de gevoelens moeten wor-

"den geuit niet te vermelden, het opwekken enz. van gevoelens

"van vijandschap enz. niet alleen tusschen maar ook tegen groe-

"pen strafbaar te stellen, van de bevolking te spreken in stede

"van onderdanen en ingezetenen en eindelijk de strafsanctie

"van het nieuwe artikel over te nemen.

"Op grond van het bovenstaande ware dus artikel 65 b van het

"geldend strafwetboek voor Europeanen, aldus te redlgeeren: 63 b

"Hij die opzettelijk tusschen staatsrechtelijk, maatschappelijk

"in landaard of in nationaliteit verschillende groepen der be-

"volking van Nederlandsch-Indië, of tegen een of meer dier

/ /

- 5 -

"groepen, gevoelens van vijandschap, haat of minachting opwekt

"of bevordert enz." ^

De Kaad van Indië hierop gehoord, bleek echter bezwaar tegen het opnemen van het woord "opzettelijk" te hebben, aange- zien m de praktijk het bewijs, dat "het opze^van den beschul- digde gericht v/as op het opwekken van dergelijke gevoelens"

moeilijk te leveren zou zijn (vide advies haad van Indië ddo.

lij. Januari I916 No.ll).

De Minister van Koloniën kon zich met het standpunt van den Raad van Indië slechts ten deele vereenigen en zond der- halve de diverse voorstellen tot wijziging van artikel 65 b W.v.Strafr. op'I5 April I916 door aan de staatscommissie voor de herziening van het Indisch Privaat - en Strafrecht, met verzoek om nader advies.

In het betreffende ministerieel schrijven werd daarbij vermeld: "^och dit daargelaten zou ik in verband met de thans

"opgedane ervaring het eerste lid van artikel 63 b in dien zin willen zien gewijzigd, dat het daarbij bedoeld misdrijf ge-

"stem-peld wordt tot een zuiver formeel delict, doord.ien _de uiting, mits in het openbaar, van gevoelens van vijandschap

"enz. op zich zelf strafbaar wordt gesteld, zonder_dat de uiting

"een bepaald gevolg behoeft te hebben gehad".

Deze passage is nu oorzaak geworden van tal van misvat- tingen omtrent het doel, dat met de bepaling van artikel I56 W.v,Strafr. werd nagestreefd en omtrent de vraag wat ten deze verstaan moet worden onder de l^valificatie "formeel delict".

De Staatscommissie brengt op 25 lAei I916 haar advies uit en voert aan:

"Met Uwe Excellentie meent de comjnissie, dat het opwekken

"of bevorderen van vijandschap enz. en de poging daartoe straf-

"baar moeten zijn, onverschillig of de wil van den dader daar-

(10)

- 6 -

"op gericht is geweest of niet, zo^inBar_deJi_andelln^^

::da:Li^wekkei^^fLdlj_^o^

"gepleegd" .

De i^taatscoIrmlissle merkt echter verder terzake op, met betrekking tob de Sententie van het Hoog Militair Gerechtshof

van 17 December I9I5, waarbij de beklaagde M. werd vrijgesproken, dat ook "met de door Uwe Excellentie voorgestelde redactie dat

"rechtelijk college zeer waarschijnlijk tot eene vrijspraak van

"beklaagde M. zou gekomen zijn. De overweging zou dan alleen

"een weinig anders hebben geluid n.l. in dezen geest: "Overwe-

"gende dat de beklaagde in geenen deele heeft uiting gegeven

"aan bij. hem bestaande gevoelens van vijandschap enz. tegen den

"Javaan, integendeel in zijn onderschrift bij het geincrimineer-

"de artikel zijn gunstig oordeel over den Javaan heeft kenbaar

"gemaakt".

"Voor deze vrijspraak ware zelfs naaiiJiet__oordeeljie^^

"meer te zeggen dan voor die onder de thans bestaande redactie

"van artikel 65 b, hetwelk het opwekken of bevorderen van ge-

"voelens van vijandschap enz. (zonder dat boos opzet wordt

"vereischt, dus ook door onhandigheid, waarschijnlijk inzake

" M ) , strafbaar stelt".-

^e Minister kon zich echter met dit advies van de Staats- commissie geenszins vereenigen en relateert in Zijn voordracht aan de Koningin ddo.l Augustus I916 het volgende:

"Mijne bedoeling om het onderwerpelijk misdrijf tot een

"zuiver formeel delict te stempelen heeft de Staatscommissie

"misverstaan. De__bedoelJ^i^Jia^s_J^ch^

"sie meent, dat het opwekken_of_bevord^renjyan_^

"lig of de wil van den dader _d_a_arop_Jierlch^s_£e^

"zoo maar de handeling waardoor het opwekken of bevorderen heeft

- 7 - ^

"plaatsgehad, desbewust is gepleegd, doch zooals gezegd om de

"uiting van die gevoelens op zichzelf strafbaar te stellen. De

"coBimissie heeft blijkbaar gedacht aan de tegenstelling formeel

"en materieel opzet (oog^nerk), terwijl door mij gesproken was van

"een formeel delict. '

".Vaar het nu uit den aard der zaak vaak zeer bezwaarlijk

"zal zijn te bewijzen, d^t_deJ^lex±edoel^e_jr^^

"opgewekt of bevorderd__zijn, dan wel haj^enjnaimen_jljn, meen

"ik aan eene wijziging van artikel 65 b in den door mij aange-

"geven zin de voorkeur te moeten blijven geven".

.„ De Raad van State blijkt (advies van 27 November I9I7 No.

1^6) het met den Minister eens te zijn en verduidelijkt de bedoe- ling van den Minister als volgt:

"De Minister wenscht dat de uiting in het openbaar van ge-

"voelens als hierbedoeld in het vervolg strafbaar zal zijn, ''onverschillig of die uiting een bepaald gevolg heeft_jehad,

"Aldus wordt ontkomen aan het bezwaar van het bewijs, dat de ge-

"voelens inderdaad .opgewekt of bevorderd zijn, dan wel opgewekt

"of bevorderd hadden kunnen zijn. De Kaad van State is van oordeel,

"dat deze om.zetting van het bestaande materieel delict in een

"foi^eel delict de goede werking van het voorschrift zal bevor-

"deren"•

Daarop is het Koninklijk besluit van 22 FebrLiari I9I8 ITo.82 bot stand gekomen.

Uit de bovengerelateerde geschiedenis blijkt duidelijk, dat het woord "opzettelijk" in artikel I56 Wetb.v.Strafrecht is weg- gelaten, en dat deze strafbepaling tot oen formeel delict is

gestempeld, enkel en alleen om te vermijden, dat later voor de schuldigverklaring aan het gemeld strafbaar feit vereischt zou worden:

a: dat de dader opzettelijk gevoelens van vijandschap enz.

(11)

- 8 -

heeft willen opwekken of hcvorderen,

b: dat inderdaad gevoelens van vijandschap zouden zijn op- gewekt althans konden zijn opgewekt.

Het ad a gemelde doel werd echter overhodlg, toen de be- woordingen "hij die gevoelens van enz. o p w ^ . o f b^or_derl"

vervielen en werden gewijzigd in "hij die in het openbaar uiting geeft aan gevoelens van enz.'>

Inmers de woorden "opwekken en bevorderen" veronderstell^.

een gevolg van de uiting; "het uiting geven aan" als objectief element niet.-

De eenlge bedoeling van de aan artikel I56 W.v.Strafrecht gegeven redactie is derhalve alleen nog, dat niet noodlg is het werkelijk opwekken van de gevoelens van vijandschap enz.

(Dit wordt bevestigd in het bovengemeld advies van de Raad van State),

Mitsdien is nlmiTier beoogd geworden den dader aan het delict van art.156 ^/^.v.Strafr. schuldig te oordeelen, onverscMllïS 2L hii al to, niet opzettelijk uiting heeft gegeven aan de gevoelens

van vijandschap enz., terwijl a fortiori van toepassing van deze strafbepaling geen sprake is, wanneer vaststaat, dat de

dader niet opzettelijk uiting heeft gegeven aan gevoelens van vijandschap enz.

Dit zou ook m strijd zijn met de beginselen van het Straf- recht. De strafrechterlijke aansprakelijkheid steunt Immers op de bij den dader aanwezige "schuld".

Hierin brengt de onderscheiding in formeele en materleele delicten geen verandering.

Zoowel toch bij forraeele delicten, waar het strafbaar feit 1-3 voltooid met het verrichten der handeling, zooals die door de wet strafbaar is gesteld, als bij materleele delicten, waar voor de voltooiing van het sbrafbaar feit de verwezenlijking

- 9 -

van een bepaald door de wet niet gewild gevolg gevorderd ^vordt, is schuld van den dader een essentieel element. 3ij de forraeele delicten wordt slechts anders dan bij de materleele delicten de schuld^in de handeling .elve. (het materleele feit) veronder::

steld. Dit neemt echter niet weg, dat schuld aanwezig moet zijn'en dat het afwezen van schuld ook bij formeole delicten

tot vrijspraak moet leiden,-

Requestrant veï-.vijst in dit verband naar de talrijke beslissingen, waarbij ten aanzien van overtredingen (bij over-

tredingen is in de handeling of het verzuim zelve de schuld opgesloten) is aangenomen, dat het bewijs dat de dader £een schuld heeft tot straffeloosheid leidt, (vide o.m. -Jojon ke,

deel, i e . boek deel I blz. 33, Cassutto Ie. deel li-e. druk blz. I05, H.R. lil- Februari I916 W.9938, H.M.G.27 October I916 iï.10010,

R.V.J.Batavia 27 September I929 r.115 blz.276).

dat naar requestrants meening uit het bovenstaande blijkt, dat wanneer aangetoond is dat de uiting van de gevoelens van

vijandschap enz. op uitsluitend wetenschappelijke grond en met uitsluitend wetenschappelijk oogmerk is geschied, voor toepas-

sing van artikel I56 V'/.v.Strafr. geen plaats is;

dat immers evenzeer als de opereerende medicus niet straf- baar is, omdat zijn opzet niet gericht was op eene handeling, welke de wet strafbaar stelt (ld est: niet gericht is op een

door de wet verboden gevolg), de geschiedschrijver, die ter- wllle van de wetenschap uiting geeft aan gevoelens van vijand-

schap enz. niet strafbaar is, zijnde toch het opzet van den geschiedschrijver niet gericht op de uiting, welke de wet straf- baar stelt (ld est: niet gericht is op een door de wet verboden handeling, ongeacht verder het gevolg van de handeling);

dat'de ratio van artikel I56 W.v. Strafr. deze zienswijze onderschrijft;

(12)

- 10 -

dat toch art.l5é ./.v.Strafr. is cesoliroven om onrust

binnen Hederlandsch-IndlS te verMxjden en een wetenschap:elljk

„eschledkundls geschrift, dat een waarheldsGetrouv, relaas seeft van historische geheurtenissen nümner tot onrust aanleiding kan geven;

dat voorts gelijk gezegd ook de normale opvatting van de handhaving der openbare orde requestrants .lens«ij.e onder-

schrijft;

dat van een geschiedschrijver iimers verwacht wordt'en moet worden, dat hij een objectief en bóstorisch beeld geeft

van het verleden en geen weldenkend mensch van den wetenschap- pelijken geschiedschrijver verlangt, dat hij een eenzijdige beschouwing geeft van geschiedloxndige feiten, met verbloeming

van alle gebeurtenissen, die wellicht een of meer lezers van zijn boek zouden kimnen kwetsen;

dat de moraal zelfs den geschiedschrijver verMed^ om op de laatstbedoelde wijze te werk te gaan;

dat: dan ook in het normale maatschappelijk verkeer niemand m een objectief geschiedlmndig geschrift zal zien e n op de regels van de openbare orde inbreu]-. makende uiting;

dat requestrant derhalve meent, dat zelfs indien het iti- gieuse boel^/erk "-.ïereldschiedenis I Oost-Azl'e" uiting zou

geven aan g-evoelens van minachting tegen een of meer bevolkings- groeeen van Oost Indi'é - quod non -, ciit niet voldoende is voor

een schuldigverklaring ex art./V/.v.Strafrecht, nu zoowel aoor den Raad als door het Hof is aangenomen:

1. dat de in dat boek voorkomende feiten, ook de i£elncrli mineorde passages, historisch juist zijn,

2. dat requestrant tot vervaardiging, uitgifte en versprei- ding van het gemelde boekwerk is overgegaan, uitsluitend

- 11 -

on wetenschappelijke ^ronden en met_w^benscha2neljj.k oogmerk;

dat naar requestrants meening dit betoog temeer klemt nu het Hof in zijn vorenbedoeld arrest met zooveel woorden over- weegt, dat requestrant, alvorens tot de uitgifte en verspreiding

van het boek in lite over te gaan, de manuscripten daarvan aan de Overheid heeft toegezonden, zoodat requestrant "toen_deze geen aanleiding vond tob ingrijp_en,„m^hl.aannemen,^a^^^

boek toelaatbaar werd geacht_^;

clat het Hof toch met deze overweging expressie verbis heeft aangenomen, dat requestrant, d d e _ j : e d e l i j k ^ w y ^ . ^ ^

zlen^X^ejoej^^^^ "schuld" heeft aan de onderwerpelijke - volgens den itechter minachtende - uiting,

zijnde daarmede dan ook verder vaststaan, dat voor de straf- rechtelijke aanspi^akelijkheid van requestrant geen plaats is;

dat toch, wanneer in het klaarblijkelijke streven van een schrijver om zijn geschriften aan een preventief toezicht te onderwerpen en in het plaatsvinden van dit toezicht door een normaliter als bevoegd te beschouwen autoriteit, nochtans geen feiten gezien worden, die elke "schuld" van den schrijver op- heffen, geen enkele schrijver, hoe voorzichtig en zorgzaam hij ook te werk gaat, meer veilig is voor toepassing vaii art.

156 Wetb. V. Strafrecht;

dat requestrant hieraan - met eerbiedige verwijzing naar zijn memorie in revisie - wil toevoegen, dat het afwezen van elke "schuld" (id est: het afwezen van elk op de uiting als zoodanig gericht opzet) tevens blijkt uit het feit, dat hij

zich onmiddellijk heeft bereid verklaard tot schrapping althans wijziging van de litigieuse passages, toen hij door den betrok- ven Subsistuut-Officier van Justitie, die een mogelijke minne-

(13)

- 12 -

lljke oplosslnc van deze zaak zocht, daaromtrent Is opgelost;

dat requostrant zijne bedoelde bereldverklarlng handhaaft en hierbij nogmaals herhaalt;

o me

dat requestrant zich voorts s.o.r. bezwaar gevoelt met -s Ilofs overweging, dat voor toepassing van de strafbepaling van art.156 w.v.^3tr af recht niet verelscht zou zijn een ultdruk- l^elijke m de woorden zelf gelegeri uiting van vijandschap, haat

f minachting, "doch het tot uiting komen van die gevoelens

de gelegen kan zijn in de wijze als door den Raad van Justitie te Batavia in diens vonnis is aangegeven, mits het zoodanig

geschiedt, dat het den gewonen lezer als zoodanig treft";

dat toch een dergelijke interpretatie van de bewoordingen

"uiting geven aan" in strijd is met de geschiedenis van artikel 156 W.v. Strafr., waaruit duidelijk blijkt, dat in allen gevalle de uiting (ld est: de handeling zelve) 0£zetteljjk en daadwer- kelijk moet zijn geschied;

' • • • dat nu van een opzettelijke en feitelijke uiting nieb de rede behoeft te zijn, wanneer de lezer den indruk krijgt, dat uit het betrekkelijke geschrift gevoelens van vijandschap, enz.

blijkt;

••• dat immers bij het opwekken van dien indruk bij den lezer tal van nevenomstandlgheden een rol kunnen hebben gespeeld en ook zeer zeker zullen hebben gespeeld, welke £een oorsprong vinden in het geschrift zelve;

dat overigens, gelijk requestrant reeds bij zijn memorie van revisie naar voren heeft gebracht, ook taalkundig de woorden

"uiting geven aan" niets anders kunnen beduiden, dan "uitdruk:!

tl

kelljk te kennen geven ;

dat het Hof derhalve - door aan te nemen, dat requestrant

"uiting" zou hebben gegeven aan gevoelens van vijandschap enz..

- 15 -

daar deze gevoelens voor den gewonen lezer zouden blijken

uit de geincrimlneerde passages, in haar verband gelezen - eene te ruime toepassing heeft gegeven aan artikel I56 Wetb. van Strafrecht;

dat requestrant tenslotte persisteert, dat - afgezien van het hierboven reeds aangevoerde - door de vervaardiging, uitgifte en verspreiding van het boela/erk "Wereldgeschiedenis

I Oost-Azlë" op gecnerlei wijze uiting is gegeven aan gevoelens van minachting tegen de Europeesche bevolkingsgroepen van

Nederlandsch-Indi'e, zijnde al evenmin juist, dat dit boek^verk een "antl-^^estersch en een pro-Japansch propagandistisch ge- schrift zou zijn";

dat requestrant bij zijn memorie van revisie uitvoerig zijne bovenbedoelde stelling heeft geadstrueerd, hierbij dan ook eerbiedig verwijst naar het in die memorie door hem aan- gevoerde;

dat requestrant immers bij het schrijven van de histo-

rische waarheid beurtelings de .Vesterlingen en de Aziaten heeft geprezen, waar zulks te pas Icv/am, om evenzeer beurtelings de Westerlingen en de Aziaten te gispen. Indien de geschiedenis daartoe aanleiding gaf;

dat daarbij wijders nimmer door requestrant eeni^e tegen_- stelling is gezocht en gemaakt tusschen Westerlingen en Aziaten;

dat requestrant toch re vera in zijn boek slechts de ver- schillende volkeren der aarde heeft genoemd, als element van de door hem beschreven historische feiten en niet de histo- rische feiten heeft genoemd als karakteriseering van die ver-

schillende volkeren;

dab requestrant voorts wellicht in zijn onderwerpelijk boek meer en uitgebreider heeft geschreven over de door de

(14)

- Ill -

Aziatische volkeren gespeelde rol in de In dib boek gerela- teerde feiten, doch zulks begrijpelijk is, daar dit boek beoogt speciaal de geschiedenis van_Oost^Azlë te behandelen;

dat eersb wanneer requestranb zijn "wereldgeschiedenis"

zal hebben voltooid en ook over de geschiedenis van kuropa en het verdere .esten zal hebben geschreven, geoordeeld Imn worden of requestrant inderdaad het .-esten "stiefmoederlijk"

heeft behandeld;

dat requestrant overigens herhaalt, wat door hem in eerste instantie en in revisie is betoogd, te weten:

a: dat in de betreffende passages van zijn boek uitsluitend is geschreven over de verschillende volkeren in he_b verle- den. Artikel 156 .V.v.Strafrecht nu, dat slechts beoogt de tegenwoordige samenstelling van de bevolking in Neder-

land sch-Indi 'e te beschermen voor gevoelens van vijandschap, enz., teneinde onrust onder de tegenwoordige elementen der bevolking te vermijden, heeft niet de bedoeling om een

soort "vooroudersvereering" te sanctionneeren.-.

b: dat in de betreffende passages van zijn boek in allen geval- le niet is geschreven over bestanddeelen en generaties van

• in Nederlandsch-Indië levende bevolkingsgroepen, welke

toentertijd zelve behoorden tot de bevolking van Nederlandsch Indi'e.

Requestrant verwijst in dit verband eerbiedig naar het ad- vies .van den Raad van Indië ddo.ll]- Januari I916 No.11, in welk advies noodig werd geoordeeld, dat aan de ontworpen

bepaling van artikel I56 wetb. van Strafrecht werden toege- voegd de woorden "groepen van de bevolking in Nederland"

om straf te kunnen stellen op het zaaien van verdeeldheid tusschen de Nederlanders in Indië en de Nederlanders in

Nederland. Dit College (en met dit College de toenmalige

- 15 -

Gouverneur-üeneraal, alsmede de Staatscorrmiissie voor de herziening van het Indische privaat- en strafrecht en de Minister van Koloniën) huldigde derhalve de opvatting dat ^^r^^T^ n^. Wederlandsch-InQische^evojJ£inas£roe^^

Mederlandsche nationaliteit niet_beg:epenj^arerLd^^

landers die buiten Nederlandsch Indië verbleven, zoodat het uiten van gevoelens van vijandschap enz. bijvoorbeeld

tegen Nederlanders in Nederland niet strafbaar was inge- volge artikel I56 V/etb. van Strafrecht.

In dit licht bezien kan derhalve critiek op i^ngelschen, .ranschen. Katholieken enz., die deel uitmaakten van de bevolking van China of Japan en n l e ^ j m n j i e d e r l a n d ^ ^ dlë, nimmer bescliou^djiorder^^^

Indische bevolkinp;sgroepen, zoodat terzake schuldigver-

• klaring'aan artikel I56'wetb.v.Strafrecht uitgesloten is.

c: dat m de betreffende passages van zijn boek critiek wordt geleverd op de daarin genoemde Europeesche mogend- heden, en speciaal op de Regeeringen daarvan, alsmede op

de Missie en speciaal op de priesters daarvan.

Artikel 156 V^etb.v.Strafrecht handelt over het uiten van gevoelens van vijandschap enz. tegen bevoBcin£^£Z2.Ê^ÊIl- Noch vreemde mogendheden en/of derzelver Regeeringen, noch de Missie en/of derzelver bedienaars kninnen echter

als een bevolkingsgroep worden aangemerkt.

Van toepassing van artikel I56 iïetb.v.Strafrecht kan der- halve ook hierom geen sprake zijn;

dat requestrant vermeent hiermede zijn bezwaren tegen de genoemde beslissingen van den Raad van Justitie en van het lïof genoegzaam te hebben toegelicht;

dat waar door requestrant geenerlei gevoelens van min-

(15)

n-

- 1 6 -

achting zijn geuit tegen hevolklngsgroepen van Ne.crlandsch- Indië en - zoo al een dergelijke uibing mocht v/orden aange- nomen - in allen gevalle zijdens requestrant van geenerlei

schuld de rede is, requestrant had dienen te worden vrij- gesproken van het hem ten laöte gelegde;

dat nu requestrant echter reeds in hoogste instaatle is veroordeeld aan het misdrijf van artikel I56 Weth.v.btrafrecht, requestrant te rade is geworden om bij wege van gratie kwijt-

schelding te verzoeken van de hem opgelegde hoofd- en bijko- mende straf;

dat dit op de billijkheid gegrond verzoek te meer klemt, indien wordt gelet op de onberekenbare financieele nadeel

dat de onderwerpelijke strafzaak requestrant en de scholen van

"het Esatrlan Instituut" reeds door een te voelbaar leerlingen- verloop heeft toegebracht;

dat wanneer requestrant eene geldboete van f.JOO.- zal hebben te betalen en bovendien de als stukken van overtuiging

gediend hebbende 5O5 exemplaren van het boek "n'ereldgeschie- denis I Oost-Azië" verbeurd vea^claard worden, requestrant

tegenover zijn schuld aan den drukker van dit boek geen in- komsten kan stellen en alsdan een financieele debacle van

requestrant niet m.eer te voorkomen is;

dat requestrant ten slotte nog wil aanvoeren, dat ingeval geoordeeld mocht worden, dat alxieheel_e_^n^Mivoorwa^r^^

tovijtschelding van de hoofd- en van de bijkomende straf, dan ,vel van de bijkomende straf alleen in casu niet gerechtvaar- digd zou zijn, bij de - naar requestrant hoopt - hem te ver- leenen gratie voory^rden^steld zouden kunnen worden, onder meer in dien zin, dat aan requestrant de gelegenheid wordt

gegeven om binnen bepaalde termijn de geincrimineerde w

- 17 -

passages uit zijn vorenbedoeld boek op instructie van een terzake aan te wijzen instantie te schrappen dan wel te wijzigen en deze te doen herdrukken;

dat immers artikel 1,2 van de Indische .taatsregeling .ich er niet tegen verzet, d a l ^ r a ^ i ^ ^ n d e r ^ j e n ^ ^

voorv.a_arde_j^a.e^^ (o--- Kleintjes deel II blz. 298 en van Ilamel-van Dijk blz. 602);

dat requestrant eindelijk en voorzoover moegelijk nog wenscht te verzoeken, dat de tenuitvoerlegging van de hem opgelegde bijkomende straf (te weten: de vernietiging van de litigieuse 505 exemplaren van het boek .wereldgeschiedenis

I Oost-Azië) worde geschorst, totdat de beslissing op dit gratieverzoek ter kennis zal zijn gebracht van den Ambtenaar met de uitvoering van de gemelde Rechtelijke beslissingen belast;

Redenen waarom requestrant eerbiedig verzoekt, dat het uwe Excellentie moge behagen om requestrant de hem door het

Hooggerechtshof van Nederlandsch-Indle bij arrest van 1 Juni 1957 opgelegde geldboete groot f.500.-, alsmede de daarbij gelaste verbeurdverklaring althans vernietiging van de eerder- genoemde exemplaren van het boek -Vereldgeschledenis 1 Oost- Azië k.vljt te schelden en hem daarvan gratie te verleenen,

althans om hem deze straffen kv.ijt te schelden op nader door Uwe Excellentie te bepalen voorwaarden.-

Batavia, 17 J^-^i 1937. Hetwelk doende enz.

Worden hierbij overgelegd:

1: onderhandsche volmacht ddo.l7 Juni 195?.

2: authentiek afschrift arrest Hof ddo.l Juni 1957-

5: authentiek afschrift relaas van beteekening ddo.15 J ^ l 19^7-

(16)

IC^JUyuyv

BnndOQiag, 31 Mei 1937

^ /

/J^^i

. ^ ^ Aan h e t HoogGoreohtsliof van Hed. I n d i ë . Bntnvifi-C.

Ho o g M e l (IQ lit b a r e Here n: -

Wederom e e r b i e d i g gebruiic mulcende van h e t mi,1 g e l a t e ï i r e o h t UY.- Hof t e rinderen met een a a n v a l l e n d e memorie» Wfuig ilc h e t UQ Hoge aaadcicht t e veatlgeia op h e t z o j u i s t ( n l . i«i Mei 1937) v e r -

jsoheneti boek " I n d o n e s i ë " door I r . Si 1. R u t g e r s en A. Huber, g e - d r u k t b i ^ P e g a a u s , M s t e r d n i n , z i j n d e h s t -cc^.te d e e l van een g e - s c h i e d e n i s vj-ie I n d o n e s i ë . Dit e e r s t e d o e l b e v a t c^a o v e r a i o h t van da oHti^-ikiceiing van IndonGaië t o t - r. h^t l^-gin van de p e r i o - de van de moderne k o l o n i a l e p o l i t i e k v.'.n l e d e r l a n d . San ZQ, en

een 3 6 . doc-l vmrden door de u i t . T e v e r annge^rondlgd.

De v r i j e v e r k o o p van d i t vverk h. c t t aii.j l o - g e u c h e n e n van a o - v e e l b e l a n g t e zi.ln voor e-m r e c h t v a a r d i g e " b e o o r d e l i n g vnn mijn boek "Oost A s i 8 ' \ dat ik ml" v - m n r l o o f d heb ün Hof een k o r t en

zeer o n v o l l e d i g l i j s t j e aaa t e b i e d e a vnn een n a n t a l m r k a n t e p a s s a g e s i n d i t algemeen veria-ijgbajxc g e s t e l d e m o d e m a t e Ge<3chie- d e n i n b o e k van Indonesië»

Hoogachtend

eX(. ti

(17)

O i t a t e « u l t ••Inao«..l»" Deel I , door I r . S. I . B a t g ^ B A. ttiber, U i t g . "ïogus-Tis", /mstsranm 1937.

, , . . , 0 0 . h i e r t i l t r e f t ao mn^xm v™ «rooahoia. verraad c-n ' " • ^ • . « . i ^ « h e U l . . e l d . d i e do Hederla„dor. van d . 1 7 e , eo™ 1^1^ ' - „

üoloKlale ©zpans3ie kenmerkt.

^ , . . 0 . . . . . . 400 uUBOle.en . . a n . . « en v r o a , , e . H e t 'ni^ (Bpeol.™ ) , , , » de * l - ^ c e « l , . e « e : » o» . e da.nr =a. slaven t e verlopen en ae o p b r e n g s t . a l . a a n d . e l In de . u i t onder de c f f l o l e r e n t e v e r -

dol6B.

., ..-1 naar een aUand in d€ Dmirt van Boeton de re at v/erd . . . • naar o^s^ >* «-

l v « s e . r . ^ ' n t . « t . a t natte r l . 1 . t u i t m d » e - n d g e e o l ^ t e n v i 1 a „ d e l i j « p r a w , . « , die spoedig opgeteerd « a » ; de r.a»p.aUso,.

^ t ^ n op ' t e i l a n d een v e r . o h r l K . e l i . l . e n dood gevonden, den l..en Mei 1667 -..«d . e v i o M dat er g.en enlcele » e r 1 . l . v e n wa,.

•'..«•i-An ' > - - -"udale d^ïangimlddP- 5-- Ds Y . 0 . 0 . ontving de proaiioten . . . . .o

' • " " " , ^ „ , „ , , , , , 0 . ^"" «,T3tee. v,a„ de mee.t onoerupule^.e . . l o n l . - a e U i t b u i t i n g opgebouvid vjerd.

Ds Y.O.G. Gi3t een ma..imum-deel vm de u i t b u i t i n g .

-, . n « n ^ .lii-hiiitinP- van ds -bovolking l e i d d e t o t p a r . 6 5 / 6 6 öe ongehoord dubbele u i t b u i t i n g van

.en r e e k s van op.tanden . . . Ofschoon do cpstrmdigen . . . op ae afscbu.eli^kBte . i ^ . e vemoord . o r d . n (.0 . a 3 b i ^ v . bet dood-

«o.i.inn'.tÊ'CGn zeer g e l i e f d ) staan o v e r a l - o i>Ea.®-a«.

martelen door naaldenatexcn ze ui o«

o p . t . . d e l l n s e n gereed t o t de s t r i j d Daarbij t r e d e n de Nederlander. . . . . ™ t - » «eerg.alo.e . e e s t . a c M l g h e i d op. a e h e l .

a i . , t r l o t e n «orden .onder «eer -.uitgemoord en men v e r k l a a r d e a y -

1 ^T <•^ n i n 17>^P o n t V O l k t W S T d a l B

aiBoli. dat Probolingo door de V . 0 . 0 . m m^ onivo

„l)S3te waarborg voor de r u s t . "

pag. 63

pag. 66

, . . . , „ in 1771 l e . e n . , « opnlem, d,at de 7 . 0 . 0 . .fedoeres.

(18)

-a-

4. . ï,n-H T <inri "vm aV!e leveriamiddelen t e r u i - troepen u i t r u s t , ora net U^nd van a_„u

ne r eia

, . . . de deelnemers wer den op omnenslijlce

VJ1.1Z0

afgemaakt.

pag. 66

pag. 67

, . . , '• he t medo ge ralo o 3 do orge vo erde monopolistische systeem der 7.0.G. M e t a l l e e ö dat de boerenl^evomng door contingenten en dwfinglev®ringen vverd u i t g e p l u n d e r d

. . . . de Ghiiie.en . . . . '^^^erden v o l l e d i g g e r u ï n e e r d en t o t v e r -

t v . i j f a l i a g g e b r a c h t . Op die mnnler t o t d i e f s t a l ged^vongeo, « e r - , den .ii M^ o n t d e m n g aa^ een p a a l gospieHt en l i e t men hen e l l e n d i g s t e r v e n . . . .

Da N . d « l a m l e « organx.eren a.«>»p e<=n pogrom, aat telo a.-«Qn a u u r d e . v,a«rW3 de g * r t e ohtaese ïsvollclos Tan B a t a v i a . . » t

i r t e s ^ i p Tan Trou«8« en icimleren, b ^ o o f d en uitg.moora « « d . ZalfïS M . 1 6 ^ 0Iiln..6n ..ordon op beTel Tan de» 5 . 5 . oP 1" Oot.

1740 u i t ae . l ö : e n t a i . o n d. Bt>.aat 0PS«lveT.n . n aaa.. a f s . s l a o h t Voo. « d a r a i n g « l e v « d . b u l t e n d^ s t a d n f s . h a i t o top T.-«l

„3n Ohlno.s. gaf d . TScBe Bcgsria-v bovmdtan nog oen -.--i-^mle van tviise ducïiten.

pfig, 69

pag, 70

png. 70

ïoen de p r i j z e n op de Europese markt Wgonnen t e dnlen . . . . . . r d de bevolking t o t honger gebrncht ( n l . door "de g e s t r e n g - he id van h e t ¥ . 0 . 0 . monopolie")

een be iraigri.lke eittra-toenrffüe van de u i t b u i t i n g . . . .

Het s t a a t v a s t d^xt de belaEt.ren van de inheemse bevolking nooit en nergens het doel van eeo k a p i t a l i s t i s c h e k o l o n i a l e p o - l i t i e k vormen. Het k a r a k t e r vroi een d e r g e l i j k e p o l i t i e k i s er

s t e e d s op g e r i c h t , om een maxim.ae . inst voor het moederl..ul t e behalen»

pag. 75

in gehele d i s t r i c t e n . . . . l ^ a t de ¥ . 0 . 0 . h e t land van r a i a

levensmiddelen beroven daar er geen nnder u i t . i c h t t o t gehoor-

(19)

A T

..uMHeld .VUB, d=m door Honger an geDrelc t a n.ood2f.lcen.

De 3ohlldcrlnp:cm van "da u i t b u i t i n g door de H e d a r l a n d e r B " ( p . r^) . in 3 o h r l l B t e ^mr.u .. icannen n l e t u o r d e n an^mgesev.n; d e . a liioman op o a g e v e e r 150 p l a a t i s e b v o o r .

P - . 75 o v e r moeüi.fAlliëe " o a t v o l M n g " door de T . 0 . 0 .

p a g . 7 8

p a g . 8 1

i J " ö

p a g t 06

p a g . 89

p a g . 90

p a g . 96

D« u l t D ' a l t . r : , ,,.,,. w o o g c ' - ' - o r d c n . V O „ , G 1 doov een nlr,u«on an

« . o M l g e r u l t D u l t e - r , i h a= vorm van ds l e d a - r l n n t e e S t o a t , v e r - vangQ*!.

Q Q

. . . . onder de i n v l o e d vmi de l ï e d e r l a n d o r B ontv.ilciceiuc ..ii3h n u i t g s b r e i d e s l a v s a h n j i d s l en msnsenroof.

, , 8^ . . . . e n a n b t e n a r e « - a p p a r a a t . . . . ^^^1^3 in^ora.n avenacBHs op afpsrsiaGGn en d ^ a a g d l e n a t e r i opgebouwd ^^as..

. . . . da u i t b a l t i n g door . . . . u i t nun l a g e r ^.nl g e r a a l i t e k r i n - gen van ^ r o p e u n e r i ^dm^LB^ zo Jïiogelijfc nog o n v e r b i d d e l i j k e r . . . .

P r o x . Vath noemt d . . e t o e B t a ^ d t e g e a h e t e i a d e van de HeersoHnp- pi;3 vnn de V . O . a . -een g r o o t e r e ramp dan ^ e l f s de griF^ele» van

een ï ï e r o " .

Bovendien e i s t e bi;i ( D a e n d e l s ) vn« d . f e u d a l e veranten g m t e b e d r a g e n in g e l d . h e t aan hen o v e r l a t G n d e op V.-<31>:G . i . i . e ai.l door u i t p l u r i d e r i n g van ds bevolicing de.G mosBten opbrei^gen.

Een door D a . n d e l s i n g e s t e l d e r o n d t r e k k e n d e r e c h t b a n k o e f e n d e . . . . een b i z o n d e r e t e r r e u r u i t .

p a g . 95 een f i n . ' m t i d l e u i t p l u n d e r i n g v a n Indoneaid t e n g u n . t . v.m ee

met

n r e n t e n i e r a - k l a a s e in Hederlrttid.

d a t de landbouv.-prodwjtie op Java n i e t i n overeenatemuiing i s t de k l i m a t o l o g i ^ l c h e en bodemtechnisohe mogell.1ichGden ( I G S B :

(20)

,0

- 4 -

dG belaa^ren vao de icoloniale u i t b u i t e r s ) .

een h a n d e l s f i n a n t i ö l e o l i g a r c M e , die een oniniddGlli3:k:e @a a a e l l e u i t p l u n d e r i n g . . . e i s t e .

pag.97-98 r e de Java oorlog van 1825 - 1830,

Zelfs het door de Nederlanders s^toolite v e r r a a d . . . . "verlclnnrde de I e d e r l a n d s e Hegering in een b r i e f aan Dipa ïïegvnra p l e o l i t i g ,

v o l s t r e k t n i e t v i j a n d i g tegenover de Isl-m te atami en nodigde liem, onder aanbieding van een vri,1gelGide, t o t nieuwe onderliandelingen u i t , onder g a r a n t i e van a l l e door Dipa Kegara aan ai,1n m e d e s t r i j -

d e r s verleende t i t e l : : ; en reoiiten.

2o©n lii.1 (D.ü. ) . . . . de v o o r s t e l l e n van de Ieder lander a n i e t viilde aannemen, werd lii;] v e r r a d e r l i j k ontv^apend, gevangen .genomen en verbannen Bedrog en veri'aad gaven iü deze ^s-oinsteiirig de do or s l a g .

pag. 103 . . . . esrj s t e l s e l va.n onbepericte u i t p l u n d e r i n g . . . .

png. 104 7,elfs lioliamelijke tuolitlgingen aonder g e r e c h t e l i j k e v e r - o o r d e l i n g t o t de w e t t e l i j k geoorloofde j m a t r e g e l e n behoorden.

pag. 115 . . . . de roof per 10 de van het c u l t u u r s t e l s e l . . . .

png, 116 . . . . u i t b u i t ing d i r e c t door de l e d e r l a n d s e Stnr=t » . » .

pag. 117 Hun inkomsten (vnü de re^-enten) s t e e d s op isostr-n ^fnn de b e v o l - king, worden geregeld in verhoudixig t o t de d i e n s t e n , ciie i;i;i aan het Nederlandse k a p i t a f a , b i j de u i t p l u n d e r i n g der inheemse p r o - ducenten , bev.' i j 2©n.

pag. 118 . . . . de u i t b u i t i n g s m e t h o d e s nemen . . . . s p e c i a l e en bisonder wrede vorinen jum (NI. in 1850).

. . . . de r e g e r i n g in haar grenseidloze hebaucht . . . .

. . . oen systeem van a l l e r l e i . . . . vonnen vnn knevelar 13, van

(21)

d i e f s t M l en b o d r o g .

p n g . 126 . . • • a« S t . i . a t - u l t b u l t a : f . . . .

^ . . . o t p . . . . t l o u l i « o ^ . p U » , a v i e l . . . . o . . e s . o n d . l a , van

„ C f . b e a r o g en s p e c u l a t i e e . „ . o l . ^ n , « i j ! c . W c v n „ de i c o l o n l n l e u i f b u i t i n g t o e .

. . . . f i a o H l e u i t p i u n d e r l n g s - r n G t H o d e a . . . ^

^ nvrrphnUVKl 11161 d© g C l c t a i d -

a.1611, d i e . . . . u i t Iiidcnct.ië v.erden s ^ r o c f d .

. . . i« nir-t--- f,MtziRndc- vylcltoehtew, ( n l , e e r s t i 4 8 . - . v e r n i e t i g e n d e , nifeto o u l . i - . n c u

-tr^-n-ov. 'i-ntfir onder vnn i)an,lön) (.ia.n,ru.L.j ^w^^.

onder 8'0*3. V e t t e r , xauei. uiut-v L

-.n.r.rn <^n fcindr.rc^H werden vorDrand era v e r n i Q - met i n n s g r i p van vrou..M=n en ^^incici n

4 V «r^ni'hflalfl vnri dp « x p a n e i e - m e t l i c d e s . t i s d , 13 ©ea i c l a s s l s k voorbeexci v-ui u.. t

« e f t l , . v . Br. C. snouo^ BurRvonj. m 189S oen . « « v m t , - r e s s r a i t "boek ov«

.> ,-<r'7,^ hfiifilmftJ'^'^' verdsui.'^:er3 Imn- verrriMd GKS de v e r n i e t i g i n g v'^n as^<a ncidAnri-x,

n s r vri.iliGid . . . ^ . Tioe-, 149 2O lie<

V „ , e . a . m<i^^ B . « c h r e v . n , dat aoor d . H r . a . r l . ^ a -

;n v n o r de onderwierp i n g , iiet

p a g . l ö l » » » » rao" , . « t -net i m p e r l n l l a m e ( n l . de tlJcV va.n nu) l^eglnncn met ,U . c e . * . l e - » n t a l r . . r o n d s l a . e n , t e . o h e p p e n v o o . h e t s y s t e e m v..n

ee» v e e l i H t e n . i e v c v e en 3,«tematl«ohe,f u i t t e l t tog.

. * . „ ,.„„ 'nrt r e o ï i t i w e ü e n en van de p o l i t i e b e t e - p n g . 153 Be « o v p m i a . ' i t i e v m n e t l O o M * -

te„a. VOO. de m 3 . a d e . l , e v o m n g ee» nog v a s t e r e I c n e e h t t a g . . . . D„,.ar d t ma«s,a's v o l l e d l s ai;ianl.ell.1!c . « n van de . l l l e f c e u r d e r Xagere r e o M e l l j K e I n B t r j i t l e s

p a g . l&ö . . . . door d e vermenging van - ü d e . e a d a t r e e h t e n (n.1. l 3 g e - a o e M op de s t u d i e s van Van Volleniioven en de l e l d s e S c h o o l ) fam ,,en t e a s l o t t e i e d e r e onderdruïlLlnB e n l e d e r e « l l l e ^ e u r 'Vadat-

r 00 lit e 11.lic" T o r d e d l g e n .

(22)

Bi3 ao stuMcen van h e t pïoooa iD ook hot op 16 (?) Auj. 36 te Bnnaooug door de . u b s t . Off.v. J u s t . to. « 1 - ï - - " " - ' " '"^^ ««"

s i a e n t V » Prinngnn .afgenomen v e r h o o r . Er B t a a t . meea i t , n i e t ex- p r e 3 . i 3 v e r b i . vermeld tot de eed i s afgenomen, tt v«moed d a t de c^btsoed d a t verhoor defcte. Ma» voor een f a t s o e n l i j l c man 1 B een

eed •bijzaJik.

Het verhoor b e s l a a t slecHts Z\ pag. f o l i o . Half be<3cbreven en

•voor de h e l f t de vragen b e v a t t e n d e .

Uit de mtv^oorden Heb i k de volgende aantekeningen ganaakt. Ik s c h r i j f ze l e t t e r l i j k over:

"Tydeman heeft ingevolge opdracht v . d . r e g . DD medegedeeld dat a l werden er toen geen imatregelen nodig geacht, i n d i e n h i j ^ou overgann t o t h e t geven van l e s s e n , nader zoa worden overwogen of en zo ja welke maatregelen tegen hem zouden worden genomen."

«Hij kan zich "absoluut n i e t s meer herinneren omtrent een even- t u e l e aespranic van toezending van d i c t a t e n , maar wel weet ik rnnt B t e l l i ^ h e i d dat ik nimmer een toezegging kan hebben gedaan

voor het u i t o e f e n e n van preventieve censuur".

" I k beschouwde de toezending vnn de d i c t a t e n z i l v e r a l s een u i t i n g van goeden w i l l e " .

Hie.rbij stond de p o t l o o d - a a n t e k e a i n g ( i n het h a n d s c h r i f t van de p r e s i d e n t ) : "huml er heeft toch e e i ^ ^ b e d o e l i n g b e s t a a n b i j die afspraak. Dat deed DD toch n i e t voor n i e t s ?

-Bes. o n t t o n t " p e r t i n e n t DD te hebben medegedeeld dat ik de d i c t a t e n zou hebben doorgelezen. Ik heb gezegd dat I k de d i c t a - t e n zo onder de thee had doorgebladerd en dat sommige in h e t

a r c h i e f waren gekomen ."

H i e r b i j de potloodaantekening in het zelfde h a n d s c h r i f t :

"nou j a l "

. . . . "zonder dat ik t i j d Imd gehad om ze door t e k i j k e n en dat üc nimmer had kannen vermoeden dat er een addertje in het g r a s s c h o o l " .

»

(23)

- 2 -

V6ór deze passage stond in potlood*. '*?"

. "Ik heb de d i c t a t e n zeer oppervlakkig b i j d o o r b l a d e r i n g

< / /

ge 3i3 z en, "

H i e r b i j de pot lood anntekening: " i l s U ze d o o r z i e t , waarom dan oppervlakkig? Of n i e t , of d e g e l i j k e '

"zonder bepaald te zoeken naar o n t o e l a a t b a r e p a s s a g e s . omdat i k o v e r t u i g d was dat in de m i j toegezonden d i c t a t e n wel

geen onvertogen gedeelten souden voortomen"

" I k heb DD nog gezegd, dat indien het z i j n vooropgezet p l a n was geweest om zich l a t e r op de toezending d i e r d i c t a t e n t e kunnen beroepen, "

(Bij deze v a l s h e i d heb ik zelf (DD) een n o t i t i e gemankt:

ja zeker, ik zou dus een j a a r vooruit a l hebben geweten dat T. een f r i p o n zou b l i j k e n t e z i j n ï )

,^ik het v r i j dom van hem vond, dat h i j z i j n d i c t a t e n n i e t aan meerdere i n s t a n t i e s had toegezonden, aangezien h i j z i c h cUin op

a l d i e i n s t a n t i e s zou kannen beroepen, daar h i j vermoedelijk van geen enkele i n s t a n t i e enig b e r i c h t zou hebben ontvangen."

(-Hierbij z e t t e i k z e l f (DD) de noot: Deze h e l e passage i s T ' s v e r z i n s e l .

"De heer DD heeft m i j nimmer ^ z e g d dat d i e d i c t a t e n b e - stemd waren om l a t e r in boekvorm t e worden g e p u b l i c e e r d . "

H i e r b i j stond de pot lood-aantekening in ander h a n d s o h r i f t dan de v o r i g e n o t i t i e s : "dus zouden ze wel a l s d i c t a a t g e - b r u i k t hebben kunnen worden nnnv üw nordnel?"

Hij acht "DD n i e t t e goeder trouw omdat DD dan w e l met klem zou hebben gevraagd dat ik z i j n d i c t a t e n zou c e n s u r e r e n , waarop h i j

een s t e l l i g e weigering zou hebben ontvangen."

Hiermede was loet verhoor afgelopen.

(24)

Batavia, 6 Maart 1937 •-

Excellentie,

Het is met zekeren schroom dat Ik

dezen keer gebruik maak van de mi,j door U geschonlcen vrij- heid, om mij ook langs particulieren weg tot U te wenden over zaken, vmarvan ik meen dat het van toelaïig is, dat ik

©r Uwe aandacht op vestig, of vjin omstandigheden, in ver- band met oen zaak die bij U in behandeling is, waarvan ik meen, dat ze U onbekend zijn gebleven. Met schroom, omdat het een zaak geldt waarin U, wanneer ik het betreltkelijke besluit van den Gouverneur van West-Java goed gelezen heb, reeds bij voorbaat eene beslissing heeft genomen. Ik bedoel de ontneming van de onderwijsbevoegdheid of Juister het verbod om onderwijs te geven aan Dr. Douwes Deklcer.

Ik wil Uwe Excellentie niet schrijven over den inhoud van het boek, dat de naaste aanleiding is geweest tot dit onderv;iJsverbod, het Ie deel van een door hem ten dienste van het onderwijs op zijn middelbare handelsschool geschre- ven of ontworpen wereldgeschiedenis, handelende over Oost- Azië. Hierin staat mijn meening tegenover die van vele ande- ren, in elk geval tegenover die van het Hoofdparket. Slechts een enkele der getvraakte passages vind ik bedenkelijk, maar den geest van het boek niet zoo, dat hier een strafvervol- ging of een verbod om verder les te QQ-ven op moest volgen.

Dit scMjnt mij echter in dit verband onbelangrijk, omdat ik begrijp, dat de meening van de Politie en de Justitie hierin den doorslag moeten geven.

Wat ik iirel van belang acht, zijn de omstandi^i^eden die met de verschijning van dit boek verband houden en waaruit, naar mijn gevoelen, blijkt dat Douwes Dekker, hoe men ver- der over zijn persoon en zijn boek moge denken, voor de verschijning er van in dezen vovxa moeilijk aansprakelijk

kan

i

(25)

ijd

- 2 -

kan worden gesteld. Een korte uiteenzetting moge ik hier over een en ander laten volgen.

ISnkele jaren geleden heeft Dr.Douwes Dekker naar aanlei- ding van de herdenking van de Lombok expeditie aan de gezar.en- lijke leerlingen van, als ik Baij wel herinner, de middelbare, bij zijn onderwijsinstituut behoorende scholen, na afloop van

de lessen, bij een toespraak waarin hij deze gebeurtenis uit de Indische geschiedenis besprak, dingen gelegd, die ergernis

X *4-«v, TH 1 I R hier door den Resident over hebben gewekt naar buiten, iüj is nier aoux

onderhouden en er is toen over gedacht hem in verband hiermede verder te verbieden om les te geven. Ter vemijding van moex-

lijkheden heeft de heer Douwes Deldcer toen, op aanraden van den Resident, een tijd lang geen les meer gegeven. Een half

jaar of iets langer daarna heeft hij den Resident van Bandoeng, toen over de genoemde aaak niets meer gehoord werd, aangekon- digd dat hij op de middelbare school weer les zou gaan geven,

omdat de aalarieering van andere krachten hem te kostbaarjerd on het bedrijf die uitgaven niet langer meer kon dragen, ie voren, toen de heer Tyderaan hem over ^ijn optreden had onder- houden en hij naar aanleiding daarvan .eide .ich in ^^^J^^' volge van dergelijke uitingen te zullen onthouden, deelde hxj den Resident ook mede, dat hij dezen geregeld op de hoogte

.OU houden van den gang van zaken op zijne scholen en de leer- boekjes, die hij zich voorstelde voor het onderwijs te zullen

schrijven, - het gold hier de leercursussen voor de handels- school, de kweekschool en de journalistenschool, die in een gebouw zijn ondergebracht - hem geregeld ter beoordeeling zou doen toekomen. Do groote lagere school te Bandoeng van de schoolvereeniging het Ksatrian Instituut, waar ongeveer i+OO kinderen op school gaan en waarvan Mevrouw Douwes Dekker, een

gediplomeerde onderwijzeres, het hoofd is, valt hier buiten.

Verschillende leerboekjes en verhandelingen voor het onder^vijs bestemd, werden den Resident achtereenvolgens aangeboden, tot

ten slotte het manuscript van het geschiedenisboek aan de beurt icwam. De Resident heeft hierover gezegd, naar ter terechtzit- ting gebleken is, dat hij er geen bezwaar tegen had dat daar les uit zou worden gegeven. Het is mij niet bekend of de heer

Tydeman

t

(26)

H

5 -

^ a ^ er .loh rokoBBchap van heeft gegeven, dat °°'^^«

hLdochPlft gedr^lct zou worden. Toen het gedruW ^-J^ZTr was, nadat het hoofd van de handelsschool de heer ' > * « « " '

Dlrloteur van een der gouvernementskweeJcscholen op wachtgeld, den heer Douwes DeW.er nog op verschillende passages had ge- weien, die deze alle veranderde,wat na de voomelde mededee-

" » den Resident geschiedde, heeft nen den Resident at- tent gemaakt op den Inhoud van het boek, waarna hi.! zich ver- plicht gevoelde den Procureur-Ueneraal voor te stellen de

•, . «,. v„r, t-o relasten. i:en Btrafvervolglnf! is Inge-

inheslagnome er van te teiasïen. ,,.„»«.

steld, nadat van de zijde van het Hoofdparket aan Dr. üouwes Dekker in overweging was gegeven het boek uit omloop te ne- .en, althans verschillende passages er uit te lichten en de

.et;ekkell3ke hladzijdon over te laten drukken, wat ech er door dezen, om de daaraan voor hem verbonden kosten, gewei-

gerd werd. verder is hot verloop Uwe Excellentie bekend.

" voor mij is het belangrijkste punt bij de overweging of de heer Douwes Dekker in deze behalve door den --''*-' J ^ door het uitvaardigen van een ondorwijsverbod gestraft moet worden dit. dat hij volkosen.te^:2ador.ï22H» *^e* "'""°"==''f^„

van dit boek, zooala die van andere boekjes on leercuraussen aan den Resident ter beoordeeling heeft doen toekomen en ge- ruimen tijd na de verklaring van dit bestuurshoofd, dat er

geen bezwaar tegen was, dat uit dat boek les zou worden gege- ven, het boek in omloop liet brengen. De heer Tydenan heeft ,

zich kennelijk in de beoordeeling van het manuscript verg.st, om welke reden dan ook. Ken ander wordt voor de gevolgen van die vergissing op zulk een voelbare wijze verantwoordel.,k gesteld. Hier Is naar mijn gevoelen iets in Lxcellentle, da.

niet m orde is en dat niet voldoende onder de aandacht is gebracht. Kaar mijne meening moet hier de volle nadruk op vallen. ... . 4.„„

Ik hoop dat Uwe Excellentie mij deze uiteenzetting ten goede zal .rillen houden. Ik heh het gevoel dat door de genoden beslissing onrecht is gedaan.

Wat den heer Douwes Dekker betreft, erken xk dat hij een uitgesproken revolutiomaaire natuur heeft, maar sedert hij

(27)

I

V f / J

. I t . -

«ich van de politiek heeft afgewend, heeft hij .ich met ijve- ren energie op de ontwildceling van het Ksatrian Instituut toe- gelegd. Op aijn scholen wordt niet aan politiek gedaan, ook voor de leerkrachten ia dit buiten de achool verboden. Een van de oudere jongens die niet voor het lidmaatschap van Indonesia Moeda wilde bedanken, moest het vorige jaar de school verlaten.

De lagere school to iiandoeng i^ volgens het inspectierapport zeer foed. De handelsschool, de B:iddelbare handelsschool, ^oo- als ZB tot voor kort heette,werd door de inspectie van het mid-

delbaar onderwijs beoordeeld als een school var. een eigen ka- rakter, in het geheel niet te vergelijken met de gouvernements Mddelbare handelsschool, maar niet van een mlnderv/aardxg ka-

rakter. De heer Douwes Dekker is voor velen geen sympathieke fiPxtur, maar hij is een man van - 't klinkt wellicht een wei- nir theatraal - ridderlijke opvattingen. Door .ijn sterk re- ( volutionnair temperament is het noodig, vooral op de op de I , scholen gebruikte leeroxiddelen te letten, aamierkingen hxerop

^ aijn noodig gebleken, maar de hem gegeven aanwijzingen volgt hij stipt en een op slinksche wij^e afwijken van wat hij heeft

^ aangenomen en wat hij heeft verklaard, is ten eenenmale uitge-

sloten. _ 1 ' A ' i ^ , ^

Ik hoop dat Uwe J<]xcellentio in het bovenstaaïiae aanlexding moge vinden om deze .aak in nadere overweging te nemen en h^t

door mi1 medegedeelde aan het oordeel van anderen te toetse4.

Ik achtte het mijn plicht een en ander onder de aandacht van

ïïwe Excellentie te brengen. T Met gevoelens van eerbied en hoogachting blijf ik van t/we

Excellentie de dienstwillige dienaar.

(28)

ji

^S2ê£ÏIBi^

B I J S E A. C li h i. & ft -t i . * i- '•••'v^^-1'^0 X V0\KUl'^^.Vi>^

G O U '^

••wnTwcijcai^^j

QO ii'il M B Ï M s s a 2 , J i ^ i i & H B I 2 1 > B i R O i ? O U f i ü :b ü I ï Q Q'u ^ d n A dU

. . . E O . . . B - a . . I H . M . I S B . V O . a . E . X D O . . . . M . I . . '^^ A A a o . B . . G. . . . IC i I B . a

U %f S i) ^ 'i' H o Ü v! D O ü a i. ,u .3 A w

, .„ -, V ,-, .n ,f il 2 A 4 ï 3 'I O i' II B D B! I

B B . D o ü J H S D 2 ••) !/ Cf 'Jl

3.''iidOGrag> 1 lifuupt 1 9 3 7 .

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Le plan est radio-concentrique, avec des quartiers très individualisés, séparés par des axes plantés, de 40 mètres d’emprise, drainés de caniveaux à grand

Les instigateurs de ces discours pensent que l’on doit être prudent dans le travail avec les «assistants techniques» et en affaires avec les capitalistes

• Belemmeringen: integratie dorp buitendijks, de dijk vormt een barrière, buitendijks bouwen met aanleg van een luwtedam verstoort de dynamiek van de zandstromen voor de kust

Het museum heeft zeer dringend behoefte aan een structurele oplos- sing voor het depot, enerzijds om aan de landelijke kwaliteitseisen voor musea van het Museumregister te

In tegenstelling tot de situatie in Nederland zijn de uitkomsten van deze onderhandelingen echter niet bindend voor individuele patiënten en aanbie- ders (de overeenkomsten worden

door Jezus Christus geen erkende grondslag voor een algemene publieke samenleving kan zijn, ben ik het met deze constatering echter wel eens.Afgezien van de zede- lijke en

However, some major differences are discemable: (i) the cmc depends differently on Z due to different descriptions (free energy terms) of the system, (ii) compared for the

In de vzw's die één of meer commissarissen moeten aanstellen, wordt het voorstel tot ontbinding toegelicht in een door het bestuursorgaan opgesteld verslag, dat wordt vermeld in