• No results found

Red blood cell alloimmunization after blood transfusion

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Red blood cell alloimmunization after blood transfusion"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Red blood cell alloimmunization after blood transfusion

Schonewille, H.

Citation

Schonewille, H. (2008, January 16). Red blood cell alloimmunization after blood transfusion. LUP Dissertations. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/12554

Version: Corrected Publisher’s Version

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/12554

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

Stellingen

Behorend bij het proefschrift

Red blood cell alloimmunization after blood transfusion door H. Schonewille

1. In tegenstelling tot de sterke reductie van HLA antistofvorming door leucocyten-depleteerde trombocyten transfusies, heeft filtratie van erytrocyten geen effect op RBC antistoffen. (dit proefschrift)

2. Ondanks het frequent voorkomen van antistoffen tegen laag frequente antigenen leidt het ‘type en screen’ beleid zelden tot hemolytische transfusiereacties. (dit proefschrift)

3. Patiënten die RBC antistoffen hebben gevormd dienen bij volgende transfusies gematcht te worden voor klinisch relevante bloedgroepen.

(dit proefschrift)

4. Het verdwijnen van antistoffen tot onder het detectieniveau leidt tot een onderschatting van het risico op antistofvorming na bloedtransfusie. (dit proefschrift)

5. De grote verschillen die gevonden worden in de immunogeniciteit van bloedgroepantigenen kan verklaard worden doordat niet alleen uitgegaan wordt van patiënten die ‘at risk’ zijn geweest voor antistofvorming.

6. De omschrijving ‘anti-X antistoffen’ suggereert antistoffen gericht tegen een antistof-X, terwijl antistoffen gericht tegen het X-antigeen bedoeld worden en dient daarom vervangen te worden door ‘X-antistoffen’.

7. Zolang antistofvorming vólgend op een transfusie niet onderzocht wordt zal centrale landelijke registratie van alloantistoffen slechts voor een beperkt deel van de patiënten leiden tot verhoging van de transfusieveiligheid.

(3)

8. Gezien de mate van bewijsvoering voor de aanbevelingen is het vermelden van ‘Evidence Based RichtlijnOntwikkeling’ op de CBO Richtlijn Bloedtransfusie een eufemisme.

9. Het feit dat kwaliteitssystemen vaak verworden tot papieren tijgers is het gevolg van onvoldoende onderscheid tussen kritische en niet-kritische aspecten van processen.

10. De grootte van een gezin in de ontwikkelde landen is afhankelijk van het geslacht van de opeenvolgende kinderen.

11. Gezien de besmettingsroute kunnen de meeste computervirussen tot de seksueel overdraagbare aandoeningen gerekend worden.

12. Om bondig te leren schrijven dient ‘Kroeglopen’ van Simon Carmiggelt tot de verplichte le(e)sstof voor promovendi te behoren.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

• Bij goedaardig struma: meer klachten als ‘TPO a.s.’ verhoogd zijn. • Eén-eiïge tweeling: één is manisch-depressief, ander kerngezond: beide

In case of an incompatible RBC transfusion in an immunized patient, immediate destruction may occur if antibodies are still present but have not been detected during antibody

Bij een patiënt met een tumor van B-lymfocyten (B-cel-lymfomen) worden therapeutisch toch antistoffen gebruikt die werkzaam zijn tegen de tumorantigenen en de gezonde

With this case report, we show that also transplanta- tion of nonvascularized tissue, such as a femoral bone allograft, may cause RBC alloimmunization.. It is un- likely that

Aangezien de ANA-test een screeningstest is voor anti-dsDNA-antistoffen (en anti-ENA-antistoffen), is het aangewezen om, tenminste bij een homogeen ANA-patroon, de

Wanneer een dergelijke cel verder wordt gestimuleerd door contact met antigeen, met T-lymfocyten en groeifactoren, kunnen herschik- kingen plaatsvinden in het DNA van de cel zodat

Omdat de Gy a - en Hy-antigenen bij de geboorte nog niet volledig ontwikkeld zijn en er nog nooit hemolytische ziekte van de pasgeborene beschreven is op basis van anti-Gy a en

Toch zijn behalve een positieve reactie op cel 1 van het Biovue-screeningspanel geen antistoffen aantoonbaar en blijven de directe antiglobulinetest en een zuur eluaat, een