• No results found

Uit de mest- en mineralenprogramma's : Bemesting en opbrengst van ons productiegrasland

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Uit de mest- en mineralenprogramma's : Bemesting en opbrengst van ons productiegrasland"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Uit de mest- en mineralenprogramma's

Bemesting en opbrengst van ons

productiegrasland

Waarom onderzoek?

Vanaf 2006 heeft ook de Nederlandse boer te maken met gebruiksnormen voor meststoffen. Om die voor grasland vast te kunnen stellen, en in Brussel te kunnen verdedigen, moeten we weten in hoeverre de praktijk erin slaagt stikstof (N) en fosfaat (P2O5) uit meststoffen om te zetten in gewas. Ook is het interessant te weten of het tot nu toe gevoerde mestbeleid (MINAS) daar invloed op heeft gehad.

Gekozen werkwijze

Het onderzoek heeft betrekking op de periode 1998 - 2002. Uit het

Bedrijven-Informatie-Net (BIN) van het LEI werden de bedrijven geselecteerd met overwegend pro-ductiegrasland. Gras is voor een bedrijf een intern product. De netto grasopbrengst kan worden berekend door die als sluitpost van de voederbalans te beschouwen. Als eerste stap wordt de benodigde hoeveelheid voederenergie berekend, op basis van de aantal-len dieren en de behoefte per dier. Als tweede stap wordt de energie in aangekocht voer daarop in mindering gebracht. Dan wordt de opbrengst van de eigen snijmaïs afge-trokken. Die is door de veehouder vrij nauwkeurig te schatten. De resterende behoefte moet zijn gedekt door het grasland. De verdeling van de aldus berekende energieop-brengst over kuilgras en weidegras wordt afgeleid uit het aantal malen dat de percelen gemaaid werden. De energieopbrengst wordt vertaald naar drogestof, N en P2O5 met behulp van de resultaten van de gewasanalyses die in de betreffende jaren door 'Oosterbeek' werden uitgevoerd. De hoeveelheid mest die tijdens beweiding wordt uitge-scheiden (weidemest) is afhankelijk gesteld van de mate van beweiding.

Tabel 1. De verdeling (%) van de melkveebedrijven naar grondsoort en intensiteit (kg melk/ha).

alle 10000 - 14 000 - bedrijven <10000 14000 18000 >18000 klei 30 6 14 7 3 veen 18 3 10 4 0 nat zand 37 6 18 10 3 droog zand 16 2 7 5 3 Totaal 100 17 49 27 8

(2)

Enkele resultaten

De netto opbrengst aan weide- en kuilgras bedraagt gemiddeld 318 kg N en 97 kg fosfaat in 10,4 ton drogestof per ha. Op basis van drogestof wordt 34% van het gras gebruikt voor weidegras. Omdat weidegras eiwitrijker is dan kuilgras is dit op basis van N 40%. De netto opbrengst op droge zandgrond is verrassend hoog. Dat is mogelijk het gevolg van de relatief regenrijke zomers. Bovendien heeft intussen 62% van de bedrijven beregeningsapparatuur. Op droge zandgrond zijn de beweidings- en oogstverliezen in de regel laag. Veengrond heeft relatief lage netto opbrengsten. Er is genoeg water voor groei maar de beweidings- en oogstverliezen zijn vaak hoog.

Tabel 2. Bemesting en netto opbrengst van grasland, gemiddeld over de periode 1998 - 2002

Tussen 1998 en 2002 nam de bemesting met kunstmest af van 277 kg N/ha tot 140 kg. Het mestbeleid (MINAS) liet steeds minder ruimte voor de aankoop van stikstofmest-stoffen, met name op de droge zandgronden. Het lijkt erop dat dit niet ten koste is gegaan van de netto opbrengst aan drogestof. De N-gehalten in de drogestof namen licht af van 3,78% tot 3,63%, in weidegras, en van 3,15% tot 2,97% in kuilgras. Daardoor daalde de N-opbrengst licht. Die daling was veel minder sterk dan de afname van de bemesting, waardoor de omzetting van N in meststoffen naar netto gewas sterk verbeterde.

Tabel 3. De omzetting van N-meststoffen naar opbrengst (netto opbrengst/som meststoffen, als %)

Het onderzoek wordt gepubliceerd als PRI-rapport nr.102: H.F.M. Aarts, C.H.G. Daatselaar en G. Holshof (2005). Bemesting en opbrengst van productiegrasland in Nederland.

Voor meer informatie:

Dr. ir. H.F.M. Aarts Informatieblad 398.73 mei 2005 Plant Research International (PRI) Programma;s 398-I, II, III

Postbus 16, 6700 AA Wageningen Gefinancierd door ministerie LNV Tel. 0317 318159 www.mestenmineralen.nl e-mail: frans.aarts@wur.nl

alle klei veen nat droog

bedrijven zand zand

grasland (ha) 36 39 44 32 27

maïs (ha) 8 7 5 9 10

intensiteit (kg melk/ha) 13.053 12.901 12.293 13.082 14.197 bemesting gras (kg N/ha)

- kunstmest 210 221 192 205 219

- drijfmest 175 166 169 172 203

- weidemest 102 105 105 99 101

- som 487 492 466 476 524

netto opbrenst gras (kg/ha)

- drogestof 10.419 10.322 9.569 10.443 11.503

- N 318 316 295 317 347

- P2O5 97 96 89 97 106

alle nat droog

bedrijven klei veen zand zand

gemiddeld 1998 en 1999 61 60 60 62 62

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Burgers wordt soms zelf gevraagd te investeren in duurzame energie, terwijl ze de voordelen niet direct en persoonlijk ervaren.. Dit leidt er niet alleen toe dat duurzame

In view of the point-like nature of HESS J1741−302 and given the low statistics, the fact that no variability has been observed can not be taken as evidence for disfavoring a

The zenith angles (ZA) and the offsets of the GRB 060602B position from the center of the FoV are shown for each observation period. This includes 1.7 hr preburst, 9 s prompt, and

Die model behels eerstens dat daar 'n diagnostiese assessering gemaak word van studente se basiese funksiekonsepte, hulle studiegewoontes, houdings ten opsigte van die

In the early 1970s, the Human Sciences Research Council (HSRC) explored the possibility of establishing a regional history studies section within the Institute for Historical

Given the short exposure, low flux, steep spectral slope, and degradation of the optical efficiency, a spectrum for 2007 could only be generated with the spectrum cuts ( Aharonian et

The hypothesis of this study 'Public sector procurement in Gauteng Department of Infrastructure Development can contribute immensely to poverty alleviation in the

 dŽĞŬŽŵƐƚƐĐĞŶĂƌŝŽ͛ƐƉĂƚŝģŶƚĞƌǀĂƌŝŶŐĞŶ͕ĚĞĐĞŵďĞƌϮϬϭϳͲsĞƌƐůĂŐ ϲ  ŝƐĐƵƐƐŝĞ