• No results found

De honorering van de huisarts als vrij beroepsbeoefenaar vergeleken met die van de ambtenaar en de werknemer in de gezondheidszorg

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "De honorering van de huisarts als vrij beroepsbeoefenaar vergeleken met die van de ambtenaar en de werknemer in de gezondheidszorg"

Copied!
117
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tilburg University

De honorering van de huisarts als vrij beroepsbeoefenaar vergeleken met die van de

ambtenaar en de werknemer in de gezondheidszorg

Heesters, J.P.

Publication date:

1980

Document Version

Publisher's PDF, also known as Version of record

Link to publication in Tilburg University Research Portal

Citation for published version (APA):

Heesters, J. P. (1980). De honorering van de huisarts als vrij beroepsbeoefenaar vergeleken met die van de

ambtenaar en de werknemer in de gezondheidszorg. (blz. 1-107). (Ter Discussie FEW). Faculteit der

Economische Wetenschappen.

General rights

Copyright and moral rights for the publications made accessible in the public portal are retained by the authors and/or other copyright owners and it is a condition of accessing publications that users recognise and abide by the legal requirements associated with these rights. • Users may download and print one copy of any publication from the public portal for the purpose of private study or research. • You may not further distribute the material or use it for any profit-making activity or commercial gain

• You may freely distribute the URL identifying the publication in the public portal

Take down policy

If you believe that this document breaches copyright please contact us providing details, and we will remove access to the work immediately and investigate your claim.

(2)

CBM

R

7627

1980

97

i~~nyuiiiiiuiuiuiirpiigmi~u~i~

faculteit der economische wetenschappen

REEKS "TER DISCUSSIE"

(3)

Reeks "Ter Discussie"

No. 80.97

Januari 1980

De honorering van de huisarts als vrij

beroepsbeoefenaar vergeleken met die van

de ambtenaar en de werknemer in de

gezondheidszorg

Drs. J.D.Heesters

~ ~~

~~~~ t~y.-~ ~..e~~~`~

~

`.;..~ ~t- fi~? ,~

(4)

1

-H.1. DE HONORERING VAN DE AMBTENAAR (A). gl. Algemeen.

Bij de berekening van het netto inkomen van de ambtenaar zijn de volgende compo-nenten van belang:

(1) honorarium hA

(2) werknemersdeel pensioenpremie pA (3) tegemoetkoming ziektekosten zA

(4) kindertoelage kA

(5) inkomen vóór belasting yp, - hA - pA } zA } kA

(6) inkomstenbelasting bA

(7) inkomen na belasting xp~ - hA - PA f zA t kA - bA ad (1). Honorarium: hA

De omvang hiervan is afhankelijk van de inschaling (schaal f aantal perio-dieken) in het rangenstelsel van het Bezoldigingsbesluit Burgerlijke

Rijksambtenaren (B.B.B.R.A.).

Het hier te vermelden bedrag is inclusief vakantietoeslag.l)

ad (2). Werknemersdeel pensioenpremie: p

-- A

Voor de ambtenaar geldt het A.B.P.-pensioen. Het werknemersaandeel in de premie bedraagt pA - 0,117 (hA-fA), waarbij fA de franchise is; dit bedrag wordt regelmatig aan de loonontwikkeling aangepast.

ad (3). Tegemoetkoming ziektekosten: zA

Voor de ambtenaar geldt de zgn. "Interimregeling Ziektekosten voor Ambte-naren". Deze voorziet in een netto uitkering, waarvan de hoogte afhanke-lijk ís van huweafhanke-lijkse staat en gezinssamenstelling. Het bijbehorende bruto bedrag (zA) wordt gevonden door de netto uitkering te vermenigvul-digen met de factor llj, waarbij j- het relevante marginale belastingta-rief volgens de "Blauwe Tabel voor Bijzondere Beloningen".

De zgn. 5~-regeling voor ambtenaren laten we hier buiten beschouwing. ad (4). Kindertoelage: kA

Het bedrag is afhankelijk van het aantal kinderen en belastingvrij.

ad (5). Inkomen vóór belasting: yA

yA - hA - pA t zA ~ kA - hA - 0,117 (hA-fA) - 0,883hA t 0,117fA t zA f kA

(5)

ad (6). Inkomstenbelasting: bA

Het belastbaar inkomen is yA - kA - 0,883hA t 0,117fA t zA

Met behulp vaa de inkomstenbelasting-tabel kan de verschuldigde inkomsten-belasting worden berekend, nadat rekening is gehouden met een aftrek

in-gevolge het reiskostenforfait en de zgn. 4~-regeling en van een belasting-vrije som.

ad (7). Netto inkomen na belasting: xA

xA - yA - bA - 0,883hA t 0,117fA t zA ~ kA - bA

~2. De honorering van de ambtenaar in 1977. (1) Honorarium: hA

In bijlage 1 is een overzicht opgenomen van een aantal B.B.B.R.A.-schalen. De vermelde bedragen zijn op jaarbasis en inclusief Sg vakantietoeslag.l)

(2) Pensioenpremie: pA

fA bedraagt voor 1977: 15533 -~ pA - 0,117hA - 1817.

(3) Tegemoetkoming ziektekosten: zA

Voor een gehuwde ambtenaar zonder kinderen ~ 16 jaar gold voor 1977 een netto uitkering van 1294 i: zA - i?~4; j i s afhankelijk van QA76.

QA76 - belastbaar inkomen 1976 f AOW-premie 1976 voor rekening werkgever.

-~ QA76 - 0,883hA76 ~ 0,117fA76 ~,zÁ76 f AOW~76

waarbij: hA76 - 0,93877ha77 ( afgeleid uit werkelijke stijging BBBRA-schalen

in bijlage 1)2) fA76 -14564 zá76 -1229 . 1'76 1-~ AOi4~ 76 - 4236 '76 '77

j - j - j (vereenvoudigende veronderstelling; de inhaerente

Q'76 ~ A

fout is minimaal) - 0,82893hA77 t li2j t 5940.

Tot slot een uittreksel van de "Blauwe Tabel voor Bijzondere Beloningen".

1) Bij de berekening van de vakantietoeslag is verondersteld, dat er geen sprake is geweest van periodieke verhogingen.

(6)

3

-Gehuwd, 0 kinderen (AO) Gehuwd, 2 kinderen (A2)

j - 0,32 29000 ~ QA76 ~ 41100 30900 ~ Q 76 ~ 42900 0 A 2 j - 0,40 41100 ~ Q~76 ~- AO 51300 42900 ~ Q~76 ~- A2 53000 j - 0,50 51300 ~ Q~76 ~- AO 66900 53000 -~ Q~76 ~A2 68600 j - 0,59 66900 ~ Q~76 ~- AO 86900 68600 ~ Q~76 ~- A2 88600 j- 0,64 86900 ~ Q~76 ~ 109300- AO 88600 ~ Q~76 ~ 110900- A2 j- 0,67 109300 ~ Q~76 ~ - AO 136800 110900 ~ Q~76 ~ 138500- A2 (4) Kindertoelage: kA

In 1977 bij 0 kinderen (kA ): 0; bij 2 kinderen (kA ): 1931.

0 2

(5) Inkomen voor belastíng: yA

y- 0,883hA t 0,117fA t zA t kA - 0,883hA f 1817 f 1i9~ t kAA

waarbij j volgt uit de tabel als functie van hA77 (-hA)

kA afhankelijk is van de gezinssamenstelling (AO of A2) (6) Inkomstenbelasting: bA

Deze is afhankelijk van het belastbaar inkomen (yA-kA) te verminderen met nA, waarbij nA - reiskostenforfait t 4~ regeling t belastingvrije som

nA - 200 f 800 t 9083 - 10083; n - 200 f 800 f 10564 - 11564.

0 A2

Uit de IB-tabel is af te leiden:

als 12996 ~ yA-kA-nA ~ 22563 ; bA - 3028 f 0,32 (yA-kA-nA-12996) " 22563 ~ yA-kA-nA ~ 31439 -. bA - 6039 f 0,40 (yA-kA-nA-22563) " 31439 ~ yA-kA-nA ~ 45472 -~ bA - 9639 t 0,50 (yA-kA-nA-31439) " 45472 ~ yA-kÁ nA ~ 63485 -~ bA - 16655 f 0,59 (yA-kA-nA-45472) " 63485 ~ yA-kA-nA ~ 83622 -. bA - 27282 t 0,64 (yA-kA-nA-63485) " 83622 ~ yA-kA-nA ~ 108406 -, bA - 40169 t 0,67 (YA-kA-nA-83622)

(7) Netto inkomen na belastin . xA - yA-bA

AO (gehuwd, 0 kinderen)

xA - yA - bA - 0,883 hA t 1817 f i294 - b

(7)

waarbij j0 - 0,32 als 25639 ~ hA ~ 40236 1) 2) 0 0,40 als 39945 ~ hA ~ 52250 0 0,50 als 51700 ~ hA ~ 70499 0 0,59 als 69849 ~ hA ~ 93951 0 0,64 als 93449 ~ hA ~ 120443 0 0,67 als 120068 ~ hA ~ 153207 0

waarbij bA - 0,32 (0,883 hA t i294) - 3775 als

0 0 ~0 0,40 ( " " ) - 6243 " 0,50 ( " " ) - 10214 " 0,59 ( " " ) - 15050 " 0,64 ( " " ) - 18639 " 0,67 ( " " ) - 21396 " 24079 ~ hA t 1i6~'S ~ 349141) 0 0 34914 ~ " " ~ 44966 44966 ~ 60858 ~ 81258 ~ 104063 ~ „

Substittitie van de voor j0 en bA gevonden waarden in de uitgangsvergelijking

AO A0.

geeft de volgende relatie tussenOx en h

x - 0,60044 h f 6886 als 25638 ~ h ~ 32759 AO AO AO -0,52980 h t 9202 " 32759 ~ h ~ 40235 AO AO -0,52980 h t 9354 " 39944 ~ h ~ 42523 AO AO -0,44150 hAO t 13109 " 42523 ~ hAO -~ 52249 0,44150 hAO t 13325 " 51699 ~ hAO -~ 57927 0,36203 hAO t 17928 " 57927 ~ hAO -~ 70498 0,36203 hAO t 18161 " 69848 ~ hAO -~ 77684 0,31788 hA t 21592 " 77684 ~ hA ~ 93950 0 p 0,31788 h t 21750 " 93448 ~ h ~ 99992 AO AO -0,29139 hAO t 24399 " 99992 ~ hAO -~ 120442 0,29139 hAO t 24507 " 120067 ~ hAO -~ 127690 A2 (gehuwd, 2 kinderen)

xA - yA -bA - 0,883hA t 1817 t i294 t 1931-bA

2 2 2 2 ~2 2

1) 2)

1) Toelichting op de berekeningswijze in bijlage 2.

(8)

5 -waarbij j2 waarbij bA -2 0,32 als 27931 0,40 als 42117 0,50 als 53807 0,59 als 71976 0,64 als 95602 0,67 als 122129 0,32 (0,883hA 0,40 ( "

Substitutie van de voor j2

~

de volgende relatie tussen xA2 en hA2'1)

xA - 0,60044 hA t 9292 als 27930 ~ hA ~ 34436 2 2 2 0,52980 hA t 11725 " 2 0,52980 hA f 11877 " 2 0,44150 hA f 15780 " 2 0,44150 hA t 15996 " 2 0,36203 hA t 20734 '~ 2 0,36203 hA t 20967 " 2 0,31788 hA t 24470 " 2 0,31738 hA f 24628 " 2 34436 ~ hA ~ 42407 2 42116 ~ hA ~ 44200 2 44200 ~ hA ~ 54300 2 53806 ~ hA ~ 59605 2 59605 ~ hA ~ 72625 2 71975 ~ hA ~ 79361 2 79361 ~ hA ~ 96102 2 95601 ~ hA ~ 101670 2 0,29139 hA f 27323 " 101670 ~ hA ~ 122503 2 2 0,29139 hA f 27431 " 122128 ~ hA ~ 129368 2 2

Opmerking: yedeeltelijke overlappingen van de intervallen.

De relatie tussen xA en hA is afhankelijk van het interval waarin hA valt. De

in-tervallen overlappen elkaar i n zeer geringe mate en i n dat geval is er sprake van

een zekere tegenstrijdigheid. Zmmers als de intervallen elkaar overlappen zijn bij een gegeven xA -~ 2 waarden voor hA mogelijk: een hoge en een lage. Kiest men voor

de hoge waarde van hA, dan klopt de rekensom alleen als men de lage waarde voor

j neemt en v.v. Dit negatieve verband is in tegenspraak met het positieve verband

tussen hA en j zoals uit de "Blauwe Tabel" op pag. 3 valt af te leiden.

Omdat het hier 4 erg kleine intervallen betreft volstaan we met deze tegenstrijdig-heid te constateren. ~ hA ~ 42408 2 ~ hA ~ 54301 2 ~ hA ~ 72626 2 ~ hA ~ 96103 2 ~ hA ~ 122504 2 ~ hA ~ 155424 2 } 1294)-4250 als 2 1-J2 " )- 6835 " )- 10954 )- 15925 )- 19586 )- 22388 25757 36591 46643 62536 829 35 105741 hA2 f 1465,5 1-j2 ~~ ~~ ~ 36591 ~ 46643 ~ 62536 ~ 82935 ~ 105741 ~ 133809

en bA gevonden waarden in de uitgangsvergelíjking geeft

(9)

H.2. DE HONORERING VAN DE WERKNEMER (B) IN DE GEZONDHEIDSZORG. 41. Algemeen.

Bij de berekening van het netto-inkomen van de werknemer zijn de volgende compo-nenten van belang:

(1) honorarium hB

(2) werknemersdeel pensioenpremie PB (3) werknemersdeel sociale lasten sB (4) tegemoetkoming ziektekosten zB

(5) kinderbijslag kB

(6) inkomen vóór belasting yB - hB-pB-sB t zB t kB

(7) inkomstenbelasting bB

(8) inkomen na belasting xB - hB-pB-sB t zB t kB-bB

Voor wat betreft de secundaire arbeidsvoorwaarden wordt aangesloten op de C.A.O.-Ziekenhuiswezen, tenzij, zoals in 43, het tegendeel duidelijk wqrdt aangegeven.

ad (1) Honorarium: hB

Het hier te vermelden bedrag is inclusief vakantietoeslag, kerstgratifica-tie e.d.

ad (2) Werknemersdeel pensioenpremíe: p

B

We gaan uit van de cijfers van het Pensioenfonds voor de Gezondheidszorg, Geestelijke- en Maatschappelijke Belangen (P.G.G.M.). Het werknemersaan-deel in de premie bedraagt pB - 0,117 (kB-fB), waarbij fB de franchise is; dit bedrag wordt regelmatig aan de loonontwikkeling aangepast.

ad (3) Werknemerscleel sociale lasten.

De werknemer moet de volledige A.O.W.~A.W.W.-premie opbrengen en het werk-nemersdeel in de premies voor de werknemersverzekeringen W.W., Z.W. en W.A.O. In de C.A.O.-Ziekenhuiswezen is sprake van een addítionele wacht-geldregeling. De kosten hiervan zijn voor de werkgever.

ad (4) Tegemoetkoming ziektekosten: zB

De regeling die is getroffen krachtens de C.A.O.-Ziekenhuiswezen, geldt

pas m.i.v. 1-1-1978. Voor 1977 is voor de ziekenhuizen een andere,

duide-lijk slechtere, regeling van kracht.

ad (5) Kinderbijslag: kB

Het bedrag is afhankelijk van het aantal kinderen en belastingvrij. ad (6) -nkomen vóór belasting: yB

(10)

7

-ad (7) Inkomstenbelasting: bB

Het belastbaar inkomen is yB - kB - 0,883 hB } 0,117 fB - sB t zB

Nadat rekening is gehouden met aftrek ingevolge het reiskostenforfait en de zgn. 4~-regeling en de belastingvrije som kan m.b.v. de inkomsten-belasting-tabel de verschuldigde inkomstenbelasting worden berekend. ad (8) Netto inkomen na belasting: xB

xB - yB - bB - 0,883 hB t 0,117 fB - sB f zB t kB - bB

42. De honorering van de werknemer i n de gezondheidszorg in 1977. (1) Honorarium: hB

Het hier te vermelden jaarhonorarium is afhankelijk van de inschaling, toe-slagen e.d.

(2) Pensioenpremie: pB

fB bedraagt voor 1977: 17118 -~ pB - 0,117 hB - 2003

(3) Werknemersdeel sociale lasten: sBl)

A.O.W. en A.W.W. 0,104 t 0,015 over (hB-pB) - 0,1058hB t 238 doch maximaal 0,119 over 38800 (premiegrens) - 4617.

W.W., Z.W., W.A.O. (0,0044 f 0,01 f 0,0365) (hB-pB) - 0,0365(3640)-0,0~4494hB - 31 doch maximaal 0,0509 over 51220(premiegrens)-133 - 2474.

Kort-samengevato

-~ als - 1) ~(hB-pB) ~ 38.800 -~ 336511) ~ hB ~ 41673 geldt sB - 0,15002hBt207

i als 38800 ~(hB-pB) ~ 51.220 -~ 41673 ~ hB ~ 55738 " s~ - 0,04494hBt4586 -~ als 51220 ~(hB-pB) -. 55738 ~ hB " sB - 7091

(4) Tegemoetkoming ziektekosten: zBl)

De regeling die tot 1-1-1978 voor de ziekenhuizen geldt voorziet bij een ver-zekering volgens klasse II.A (kinderen klasse III) in een vergoeding van zB (gehuwd, 0 kinderen)- 1152 resp. zB (gehuwd, 2 kinderen) - 1555.

0 2

(5) Kinderbijslag: kB

In 1977 bij 0 kinderen ( kB )-0, bij 2 kinderen ( kB )- 1909.

0 2

(11)

yB - 0,883 hB t 2003 - sB f zB f kB

waarbij sB - afhankelijk van de omvang van hB (zie (3)).

zB,kB - gegeven, afhankelijk van de gezinssamenstelling (BO of B2)

(7) Znkomstenbelasting: bB

Deze is afhankelijk van het belastbaar inkomen yB - kB, te verminderen met r~ waarbij nB - reiskostenforfait t 4B-regeling t belastingvrije som

n - n - 100831); n - n - 115641)

BO AO B2 A2

De uit de I.B.-tabel af te leiden relaties zijn hetzelfde als voor de ambte-naar.(zie pag.3 onder (6) waarbij voor yÁk~ nA dient te worden gelezen YB kB-nB)

(8) Netto inkomen na belasting: xB xB - yB-bB BO (Gehuwd, 0 kinderen) - y xB0 BO- BO xBO - 0,883 hBO f 2003 - sBO t 1152 - bBO waarbij sB - 0,15002 hB t 207 als 33651 ~ hB ~ 41673 0 0 0 - 0,04494 hBO t 4586 als 41673 ~ h- BO ~ 55738 - 7091 als 55738 ~ hB 0 waarbij bBO - 0,32 ( 0,883 h - s )- 3348 als 22564 ~ h - 1,1325 s ~ 333991) BO BO BO BO -- 0,40 ( " - " ) - 5707 " 33399 ~ " " ~ 43451 - 0,50 ( " - " ) - 9545 " 43451 ~ - 0,59 ( " - " ) - 14261 " 59343 ~ - 0,64 ( " - " ) - 17782 " 79743 ~ ~ 59343 ~ 79743 ~ 102548 ~ 142035 - 0,67 ( - " ) - 20500 " 102598 ~ ~~ ~~

(12)

9

-Substitutie van de voor sB en bB gevonden waarden in de uitgangsvergelijking

0 0

geeft de volgende relatie tussen xBO en hB0.

xB - 0,49843 hB f 6362 als 0 0 - 0,43979 hB t 8738 0 - 0,50284 hB t 6110 0 - 0,41903 hB t 10407 0 - 0,44150 hB t 9154 0 - 0,36203 hB t 14509 0 - 0,31788 hB f 18385 0 - 0,29139 hB t 21314 0 B2 (Gehuwd, 2 kinderen). - y xB2 B2 - B2 m 33650 ~ hB ~ 40517 0 40517 ~ hB ~ 41672 0 41672 ~ hB ~ 51253 0 51253 ~ hB ~ 55737 0 55737 ~ hB ~ 67374 0 67374 ~ hB ~ 87774 0 87774 ~ hB ~ 110579 0 110579 ~ hB ~ 138647 0 xB - 0,883 hB f 2003 - sB t 1555 t 1909 - b~ 2 2 2 Z. waarbij sB2 - 0,15002 hB2 f 207 als 33651 ~ h- B2 ~ 41673 - 0,04994 hB t 4586 als 41673 ~ hB ~ 55738 - 7091 waarbij 2 2 als 55738 ~ hB 2 b - 0,32 (0,883 h-s )- 3693 als 23785 ~ h - 1,1325 s ~ 34620 B2 B2 B2 B2 B2 -0,40 ( " " ) - 6138 " 34620 ~ " " ~ 44672 0,50 ( " " ) - 10084 " 44672 ~ ~ 60564 0,59 ( " " ) - 14897 " 60564 ~ " " ~ 80964 0,64 ( " " ) - 18472 " 80964 ~ " " ~ 103769 0,67 ( " " 1- 21222 " 103769 ~ " " ~ 143256

(13)

Substitutie van de voor sB en bB gevonden waarden in de uitgangsvergelijking 2 2

geeft de volgende relatie tussen xB en hB . 2 2 x - 0,49843 h ~- 9019 als 33650 ~ h ~ 41672 B2 B2 B2 -- 0,56988 hB f 6042 " 41672 ~ hB ~ 41949 2 2 - 0,50284 h t 8853 " 41949 ~ h ~ 52539 B2 B2 -- 0,41903 h t 13258 " 52539 ~ h ~ 55737 B2 B2 -- 0,44150 hB f 12005 " 55737 ~ hB ~ 68595 2 ~ - 0,362G3 hB2 f 17457 " 68595 ~ hB2 -~ 88995 - 0,31788 h f 21386 " 88995 ~ h ~ 111800 B2 B2 -- 0,29139 hB2 f 24349 " 111800 ~ hB2 -~ 151287 l

43. De honorering van de huisarts als werknemer volgens de richtlijnen van de Landelijke Vereniging van Artsen in Dienstverband (L.A.D.)

De L.A.D.-richtlijnen voor 1977 voor het vaststellen van salarissen voor huisartsen i n dienstverband

(Voor de berekening van de hier genoemde bedragen zij verwezen naar bijlage 3 (pag. 83-2))

Voor 1977 adviseert de L.A.D. voor de huisarts in dienstverband een aanvangs-salaris van 71215 (inclusief een toelage van 3680 voor deskundigheid in de huisartsengeneeskunde). Middels een jaarlijkse periodieke verhoging van 2539 dient dient de huisarts "tenminste" een salaris te bereiken van 86441 (eveneens

inclusief de deskundigheidstoelage).

Onder de richtlijnen vallen voorts de voorwaarden, vervat in de modei-arbeids-overeenkomst van de L.A.D. voor huisartsen in dienstverband (bijlage 15). Voor de honorering zijn m.n. van belang de artikelen 6, 7, 9, 10, 11 en 18. De be-langrijkste nunten zullen we hieronder nader bekijken, waarbij m.n. wordt gelet op de toenassingsmogelijkheid van de eerder in dit hoofdstuk beschreven relaties voor de werknemer in de gezondheidszorg.

(1) A.O.W.- en A.W.W.-nremie zijn voor rekening werkgever

(2) Qercentage en berekeningsgrondslag vakantietoeslag als geldt voor rijks-ambtenaren

(3) 30 vakantiedagen ner jaar

(4) pensioen overeenkomstig de grondslagen die gelden voor P.G.G.M.

(5) 50~ van de ziektekostenverzekeringsAremie (tot maximaal klasse IIA) is voor rekening van de werkgever

(6) bij arbeidsongeschiktheid bestaat recht op een uitkering van 1~ jaar 100~ en l~ jaar 808 van salaris en toeslagen. Het invaliditeitspensioen P.G.G.M. dient op deze uitkeringen in mindering te worden gebracht.

(14)

11

-(1) t~m ( 3) liggen binnen de sfeer van het honorarium (hB) en tasten daarom

de toenassingsmogelijkheid van de eerder in dit hoofdstuk beschreven relaties niet aan.

ad (1) De "A.O.W.-comoensatie" beschouwen we als een onderdeel van het honorarium, d.w.z. dat deze meetelt als pensioengrondsl.ag.

ad (2) Dit houdt in dat de vakantietoeslag ook over de kinderbijslag dient te worden berekend. Ingeval van 2 kinderen betekent zulks een verhoging van het honorarium met 145 (zie bijlage 3).

ad (3) Het aantal vakantiedagen ingevolge de C.A.O.-Ziekenhuiswezen - in 51 en 2

voor de secundaire arbeidsvoorwaarden als uitgangspunt genomen - is als

volgt:

leeftijd aantal ~rakantiedagen

20-44 jr 24

45-49 jr 26

50-54 jr 28

55-60 jr 30

~60 jr 34

Nemen we als wegingsfactor het aantal huisartsen per leeftijdsklasse per 1-1-1977, zoals blijkt uit de huisartsenregistratie van het N.H.I., dan komen we bij een regeling als geldt ingevolge de C.A.O.-Ziekenhuiswezen uit on een gewogen ge-middelde van 26,56 dagen.l) De huisarts in dienstverband die werkt volgens de L.A.D.-regeling werkt derhalve 3,44 dagen (- 1,58) minder. We verhogen het honorarium daarom met 1,5~ (de werknemer die onder de C.A.O.-Ziekenhuiswezen

valt moet n.l. voor eenzelfde vakantieperiode 3,44 dagen onbetaald verlof op-nemen).

ad (4) Conform de uitgangsnunten i n 41 en 2.

ad (5) In 41 en 2 is terzake uitgegaan van de regeling die voor 1977 gold in-gevolge de C.A.O.-Ziekenhuiswezen bij een verzekering volgens klasse IIA. Het verschil tussen beide regelingen is minimaal.

ad (6) Aangenomen dat de ge~ percentages betrekking hebben op volledige in-validiteit wijkt de regeling nauwelijks af van de regelingen die de

mees-te C.A.O.'s in deze bedrijfstak hebben. De regeling ingevolge de C.A.O.-Ziekenhuiswezen is anders,maar in termen van nremie is het verschil mini-maal.

ad (7) De wachtregeling is oo sommige punten beter (b.v. minimale duur van 1 jaar, hoogte van de uitkerinq bij langere duur), op sommige punten slechter

(15)

(b.v. maximum termijn van 3 jaar) dan de regeling ingevolge de C.A.O.-Ziekenhuiswezen. Kwantificering van deze verschillen is niet mogelijk. Net als bij de vergelijking tussen de verschillende honoreringssystemen

(hoofdstuk 3, 5 en 6i wordt ook hier voor een afwijkende wachtgeldrege-ling geen correctie toegepast.

Conclusie is, dat de in 41 en 2 beschreven relaties voor de werknemer in de gezonci-heidszorg ook kunnen worden toegepast voor de huisarts als werknemer die wordt gehonoreerd volgens de L.A.D.-richtlijnen.

Zoals in bijlage 3 is becijferd komen de richtlijnen inclusief toeslagen en na correctie voor A.O.W.-compensatie, afwijkend aantal vakantiedagen en vakantie-toeslag over kinderbijslag, neer op een aanvangshonorarium van hB - 82646 resp. hg2 - 32791 terwijl "tenminste een honorarium moet worden bereikt"0 van hB0

(16)

13

-H.3. VERGELIJKING VAN DE HONORERING VAN DE AMBTENAAR EN DE WERKNEMER.

gl. Inleiding.

In dit hoofdstuk worden de honorering van de ambter.aar en de werknemer met el-kaar vergeleken. De beide honoreringsvormen kunnen aan elel-kaar worden gekoppeld via een doelstellingsfunctie. Als doelstellingsfunctie wordt hier gekozen voor een gelijke netto situatie:

"Uitgaande van een gelijkheid van het netto inkomen na belasting, hoe verhouden zich dan de honoraria als we als nevenvoorwaarde stellen, dat de "sociale ze-kerheid" bij benadering op hetzelfde niveau is gebracht".

g2. Vergelijking van de "sociale zekerheid" van de ambtenaar en de werknemer in de gezondheidszorg, en de daaruit voortvloeiende correcties.

a

Pensioenen-In bijlage 4 is weergegeven hoe het ouderdoms-, het weduwen- en wezen- en het invaliditeitspensioen voor de ambtenaar wordt opgebouwd.

De P.G.G.M-regeling, welke geldt voor de werknemer in de gezondheidszorg,voor-ziet in een ouderdoms- en weduwen- en wezenpensioen dat - gegeven de pensioen-grondslag - nagenoeg hetzelfde is als dat voor de ambtenaar.

Het invaliditeitspensioen van P.G.G.M.1) wijkt sterk af van dat van de ambtenaar, doch als men dit combineert met het invaliditeitspensioen ingevolge de sociale verzekering (Z.W., A.A.W., W.A.O.) en de aanvullingen die de werkgever ingevolge de C.A.O.-Ziekenhuiswezen dient te geven2j dan is het verschil tussen de inva-liditeitsvoorziening voor de werknemer in de gezondheidszorg en de ambtenaar - gegeven de pensioengrondslag - minimaal.

In bijlage 4 is de invaliditeitsvoorziening voor de werknemer in de gezondsheids-zorg nader uítgewerkt.

De pensioengrondslag wordt door ons gelijkgesteld aan het honorarium (h of h) m.a.w. we veronderstellen dat er geen sprake is van periodieke verhogingen.3)B Verderop zal blijken, dat als de werknemer in de gezondheidszorg een even hoog netto inkomen na belasting wil hebben als de ambtenaar (xB - xA}, hij een be-duidend hoger honorarium moet hebben (hB ~ hA).

Gezien onze veronderstelling betekent dit hogere honorarium een hogere pensioen-grondslag.

Nu is bij de doelstellingsfunctie als nevenvoorwaarde gesteld, dat de "sociale zekerheid" bij benadering op hetzelfde niveau moet zijn gebracht. Daarom dient de pensioenpremie die de werknemer betaalt, voorzover deze dient om een hoger pensioen op te bouwen dan dat van de ambtenaar waarmee vergeleken wordt, voor de vergelijking niet op het inkomen in mindering te worden gebracht.

1)P.~.G.M. kent ook een premievrijstellingsregeling bij invaliditeit.

2) Ook voor de ambtenaar geldt zo'n aanvullende regeling (zie bijlage 4) 3) Deze veronderstelling is reeds gemaakt in H.1. bij de berekening van de

(17)
(18)

15

-M.a.w. op het inkomen dient niet in mindering te worden gebracht pB - 0,117 hB-2003 maar 0,117 hA - hB-2003. Daarom dient voor de vergelijking het netto inkomen

na belasting voor de werknemer te worden verhoogd met een pensioencorrectie

cB -(1-S) 0,117 (hB-hA) waarbij S- relevante marginale I B-quote. De doelstellingsfunctie luidt daarom niet xA - xB maar xA - xB t cB.

SbL-Wachtgeldregeling-In bijlage 4 zijn opgenomen:

- de wachtgeldregeling voor ambtenaren

- de wachtgeldregeling (W.W, en additionele regeling) welke geldt voor een werk-nemer die valt onder de C.A.O.-Ziekenhuiswezen

- een vergelijking van beide regelingen.

Zowel wat betreft de duur als wat betreft de hoogte van de uitkering moet worden geoordeeld, dat de wachtgeldregeling voor de ambtenaar wat beter is. Het verschil

tussen de regelingen laat zich echter niet in een geldbedrag uitdrukken. 43. De relatie tussen het honorarium van de ambtenaar (hA) en van de werknemer

(hB) bij gelijkheid van het netto inkomen na belastin (na pensioencorrectie) Gehuwd, 0 kinderen

doelstellingsfunctie: xAO - xBO f cBO waarbij cBO -(1-S) 0,117 (hBO-hAO). Substitutie voor xA en xB van de in hoofdstuk 1 resp. 2 berekende relatie tot

0 0

hA resp. hB geeft de volgende relatie tussen h en h

0 0 AO B0. hB - 1,17649 hA t 907 0 0 - 1,05427 hA f 4914 0 - 1,17649 hA f 910 0 - 1,04705 hA t 5396 0 als 27831 c hA c 32759 0 als 32759 c hA c 33770 0 als 33665 c hA c 34647 0 -als 34647 c h c 40235 - 1,04705 hA f 5661 als 0 - 0,89296 hA t 12214 als 0 - 1,04705 hA t 5658 als 0 - 1,00000 hA t 7910 als 0 - 1,00000 hA f 8342 als 0 - 0,84106 hA f 17548 al.s 0 - 1,00000 hA t 8339 als 0 - 1,00000 hA f 8907 als 0 - 0,89232 hA t 17276 als 0 - 1,00000 hA f 8908 als 0 - 1,00000 hA t 9347 als 0 - 0,92642 hA t 16706 als 0 - 1,00000 hA t 9348 als 0 - 1,00000 hA t 9676 als 0 AO -39944 c hA ~ 42523 0 42523 c hA c 43719 0 43 546 c hA c 47828 0 47828 c hA c 52249 0 51699 c hA c 57927 0 57927 c hA c 59242 0 59035 c hA c 70498 0 69848 c hA c 77684 0 77684 c hA c 79005 0 78866 c hA c 93950 0 93448 c hA c 99992 0 99992 c hA c 101329 0 101231 c hA c 120442 0 -120067 c hA c 127690 0

(19)

30 40 50 60 7b X ~

~-~0~0 ;

r7

(20)

17

-In grafiek 1 op pag. 14 is de relatie tussen hA resp. hB en xA - xB f cB

grafisch weergegeven. 0 0 0 0 0

Gehuwd, 2 kinderen.

doelstellingsfunctie: xA - xB t cB , waarbij cB -(1-S) 0,117 (hB -hA )

2 2 2 2 2 2

Substitutie voor xA en xB van de in hoofdstuk 1 resp. 2 berekende relatie

2 2 1)

tot hA resp. hB geeft de volgende relatie tussen hA en hB .

2 2 2 2 hB2 - 1,17649 hA2 f 472 als 28201 ` hA 2 ~ 3443b ~ 35086 ~ 353d1 ~ 42407 ~ 44200 ~ 45300 ~ 45188 ~ 54300 ~ 59605 - 1,05427 hA t 4682 als 34436 2 - 0,93829 hA t 8751 als 35086 2 - 1,04705 hA t 5012 als 35277 2 - 1,04705 hA t 5277 als 42116 2 - 0,89296 hA t 12088 als 44200 2 - 1,04705 hA f 5281 als 45134 2 - 1.00000 hA f 7550 als 48188 2 - 1.00000 hA f 7982 als 53806 2 ` hA 2 ` hA 2 ` hA ` hA 2 ` hA2 ` hA 2 ` hA 2 - 0,84106 hA2 t 17458 als 59605 ~ hA2 -~ - 1,00000 hA t 7993 als 60801 2 - 1,00000 hA t 8561 als 71975 2 ` hA2 ` hA2 60801 c 72625 ~ 79361 80565 96102 101670 - 0,89232 hA2 t 17105 als 79361 ~ hA2 -~ - 1,00000 h f 8567 als 80565 ~ h ~ A2 A2 -- 1,00000 h f 9006 als 95601 ~ h ~ A2 A2 -- 0,92642 hA t 16492 als 101670 2 - 1,00000 hA t 9012 als 102878 2 - 1,00000 hA t 9339 als 122128 2 ` hA 2 ` hA 2 ` hA 2 ~ 102878 ~ 122503 ~ 129368

In grafiek 2 op pag. 16 is de relatie tussen h resp. h en x - x f c

grafisch weergegeven. A2 B2 A2 B2 B2

44. Vergelijking van de honorering van de huisarts als werknemer volgens de richtlijnen van de Landelijke Verenigin van Artsen in Dienstverband met die van de ambtenaar.

In hoofdstuk 2, 43 is becijferd dat de L.A.D.-richtlíjnen voor de huisarts als werknemer voor 1977,rekening houdend met A.O.W.~A.W.W.-compensatie, een toeslag van 1,5~ i.v.m. meer vakantiedagen en vakantietoeslag over kinderbijslag uit-komen op:

(21)

"aanvangshonorarium" hBO - 82696; hB2 - 82791

"tenminste te bereiken honorarium"hBO - 99256; hB2 - 99401

Via de in 43 afgeleide relaties tussen hA en hB i s eenvoudig te berekenen met welk ambtenarenhonorarium d?ze honoraria moeten worden vergeleken.

L.A.D. richtlijn Vergelijkbaar ambtenarenhonorarium "aanvangshonorarium"hB : 82646 h: A 73739 (schaal 151.0 - 0,7~) 1 O O h: 82791 h: A 74230 (schaal 151.0 - 0,3~) B2 2 "tenminste te be- h: 99256 h: A 90348 (schaal 151.7 - 1,1~) reiken honorarium" BO O hB : 99401 hA : 90835 (schaal 151.7 - 0,7~) I ' ---~ ~ 2

zowel het"aanvangshonorarium; als het"tenminste te bereiken honorarium"komen uit or.der het maximum van schaal 151, welk honorarium door de Commissie Van der Ven als uitgangspunt werd genomen voor de huisartsenhonorering.

(22)

19

-Hoofdstuk 4. De honorering van de huisarts als vrije beroepsbeoefenaar (C) gl. Algemeen

Bij de berekening van het netto inkomen van de vrij~~ beroepsbeoefenaar, zijn de volgende componenten van belang:

(1) honorarium (2) pensioenpremie (3) sociale lasten hC pC sC (4) inkomen vóór belasting yC - hC - pC - sC (5) inkomstenbelasting bC (6) inkomen na belasting xC - hC - pC - sC - bC ad (1) honorarium: h~

Onder honorarium wordt verstaan het bruto praktijkinkomen ("de omzet") vermin-derd met de praktijkkosten. Het bedrag bevat dus nog allerlei persoonlijke ver-plichtingen zoals pensioenpremie, sociale lasten en inkomstenbelasting.

De honorering van de vrijgevestigde huisarts geschiedt voor wat betreft de zie-kenfondspatiënten op basis van een (bruto) abonnementshonorarium. In bijlage 6 wordt deze honorering in het kort uiteengezet. Wat betreft de overige patiënten is er sprake van een honorarium per verrichting. We gaan in dit en

de volgende hoofdstukken uit van de veronderstelling dat de vrijgevestigde huisarts voor de niet-ziekenfondspatiënten per jaar evenveel ontvangt als voor de ziekenfondspatiënten. Voorts wordt verondersteld, dat de werkelijke praktijk-kosten gelijk zijn aan de vergoeding die de huisarts daarvoor ontvangt middels het kostendeel van het bruto praktijkinkomen.l)

ad (2)

pensioenpremie:pC-De vrijgevestigde huisarts is verplicht om tot een bepaald bedrag deel te nemen in de Stichting Pensioenfonds voor Huisartsen(S.P.H.). De hoogte van de ver-plichte deelname is afhankelijk van de omvang van het bruto praktijkinkomen. Daarnaast bestaat er de mogelijkheid om bij S.P.H. op vrijwillige basis een aanvullende pensioenverzekering af te sluiten.

Wat betreft de hoogte van het pensioen wordt door ons uitgegaan van het pensioen dat geldt voor de vergelijkbare ambtenaar of werknemer, d.w.z. een ambtenaar of werknemer met bij benadering dezelfde sociale voorzieningen en hetzelfde netto

inkomen na belasting.

ad (3) sociale lasten:s~ - s1C } s2C-premies-volksverzekeringen-(S1C~

De vrijgevestigde huisarts betaalt zowel het werknemers- als het werkgevers-deel.

premies werknemersverzekeringen-~s2CZ---

(23)

badrheid van het risico, is dit nauwelijks op een redelijke wijze bij een particuliere verzekeringsmaatschappij onder te brengen. Het risico is daarom voor ons niet in een jaarpremie te vertalen. Met (een premie voor) een wachtgeldverzekering wordt daarom door ons geen rekening gehouden, hetgeen men

zich bij vergelijking van de honoreringsvormen (hoofdstuk 5 en 6) goed dient te realiseren.

Ziektewet, W.A.O.: Na 1 jaar arbeidsongeschiktheid heeft de huisarts recht op een A.A.W.-uitkering. Voor aanvullende voorzieningen (een volledige voorziening voor het eerste jaar en aanvullende voorzieningen voor de overige jaren) is de vrijgevestigde huisarts aangewezen op een particuliere verzekering.

Wat betreft de omvang van de door de vrijgevestigde huisarts te treffen arbeidsongeschiktheidsvoorzieningen wordt door ons uitgegaan van de voorzieningen die gelden voor de ver-gelijkbare ambtenaar c.q. werknemer.

ad (4) inkomen vóbr belasting:yC yC - hC - pC - s 1C - s 2C

ad (5) inkomstenbelasting:b„

-

ti,-Het belastbaar inkomen is yC.

Met behulp van de inkomstenbelastingtabel kan de verschuldigde inkomstenbelas-ting worden berekend nadat rekening is gehouden met aftrek van een belasinkomstenbelas-ting- belasting-vrije som.l)

ad (6) inkomen na

belasting:x„~-xC - hC - pC - s1C- s2C - bC

g2. De honorering van de vrijgevestigde huisarts in 1977 (1) honorarium:h„

De wijze van honorering is voor wat betreft ziekenfondspatiënten - gemiddeld 70~ van het totale bestand - in het kort uiteengezet in bijlage 6.

We veronderstellen:

- dat de vrijgevestigde huisarts voor de niet-ziekenfondspatiënten per jaar evenveel ontvangt als voor de ziekenfondspatiënten.

- dat de werkelijke praktijkkosten gelijk zijn aan de vergoeding die de vrijge-vestigde huisarts ontvangt middels het kostendeel van het bruto

praktijk-inkomen.

Gegeven deze veronderstellingen is het mogelijk om bij iedere praktijkomvang het bijbehorend honorarium te berekenen. Dit is - met intervallen van 100 pa-tiënten - geschied in bijlage 7.

1) Voor een zelfstandige geldt in het algemeen geen kinderbijslag voor de eerste

(24)

21

-(2) Pensioenpremie: n„ De-verPlichte-deelname

De vrijgevestigde huisarts is verplicht om deel te nemen in de Stichting

Pensioen-fonds voor Huisartsen (S.P.H.) voor tenminste een premie die volgens het hierna volgend schema hoort bij zijn bruto praktijkinkomen. Het bij dit bruto

praktijk-inkomen behorend honorarium (h~) is berekend met inachtneming van de hiervoor onder (1) gemaakt~e veronderstellingen.

Bruto praktijkinkomen(BPI) hC ~) jaarpremie

BPI ~ 38800 h~ ~ 26062 6000

38800 ~ BPI ~ 77800 26062 ~ h~ ~ 52259 12200

77800 ~ BPI ~ 116600 52259 ~ h~ ~ 78322 18300

116600 ~ BPI ~ 155500 78322 ~ h~ ~ 104451 24400 155500 ~ BPI 104451 ~ h~ 30500

~) Toelichting op de berekening in bijlage 8.

De jaarPremie bestaat uit een "solidariteitspremie" voor back service van 6000 en een "normale" premie. Met de "normale" premie wordt per 1000 premie een "waardevast en welvaartsvast" ouderdomspensioen opgebouwd van 45,70 per deel-nemingsjaar en een weduwen- en wezenpensioen van 70 resp. 14~1) van het ouderdoms-pensioen. Het invaliditeitspensioen is beperkt tot overname van de premiebetaling tot 65 jarige leeftijd bij volledige invaliditeit als huisarts.2)

De-vrijwillige-deelname

De vrijgevestigde huisarts kan zijn verplichte pensioen tot het door hem gewenste niveau aanvullen met een vrijwillig pensioen. Wij gaan uit van een aanvulling van het verolichte pensioen met een vrijwillige deelname in de S.P.H, tot het niveau van het pensioen van de vergelijkbare ambtenaar c.q. werknemer.3j

De-premie

In bijlage 9 is berekend welke premie de vrijgevestigde huisarts ::,oet betaler. om bij de S.P.H. een zelfde pensioen2) te verzekeren als dat van de vergelijk-bare ambtenaar c.q. werknemer.

Expliciete vooronderstelling bij deze berekening is, dat de basis voor het ouderdomspensioen - de zgn. "middelsom" - na correctie voor welvaartsgroei, gelijk is aan het honorarium (hA of hB) op dit moment. Dit komt overeen met de al eerder4) gemaakte veronderstelling, dat de vergelijkbare ambtenaar c.q. werk-nemer worden geacht geen periodieke verhogingen te ontvangen.

De pensioenpremie voor de vrijgevestigde huisarts komt uit op: p~ - 0,38295 h- 701, waarbij p~ - p~ of p~

0 2

waarbij h- hAO of hA2 resp. hBO of hB2

1) Volle wezen 28~.

2) Het invaliditeitspensioen komt aan de orde onder het hoofd sociale lasten.

3) Nader omschreven onder 41 ad (2).

(25)

(3) Sociale verzekeringspremies: sC - s1C }

s2C-

Premies-volksverzekeringen:-s1C--- Premies-volksverzekeringen:-s1C--- ---

-De vrijgevestigde huisarts moet terzake zowel het werknemers- als :~et werkgevers-deel betalen.

AOW, AWW, AW13Z, AAW, AI~I: (0,134f0,015) (1f0,223t0,16t0,068)- 0,17267 over maximaal

38800 ( premiegrens). m.a.w. gegeven hC - pC - hC - 0,38295 h f 701 als (hC - 0,38295 h f 701) ~ 38800 -~ s1C - 0,17267 (hC - 0,38295 h t 701) als (hC - 0,38295 h f 701) ~ 38800 -. s1C - 0,17267 (38800) - 6700 Premies werknemersverzekeringen--s2C-

---W.W. en wachtgeld: Hiervoor wordt geen premie berekend; voor de argumentatie zij verwezen naar 41, ad (3).

Ziektewet W.A.O.: Wat betreft de omvang van de door de vrijgevestigde huisarts te treffen voorzieningen aangaande een invaliditeitspensioen wordt door ons uitgegaan van de voorzieningen die terzake gelden voor ambtenaar resp. werknemer (omschreven in bijlage 4).

Rekening houdend met het feit dat de vrijgevestigde huisarts na 1 jaar arbeidsongeschiktheid in aanmerking komt voor een AAW-uitkering en in geval van volledige invaliditeit als

huis-arts voor overname van de totale pensioenpremie door de S.P.H. is in bijlage 10 een berekening gemaakt van de premie die door de vrijgevestigde huisarts moet worden betaald om over een invaliditeitsvoorziening te beschikken welke die van de ver-gelijkbare ambtenaar en werknemer enigszins benadert. Voor

de hiervoor benodigde aanvullende voorzieningen is aansluiting gezocht bij de verzekeringsvoorwaarden van "Artsen-Onderlinge", een op het punt van invaliditeitsverzekeringen voor artsen belangrijke verzekeringsmaatschappij.Als criterium is genomen: de premie behorend bij een ge~ndexeerde standaard

invalidi-teitsverzekering bij "Artsen-Onderlinge" van een zodanige omvang,dat uitgaande van bepaalde groeivoeten (ia0,04;ic

-0,07) bij volledige invaliditeit als huisarts,gemeten over een periode van 5 jaar, contant gemaakt tegen ir - 0,08 en uitgaande van een toetredingsleeftijd van 30 jaar,hetzelfde netto in-komen na belasting wordt genoten als door de vergelijkbare

ambtenaar resp. werknemer. Hierbij is

ia - groeivoet van de uitkeringen van "Artsen-Onderlinge" ic - verwachte toename loonindexcijfer; deze groeivoet wordt

verondersteld te gelden voor hA, hB, fA, fB, zA, zB, kA, kB, AAW, premiegrenzen sociale verzekering en belasting-vrije som, reiskostenforfait en 4~-regeling der inkom-stenbelasting.

(26)

ge 23 ge

-nomen vooronderstellingen, welke hiervoor in het kort zijn weergegeven.

De uitkomsten zijn als volgt.

(27)

Bij vergelijking met de werknemer: Gehuwd, 0 kinderen sx - 0,03778 hB - 331 als 33650 ~ hB ~ 4167?~ 0 0 0 I - 0,03984 hB - 417 a1s 41672 ~ h ~ 4204 0 BO ! - 0,03984 hB - 413 a1s 41940 ~ hB ~ 48500~ 0 0 I - 0,04258 hB - 545 als 48500 ~ hB ~ 53239~ 0 0 ' - 0,04258 hB - 540 als 53116 ~ hB ~ 55737~ 0 0 ! - 0,04346 hB - 591 als 55737 ~ hB ~ 700471 0 0 ~ - 0,04346 hB - 586 als 69939 ~ hB ~ 7836~ 0 0 ~ - 0,04237 hB - 501 als 78363 ~ hB ~ 9154 0 0 - 0,04237 hB - 498 a1s 91486 ~ hB ~ 11961 0 0 - 0,04237 hB - 497 a1s 119582 ~ hB ~ 149311~ 0 0 I (4) Inkomen váór belasting: y~ yC - hC - 0,38295 h t 701 - (s1C } s2C) Gehuwd, 2 kinderen s - 0,03778 hB - 230 als 33650 ~ hB ~ 41672 2 2 - 0,03984 hB - 316 als 41672 ~ hB ~ 43653 2 2 - 0,03984 hB - 312 als 43540 ~ hB ~ 48500 2 2 - 0,04258 hB - 426 als 48500 ~ hB ~ 54339 2 2 - 0,04258 hB - 421 als 54208 ~ hB ~ 55737 2 2 - 0,04346 hB - 485 als 55737 ~ hB ~ 71418 2 2 - 0,04346 hB - 481 als 71302 ~ hB ~ 74544 2 2 - 0,04237 hB - 399 als 74544 ~ hB ~ 92907 2 2 - 0,04237 hB - 397 als 92844 ~ hB ~ 116998 2 2 - 0,04237 hB - 395 als 116959 ~ hB ~ 146688 2 2 (5) Inkomstenbelasting: b„

Deze is afhankelijk van het belastbaar inkomen (yC) te verminderen met nC(- be-lastingvrije som). nC - 9083; nC - 12399.

De uit de IB-tabel afOte leiden rélaties zijn hetzelfde als vocr de ambtenaar (zie pag. 3 onder (6)) waarbij voor yA - kA - nA dient te worden gelezen yC - nC.

(28)

25 -bC0 -0,59(hC0-0,38295h0-(s1COfs2CÓ)-15119 als 53854~hC0-0,38295h0-s1C0-s2C0~ 71867 -0,64( " " " " )-18713 als 71867~." -0,67( " ~~ ~~ " )-21474 als 92004~ " ~hC - q38295h~ sx ~ 37645 0 0 ~~ ~~ ~~ ~~ ~ 92004 ~116788

Voor s1C geldt s1C - 0,17267(hC -0,38295h0)t121 als hC -0,38295h0 ~ 38099

0 0 0 0

s1C0 - 6700 als hC0-0,38295h0 ~ 38099

Voor s2C0 geldt de relatie als weergegeven onder (3). Substitutie voor s2C0 kan echter nog niet plaatsvinden omdat de relatie tussen hA resp. hB0 enerzijds en hC0 anderzijds niet bekend is, zodat de intervalgrenzenOnog niet kunnen worden geplaatst. Substitutie voor s2C vindt daarom pas plaats in hoofdstuk 5 en 6.

0

Substitutie van de voor bC0 en s1C0 gevonden waarden in de uitgangsvergelijking geeft de volgende relatie tussen xCO en hCO 1)

xC0 - 0,562581-~0 0,21544 h~0,68 s2COf 4432 als 25986~0,20871s2COhC0 0~8295h~ s2C0~ 38098-s2C0 - 0,68 hC -0,26041 h~ 0,68 s2C - 42 als 38098 -sx 0 0 0 - 0,6 t~ -0,22977 h0-0,6 sx f 2970 als 37645 0 0 - 0,5 hC -0,19148 h0-0,5 s2C f 7623 als 46521 0 0 - 0,41 hC -0,15701 h~0,41 s2C f13073 als 60554 0 0 - 0,36 hC -0,13786 h~0,36 s2C t17002 als 78567 0 0 - 0,33 hC -0,12637 há0,33 s2C f19964 als 98704 0 0 C2,Gehuwd, 2 kinderen xC - hC - 0,38295 h2 f 701 -( s1C t s2C )- bC 2 2 2 2 2 Voor bC geldt 2 ~hC - (~38295h0-sx ~ 0 0 46521 ~t~ - 0,38295h~sx ~ 60554 0 0 ~hC - q38295h0 s~ ~ 78567 0 0 ~i~ - 0'i8295h0 sx ~ 98704 0 0 ~I~ - 0~38295h~s2C ~123488 0 0 bC - 0,32(hC - 0,38295 h2-(s1C } s2C ))- 4874 als 24694~hC - 0,38295 h2-s1C - s2C ` 34261 2 2 2 2 2 2 2 ")- 7615 als 34261~." " " " ~ 43137 " )-11930 als 43137~ " " " " ~ 57170 " )-17075 als 57170~ " ~~ ~~ ~ 75183

(29)

bC - 0,64(hC -0,38295 h2-(s1C }s2C )~20835 als 75183~hC -0,38295 h2-s1C -s2C ` 95320 2 2 2 2 2 2 2 - 0, 67 ( ~~ Voor s1C geldt 2 0,68 ~~ } 23695 als 95320~ ~~ s1C - 0,17267 (hC -0,38295 h2)t121 als hC - 0,38295 h2 ~ 38099 2 2 2 s2C - 6700 als hC - 0,38295 h2 ~ 38099 2 2 h2s~ ~ 40961 2 ~120104

Voor s2C2 geldt hetzelfde als gesteld is voor s2C ;1) substitutie vindt daarom pas Dlaats in hoofdstuk 5 en 6. 0

Substitutie van de voor bC2 en s1C2 gevonden waarden in de uitgangsvergelijking geeft de volgende relatie tussen xC2 en h-2jC2'

- 0,56258 hC -0,21544 h2 - 0,68 s~ t 5493 als 29994f0,20871 sx ~hC -0,38295 2 2 0,6 hC 0,22977 h2 -2 2 hC -0,26041 h2 - 0,68 s~ t 1019 als ~~ ~, 0,5 hC 0,19148 h2 -2 0,41 t~ -0,15701 2 h2 -0,36 h~0,13786 h2 -0,33 hC 0,12637 h2 -2 2 ~~ ,~ 2 2 h2 sx ~ 38098-sx 2 2 38098-s~ ~hC -0,38295 2 2 0,6 s~ f 4296 als 40961 2 0,5 s~ t 9281 als 49837 0,41 s~ t15029 als 63870 2 0,36 sx t19124 als 81883 2 0,33 sx t22185 als 102020 2 ~1~ -0,38295 h.;s.,,. ~ 49837 2 2 ~hC -0,38295 h2sx ~ 63870 2 2 ~hC -0,38295 h2 sx ~ 81883 2 2 ~hC -0,38295 h2 sx ~ 102020 2 2 ~hC -0,38295 h2s~ ~ 126804 2

1) Zie vorige ~agina.

(30)

27

-Hoofdstuk 5. Vergelijking van de honorering van de huisarts als vrije

beroeps-beoefenaar en van de ambtenaar

41. Inleiding

In dit hoofdstuk worden de honoreriny van de huisarts als vrije beroepsbeoefenaar en van de ambtenaar met elkaar vergeleken. De bei3e honoreringsvormen worden (net als in Hoofdstuk 3) aan elkaar gekoppeld via de volgende doelstellingsfunctie:

"Uitgaande van een gelijkheid van het netto inkomen na belasting, hoe verhouden zich dan de honoraria als we als nevenvoorwaarde stellen dat de "sociale zeker-heid" bij benadering op hetzelfde niveau is gebracht?"

42. Vergelijking van de "sociale zekerheid" van de huisarts als vrije beroepsbe-oefenaar en de ambtenaar

In Hoofdstuk 3 is hieraan in ruime mate aandacht besteed.

Wat betreft het ouderdoms-, weduwen- en wezenpensioen is uitgegaan van een uit-breiding van de verplichte deelname bij de Stichting Pensioenfonds voor Huisartsen met een vrijwillige deelname tot het niveau van het pensioen van de vergelijkbare ambtenaar; de pensioenpremie van de huisarts als vrije beroepsbeoefenaar is dan ook gedefinieerd als een functie van het honorarium voor de vergelijkbare ambtenaar. Wat betreft het werkloosheidsrisico bleken nadere kwantificeringen niet mogelijk,

omdat dit risico, gezien de beinvloedbaarheíd ervan door betrok-kene niet op een redelijke wijze bij een particuliere verzekerings-maatschappij was onder te brengen. De vergelijking met de ambtenaar vindt derhalve plaats zonder dat voor de vrije beroepsbeoefenaar met een werkloosheidsvoorziening is rekening gehouden.

(31)

43 De relatie tussen het "honorarium" van de vrijgevestigde huisarts (hC) en van de ambtenaar (hA) bij gelijkheid van het netto inkomen na belasting.

Gehuwd, 0 kinderen

doelstellingsfunctie: xAO - x CO

substitutie voor xA re~sp. xC van de in Hoofdstuk 1 resp. 4 berekende relatie

0 0

tot h en h geeft de volgende relatie tussen h en h

AO CO AO CO hCO - 1,51090 hAO f 3688 als 25638 c hAO -c 3C319 1,50832 hAO f 3765 als 30319 c hAO -c 30508 1,31400 h f 9694 als 30508 c h ~ 31096 AO AO -1,43173 hAO f 6033 als 31096 c hAO -c 31302 1,42988 h t 6091 als 31302 c h c 31934 AO AO -1,42822 hAO f 6144 als 31934 c hAO -c 32606 1,42674 hAO f 6193 als 32606 c hAO -c 32759 1,30901 hAO f 10053 als 32759 c hAO -c 36583 1,30901 hAO f 10057 als 36583 c hAO -c 40235 1,30901 hAO -F 10313 als 39944 c hAO -c 40636 1,48562 h f 3135 als 40636 c h c 92523 AO AO 1,30901 h t 10645 als 42523 c h c 47147 AO AO -1,30901 hAO f 10650 als 47026 c hAO -c 52249 1,30901 hAO t 11088 als 51669 c hAO -c 55662 1,50284 h f 299 als 55662 c h c 57927 p,0 AO -1,30901 h t 11525 als 57927 c h c 63870 AO AO 1,30901 hAO t 11530 als 63671 c h c 69421 AO -1,30793 hAO f 11605 als 69421 c hAO -c 70498 1,30793 hAO t 12181 als 69848 c hAO -c 74923 1,43056 h f 2990 als 74923 c h c 77684 AO AO -1,30793 h f 12521 als 77684 c h c 85378 p,0 AO -1,30793 hAO t 12524 als 85378 c hAO -c 93950 1,30793 hAO f 12969 als 93448 c h c 96848 AO -1,38819 h t 5192 als 96848 c h c 99992 p,0 AO -1,30793 h t 13219 als 99992 c h c 109555 p,0 AO -1,30793 hAO t 13220 als 109519 c h c 120442 AO -1,30793 hAO f 13553a1s 120067 c hAO -c 124214 1) resp. 42424 c hC c 49496 0 resp. 49496 c hC c 49781 0 resp. 49781 c hC ~ 50554 0 resp. 50554 c hC c 50849 0 resp. 50849 c hC ~ 51753 0 resp. 51753 c hC c 52713 0 resp. 52713 c hC c 52932 0 resp. 52935 c hC c 57941 0 resp. 57945 c hC ~ 62725 0 resp. 62600 c hC c 63506 0 resp. 63506 c hC c 66308 0 resp. 66308 c hC c 72361 0 resp. 72208 c hC c 79044 0 resp. 78723 c hC c 83950 0 resp. 83950 c hC c 87353 0 resp. 87353 c hC c 95131 0 resp. 94876 c hC c 102403 0 resp.102403 c hC c 103811 0 resp.103537 ~ hC c 110175 0 resp.110172 c hC c 114122 0 resp.114126 c hCO -c 124189 resp.124192 ~ hC c 135404 0 resp.135192 c hC c 139639 0 resp.139635 c hC c 144000 0 resp.144002 c hC c 156509 0 resp.156463 c hC c 170750 0 resp.170592 c hC c 176016 0

(32)

29

-Gehuwd, 2 kinderen

doelstellingsfunctie: x - x

A2 C2

substitutie van xA resp. xC van de in Hoofdstuk 1 resp. 4 berekende relatie

2 2

tot h en h geeft de ~~olgende relatie tussen h en h 1~

A2 C2 A2 C2 h - 1,51090 h t 6213 als C2 A2 1,50832 hA t 6285 als 2 1,31400 hA f 11779 als 2 1,31215 hA t 11833 als 2 1,31049 hA f 11882 als 2 1,30901 hA t 11927 als 2 1,42674 hA f 8087 als 2 1,30901 hA f 12143 als 2 1,30901 hA t 12148 als 2 1,30901 hA f 12404 als 2 1,48562 hA t 4961 als 2 1,30901 hA t 12767 als 2 1,30901 hA t 12773 als 2 1,30901 hA t 13211 als 2 1,50'l84 hA t 2140 als 2 1,30901 hA f 13696 als 2 1,30901 hA t 13701 als 2 1,30793 hA t 13772 als 2 1,30793 hA f 14348 als 2 1,43056 hA t 4984 als 2 1,30793 hA f 14715 als 2 1,30793 hA f 14717 als 2 1,30793 hA t 15163 als 2 1,38819 hA t 7277 als 2 1,30793 hA t 15444 als 2 1,30793 hA t 15445 als 2 1,30793 hA f 15777 als 2 27930 c hA c 28105 2 28105 c hA c 28269 2 28269 c hA c 29088 2 29088 c hA c 29719 2 29719 c hA c 30392 2 30392 c hA c 32610 2 32610 c hA c 34436 2 34436 c hA c 38214 2 37772 c hA c 42407 2 42116 c hA c 42131 2 42131 c hA c 44200 2 44200 c hA c 48797 2 48660 c hA c 54300 2 53806 c hA c 57123 2 57123 c hA c 59605 2 59605 c hA c 65468 2 65346 c hA c 65850 2 65850 ~ hA c 72625 2 71975 c hA c 76331 2 76331 ~ hA c 79361 2 79361 ~ hA c 86963 2 86894 c hA c 96102 2 95601 c hA c 98223 2 98223 c hA ~ 101670 2 101670 c hA c 111132 2 111092 c hA c 122503 2 122128 c hA c 125602 2 resp. 48412 c hC c 2 resp. 48676 ~ hC c 48924 2 resp. 48924 c hC c 50001 2 resp. 50001 ~ hC c 50829 2 resp. 50829 c hC c 51710 2 resp. 51710 ~ hC c 54614 2 resp. 54614 c hC c 57219 2 resp. 57219 c hC c 62166 2 resp. 61592 c hC c 67659 2 resp. 67534 c hC c 67553 2 resp. 67553 c hC c 70625 2 resp. 70625 c hC c 76643 2 resp. 76649 c hC c 83852 2 resp. 83644 ~ hC ~ 87986 2 resp. 87986 c hC c 91718 2 cesp. 91718 c hC c 99394 2 resp. 99240 c hC c 99899 2 resp. 99899 ~ hC c 108760 2 resp. 108486 ~ hC c 114182 2 resp. 114182 c hC ~ 118514 2 resp. 118514 c hC c 128457 2 resp. 128368 c hC c 140412 2 resp. 140202 c hC c 143630 2 resp. 143630 c hC ~ 148414 2 resp. 148421 c hC ~ 160797 2 resp. 160746 c hC c 175670 2 resp. 175512 c hC c 180056 2 48676

(33)

44. Herleiding van het voor de vrijgevestigde huisarts bii verschillende praktiik-groottes geldende honorarium (zie Bijlage 7) naar het honorarium van de ambte-naar. (De tussen haakjes vermelde schaal BBBgA sluit aan op Bijlage 1.)

hororarium van de vergelijkbare ambtenaar

(34)

Grafiek x 1000 hCÓhC2 hAO,hA2 18q~I xC0 xA0 170I x -x 160 C2 A2 150 140 130 1201 110 100 90 80 70 b0 50 40 30 20 10 0 i ;

3: Relat:iel tus~sen de ~ratki~ijk mvar~g ( ~n 1~0 p~t~ënten~

I ~

i

enerz:ij~ds ~n hanor~rit~d ( h , erl ne~t4 .~rfko~en !~x) ~a

belasting ~an de .vx~ijg~szés~igd~hu~sari~.s. (CO,C~) ~

de verg~elij~kba~e ; aa~bter~laar ( XO,A~) ~a~d~rzi~d~ ! ~

fi

r.----t---4 6

-.. praktijkomvang in. 1 O pátiënten;

: ~~ „ . n,~. I I ! I I ::.1.::! I. ~!

(35)

In Grafiek 3 is de relatie tussen enerzijds de praktijkomvang en anderzijds het honorarium en het netto inkomen na belasting van de vrijgevestigde huisarts

(hC - hC , xC , xC ) alsmede dat van de vergelijkbare ambtenaar

0 2 0 2

(hA , hA , xA (- xC ) en xA (- xC ))grafisch weergegeven.

0 2 0 0 2 2

Ter verduidelijking volgt hieronder de bruto-ne~to berekening voor het inkomen van de vrijgevestigde huisarts en de daarmee vergelijkbare ambtenaar in geval van een praktijkomvang van 2600 patiënten.

Gehuwd, 0 kinderen Gehuwd, 2 kinderen

h ijv ngi

omsc r

vrijgevestigde ambtenaar (A ) vrijgevestigde ambtenaar (A2)

huisarts ( CO) O huisarts (C2)

hC - 139594 h - 96813 AO honorarium hC - 139594 2 h~ - 95477 0 { pC - 36374 p - 9510 AO pensioenpremie (-) ~2 - 35862 p~`~2 - 9353 O s - 10544 CO sociale lasten (-) sC2 - 10575 - 3594 z~ verg. ziektekosten (f) z~ - 3156 kindertcelage (f) k~ - 1931 - 92676 yC0 y~ - 90897 ink: vóbr belasting (-) yC2 - 93157 y~ - 91211 bC - 40619 b - 38373 A inkomstenbelasting ( -) bC - 38337 b`~ - 36390 O O 2 2 netto inka~n xC - 52525 0 x~ - 52524 na belasting (-) xC2 - 54820 x~ - 54821

g5. Enkele conclusies die uit dit hoofdstuk voor de praktijk zijn te trekken

5.1. Aangaande de honorering van de"normatieve"huisarts ingevolge de landelijke ;~onoreringsoyereenkomst tussen L.H.V. en V.N.Z.

Het netto inkomen na belasting komt voor de "normatieve" huisarts overeen met dat Van een gehuwd ambtenaar met 0 kinderen en een honorarium van hA - 96813

0

(BBBRA-schaal 151.8 f 3,0 8) en een gehuwde ambtenaar met 2 kinderen en een honorarium van hA ~5477

2

(36)

33

-Dat het netto inkomen na belasting van de "normatieve" huisarts slechts overeen-komt met een ambtenarenhonorering ingevolge schaal 151.8 f 1,4 à 3~ is als

volgt te verklaren:

- De 10~-toeslag voor beroepsrisico werd door de Commissie niet als pensioengrond-slag meegenomen.

- Voor de bepaling van de pensioenkosten werd door de Commissie uitgegaan van de in geval van een A.B.P.-pensioen te betalen premie. De voorziening bij de Stich-ting Pensioenfonds voor Huisartsen is echter aanzienlijk duurder (overígens niet in de laatste plaats vanwege de aanzienlijke "solidariteitspremie" voor back-service-voorzieningen), zodat indien wordt uitgegaan van een vergelijkbare pen-sioenopbouw de pensioenkosten voor de normat.ieve huisarts veel hoger (56,58 d.i. ca 13.150 bij 0 kinderen, 12.950 bij 2 kinderen) uitkomen.

- Bovendien voorziet de S.P.H. (behoudens een premievrijstelling in geval van vol-ledige invaliditeit) niet in een invaliditeitspensioen zodat de normatieve huis-arts terzake nog aanvullende voorzieningen moet treffen bij een particuliere verzekeringsmaatschappij. Uitgaande van een arbeidsongeschiktheidsvoorziening voor de normatieve huisarts, welke enigszins vergelijkbaar is met hetgeen ter-zake geldt voor de vergelijkbare ambtenaar,zal volgens onze berekeningen moeten worden gerekend op een jaarpremie van ca. 3850.

Ook door de Commissie Van der Ven werd rekening gehouden met een premie arbeids-ongeschiktheidsverzekering van (anno 1969) 2500.

- Door de Commissie is geen rekening gehouden met een tegemoetkomirg ziektekosten. Het bedrag beloopt netto ca. 1300 per jaar; het bijbehorende bruto bedrag be-draagt voor de met de "normatieve" huisarts vergelijkbare ambtenaar ca. 3150 (zA )

2 à 3600 (zA ).

0

- Door de Commissie is geen rekening gehouden met het feit dat inzake de inkomsten-belasting voor de zelfstandige enkele regels anders zijn dan voor de ambtenaar. - Niet bekend is in hoeverre door partijen in deze uitgangspunten van de Commissie

Van der Ve~n later structurele wijzigingen zijn aangebracht.

- Niet bekend is in hoeverre er afwijkingen zijn ontstaan omdat gedurende langere termijn is vastgehouden aan vereenvoudigde aanpassingsmechanismen.

5.2. Het honorarium van de vrijgevestigde huisarts uitgedrukt als percentage van het honorarium van de vergelijkbare ambtenaar daalt naarmate het inkomens-niveau toeneemt.

Uit het onder 44 opgenomen overzicht blijkt dat de vrijgevestigde huisarts die gehuwd is en 0 kinderen heeft bij een honorarium van ca. 173800 41,9~ meer moet verdienen dan de vergelijkbare ambtenaar om hetzelfde netto inkomen na belasting over te houden; bij een honorarium van ca. 43000 moet hij echter 65,38 meer ver-dienen dan de vergeiijkbare ambtenaar.

Ingeval de huisarts gehuwd is en 2 kinderen heeft, dan loopt dit percentage waar-mede het honorarium van devrijgevestigde huisarts dat van de vergelijkbare

ambte-naar moet overtreffen, van 43,5 bij een honorarium van ca. 124600 tot 68,38 bij een honorarium van de vrijgevestigde huisarts van ca. 53700.

In de brief van de Minister van Economische Zaken aan de Tweede Kamer, getiteld "Prijsbeleid 1978"1~ staat onder meer:

"Een facet van het norminkomen dat zelfstandig om aandacht vraagt, is het percen-tage waarmee een ambtelijk salaris moet worden verhoogd om tot uitdrukking te

(37)

brengen welke waarde voor de ambtenaar moet worden toegekend aan het verschil in sociaal-economische en rechtspositie tussen ambtenaar en vrije beroepsbeoefenaar. Dit "aankledingspercentage" is voor 1978 voorlopig vastqesteld op 45, zijnde ca. 25~ voor pensioenen (gebaseerd op het "Rapport Werkgroep Inkomens Vrije Beroeps-beoefenaren") en ca. 20~ voor de waarde van de "sociale voorzieningen";

en voorts: "Nadere stu3ie en overleg met betrekking tot de onderbouwíng van dit percentage zijn nodig. Hieruit zou een differentiatie per beroepsgroep kunnen voortvloeien."

Indien we kijken naar de resultaten van on~e berekeningen,zoals weergegeven in het overzicht onder 44 , dan geldt een "aankledingspercentage" van 45~ voor een gehuwde huisarts

zonder kinderen bij een praktijkomvang van ca. 2350 patiënten en een gehuwde huis-arts met twee kinderen bij een praktijkomvang van ca. 2950 patiënten.

Indien de praktijkomvang groter is, wordt dit percentage lager; als de praktijk-omvang kleiner is,dan wordt dit percentage hoger. Dit betekent dat een

differentia-tie van het"aankledingspercentage"niet alleen gewenst is per beroepsgroep, maar in-dien mogelijk ook per inkomensklasse (eventueel zelfs gekoppeld aan huwelijkse staat en gezinssamenstelling).

Hantering van een uniform "aankledingspercentage" leidt tot een bevoordeling van de vrijgevestigde huisartsen met grotere praktijken, hetgeen niet alleen strijdig is met het streven van de overheid naar inkomensnivellering, doch ook de beleidsmatig wenselijk geachte verkleining van de praktijkomvang extra bemoeilijkt.

Hantering van gedifferentieerde "aankledingspercentages" is voor huisartsen gezien de wijze van honorering voorzover het ziekenfondspatiënten betreft,goed mogelijk.

Uiteindelijk zij gesteld, dat bij het bovenstaande nog geen rekening is gehouden met een eventuele onderdekking van de vaste praktijkkosten; voor praktijken ~ 2600 patiënten zal dit verschijnsel de inkomens nog eens extra drukken (zie hiervoor het overzicht onder 5.4).

5.3. Praktijkomvang en inkomen

Uit het onder 44 opgenomen overzicht valt duidelijk af te lezen met welk ambte-narenhonorarium het honorarium dat de vrijgestelde huisarts bij een bepaalde prak-tijkomvang toevalt, moet worden vergeleken(althans voorzover men zich met de aan het model ten grondslag liggende vooronderstellingen kan verenigen),In het recente verleden is nogal eens de gedachte gelanceerd om de normatieve praktijkomvang te-rug te brengen naar 2200 patiënten.

Uit het overzicht blijkt dat het uit deze praktijk resulterend honorarium voor de vrijgevestigde huisarts vergelijkbaar is met een ambtenarenhonorarium volgens schaal 149a (wetenschappelijk hoofdmedewerker) met 9 à 10 periodieken (het maxi-maal aantal periodieken in die schaal bedraagt 12).

Indien bij verkleining van de praktijkomvang wat betreft het uitgangshonorarium wordt aangesloten op ontwikkelingen in de ambtenarenhonorering (bv.lagere

aan-vangssalarissen voor wetenschappelijk medewerkers en zoals recent aangekondigd bij de algemene beschouwingen ook voor andere ambtenaren), dan kan het hier ont-wikkelde model een waardevol hulpmiddel blijken.

(38)

35

-eindhonorarium groeit.

Evenals onder 5.2 zij ook hier uitdrukkelijk gesteld dat nog geen rekening is gehou-den met een eventuele onderdekking van de vaste praktijkkosten. Hieraan zal onder 5.4 aandacht worden besteed.

5.4. De invloed van een onderdekking van de vaste kosten.

Bij het voorgaande is herhaaldelijk gesteld, dat met de invloed van een onderdek-king van de vaste kosten geen rekening is gehouden. In de landelijke honorerings-overeenkomst wordt uitgegaan van een volledige dekking van de vaste kosten bij 2600 patiënten. Indien de kosten zich volledíg zouden gedragen als in de landelij-ke honoreringsovereenkomst wordt verondersteld, dan zal voor iedere patiënt die de praktijk kleiner is dan 2600 patiënten het uit die praktijk resulterende inkomen 24 lager zijn dan als aangegeven in paragraaf 4, vanwege een onderdekking van de vaste kosten. A1 zal het kostenpatroon er in de regel zeker bij kleinere praktij-ken wel wat anders uitzien dan wat men, uitgaande van de landelijke honorerings-overeenkomst zou mogen verwachten; in ieder geval zullen de kosten bij kleinere praktijken relatief zwaarder op het resultaat drukken.

Omdat de vergoeding per "zware ziel"1~ anno 1977 24 hoger uitvalt, zal de drang naar praktijkvergroting cq. tegenstand tegen praktijkverkleining bij kleinere

praktijken vanuit de financiëel-economische sfeer gezien sterker zijn dan bij prak-tijken die een grotere omvang hebben. Dit betekent dat handhaving van de deler voor de vaste kosten op 2600 een extra belemmering vormt voor de door velen wenselijk geachte praktijkverkleining. Een verandering in de deler voor de vaste

kosten kan worden doorgevoerd zonder de uitkomst af te wachten van de discussies over welk ambtenarenhonorarium voor het uit de normatieve praktijkomvang resulte-rende netto honorarium als basis moet dienen. Behalve aan gewoonweg een verlaging van de deler voor de vaste kosten van 2600 tot bijv. 2000 patiënten kan hierbij ook worden gedacht aan een zgn. staffelbudget, waarbij afhankelijk van de praktijk-omvang een bepaald kostenbedrag wordt vergoed.

Uit zo'n maatregel zullen voor de ziekenfondsen kosten resulteren, zeker als deze inderdaad leidt tot praktijkverkleining. Die praktijkverkleining houdt overigens wel in, dat een aantal huisartsen bereid is - al dan niet noodgedwongen - genoegen

te nemen met een honorering op het niveau van wetenschappelijk hoofdmedewerker. Een vergoeding op basis van de werkelijke kosten, zoals op het ogenblik wel ge-schiedt bij groepspraktijken en gezondheidscentra, lijkt ons op praktische gronden op landelijke schaal minder uitvoerbaar.

Omdat de problematiek van de onderdekking van de vaste kosten voorzover het zieken-fondspatiënten betreft relatief eenvoudig en vrij geisoleerd is op te lossen, is deze problematíek niet in het model geintegreerd, maar hier apart aan de orde ge-steld.

Wat betreft de particuliere patiënten, waarvoor een betaling per verrichting geldt, is het probleem van de onderdekking veel moeilijker op te lossen. Weliswaar is een staffelbudget ook in geval van een verrichtingensysteem goed toepasbaar, maar

1) Hiermede wordt in het ziekenfondsjargon gedoeld op de eerste

(39)

dan moet er wel een centrale instantie zijn via welke het totaal aantal verrich-tíngen wordt geregistreerd. Invoering van een abonnementshonorarium voor deze categorie van patiënten zal onder de huidige condities nogal wat moeilijkheden met zich meebrengen. Als oplossing kan worden gedacht om de huisartsenhulp onder

de A.W.B.Z. te brengen. Op dat moment lijkt echter de weg naar een volksverzeke-ring wel definitief ingeslagen.

(40)

37

-Herleiding van het honorarium van de vrijgevestigde huisarts bij verschillende prak-tijkgroottes ~ 2600 patiënten naar het honorarium van de ambtenaar, indien wordt rekening gehouden met een onderdekking voor vaste kosten van 241) per patiënt dat de praktijk kleiner is dan 2600 patiënten.

praktijk- h -h ~ ~ onderdelcking ; geoorrigeerd h i

honorarium van de vergelijkbare ambtenaar omvang in

patiënten

0 2 vaste costen onorar um h, - h,

~~0 ~C2 hA0 Schaal BBBRA h~ Schaal BBBRA

2600 139594 0 139594 96813 152.6 - 0,3~ 95477 151.8 f 1,4~

2500 134225 2400 131825 91214 151.7 - 0,2~ 89537 151.6 f 0,7~

2400 128856 4800 124056 85276 149a12 - 1,0~ 83599 149a11 - 0,3~

2300 123487 7200 116287 79336 149`.~9 f 0,48 77804 149a8 t 1,3~

2200 118118 9600 108518 73656 149a7 - 0,98 719992) 149a6 f O,lg

2100 112749 12000 100749 68158 149a4 t 0,6~ 66450 149a3 t 0,7~ 2000 107380 14400 92980 62226 130.8 t 0,28 I 60568 130.7 f 0,4~ 1900 102011 16800 85211 56501 130.5 i 55003 130.4 t 0,4~ 1800 96642 19200 77442 51025 112.9 f 0,3~ ~ ~ 49403 112.8 f 0,58 1700 91273 21600 69673 45094 112.6 - 0,4~ 43559 112.5 1600 85904 24000 61904 39608 112.3 - 1,18 38010 112.2 - 1,3~ 1500 80535 26400 54135 33676 89.1 t 1,38 I 32244 89.0 f 1,4g 1400 75166 28800 46366 28247 70.2 - 0,6~ ~ ~

1300 69797 31200 38597 de betreffende honoraria liggen ben eden

1200 64428 33600 30828 de in het model als ondergrens genomén

waarde 1100 59059 36000 23059 1000 53690 38400 15290 900 48321 40800 7521 800 Í 42952 43200 - 248

In Grafiek 4 is de relatie tussen enerzijds de praktijkomvang en anderzijds het honorarium en het netto inkomen na belasting van de vrijgevestigde huisarts (ge-huwd, met 0 resp. 2 kinderen), indien rekening gehouden wordt met een onderdekking van de vaste kosten, alsmede het honorarium van de vergelijkbare ambtenaar grafisch weergegeven.

Vergelijking hiervan met Grafiek 3 toont duidelijk de toegenomen hellingshoek van alle inkomenscurven voorzover de praktijkomvang ~ 2600 patiënten is.

1) Zie bijlage 8;

(41)

x.

-~2~ lao

170

160 150 140 130 120 110 100 90 80 70 60 50 40 30 20 10 0 ,. - - - ... , .. , . - . , Grdfiek 9. Relatie tus~en de p~aktïjkotnvang (ih lOb pa~iënten)1~

: eneraijds e~p he~ ha~orarium (h) en ~et k~ettp i nkome~n na~, i

belastfng ( x) va~r-d~ vr~jg~t~rest~dei '~~-t~s--í-C}~,~k eri

de daarmee vergelijkbare ambten~ár ( A~,~.2) ~indeirzijldr, !

. -- ,-- - - - ----~-i --~- -~

indien rekening wor~t g~houderi (net ~en pnderdek~cing~ var~ - I

de vaste . lc~stet~--ua~ -2.41-per -~at~lënt- hij~.-psa~~i~j,xen..~~c J

(42)

39

-Hoofdstuk 6. Vergelijking van de honorering van de huisarts als vriie beroe s-beoefenaar en van de werknemer in de gezondheidszorg.

gl. Inleiding.

In dit hoofdstuk worden de honorering van de huisarts als vrije beroepsbeoefe-naar en van de werknemer in de gezondheidszorg met elkaar vergeleken. Op de werknemer in de gezondheidszorg wordt wat betreft de secundaire en tertiaire arbeidsvoorwaarden de CAO-Ziekenhuiswezen geacht van toepassing te zijn.

De beide honoreringsvormen worden (net als in hoofdstuk 3) aan elkaar gekoppeld via de volgende doelstellingsfunctie:

"Uitgaande van een gelijkheid van het netto inkomen na belasting, hoe verhouden zich dan de honoraria als we als nevenvoorwaarde stellen, dat de sociale zeker-heid bij benadering op hetzelfde niveau is gebracht".

42. Vergelijking van de sociale zekerheid van de huisarts als vrije beroepsbe-oefenaar en de werknemer in de gezondheidszorg.

In hoofdstuk 3 is hieraan in ruime mate aandacht besteed. Voor het overige zij verwezen naar hoofdstuk 5, 4 2; wat hier in het kort staat weergegeven over de sociale zekerheid van de huisarts als vrije beroepsbeoefenaar in vergelijking met de ambtenaar geldt ook bij vergelijking met de werknemer in de gezondheids-zorg.

43. De relatie tussen het honorarium van de vrijgevestigde huisarts (hC) en van de werknemer in de gezondheidszorg (hB) bij gelijkheid van het netto inkomen na belasting.

Gehuwd, 0 kinderen.

Doelstellingsfunctie xBD - x CO

Substitutie voor xB resp. xC van de in hoofdstuk 2 resp. 4 berekende relatie

0 0

tot h en h geeft de volgende relatie tussen hB en hC .

B~ C~ 0 0

(43)

h~ - 1,31459 hB t 3031 als 33650. ~ hB ~ 37640 resp. 47266 ~ h~ ~ 52512 0 0 0 0 - 1,15372 hBO t 9087 " 37640 ~ hBO -~ 38509 " - 1,25145 hB t 5~22 " 38509 ~ hB ~ 40517 " 0 0 - 1,15372 hB t 9282 " 40517 ~ hB ~ 41672 " 0 0 - 1,26086 h t 4816 " 41672 ~ h ~ 42045 " BO BO -- 1,26086 hB t 4820 " 0 41940 ~ hB ~ 48500 " 0 - 1,26360 hBO t 4688 " 48500 ~ hBO -~ 49266 " - 1,43122 h - 3571 " 49266 ~ h c 51253 " BO BO -- 1,26360 hBO t 5023 " 51253 ~ hBO -~ 53239 " - 1,26360 hB t 5028 " 53116 ~ hB ~ 55737 " 0 0 - 1,30941 hg0 t 2471 " 55737 ~ hBO -~ 65109 " - 1,50324 hBO - 10150 " 65109 ~ hBO -~ 67374 " - 1,30941 hBO t 2911 " 67374 ~ hBO -~ 70047 " - 1,30941 hBO t 2916 " 69939 ~ hBO -~ 78363 " - 1,30832 h t 3001 " 78363 ~ h ~ 85011 " BO BO -- 1,43095 hBO - 7426 " 85011 ~ hBO -~ 87774 " - 1,30832 hBO t 3341 " 87774 ~ hBO -~ 91546 " - 1,30832 hBO t 3344 " 91486 ~ hBO -~ 107431 " - 1,38858 hB - 5283 " 107431 ~ hB ~ 110579 " 0 0 - 1,30832 h t 3593 " 110579 ~ h ~ 119618 " BO BO -- 1,30832 hBO t 3594 " 119582 ~ hBO -~ 135217 " Gehuwd, 2 kinderen. Doelstellingsfunctie x - x B2 ~2. 52512 ~ h~ ~ 53515 0 53515 ~ h~ ~ 56027 0 56027 ~ h~ ~ 57359 0 57359 ~ h~ ~ 57829 0 57700 ~ h~ ~ 65972 0 65972 ~ h~ ~ 66948 0 66940 ~ h~ ~ 69785 0 69785 ~ h~ ~ 72296 0 72145 ~ h~ ~ 75455 0 75455 ~ h~ ~ 87725 0 87725 ~ h~ ~ 91130 0 91130 ~ h~ ~ 94631 0 94495 ~ h~ ~ 105525 0 105525 ~ h~ ~ 114221 0 114221 ~ h~ ~ 118176 0 118176 ~ h~ ~ 123112 0 123037 ~ h~ ~ 143896 0 143896 ~ h~ ~ 148265 0 148265 ~ h~ ~ 160092 0 160046 ~ h~ ~ 180501 0

Substitutie voor xB resp. x~ van de in hoofdstuk 2 resp. 4 berekende relatie tot

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Berekenen we nu met welk honorarium de huisarts - vrij beroepsbeoefenaar een- zelfde netto inkomen na belasting en een bij benadering gelijk sociaal voor- zieningenpakket kan

indien een harmonisatie zich immers slechts tot de accijnzen zou beperken, worden de landen die het zwaartepunt op de indirecte belastingen leggen, dubbel bevoorbeeld; de

Vooral vaders tot 45 jaar zijn van mening dat ze meer tijd aan hun kind(eren) zouden moeten besteden (47% van hen is deze mening toegedaan, tegenover 35% bij de oudere

Publiciteit van privaatrechtelijke erfdienstbaarheden ontstaan door verkrijgende verjaring.. Verkrijgende verjaring van erfdienstbaarheden

Lakmoesproef voor de erga omnes gevolgen van de kwalifi - catie als onroerend goed door bestemming: confl icten tussen roerende en onroerende gerechtigde.. Confl ict hypotheek en

In het bijzonder onderzoeken we of België een monistisch stelsel van over- dracht heeft , waarbij de eigendom tussen partijen overgaat door het sluiten van de

Zo behandelt Vincent Sagaert uitvoerig wat het lot is van de zakelijke en persoon- lijke gebruiks- en genotsrechten in geval van onteigening, meer bepaald of, en zo ja wanneer,

functioneren" vast te stellen en in werking te laten treden met terugwerkende kracht per 1 januari 2019 onder gelijktijdige intrekking van de regeling gesprekscyclus.. • en