• No results found

Oude journalistiek

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Oude journalistiek"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

s&d 1 / 2 | 20 0 4

95 De omloopsnelheid van journalisten is vele

ma-len lager dan die van de politici die zij beschrij-ven. In de Haagse wandelgangen wisselen de oude en de nieuwe politiek elkaar in hoog tempo af. Politieke leiders komen en gaan. Politieke ge-neraties buitelen over elkaar heen, worstelend met de tijdgeest die zij menen aan te treffen. Voor journalisten gaat deze slijtageslag niet op. Niet zelden bepalen zij, dwars door de turbulen-tie van de politurbulen-tiek, decennia lang het politurbulen-tieke beeld. Lijsttrekkers, fractieleiders en partijvoor-zitters worden ongenadig weggespoeld door de manshoge golven van de dramademocratie. Voor politieke commentatoren gaat geen zee te hoog. Voor hen geldt als geen ander het aloude studentenlied: Oude hap gaat nooit verloren.

Zo’n tijdgeestbestendige politieke commen-tator was Jan Joost Lindner, die in het boek Het tweede kabinet-den Uyl (de titel spreekt boekde-len) terugblikt op 40 jaar journalistiek. Een peri-ode, zo lang en uitgestrekt, dat zelfs marathonlo-pers als Den Uyl, Van Agt, Lubbers en Kok voor-bij razen als in een rondje om de kerk. Aan de hand van fragmenten uit zijn columns (en ‘Ten geleides’) laat hij op meeslepende wijze alle hoogte- en dieptepunten in de Nederlandse

poli-tiek herleven, daarbij ook, waar mogelijk, met wijsheid achteraf aangevend wanneer hij zich vergist heeft of niet. Meestal niet dus.

Het boeiende van zo’n overzicht is dat al snel duidelijk wordt dat ook een journalist van alle tijden zijn beperkingen heeft, want veranderin-gen in de tijdgeest hebben hem onberoerd gela-ten. Jan Joost Lindner is op en top een journalist van de jaren ’70 en is dat ook altijd gebleven. Die periode van democratisering en vernieuwing was ‘his finest hour’. Hij was daarvan zowel het product als één van de makers. In zijn boek over de Volkskrant, De metamorfose van een dagblad, be-schrijft Frank van Vree de ‘getuigenisjournalis-tiek’ uit die jaren: ‘toen de Volkskrant haar infor-matieve taak in belangrijke mate ondergeschikt maakte aan het streven naar veranderingen in de politiek’. ‘Wij misten de distantie’ verzucht de latere hoofdredacteur, Harry Lockefeer, in het-zelfde boek.



Na tien zetels winst

Die grote betrokkenheid speelde vooral hoog op tijdens de zo dramatisch verlopen, kabinetsfor-matie van 1977, toen Jan Joost Lindner spraak-makende stukken schreef waaruit tijdens alle partijvergaderingen in die periode (en dat waren er vele) door critici gretig werd geciteerd. (Het



b o e k e n

Over de auteur Ed. van Thijn is lid van de Eerste Kamer

voor de PvdA

Oude journalistiek

Het tweede kabinet-Den Uyl

Jan Joost Lindner, Bert Bakker, 2003

e d . v a n t h i j n

(2)

s&d 1 / 2 | 20 0 4 96

b o e k e n

Ed. van Thijn bespreekt Het tweede kabinet-Den Uyl

doet wat ongeloofwaardig aan dat hij nu zegt zich destijds van die invloed niet bewust te zijn geweest). Aanvankelijk waarschuwde hij toen, na tien zetels winst, voor een gevaarlijk triomfa-lisme dat zich van het partijkader dreigde meester te maken, maar later liet hij zich zelf daardoor meeslepen door elk tussentijds onder-handelingsresultaat als volstrekt ontoereikend de grond in te boren. De PvdA zou zich hebben neergelegd bij ‘een centrumachtig beleid’. De ‘verbeeldingloosheid komt aan de macht’.

Met grote instemming neemt hij kennis van de aanvaarding van de partijraadsmotie Reck-man, die, na 164 dagen van formeren, het onder-handelingsresultaat naar de prullenmand ver-wees. Pikant feit is dat, toen Den Uyl met in-stemming van de fractie tóch een nieuwe forma-tieopdracht aanvaardde (een ‘aanfluiting van de partijdemocratie’, aldus Lindner) twee partijle-den een kort geding tegen hem aanspanpartijle-den. Eén van die twee – dat is Jan Joost in de gauwigheid ontgaan – is het huidige kamerlid Peter van Heemst, de ‘law and order’ man van de in-middels weer drastisch vernieuwde PvdA. Het kan verkeren in de politiek.

Het siert Jan Joost Lindner dat een dergelijke flexibiliteit hem volkomen vreemd is. Naarmate het boek (en dus de tijd) vordert neemt hij steeds meer distantie van de ‘boekhouderspolitiek’ van Lubbers en Kok. Bij herhaling gaf hij te kennen Den Uyl, op wie hij aanvankelijk was ‘afgeknapt’, wegens de toenemende kleurloosheid van de so-ciaal-democratie toch ‘ontzettend is gaan mis-sen’. Kok heeft de politiek ‘slaapverwekkend’ ge-maakt. Door alsmaar bruggen te willen bouwen is er op den duur een ‘soort Venetië’ ontstaan. ‘Fraai, maar wat schimmelig en men verdwaalt er snel.’

Scherp hekelt hij het grimmige en intole-rante klimaat binnen de PvdA dat elke inhoude-lijke discussie dood sloeg. Zo denkt hij in de ja-ren ’90 met weemoed terug aan de ‘intellectuele spanning’ ten tijde van het kabinet-den Uyl tus-sen premier en fractievoorzitter. ‘In de tijd van Den Uyl en Van Thijn ging het hard tegen hard.

Den Uyl lokte dat ook uit. Het werd meestal geen ruzie maar er werd wel met de vuist op tafel ge-slagen. Dat kan nu niet meer. Wie een andere mening heeft is een dissident.’ Jan Joost Lindner vertelt dat hij deze intolerantie ook aan den lijve heeft ervaren. ‘In geen andere periode werd mijn kritiek op de PvdA-top door allerlei partij-knechten beantwoord met zoveel persoonlijke vijandigheid.’

Ook binnen de Volkskrant kwam Lindner sinds de jaren tachtig steeds meer alleen te staan. Het keerpunt waren de Kroningsrellen in maart 1980 toen hij enthousiast voorspelde dat er zich een nieuwe ‘Beweging van tachtig’ afte-kende, ‘een nieuwe politieke golf á la 1966, maar dan grimmiger’. Het kostte de Volkskrant dui-zenden abonnees. Toen hij ten tijde van de wao-crisis (1991) het kabinetsvoorstel bestreed ont-moette hij binnen de redactie een storm van kri-tiek. In 1994 hield hij op als commentator. ‘De krant was kennelijk toe aan een ruk naar rechts. Dat kon en wilde ik niet meemaken.’ (Dat op-houden verklaart waarschijnlijk de pijnlijke ver-schrijving over de irt-affaire (ook in ’94) vol-gens hem ontstaan omdat de hoofdstedelijke po-litie zélf in de drugshandel was gegaan. Het irt was een bovenregionaal team dat geen deel van de Amsterdamse politie uitmaakte. De ‘affaire’ was juist het gevolg van het feit dat de Amster-damse driehoek dit team – in de ogen van som-migen ten onrechte – heeft opgeheven).

Jan Joost Lindner, zo blijkt ook uit dit fascine-rende boek, was veertig jaar lang een spraakma-kend en ten onrechte onderschat journalist die door alle jaargetijden heen gewaarschuwd heeft tegen de kwetsbaarheid van de Nederlandse de-mocratie, met name ook door de opkomst van een ‘technocratische’ elite. Een democratie die hij in een vlammende (post-Fortuyn) epiloog vergelijkt met ‘een ontstemde en door wrakheid enigszins scheefhangende piano’.

Als Volkskrantabonnee zal ik deze geestver-wante generatiegenoot nog gaan missen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Mensen die zich vergissen, mensen die niet kunnen bewijzen dat de uitvoeringsorganisatie een fout heeft gemaakt, mensen die iets verkeerd begrepen hebben, mensen die nog niet over

Het afscheidscollege geeft een specifieke invulling van de relatie tussen vakwetenschap en schoolvak: de positie van het vakgebied taalkunde in het voortgezet onderwijs, waarbij de

Maar omdat de JOVD bestuurd wordt door vrijwilligers, en niet door betaalde krachten, kun je van de mensen niet verwachten dat ze doen wat het beste is voor het hoofd­ bestuur,

omgekeerde te zorgen. Het is terecht dacht ik, dat we hier vanavond feest vieren. Van de drie hoofdstromingen in de nederlandse politiek is het liberalisme de enige die sinds de

de veertig jaar niet zal halen, maar vooral omdat het jubileum een moment oplevert om eens een blik werpen op de ontwikkelingslij- nen die in de economische

dit is het voordeel van de medewerking door vele deskundigen. De in dit artikel verdedigde zienswijze is een ten dele andere persoonlijke stellingname. Naar ik meen

3p 8 Bereken hoe dik de betonnen muur minstens moet zijn opdat de intensiteit van de γ- straling tot 0,10% van de oorspronkelijke waarde gereduceerd wordt.. Eindexamen

Natuurlijk gaat het hier om strijd met ‘slechts’ een for- meel vereiste terwijl de maatregel in ieder geval de beste bedoelingen – het beschermen van de volksgezondheid –