• No results found

Bijlage 2

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 2"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 2

Aanvullende details LUR modellering: overzicht van de controles op validiteit van veehouderijkenmerken die zijn uitgevoerd

Contact: Inge Wouters IRAS, Universiteit Utrecht

Bijlage bij RIVM Rapport 2017-0062

Dit is een uitgave van:

Rijksinstituut voor Volksgezondheid en Milieu

Postbus 1 | 3720 BA Bilthoven Nederland

(2)

Bijlage 2 bij RIVM Rapport 2017-0062

Pagina 2 van 2

• Circa 10% van de meetlocaties bevindt zich in de nabijheid (< 2 km) van de landsgrens van Nederland. Er is geen informatie beschikbaar over veehouderij bedrijven buiten Nederlandse grenzen. Daardoor is de informatie over omliggende veehouderij bedrijven voor deze locaties voor grotere afstanden onvolledig. Om het effect hiervan te beperken is besloten om alleen de invloed van veehouderij bedrijven binnen een straal van maximaal 3000m ten opzichte van de meetlocaties mee te nemen in de analyses, in plaats van de 5000m in de eerdere rapportage.

• Associaties tussen jaargemiddelde PM10 en endotoxine concentraties en de verschillende veehouderij variabelen zijn beoordeeld op evenredige toename met behulp van zogenaamde splines. De meeste veehouderij kenmerken vertonen een lineaire associatie, dus evenredige toename, behalve voor veehouderij variabelen die rekening houden met de afstand tussen het bedrijf en de meetlocaties, de zogenaamde afstand gewogen

veehouderij variabelen. Dit had te maken met een te sterke weging voor de afstand, en werd verholpen door de afstand niet meer te kwadrateren voor de weging.

Tijdens de validatie van de modellen (zie onder) bleek dat de modellering gevoelig was voor meetlocaties met zeer veel veehouderij in de omgeving en heel nabij de meetlocaties (de uitersten in de verdelingen van veehouderij voor de

meetlocaties), waardoor de schattingen voor locaties met minder extreme veehouderij kenmerken minder goed was. Omdat deze locaties niet representatief zijn voor het merendeel van de deelnemers in het VGO gezondheidsonderzoek (>90%), is

besloten om de range in veehouderij kenmerken te beperken. De waarden van veehouderij kenmerken werden hierbij

gemaximeerd op de waarde van het 95 percentiel (dus waarden hoger dan het 95 percentiel krijgen de waarde van het 95-percentiel). Dit is in eerdere LUR modellering binnen het

Europese ESCAPE project ook toegepast. Vervolgens zijn de LUR modellen opnieuw ontwikkeld met deze afgeknotte waarden. Door deze maatregel werden de LUR modellen meer robuust.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Endemic fish of southern Africa comprises 61 % of the total primary and secondary freshwater species.. A unique composition of fish species is found in the different river systems,

Figure 6.11: Chondrite-normalised chemical variation of the REE’s in the unreported meteorite sample Asab 3 as well as general L-group chondrites (Wasson and Kallemyn,

‘Ecclesiastical affairs’ ought to refer to all religious-ethical, social-ethical and spiritual issues that pertain to the principles of God’s kingdom, while

De stijging was in het westen (190 stuks meer) nauwelijks groter dan in het noorden en zuiden (resp. Bij de maaibalken en taludmaaiers was de toename met in to- taal 205 stuks

Tenslotte worden in het programma voor het wegennet, de plaats van de bedrijven en de plaats van de vakken nieuwe files aangemaakt, omdat de oorspronkelijke random access files

Aanvankelijk richtte de economie zich vooral op de behoeften van het individu, maar later ook meer op die van de samenleving als ge- heel, omdat duidelijk werd dat een

Zoals blijkt, wordt het verschil in EC vooral veroorzaakt door het hogere chloorgehalte bij de behandelingen waar bassin-water werd gebruikt.. Verder is vooral het lage Fe-gehalte

Om te komen tot produktienormen voor werkzaamheden moet men de produktie per netto werkuur weten en de tijd die nodig is voor ande- re handelingen die direct of indirect met