I (r Ver'pllur(stc schade B1z. 54
5l
63 65 65 70 76 79 85DRIE TYPEN VAN AANSPRAKELIJKHEID mr J.H. Nieuwenhuis
Het verhaal van personenschade. Een oud verhaal. Ieder draagt zijn eigen schade... tenzij
hij
een ander weet te overtuigen dat de schadedoor hem moet worden gedragen. Het nieuwe burgerlijk wetboek
on-derscheidt drie manieren om die afwenteling van schade te bereiken: a. de aansprakelijkheid voor een eigen onrechtmatige daad van die ander,
b. de aansprakehjkheid voor onrechtmatige daden van personen voor wie die ander kwalitatief verantwoordelijk is. en c. de aansprakelijk-heid voor zaken.
Zie wat het eerste type van aansprakelijkheid betreft art. 6:162
lid l:
'Hij
die jegens een ander een onrechtmatige daad pleegt welke hem kan worden toegerekend, is verplicht de schade die de anderdientengevol-ge
lijdt,
te vergoeden.'H.
Drion. schrijvend over de functies van rechtsregelsin
hetprivaat-rechtr), ziet hierin een gedragsregel (wie een onrechtmatige daad pleegt.
moet schadevergoeding betalen), maar vooral een be,glissingsregel (aan de hand van welke criteria dient de beslissing omtrent de
aansprake-lijkheid te worden genomen). De belangrijskte functie van art.6:162 is echter dat het een discussieregel is: het bevat de agenda voor het debat
over de aansprakelijkheid op grond van een eigen onrechtmatige daad
van de gedaagde.
In
dat licht bezien is de agenda van art. 6:162 veelduidelijker dan die van
art.
l40l
(oud) BW waar onrechtmatigheid enschuld een vast recept vormden voor een Babylonische spraakverwar-ring.
In
art.
6:162zijn
twee agendapunten helder onderscheiden:de
or-rechtmatigheid van de daad en de toerekenbaurhe id van de daacl aan dedader. De criteria voor het eerste punt staan vermeld in
lid
2 (inbreuk op een recht, strijd met een wettelijke plicht en strijd met hetgeen in hetmaatschappelijk verkeer betaamt). De maatstaven voor toerekenbaar-heid worden opgesomd
in
lid
3 (schuld. de wet, deverkeersopvattin-gen).
Deze struclurering van het debat maakt de gewrongen constructies uit het oude recht overbodig. Het is niet langer nodig ten aanzien van een
automobilist die onjuist reageert op een overstekende Meppelse ree te llu i tcngcrcchtelijke kosten
Skrt
\\'iizigirrgcn in de behandeling van artikel
3l
sprckcn van menseli-if
:iyr
.begr4pelijk geclrag clal niertemin een ver_;Ji:
i:,ï
ï:: :flï':
il
I
oi"t"'o
ltl'àlii:'""
à'
à;
;;;;;
a ti ghei <1w o rcr e n g. u
o,... J
ooj'lïl',ï
; :i
i:",ï'à.:
;:fu"ïï
l,,i:,lïff
:l:
ï :r
IJ.:
haal zonder schulcl Ën boete- -
- -"""'
€ffi":::,.,-X";lï
;1,'r,1'
(kwalitatieve) aanspraketijkheict
voor
an<lere'I,dien
een niet-ondergeschiktedie
in
opclracht van een ander wcrk-za,mhedcn ter uitoeÍèning vanal.r,
tàr,1i
verricht,jegens een derde
aansprakelijk is voor een b1
,fi"
*.rLroamheclen beganefout,
is ook die ander jegens de dercle,r1r;;"[;i;ïi
Aannemer A geert aan onderaannemer
ts opdrachl een dak met riet te
dekken Tijdens dic werkzaarrrr.a",, lont
B een mes varen waar.oor
c
ernsrig wordt verwond.
_A is
j.g.;; i
;nsprakelijk
op grond van arr.6: I 7
t.
De kern van het debatwË.ài
g.rr..a
clooi de,.i; ;;
her gaat
om'werkzaarrheden rer u
itoeteni,s"ru;
h";;;àrfï
*Íï1ïJ!*.n,_
ue\er'
Dezc rraag moct worden bàntwoorcr irr hct lichtvan de ralitr
'un
dezc bepaling: cre eenheid uunrr"i't"a.qf.
voor
h.;;i;.h;;à.
n-,rg
,et
gcen verschir maken"f
,r.
;;;;;*àI'a"
bouwacriviteiten Iaaruit-;:;§ffi:ireieen
werknemers, aun*.t'
Aoorniet_ona.*ri*,ï,.
",
Het zal nog lastig zryn.hier cluicielijke grenzen te
trekken. De
parlemen-tarre geschiedenis doet ee,., poging:
.d.
Uàu*ordernemingis niet aan-sprakelryk voor scha.e oo,
à.rà.n-to"g.frà.f,,
bij het bezorgen van het bouwmaterizrar door personeer
,un d"l"u".ancier bij wie de bouwer het
nrateriaal bestelde. Imnrers hier geldt
ni"i'aut
de benadeelde
.e
dadercn de bouwonderneming ars een
,.i"."'..rrr"i.
moet kunnen
beschou-,ï"ÏÏ,:;,0,ï'"
schade behoort niet tota"
.lrl.orr...
";;;';;r*àn0".-[)c zin
bcginnencre met 'immcrs' iseerder een machtswoord <]an een rcclcngcving Het zou.een onl'ortuinrijke
àntwikkeling zijn ars de vereis_
lc ccrrlrcicl tcn opzichte van de u.nuà"Jà"'ur
te
zeerzou arlangen vanLritc.li.ikcr kcnnrerken.
.Het mag
*".
fr", ,f"chtolfer
g".n
,..ríil
_u_ kcrrrÍ'clc
riclrrekkcncreondeàar;;;; ïin
^,
dan niet croor micrdel\,irn ()l) lrel r,rt.rk 1.:cplilillstc
naamhordcn vl
tlcrscheirll
,,oorrlrurucn yan nJn oprdrachtgever on_ Hct derde rype van aansprakcrijkheid is tevinden in art.6: lg6:
2
'De producent is aansprakelijk voor de schade veroorzaakt door een
gebrek in zijn produkt (...).'
Het
belangrijkste agendapuntwordt
gevormddoor
art.
6:186: 'Een produkt is gebrekkig, indien het niet de veiligheid biedt die men daar-van mag verwachten (...).' De kern van het debat is verschoven. Onder het lekkende kruik regimea) was dat het gedrag van de producent: hadhij
kunnen voorkomen daÍ deze lekkendekruik
in het verkeer kwam?Thans staan de hoedanigheden van het desbetreffende produkt
in
hetcentrum van de belangstelling. De risico's verbonden aan het produkt, bijvoorbeeld het slaapmiddei Halcion, moeten worden afgewogen te-gen de positieve effecten.s)
Van oud naar nieuw; van schuld naar risico? Deze gangbare typering van de lotgevallen van het aansprakelijkheidsrecht is bijzonder
weinig-zeggend. Risico-aansprakelijkheid opgevat als aansprakelijkheid zon-der schuld (no-fault
liability)
is er wel, en bovendienin
toegenomenmate, maar het is bijzonder weinig informatief de accentverschuiving aldus te omschrijven. Voor aansprakelijkheid voor onrechtmatige da-den van niet-ondergeschikte opdrachtnemers is culpa in eligendo van de
kant van de opdrachtgever niet langer vereist, en is
in
die zin sprakevan een aansprakelijkheid zonder schuld, maar het zwaartepunt van de
ontwikkeling wordt zo gemist: centraal staat thans het debat over de
vraag
of
de schadeveroorzakende activiteiten kunnen worden'vereen-zelvigd' met het bedrijf van de gedaagde.
Ten aanzien van de produktenaansprakelijkheid geldt iets dergelijks.
De kern van het debat is verschoven: niet zozeer de gedragingen van
de producent, als wel de hoedanigheden van zijn produkt vormen het
hoofdpunt van de agenda.
NOTEN
r) Speculum Langemeijer, Zwolle.
'?) HR I I november 1983, N"/ 1984, 331. r) Parl. Gesch. boek 6, b12.729.
a) Parl.
Gesch. boek 6,b12.729.