II
De opvoeders: huwelijk en gezin
Het
huwelijksformulier
Als we iets willen
zeggenover de
opvoedersen wel in
hetbijzonder over de
ouders,dan
gaanwe uit van het Woord
des Heeren.Dat is voor
ons een vreemde zaak geworden.Toch,
waarkan
men beter vertoeven,ook wat
dezestof betreft,
danbij
des HeerenWoord.
Lees maar Efeze5
en vele andere gedeelten. Maarwe
gelovenhet Woord
des Heerenniet. De
Schotse leraar JohnLivingstone
schreefin zijn
afscheidsbriefaan zijn
gemeente teAncrum
-
eenbrief
geschrevenuit zijn
verbanningsoord Rotterdam;een
brief
waarvanelke bladzijde, door de
zwakheidvan zijn li-
chaam, hem een dag kostte
- : "Laat het Woord
Godsuw
enigerichtsnoer zijn; Christus uw enige Hope; Zijn
Geestuw
enigel,eidsman;
Zijn
eer uw enig doel. "Toch
willen
we iets zeggen, ook over het huwelijksformulier.En
'Als met we doen dat in het bijzonder, omdat niemand dathuwelijksformulier
zijnhandvoor
waar houdt enhet
serieus neemt.We
gelovenniet wat er
indat
formulier
staat.Of
zouden wewerkelijk
geloven, dat de Heere als metZijn
hand een manbij
eenvrouw
brengt.Dat
gelooft toch niemand.We
lezen hetwel,
maar geloven?"Als
metZijn
hand. "Wat
zouden man envrouw
elkaar dan met een eerbied ontvangen.En niet alleen
ontvangen,maar hun
gehele levensweg,daar
in verwonderingbU stil blijven
staan.Door
Godshand bij
elkaar gebracht. Dat is wat. Dat is een werk des Heeren!Vergelijk Ef . 5:32
Liefde en trouw
Liefde
Liefde is zijns- verbondenheid
Gen. ?4:l-9 Vergelijk Gen.27:46
Dt Cnrustzutxz
OpvonowcHet formulier
gaat verder en spreekt over de vereniging door de band deshuwelijks. Het huwelijk wordt
gezienals
een afschadu-wing van die wondervolle, grote
verborgenheid,die
ontzaglijke verbondenheid, die daar is tussen Christus enZijn
gemeente. En dat geloven? Wat een schuchterheid zouden we dan hebben, "ziende op Christus en op de gemeente. "We
lezen weer verder.En
dan zienwe
dater in
het huwelijks-formulier
sprakeis van "liefde
entrouw." Liefde, die
wonderlijke afschaduwing van de Goddelijkeliefde,
daar hebbenwe
reeds een enkel woord van gezegd. Liefdeblijft
dus niet staanbij
de zichtbare verschijning van de geliefde.Wie
lieflreeft, heeft meerlief
dan de verschijning, meer dan de persoonzelf. Wie liefheeft,
bemint het bovenpersoonlijke; bemint datgenewat
boven het zichtbare uitgaat.In de liefde zit
een idealiserendekracht, die de
beminde verheft bovenwat hij of zij is.
Misschienis dit juist wel
het heel erge in eenhuwelijk:
als de liefde niet meer gevoed wordtuit dit
verlangen naar het bovennatuurlijke, het verlangen naar datgene wat boven deverschijning van de
bemindeuitgaat. Dan
maaktde liefde
geen nieuwe krachten meerlos.
Men zou kunnen zeggen: danis
ze haar scheppendkarakter kwijt. Echte liefde maakt
steedsweer
allesnieuw.
Geeft het oudekleur. Blijft
ontdekkingen doen.Liefde
legt een gloedover
oude dingen.Door
hethuwelijk los te
maken vanhet uitgaan boven de verschijning, verliest het niet alleen
aan religieuze bezinning, maarook
aan vastheid enduur
en gebonden- heid.Liefde is
zijnsverbondenheid. Dus een aanvaarden van de ander zoalshij of zij is,
metzijn of
haar goede en verkeerde eigenschap- pen. Een aangenomenworden,
zoals menis. De
verkeerde eigen- schappen worden niet goed gepraat, maaÍ ze worden aanvaard.Liefde is
zijnsverbondenheid.Er is
dus geen ruimte tussen man envrouw, in
heel hun leven. Celoven we het? Wat moeten we het danmet elkaar
eenszijn; met
elkaar verenigdzijn. Dan zal er
geenverschil kunnen
zijn in
de onderlinge verbondenheid. Danvalt
die problematiek weg. Abraham heeft er iets van mogen zien en daarom zondhij zijn
dienstknecht Eliezer naar Paddan-Aram om een vrouw voor Izak te halen. Niet een vrouw van de dochteren Heths.Dn
Cnrustnutrcn OpvonowcLiefde kent de vereniging en hoe kan dat mogelijk zijn bij
verscheidenheidvan zijn in de wezenlijke dingen? In de
oude Schotse geschiedenissen staathet
verhaal vanWalter Pringle.
Hetwas in
hetjaar
1648en hij verhaalt: "Toen
leerdeik
een jongevrouw
kennen.Ik wist,
ze wasaltijd erg
goed geweestvoor
haar moeder.Ze
had haarliefderijk
verzorgd.En ik
kreeg haarlief."
Toen ging
hij
naarzijn
leraar, naar JamesGuthry,
één der Schotse geloofshelden.Hij
vroeg hem om raad. JamesGuthry
zeitot
hem:"Dat
ze goed voor haar moeder gezorgd heeft, daar gaat hetin
deze dingen nietom.
Wat weetje
van hetwerk
der genadein
haar. Dat is noodzakelijk."
We weten niet meer hoever wejuist in
deze zakenzijn
afgedwaald. Wezijn
al tevreden als het zo ongeveer iemanduit
onzekring is. Uit
onzekring.
En wat voor eenkring
is dat. Wilhel- musà
Brakelliet zich
raden doorzijn
vader.Walter
Pringle doorzijn
leraar. Izak door de vader der gelovigen, Abraham.Zelf
kozenze niet.
Zouden ze daardoor een geringereliefde voor
hun vrouw gehad hebben.We
kunnende
zaak anders stellen. Hebbenwe
wel wezenlijklief,
degene, met wie we alleen de dingen van het gewone leven kunnen delen.Als
de apostelder
Indianen, JohnEliot,
één der vrienden vanMr.
Shepard,bij
het dode lichaam vanzijn
vrouw staat, zegthij: "Hier ligt mijn
lieve, gelovige, vrome, Godvrezende, gebedsvolle, voorzichtigevrouw. lk
zaltot
haar gaan, maarzij
zaltot
mU niet wederkeren."
Liefde is wezenlijke vereniging.In
het huwelijksformulier staat:"Liefde
en trouw."
Tegenwoor-dig
verkondigt men, dat men van tevoren nooit beloven kan dat men de eersteliefde trouw blijft.
Doorgaans zienwe
detrouw als
eenietwat
krampachtig vasthouden van de ander.Maar zo is het
niet.Trouw
is de continuering van de eerste liefde.Trouw is
de blijven- de onderhouding van die eersteliefde.
Van de Heere staat geschre- ven, datHij
detrouw
houdt, datHij
detrouw
bewaart.Zijn
liefdetot Zijn
kinderen vermindert niet.Zijn
liefdetot
hen is onverander-lijk.
En van de gemeente staat:"Gij
hebtuw
eerste liefde verlaten. "Wij
denkentrouw te zijn,
ondankshet verlaten van die
eersteliefde. Zo
zijnwij
overspelersin
ons zogenaamd handhaven van deliefde. Bij wezenlijke liefde is er
sprakevan
eenwonder
Gods.Altud treft mij in
deze dingen weer,wat ik
verhaaldvind
van de Schotse leraarJohn Livingstone. Hij wist dat
JanetFleming
zijnvrouw
zouworden. In
een overvloedvan licht
hadhij
ontvangenvan de Heere, dat het de
mening des Heerenwas, dat hij
haarVergelijk 2 Sam. 12:23
Trouw: conti- nuering van de eerste liefde
Vergelijk Ps. 146:6
Vergelijk Openb.2:4
De man het hoofd der vrouw
Gen. 2:18
De verant- woordelijkheid van de man
Man en vrouw
Dn Curustzutxn
Opvonontc
trouwen
zou.
"Entoch", zo
zegthij, "kon ik in
waarheid getuigen, dathet
nog langer dan een maand duurde,voor ik
huwelijksliefdetot
haarontving. En ik ontving ze niet,
danop het
gebed."
Maar voegthij
er danbij:
"Daarna echter hadik
moeite haar te matigen."En
zo gaat John Livingstonevoort:
"Onshuwelijk
was zeer plech-tig.
DeKerk
was er om heen vergaderd." "Vreemde geschiedenis",zult u
denken. "Een uitzonderlijk geval. Geen norm voor ons."
Dat merkte ook eens iemandop,
toen we de bekeringsweg van Eva vander Groe
lazen. Omdathet zo
merkwaardigis,
daaromzou
dat opgetekendzijn.
Ja, ja.Laten we het huwelijksformulier nog
evenverder
lezen. Dan staat daar,dat de
manhet
hoofdder vrouw is. "Dat kunt u
niet menen", zegt men tegenwoordig. Maarhet is wel
volgens de Hei-lige Schrift.
Emancipatie allerwegen, maarwilt u er wel
aan den- ken, dat geen enkelevrouw,
die wezenlijkvrouw is,
het hoofd van het gezin zouwillen zijn.
Hetstrijdt
tegen het wezen van de vrouw.Het strijdt
tegen Gods scheppingsordinantie.Het strijdt
tegenZijn Heilig
Woord. De man is het hoofd.Hij
heeft de hoofdbeslissingen te nemen. Doethij
dat niet, dan faalthij in zijn
man-zijn. Dan leefthij in strijd
met GodsWoord. De
HEEREgaf
AdamEva
"als een hulpe tegenover hem". Het is religieus en naar de opvoeding van de kinderentoe
volkomenfout,
als de man de hoofdbeslissingen niet neemt. Danis hij
heel verkeerd bezig, dan doethij zijn vrouw
on- recht.Hij
belast haar dan met een te zwaÍe taak. De vreugde van devrouw ligt
mede daarin,
dat ze iemand heeft die haarleidt
en datzij
hemtot
steun magzijn.
Het is een groot onrecht dat de man zijn vrouw aandoet, alshij
de hoofdverantwoordelijkheid niet draagt. Endie
verantwoordelijkheid kanhij
ontlopenop velerlei wijze.
Door vergaderingenen werk; of,
zoals mendat dan
noemt,door
"hetwerk in
Gods Koninkrijk."
Maar vaak verzuimthij
daar- door welzijn
opvoedingstaak. Laathij
nu ook eens detijd
diehij
beschikbaar heeft, aanzijn
gezin besteden.Dat is
tochBijbels. Als hij
dat niet doet, dwingthij zijn
vrouwtot
een taak, die de hare niet is.Toen
wij
het hadden over deChristelijke
opvoeding hebben we gezien, dat de taak van de moederis:
het geven vanveiligheid,
van geborgenheid.De
taak van de vader: de ideaal-vorming, het tonen van levensidealen, het openen van de wereld, het ontsluiten van de toekomst. Moeder geeft veiligheiddichtbij,
vader veiligheid verderDz Cnntsrcutrn
Opvoeontcweg. Moeder geeft
geborgenheid,die
een anderniet kan
geven.Vader opent
de
mogelijkhedenin
dewereld. Hij
maakthet
leven buiten het gezin wat doorzichtig, geeft de ideaal-vorming.Hij
opent steeds weer een levensmogelijkheidvoor
hetkind.
Daarom vullen vader en moeder elkaar zo volkomen aan. Daarom hebben zebij
de opvoedingelkaar zo nodig.
Daaromheeft het kind beide
oudersnodig;
kanhet niet
buiten beide ouders. Eenonvolledig
gezinof
een gebrokengezin heeft het
daaromzo moeilijk. Beide
ouders hebben hun taakin
de opvoeding. Ook dat is een Bijbels gegeven.Als
nu een kindbij
moeder niet de geborgenheidvindt,
maar deleiding
van het gezin, enbij
vader de geborgenheid, dan ontstaat erbij
dat kind een paradoxaal (tegenstrijdig) ouderbeeld. Vaak leidt ditbij
de dochterstot
een moeilijkheidbij
de keuze van een man. Wat zoekt het meisjebij
de man.Leiding,
zekerheid, vastheid en steun.En
nu heeft vader geborgenheid gegeven. Dan ontstaat de verwar-ring.
De jongens worden onzeker.Ook dat is
logisch,want
vader heeftniet
gegevende
opening van dewereld, de veiligheid in
dewereld,
maarhij
heeft de veiligheid thuis geschonken. Jongensuit
zo'n
gezin kunnen verschrikkelijk onzeker zijn.Een paradoxaal ouderbeeld
is onschriftuurlijk,
en daaromook
in opvoedkundig opzichtfout. Men
magzijn
opvoedingstaakniet uit
handen geven.Dat
gebeurtnooit
straffeloos. Eenvrouw kan
niet straffeloosde
opvoedingsplicht, de
opvoedingstaakvan de
manzich
toeëigenen.Dat
heeft zeker gevolgen.Kwalijke
gevolgen. Nu weetik wel,
dat er gevallen kunnenzijn,
dat het niet anders kan.Ik
denk bijvoorbeeld aanhet
wegvallen van éénder
oudersdoor
de dood. Maarin
dat geval geeft de Heere een speciale belofte aan de weduwen.In zo'n
situatieis
het noodzakelijk en goed dat de moe- der de leiding neemt, maar ideaal is het niet.Zo
kan vaderdoor zijn
slapheid en gemakzuchtzijn
taakin
de opvoeding verwaarlozen en moeder door haar bazigheid. De opvoe- dingsfunctie van vader is tochal
aan een sterke devaluatie onderhe-vig. Hij is
vaak vanhuis, druk
metzijn werk, of hij
maakt zichdruk met
vergaderingen,enzovoort. Nogmaals, iedere man
en iederevrouw
heeft een specifieketaak in de
opvoeding.Van
deman wordt
verwachtdat hij de
hoofdbeslissingen neemt, leiding geeft, vastheid en steun schenkt. Van de vrouwwordt
verwacht datHet paradoxaal ouderbeeld
Jer.49:11
:ffi
'rë:;r;
t;::ffi-{
ë$
.:Ëil
ffii
#á
llfai
#,:,:
w!:::
ffiïi;
g:4":
t*;':
i*:.:
s:;:
l:$;iï:
Fê:-r-:
ffil
Gen.24
Een Godgehei ligd zaad
Vergelijk
I
Kor. 10:31Gen.25:2L
Het huwelijk als personale gemeenschap
De
Cnrusrzutrce Opvonnwcze haaÍ man
"gehoorzaamis in alle dingen, die recht en billuk
zijn."
Daar zal ze geen bezwaar tegen hebben, gezien haar wezenlij-ke aard. U moet dat liefelijke,
Christocentrischehoofdstuk uit
Genesis eens lezen over de ontmoeting van Izak met Rebekka.In
het huwelijksformulierwordt
ook gesproken over een Godge-heiligd
zaad.Dat wil
dus zeggen dat het verwekken van een kind, een even Godzalige zaakis
als eten en drinken en bidden en loven, als het goed is. Watwij
er van maken laten we nu maar rusten. Datis vaak
schandaleus.Maar het
gaatom wat het is. Het is
tocheigenlijk zo:
als men ergens een keerzijn
knieenvoor zal
buigen, dan zal dat tochwel voor
deze zaakzijn.
Wantuit
die samenkomstvan
manen vrouw,
kan een eeuwigheid ontstaan.Het is nog
iets anders dan etenen drinken.
Een Godgeheiligd zaad.Dan zal
hethuwelijk
aanzijn
bestemming beantwoorden. Hoewelook
zonderdit,
hethuwelijk tot
een grote zegen kan zijn.Het
huwelijk.
Wat hebbenwij er
van gemaakt en wat makenwij er van.
Leestoch
nog eens de geschiedenis vanlzak: twintig
jaar wachten enin
de tegenwoordigheid vanzijn vrouw,
het Aangezicht des Heeren zoeken."En Izak
bad denHEERE
zeerin de
tegen-woordigheid van zijn
huisvrouw." "En de HEERE liet Zich
van hem verbidden. "We lezen nog eenmaal het
huwelijksformulier.
Daar staatook
in dat de gehuwden opgewekt worden om dezeheilige
staat te begin- nen"in
den name Gods en ze zalig totZijn lof
te voleindigen."
Dat zUntoch wonderlijke
dingen. Deze dingenwillen we
elkaar toch eerst voor houden. Ookuit
hethuwelijk
hebben we veelal de Naam des Heeren weggedaan. Zoalsuit
geheel ons leven.Het huwelijk:
personale gemeenschap en potentieel gezinHet huwelijk als
personale gemeenschap.Wat
verstaan we daaronder? Eensliep ik
met een eenvoudige,wijze
boerover
het land.Het is
lang geleden.Hij
zeitot mij:
"Meester, gelooftu
ookniet,
dat hethuwelijk
volwassen maakt?" Nu weetik wel,
dat alleenal
de keuze, de keuze als zodanig,om tot
eenhuwelijk te
komen, een daadis,
als het goedis,
van een zekere volwassenheid. MaarDn
Cnrustnutxn Opvonowchet is toch ook
wel
zo, wat die manzei:
"Hethuwelijk
leidt ook tot een zekere volwassenheid."
Het kan maken dat de man en de vrouw daardoorzich verder
mogenontwikkelen, tot een
verdere groeikomen. Het huwelijk hoeft de ontwikkeling niet stop te
zetten.Maar daar moet men dan
wel
aan werken. Danwordt
het huwelijkook
eentaak, een
opgave,doch wel met daarbij de
wezenlijke kennis van Psalm127: "Zo
de HEERE het huisniet bouwt,
tever- geefs arbeiden deszelfs bouwlieden daaraan." Dan
moet de vrouw belangstelling opbrengenvoor
hetwerk
vande
man.Ze
moet als het ware met hem meewillen
groeien. Maar dat geldt ookvoor
de man.Hij
moet belangstelling tonenvoor
hetwerk,
datzijn
vrouwverricht, in
huis enin het
gezin.Dit
samen-zijn moet erzijn in
elk opzicht.Door
samen te lezen. Door het samen onderzoeken van hetWoord
des Heeren.Door
een tesamen leven.Door het
leiden vaneen 'wij-leven'. Zo kan er dus
sprakezijn van het huwelijk
alspersonale gemeenschap. Twee verschillende personen en toch één.
Het huwelijk
als personale gemeenschap.Het
gaathierbij
dus omhet
komentot
een verdereontwikkeling
vanhet
man-en
vrouw-zijn,
door hethuwelijk, in
het huwelijk.Bij het huwelijk als potentieel
gezin,wordt er de nadruk
op gelegd dat hethuwelijk
als doel heeft de vorming van een gezin; als het goedis:
van het verwekken van een Godgeheiligd zaad.ln
onzekringen wordt
doorgaansde nadruk
gelegdop het huwelijk
als potentieel gezin. Daardoorwordt wel
eenswat
verwaarloosd, watwe
hierboven noemden,dat het ook
ontwikkelingsmogelijkhedenmoet
bieden aande man en vrouw. Niettemin willen we
directze5geí, dat ook wij het huwelijk in de
eersteplaats zien
als potentieel-gezin-zijn.Als
een bijzondere zegen des Heeren. Vandaar ook het diepe verdriet wanneer hethuwelijk
kinderloosblijft.
Professor Waterink heeft eens een boek geschreven: 'Moeder en haar man'.
Als u
goed leest, een merkwaardigetitel. 'Moeder...
en haar man'. Moeder, datwijst
dus naar de vrouw als moederin
het gezin,wijst
dus naar het potentiële gezin. En haar man, datwijst
op de man als persoon, dus op de personalefunctie. In
het dagelijkse leven spreekt menwel van
'moeder devrouw'
envan 'de
man envader'. Als we
deze uitdrukkingen goed lezenvinden we
daarin hetzelfde.Bij
de moeder het potentiële gezinprimair
enbij
de vaderde
personale gemeenschap. Onlangs hoordeik nog
deze uitdruk-Ps. 127:L
Het huwelijk als potentieel
gezin
'Moeder de
vrouw'en 'de man en vader'
Dn Curusztuxr
Opvononvcking, die er ook - zij het
zijdelings-
verband meehoudt.
Iemand zei toen: "De vrouwwordt
moederbij
de ontvangenis van het kind, de man vaderbij
de geboorte van het kind."
Persoonlijk denkik
er andersover,
maar enige waarheid schuilter
tochwel in. Ik
geloofer namelijk niet zo
sterkin, want ik
denktoch
nogaltijd,
dat envader
en
moeder tesamenén ieder voor zich, hun
knieën zullen buigenbij
de aanvang van dat wonder, dat de Heere schenkt. Dat wonder, dattegelijk
onze onbezorgdheid, alswe die
nog enigszins hebben, ons ontneemt.Toch
wil ik
niet alleen de nadruk leggen op het potentieel gezln,want
de manziet zijn vrouw
anders alsze in
verwachtingis - ik
kan datnatuurlijk eigenlijk
alleen vanuit het standpunt van de man beschouwen.Ik
dacht, dater
dan als het ware een meerdere liefde ontstaat, een grotere verwondering, een wederzijdseverstilling. Ik
denk, dat dat van beide kanten zois.
Verenigdzijn in
een nieuw te schenken Godswonder.Moeder de vrouw en de man en
vader.Moeder de
vrouw. Ze wordt
moeder, zeblijft vrouw.
Beter zouik het
andersom kunnen zeggen.Ze wordt
eerstvrouw
en dan wordt ze moeder.We
zeggen dusniet: ze is vrouw
geweest, echtgenote geweesten nu wordt ze ook
moeder.Het is
geenkwestie
van geweestzijn,
maar van eerst worden. Misschien kunnen we het alsvolgt duidelijk
maken. Stel dathet kind, dat
verwachtwordt,
hetvijfde kind
mag worden, datuit
hethuwelijk
geborenwordt.
Ook danwordt
moeder eerstvrouw;
enniet:
danis
moeder eerst vrouw geweest.Ze
wordt het weer. De man ontmoet,ziet
zijn echtgenote eerst weer alsvrouw.
En danwordt
ze moeder.Zo
gezien is er ooknooit
sprake van bijvoorbeeldhet vijfde kind,
maar danzijn
alle kinderen enige kinderen.En zo is het ook. Elk kind is
een enigkind.
Daarnain
de gezinsrij misschien hetvijfde,
maar eerst is hetkind,
een enigkind. Wat
voor moeder geldt, geldt ook voor vader.De
vrouw
ziet haar echtgenote eerst opnieuw als haar man.Zo
zienwe
dus een samengaan van hethuwelijk als
personale gemeenschapen
als potentieel gezin.Waarschijnlijk vindt er juist
dan een verachteringin
het huwelijksleven plaats, als één van beide zaken niet meer beleefdwordt.
De man ziet graagzijn
vrouw als de moeder,maar ook als de vrouw, die hij heeft leren
kennen en lieftrebben;die hij van de
Heere ontvangenheeft. Die hem
ver- heugdheeft in
zeergrote
mate,toen ze zijn zijde koos; toen
zeDn
Cnrusrntttxn
Opvonomobeloofde
bij
hem teblijven;
voorwie hij in zijn
liefde hoogachting heeft. En omgekeerd zal het zeker ook zozijn: voor
wiezij in
haar liefde hoogachting heeft.In
de liefdezit
hoogachting en schuchter-heid. Ook in dit
opzicht stelt hethuwelijk
verplichtingen. Daarom moet moeder zich bijvoorbeeld, ennu
noemik
maar iets uiterlijks(als er
tenminsteiets uiterlijks
bestaat),ook voor
haar man goed kleden, want zeis
tochook in
zekerezin
zijntrots, zijn
verheuge-nis. Hij
moetzich in
haarblijvend
verheugen, verheugen"in
dehuisvrouw zijner
jeugd."
Enook dit
zalwel
wederzijdszijn. En ik geloof
zeker, dat, alsdit
het gevalis,
er ook minder sprake zalzijn
van wat men tegenwoordig het slijtageprocesin
hethuwelijk, in
deliefde
noemt.Ik wil
het nog eens herhalen: "Niemand kan moeder worden zonder eerst echtgenote,vrouw te zijn." Ik
zeg dus niet:"Niemand kan moeder worden, zonder eerst echtgenote geweest te
zijnJ Zo kan er dus
alleengroei zijn in het
vaderschapen
het moederschap, naarmate er meer 'samen-zijn'is.
En dat wezenlijk in de Heere.Als
een ondoorgrondelijk wonder. Daardoorwordt
men ook handelbaarder, leert men ook elkaar beter verdragen.Tegenwoordig legt men eenzijdig de nadruk op het
huwelijk
als personale gemeenschap.Dat is
arm.Het is in strijd
met ons huwe-lijksformulier
en het belangrUkste:het is in strijd
metde
HeiligeSchrift. Vroeger
legde men misschienwat
eenzijdig de nadruk ophet huwelijk als
potentieelgezin. Toch voel ik mij daarbij
beter thuis.Nog
één keerwil ik
opmerken, datu nooit kunt
zeggen: vader en moederkrijgen er
eenkind bij. Alle
kinderenzijn
enige kinde- ren.Als
u een kind zou moeten missen - hetgeen de Heere verhoede-
dan zouu dat
alsnooit
tevoren weten. Dan weetu dat
ze enigzijn. Elk kind is een enig kind, een
eeuwigheidswonder. Een wonder, datu in
een keer ontdoet vanuw
onbezorgdheid, want uwkind
heeft eenziel. Als u
hetin uw
armen houdt, houdtu
een eeu-wigheid in uw
armen. Een eeuwigheids-verantwoordelijkheid. Hetis
nooituit
te drukkenwat
datis.
En we hebbener
niet het minste besef vanwat het
inhoudt. Sommigen zeggen'."In
een pleeggezin, daarkrijgt
mener
eenkind bij." Ik
waaghet te betwijfelen.
Zou het danwel
een goed pleeggezin zijn2Hoogachting en schuchter- heid
Spr. 5:18
Elk kind een eeuwigheids- wonder
TE Ë t:a' Fl
::
a:
ï.;
,a
i.
!:
t:
a.:
=::
::
Efeze 5
Dn Cnrusrnutrz Opvoromc
Het huwelijk is
een afschaduwing.Een
afschaduwingvan
hethuwelijk
van Christus metZijn
gemeente. We lezen Efeze5
vers 22tot
het einde. Het Woord des Heeren.22 GU vrouwen, weest uw eigen mannen onderdanig, gelijk den Heere;
23
Want de mnnis
het hoofdder
vrouw,gelijk
ook Chris- tus het Hoofdder
Gemeenteis;
enHij is
de Behouder des lichaams.24 Daarom, gelijk de
Gemeente Christus onderdanig is, alzo ook de vrouwen haar eigen mannenin
alles.25 Gij
mannen,hebt uw
eigen vrouwenlief, gelijk
ookChrisrus
de
Gemeenre liefgehadheefi
en Zichzelven voor haar heefi overgegeven;26
OpdatHij haar
heiligen zou,haar
gereinigd hebbende met het bad des walers door het Woord;27
OpdatHij
haar Zíchzelven zouheerlijk
voorstellen, een Gemeentedie
geen vlekof rimpel
heefiof iets
dergelijl<s, mnar datzij
zou heiligzíjn
en onberíspelijk.28 Alzo
ztjn
de míInnen schuldig hun eígen vrouwenlief
te hebben,gelijk hun
eigen lichamen.Die zijn
eigen vrouw lieJheefi, die heefi zichzelven lief.29
Want niemand heefiooit zijn
eigen vlees gehaat, maarhij
voedt het en onderhoudt het, gelijkerwijs ook de Heere de Gemeente.30
Wantwij zijn
ledenZijns
lichaams, vanZíjn
vlees en vanZijn
benen.3l
Daaromzal
een menszijn
va.der en moeder verlaten enzal zijn
vrouw aanhangen, enzij
rwee zullentot
êên vlees wezen.32 Deze verborgenheíd
is groot;
doch ík zegdit,
ziende op Christus en op de Gemeente.33 Zo dan ook
gijlieden,
elkin
het bijzonder, een iegelijk hebbezijn
eigenevrouw alzo lief als
zichzelven;en
devrouw zie, dat
zij
de man vreze.Dn
Cnrusrcutxn OpvonomcHet
gezinWij
lazen Efeze5. Man en vrouw
samengebrachtdoor
Gods Hand.Zo
vormenze
een gezin.Het
gezin heeft dus een metafysi- sche, een bovennatuurlijke oorsprong. "Ziende op Christus en op de Gemeente." Man en vrouw zijn door de
Heere tesamen gebracht.Ze zijn
door de echtelijke liefde verbonden. Verbonden dusin
eenliefde die
meer inhoudt dan de zichtbare verschijning. Dan wordt het gezin geheiligd, apart gezet. Dan komter
toch een glans over.Dan zal het
ook niet
meer zo gemakkelijk door de mensen ontbon- den worden. Danwordt
scheiding tochwel
een ontzaglijke zaak.Gezin-zijn
betekentook:
ergensthuis zijn, heeft
eens iemand gezegd. En men kandit
danletterlijk
enfiguurlijk
opvatten.Het
isvoor man en vrouw het samen-zijn
in
liefde en slechts een wezenlijk samen-zijn, als het magzijn
een samen-zijnin
den Heere. Het gezinis zo het rustpunt. De
plaatswaar men tot
zichzelfkan
komen.Waar
menniet
meerop visite is. Waar
menvoor de
ander niets meer behoeft op te houden. Het is ook een blijvend centrum van de innigste betrekkingen, vanintimiteit
temidden van de steeds groei- ende openbaarheid,en
van gevoelsverbondenheid.Niet
alleen een gemeenschapvan zich
vermenigvuldigendezoÍgen, zo als
somsschijnt. Het is
een samen-zijn. Ook een samen-zijnin
verdriet, een samen-zijnbij
harde slagen. Misschienverbindt het
gezamenlijkeverdriet
meer dan de voorspoed.Voor
de kinderenis
het gezin debron
vanalle
gevoelsbetrekkingen; plaats der geborgenheid, plaats der veiligheid en vooral plaats der vertrouwdheid.Als
het goed zou mogenzijn, door
Goddelijke genade,de
plaats, waarvanhet
kind weet: vader zoekt het Aangezicht des Heeren daar voormij,
moederbidt
daarvoor mij.
Een pedagoog schreef eens:de
dingenin
het ouderlijke huis hebben hun eigen vaste gezichten
ieder huis heeftletterlijk zijn
eigen, ondefinieerbare geur, waaraan men het, na velejaren
weg geweestte zijn, onmiddellijk
weer herkent.En
ook deze vastheidis
nodigom
later vastte
kunnen staanin het
zeer onvaste maatschappelijke leven; hoewel het niet de hoofdoorzaakis
van het vast staan.Natuurlijk
magdit
vast staan geen muffe sleur worden.Het
gezinkent,
zoals iemand eens opmerkte,drie
waarden: liefde, leven en veiligheidvoor
het benauwdehart. En
deze zaken vindenwij terug in het huwelijk
tussen Christusen Zijn Kerk,
maar nu zonder grenzen:Liefde, Die blijft als alles is
vergaan,Leven
inVan boven- natuurlijke oorsProng
Ef . 5:32
Liefde, leven veiligheid
De fasen in het gezins- leven
Pred.3:11 Pred. 3:1
Dz
Cant srntuxn
O pvonontc
overvloed en eindeloze
Veiligheid. In
de geschiedenis derKerk
vanNew
England (Amerika) komenwe
defiguur
van John Cotton te- gen. Een zeer geheiligde dienstknecht des Allerhoogsten Gods. Van hem lezen we dathrj
op de dag vanzijn huwelijk
ontving, de eerste verzekering van Godsliefde op zijn ziel, door
de Geest van God.Hij
schreef: "Toen ontvingik
de belofte van de eeuwige genade enhet
eeuwigeleven. De
Heere maakte deze dag eendag van
een dubbelhuwelijk voor mij." De
Heereis
hem nabij gebleven, zodathij de
laatstemaal toen hij het Woord van zijn
Meester mocht bedienen,hij dit mocht verrichten uit
Johannesl:14:. "En wij
hebbenZijne heerlijkheid
aanschouwd,een heerlijkheid als
des Eniggeborenen van den Vader,vol
van genade en waarheid. "De
structuur van het
gezinWe
willen
er iets van zeggen. Wezijn
danwel
aan de buitenkantbezig,
maartoch is het niet
onbelangrijk. Slechtsop
twee dingenwillen wij
letten alswij
iets zeggen over de gezinsstructuur, name-lijk
op de fasen in het gezinsleven en op de gezinsrelaties.De fasen
in
het gezinslevenHet
gezin kentdrie
fasen.De
fase van de opbouw, de fase van de stabilisatie en de fase van de afbraak.Het is
van belang, dat we wetenin
welke fase het gezin verkeert.Het
kan ons voor beoorde- lingsfouten behoeden.Men zou kunnen zeggen, dat het gezin
in
de fase van de opbouw sprankelenderis
danin
de fase van de afbraak. Toch kan men zich afvragen,of dit werkelijk
zois.
De HeiligeSchrift
zegt:"Hij
heeftieder ding
schoon gemaaktop zijn tijd." En: "Alles heeft
een bestemde tijd." Daar
moetenook
onze kinderen aan denken. Stel bijvoorbeeld dat een jongenuit
een gezln,dat
verkeertin de
fase van de afbraak, omgangkrijgt
met een meisjeuit
een gezin, dat nogin
de fase van de opbouw,of
van de stabilisatie verkeert. Dan gaat men vaakvergelijken. Maar
dan moet menzich wel
afvragen,of
zo'n vergelijking wel mogelijk is. Nu
weetik wel, dat de
liefde over dat vergelijken heen zal stappen, maar toch is hetwel
goed om daar even op te letten en om daar ook rekening mee te houden.Dt Caruszutxn Orvonomc
De
fase
van de opbouw van het gezinElk
gezin kent de fase van opbouw.Het is
detijd,
waarin alles nogkan. Men
zegtwel
datin die
fase van de opbouw,zo
langza- merhanduit
het experimenteren het gezinsritme ontstaat. Toch zouik
daar erg voorzichtig meewillen zijn. Dat
gezinsritmehoort
niette
ontstaanuit het
experimenteren.Juist in die
fasevan
opbouw moeten we uitgaan van een van te voren vastgestelde regel.En
als we dat zeggen,zijn
we er toch ook naast.Niet
van een van te voreri vastgestelde regel, maar van GodsWoord.
Bepaalde dingen moeten absoluut gesteldworden. Om
enkele voorbeeldente
noemen: het samen Bijbellezen,het
vieren van deDag
des Heeren,het
zingen van de Psalmenbij
de maaltijden, de huiselijke catechisatie. Door- gaansis het zo: begint men daar niet direct
tesamenmee,
dan gebeurthet
meestalniet meer, als men enige tijd getrouwd
is.Schuchterheid ten opzichte van elkander
is wel
goed, maarin
deze dingen moet men maar metLuther
zeggen,al
is hetwel in
een wat ander verband:"Ik wijk
voor niemand." Achteraf zien we vaak, wat we verzuimd hebben. Wat een treurige opvoeding we onze kinderen gegeven hebben. Een armelijke opvoeding.En
danis het
veelal te laat.Zo
zijn er meer dingen.Bepaalde zaken moeten dus absoluut vast staan. En dan is het zo,
dat men daarin en ook in
anderedingen zijn eigen vorm
gaatvinden. Zo wordt het
eigen gezinsritme opgebouwd.In het
begin kanveel. Later wordt dit moeilijker. Men
heeftdie
wordingsfase van het gezin daaromwel
genoemd "hetin
de pas leren lopen", het aan elkaar wennen.In
zekerezin
is dat ookwel zo.
Het geheel aan gezinsgedragingen vertoont een bepaaldritme en zo
onderscheidt het ene gezin zich van het andere.Nu
weetik wel,
hetzijn
dingen van de buitenkant, maaru
moeter
toch evenover
denken.Dit
iswel
zeker,in die
opbouwfase moetu
waardevolle gewoontes kwe- ken.Dat
is van heel groot belang.Gewoontevorming.
Die
gewoontevormingis
van een heel groot belang. Zacharias waser door in
de tempel.De
Heere Jezus "ging naarZijn
gewoonte,op den
dag des Sabbathsin de
synagoge. "Daarom kweken we
gewoontes.Maar bij het vormen van
diegewoontes moet
u er wel
aan denken, dat een gewoonte-vorm pas volgen mag, als ze toegelichtis,
zodat menook later,
indien nodigDe fase van de opbouw
Gezinsritme
Naar de regel van Cods Woord
Gewoonte- vorming Luk.4:16
Het zoeken van het Aan- gezicht des Heeren
I
Tim. 2:8Dn
CarusrnutxnOpvotptuc
weer op die toelichting kan terug vallen. Met een voorbeeld kunnen we het misschien wat verduidelijken.
Een klein kind leert
biddenvoor de
maaltud.We
kunnen dat zonder enige toelichting voorzeg5en enhet
na laten zeggen. Maarwe
kunnenook op
heelkinderlijke wijze
dat eerst toelichten, met grote eerbied, zodat het kind toch enigszins een besef heeft, van wat we gaan doen, wat biddenis.
En later moeten we daar ook weer op kunnen terugvallen.We zullen ook
zeker, indienhet
de Heerebelieft
ons huwelijkmet
kinderente
zegenen,met
onze kinderenhet
Aangezicht des Heeren moeten zoeken.Nu
kunnenwe
zeggen, datkan ik niet
en datdurf ik niet. Het is ook wat.
Warehet
niet geboden, dan washet de
brutaalstezaak, die
bestaat.Het is ons
gebodenals
een onmogelijke zaak. Ons gebodendit in
de Heere Jezus Christus teverrichten.
En
dan een zondaar.Het is te
verstaan,dat u
met uw kinderenniet
hardophet
Aangezicht des Heerendurft te
zoeken.Het is ook te begrijpen, dat
u
dat niet metuw
vrouwdurft
doen. In zeker opzichtis dat
veelbegrijpelijker,
dandat u dat zo
vanzelf- sprekend doet.Dat
vanzelfsprekendeis
nujuist
weer niet begrijpe-lijk.
Menuit niet zo
gemakkelijk de meest intieme gedachten. We moe- ten tochwel
met een ontzettende hoogmoedvervuld zijn,
alswe zo,
met alleen onszelf,tot
de hoge God durven naderen. Maar het Woord des Heeren zegt:"Dat
de mannen biddenin alle
plaat- sen, opheffende heilige handen. "U moet ook
eens denkenaan de
geschiedenisvan
WilliamGuthry, de schrijver van "Des Christens Groot Intrest".
Eens bezochthij
een gezin. Het werd avond.In
Schotland zocht men dan vaak met het gezin het Aangezicht des Heeren.In
de zogenaamde'Worship'. Maar het hoofd van dat gezin was dat niet
gewend.Toch zei
William
Guthry tot hem: "Zoek nu met ons het Aangezicht des Heeren." Maar die
man deedhet niet. Hij kon het niet. Hij
deedhet nooit. Hij
durfdeniet.
MaarWilliam Guthry zei
"Zoek met onshet
Aangezicht des Heeren" enhij zei
het na elke weige-ring.
Ten laatste barstte die manuit:
"Heere, deze leraar zegt, datik Uw
Aangezicht zoeken moeten U weet, ik
kanhet
niet."
Hetwas
als bij
een dienstknecht des Heerenin ons land.
Eens moest deze met een ouderling een andere ouderling bezoeken, die zich aanDa Carustztuxn
Opvonowcdronkenschap schuldig gemaakt had.
Die
man moest daar natuurlijkover
onderhouden worden. Toen zeidie leraar: "Zoek nu
met onshet
Aangezicht des Heeren." En die
broeder,die
dronken geweestwas,
begon-
enwat ik nu schrijf,
bedoelik niet
oneerbiedig-
:"Heere,
in
een onbedachtogenblik..." "Houd op", zei zijn
leraar:"Opnieuw.
"
Weer begondie
man en weer zochthij
een uitvlucht."Houd
op", klonk
hetweer: "Opnieuw."
Toen barstte die man uit:"Heere,
ik
ben dronken geweest.""Amen",
zeizijn
leraar.Hij
was dronken geweest.Dat
was genoeg. Laat dat maar weten.Voor
deHeere. En laat ook uw gezin
maarweten, dat u in de
beleving wezenlijk een goddeloze bent.Dat
zou nog een wonder wezen."Ik
ben dronken geweest. Amen. "
In de tijd van de ritmisering van het gezin zal er toch
ook gezamenlijke Bijbelstudie moeten plaats vinden.En eigenlijk
moes-ten we weer,
precies zoals vroeger, eensoort 'Huisboek'
hebben,waarin op korte,
zakelijkewijze de
Wonderen des Allerhoogsten wordenvermeld. Uit de
geschiedenis, maarook uit de
wonderender
schepping en andere dingen. We mogen toch ookwel
eens iets zeggenover de
sterrenhemel.Wie, die het heelal
aanschouwt, verzinkt nietin
het niet,bij
het aanschouwen van Gods almacht. Inzeker opzicht
aanschouwtmen dan de
oneindigheid.De
Heilige Schrift zegt:"Als ik Uw
hemel aanzie, hetwerk
Uwer vingeren, de maan ende
sterren,die Gij
bereidhebt; wat is
de mens,dat
Gij zijner gedenkt en de zoon des mensen, datGij
hem bezoekt?"Dat
is nog iets anders dan het behandelen van de lichdaren.In
de periode waarin het gezinsritme ontstaat, moetu
bepaaldedingen
sterk
accentueren.Later
gebeurtdat niet meer. De
eerste indrukkenzijn
van zo groot gewicht.Ze zijn
vanzo'n
groot belangvoor
het verdere leven.Als u
dezetijd
verzuimt te gebruiken, zultu
dataltijd
als een schuld beleven. Onze kinderenzijn zo
snel oud en ons ontgroeid. En nu weetik wel, ook
dat zal onze kinderen niet behouden, maarhet is wel zo,
datwij die taak op
ons genomen hebben, toenwij
datbij
hun Doop beloofden.Bij dat
gezinsritme noemik ook, dat wij ons
enigszins tegen elkanderdurven uiten; dat wij onze
gevoelensniet altijd
maar verbergen. Hoe meerwij
dat doen. des te hogerwordt
de drempel.Bovendien,
iets wat nooit
geoefendwordt, slijt. We
denken zoGezamenlijke Bijbelstudie
Ps. 8:4, 5
Komt, maakÍ God met mij groot
Ps. 34:2 ber.
De fase van stabilisering
Dn
CantstnutrcnOpvonortc
vaak, het
is wel
een ruwe bolster, maarin zijn hart
ishij
toch wel ernstig. We kunnen onswel
afvragen,of
dat mogelijk is. Elke ruwe bolster enelk
gesloten karakter, zal zich tochwel
een keer moetenuiten. Mocht het
danzo zijn, al
washet
maar éénkeer, dat
men zou mogen uitroepen:"Komt,
maakt God metmij groot."
Een kind zal moeten ervaren, dater
zakenzijn,
dietot
diepin
ons hart gaan, die ons hart vervullen. Ook dingen omtrent hen. Ze moeten er zich nooit van los kunnen maken, dat ze een vader, een moeder hebben,die het
Aangezicht des Heerenvoor
hen zoeken, hoewel dezen hetzelf
misschiennooit
zoudendurven
zeggen.Voor
eenkind
moet mentoch zijn
laatste geestelijkejas wel
eensuittrekken.
Mogen uittrekken.Bij
dat gezinsritmehoort ook,
dat de manzijn vrouw af
en toe eensvan
harteliefkoost. Ook in het bijzijn van de
kinderen. Dekinderen
zeggen dan misschienwel
tegenelkaar, wat doet
vader weer raar, maarin
hunhart
vinden ze hetheerlijk,
als vader moe-der
eensvan harte
aanhaalt.Dat
mogende
kinderen gerust eens goed zien.Het
gezinsritmeis
vangroot
belang.Het
kweekt een bepaaldetoon in het gezin,
een bepaalde sfeer.Dat is
heelbelangrijk.
En nogmaalswijs ik
erop,
datu
vooralin
de zaken van het allerhoog- ste belang, datritme
opbouwt.In
detijd
vanuw verloving,
kunt u met degene dieu
lieflrebt, doorgaans alles bepraten, ook de dingen van de eeuwigheid. Danis er
een onderling elkaarwillen
verstaan.Draag
er
danzorg voor en
smeeker om,
datdat in uw
huwelijkniet verdwijnt. Het vinden van het
gezinsritme achtenwe
van uitermate groot belang.De
fase
van de stabilisering van het gezinEens zat
ik in
dekerk.
Het was op een Dankdag voor gewas en arbeid. Een voorgangerhield in
die plaats Dankdag,ik
meen voorde
vijfendertigstekeer. Hij zei dit. Toen liet hij zich
een woordontvallen. Hij zei: "Het lijkt wel, alsof dit altijd door zal
gaan.Alsof
daar nooit een eind aan komen zal."
Dat doet zichvoor in
deperiode van de stabilisering.
Nooit
een eind komen aan de dingen;altijd op
dezelfdewijze.
Eenszei
iemand:"Het is niet te
zeggen, hoe het werk een mens te pakken kan hebben.'Hij
bedoelde ermee:Dn Cnrustnturn
Opvonomczo in
de greep van hetwerk
gevangente zijn,
dater
als het ware geentijd
meeris om
aan andere dingente
denken.Zo erdoor
in beslag genomen tezijn. Werk
is een ze5en, maar we kunnener
ook een vloek van maken. Dat komt voorin
de periode van de stabilise-ring. Het kan zijn in
deze periode,dat
men steeds dezelfde wegfietst
naarzijn werk.
En datis
geen verveling. Maar dat gaat maardoor. Men
neemt geen ander pad, maar steeds hetzelfde.En zo
ishet met heel
veel dingenin die
periode.Alles
staatals het
ware vast. En dat is toch ook een vorm van volwassenheid.Voor
eenpuber is dat vast
staander
dingen eengruwel.
De puberwil
steeds iets anders. Steeds moeten de dingen nieuw zijn.Daarin vindt
de puberzijn
plezier.Dat is zijn
leven.Hij
kan niet begrijpen, dat een volwassene zo kan leven.Verschrikkelijk
zouhij
het vinden, alshij zo
zov moeten leven. Maarvoor
de volwassene is dat nietverschrikkelijk.
Het iszijn
dagelijks doen. Is dat dan eenvorm
van afstomping?Dat is
het tochook niet. In
de dingen van elke dagzit
de vreugde, de blijdschap.In
de kleine dingen van elkedag. Het wordt als iets
aantrekkelijks bevonden, dezelfde weg steeds naar huis. Men merkt de bekende dingenop. Dat
isjuist
zomooi.
Vreugdezit
niet alleenin
het nieuwe. Maarwel
is het moge-lijk,
dat door de stabilisering, ritualisering ontstaat. En danzijn we
Verhoudingfout.
Ritualisering. De ritmisering wordt ritualisering. De gewoonte ritmisering en- die we
toejuichen- wordt
als het ware eenheilige koe. In geeil
ritualiseringenkel
geval mag vandie
gewoonte dan meerworden
afgeweken.Ritmisering
wordt
ritualisering.En
nu zou dat op zichzelf, hoewelonjuist,
soms nogniet
zo ergzijn. Maar het is
dan veelaljuist zo, dat, als er
kinderenin
hetgezin
mogenzijn, die
kinderen dan meestaljuist in de
puberteitzijn. En in die leeftijd wordt
nietszo
sterk gehaat alsde
rituali- sering. Daardoor kunnener
conflicten komen.De
kinderen kunnen danniet
begrijpen dat ook de liefde van vader en moederbijna
totritualisering wordt. Dan is goed te begrijpen dat de
kinderen denken:"Ik wou,
datik
nu eens iets van hunliefde
zag."En
als ze danzelf
gaanlief krijgen,
dan vinden ze het volkomen onbegrijpe-lijk,
dat vader en moederzo
met elkaar kunnen omgaan.En zo
is het eigenlijk met alles. Dan ergeren ze zich aan de geringe warmte,die het
leven van vader en moederuitstraalt, in
hun godsdienst enin
hun maatschappelijk leven.Het is
ookonbegrijpelijk. Ik
kan me indenken, dat eenkind
zegt:"Als
die manof
dievrouw
nu werke-Wanbegrip
1 Kor. 13:11
Zelfont- plooiing?
Dz
CurusreuIKE OPvzEDINGlijk
eenkind
des Heerenis,
dan zoudat er toch uitstralen. Zo'n
wonder en danzo
leven.Zo'n
eeuwigheidswonder en danzo.
Dat kanniet. Dat
kantoch
niet." Dat
kanook niet.
Een geredde ziel hebben,in liefde
gekendzijn door een Drieënig God, als
eenonbegrijpelijk
Godswonder en dan zo leven.Ik
kan me voorstellen dat een kind dan zegt: "Dan zouik
dat laten zien, dat wonder."
En dat kind heeft gelijk.Door die
ritualisering komtbij
hetkind
het wanbegrip. Wanbe-grip
ten opzichte van de ouders. Maar ook een zeker wanbegrip van de ouders ten opzichte van de kinderen. Veelwordt
onbegrijpelijk.Toch
heeftdat
wanbegripook
een positievekant. Het kind
moet volwassen worden, het moet afleggen "hetgeen eens kindsis."
Het wanbegrip mag daarbij helpen. Eens zei iemand:"Elke
puber heeft rechtop
een grote dosis wanbegrip." En in
zekerezin is
dat ookzo. Het zijn
geen goede opvoeders,die het kind altijd
begrijpen.Die
zich alles zo goed kunnen indenken.Die
zo bangzijn
het kindin zijn
behoeftebevrediging en wensente
frustreren.Het zijn
geen goede opvoeders.die
denken,dat het kind
alleen zelfontplooiingnodig
heeft;dat
mentoch vooral die ontwikkeling niet
mag tegen gaan.Het kind is niet
goed.Het kind
weetook de
wegniet.
De natuurlijke ontwikkeling van hetkind
looptuit
op een grote ontzet-ting, op
een eeuwige ondergang.Als het kind in zijn
leven niets meer ontvangt, dan de mogelijkheidom
zich te ontwikkelen, dan is alles zeker verloren. Eeuwig verloren.Het is
een ontzettende zaak,dat de
psychologiein gezin en school zo'n grote invloed
heeft gekregenen de
opvoedkundezo'n geringe. Bovenal, dat
Gods Woord zo veracht wordt.De
opvoeding schenkt als het goedis leiding. t eiding
naar hetWoord
des Heeren.Ze
moet schenken, stellen,het
verbod en het gebod.Dat
zalnooit
gaan zonderfrustratie,
zonder de kinderen tebelemmeren
in hun
behoeftebevrediging. Frustreerdenwe
onze kinderen maar meer.Als we
iets van de wegen des Heeren zouden mogen kennen, dan mager
niet zo veel en dan kaner
niet zo veel.Dan is er niet
zoveelruimte. Dan zijn we niet gauw te
streng geweest.En
als deze dingen zouden komenuit
onshart,
dan zouhet kind ze
aanvaaÍden.Als ze
maar voelden: vaderof
moeder kunnenniet
anders, omdathet niet
mag van de Heere; en daarom niet van hen.t
I
I
I
Dn
Cnrustzut rcn OpvonowcDaar was
eens eenpredikant. HU
diendede Heere. Hij
hadkinderen en
die
kinderen waren alsalle
kinderen.Hij
hadook
een jongen. Die jongenwilde
persé op de Dag des Heeren langs dedijk
flaneren. Alles had die man geprobeerd om het te voorkomen. Nietshielp.
Toen zeihij: "M'n
jongen,je
mag gaan, maar latenwe
dan eerstde
Heere vragenom Zijn
zegen daarover." Hij
knielde neermet
zijn jongen. Hij
zochthet
Aangezicht des Heeren.Hij
mochthet vinden. Die jongen
hoefdeniet
meerop de dijk te
flaneren.Eigenlijk
iser
niet veel, dat opvoedkundigzo
ergis,
alsaltijd
alles begrijpende ouders te hebben. Ouders,die altijd zo
bewust aan dezijde
van het kind gaan staan. Moeders, die alles begrijpen en alles goed keuren. Vaders,die
van het gezeuraf willen zijn. Dan
mist hetkind
de frustratie. Frustratie: de belemmeringin
de behoeftebe-vrediging.
Gefrustreerdworden, dat is toch zo iets
vreselijks tegenwoordig.Maar er
moeten frustratieszijn. De
ouders moetenwrijfpaal
durvenzljn,
zeï eens iemand terecht.Vooral in
de puber-teit.
Maar vaakis
mener
te moevoor
en dan geeft men maar toe.Een te weke,
toegeeflijke, tolerante opvoeding,is
een liefdeloze opvoeding. Frustratieis
een voorwaardeom tot
zelfstandigheid te komen.Zelfstandigheid,
weer zo'n
naarwoord. Weer
eenwoord, dêt
opvoeden totsteeds misbruikt
wordt.
Een gevallen schepsel dat zelfstandigmoet
zelfstandig-worden,
wil
worden. Hoe kan datnu. Dat
kind moet duszelf leren
h"iat staan, alleen staan kunnen,zijn
weg alleen kunnen voortzetten. Die zelfstandigheid, die men bedoelt,is
de grootste ontzettingvoor
eenmens,
voor
eenkind. Ze is niet mogelijk,
maar was ze mogelijk, dan was ze de grootste vUandschap van een mens tegenzijn
Schep-per.
Ons opvoedingsdoelis niet
zelfstandigheid, maar afhankelijk- heid, aftrankelijkheid van de Schepper en, indien de Heere het gave:van een verzoend Drieënig God.
Die
aftankelijkheid schenkt ons de zelfstandigheid.Dat
doetLutheÍ
zeggenl."Ik wijk voor
niemand. "Gegrond op het Woord des Heeren.
We
bedoelenmet die
zelfstandigheiddus niet, het
volkomen loskomen van de ouders.Dat
helemaalniet.
Want als het goed is, hebben de ouders inderdaadvoor het kind hun
laatstejasje
uitge-trokken. En ik
bedoel dat nietin
financieel opzicht alleen, maarik
bedoeler mee,
dat ze alles gegeven hebbenwat
ze bezaten. Heelhun structuur. Heel hun innerlijk zijn. Heel hun
godsdienstigeZelfstandig- heid en ver- bondenheid
2 Kron. 34:2
Tijdloosheid
Dn Cnrusrxutrcn Opvononvc
beleving. Laat
ik
nogwat
verder gaan.Als
een wonder misschien hebbenze, indien ze zelf enige kennis
daarvan hebben mogen ontvangen, heel hun zuchtentot
de Heere, voor henzelf, voor
hun kinderen, misschien eens mogen openbaren, ondankszichzelf.
Ennu zal
iedere opvoeder wensen-
alsdat zo
magzijn,
datze
alles gegeven hebben-
dat hun kinderen danook
zouden mogen wande- len op die weg, die voor hen ookin
maatschappelijk opzicht, méér, die in godsdienstig opzicht, méér, diein
hun verborgen omgang metGod, de enige weg is; als een
geschonkenheid, zouden mogen wandelen. Hun diepste overtuiging. Maar dan wezenlijk beleefd.We
bedoelen met zelfstandigheid dus totaalniet,
een volkomen losgroeienvan de
ouders.We
bedoelen daarmeede
persoonlijke, zelfstandige beleving vandie
zaken, diein
de opvoeding het belang-rijkste zijn,
ook voor de ouders.Het
mogen kennen en beleven van de waarde ervan. Het mogen zien van het wonder daarin.
De diep-ste
verbondenheider
aan.Dan is men er van
gedistantieerd ge- weest, maar dan heeft mener
de waarde van mogen leren kennen.Die
zelfstandigheid zou danzijn
als een afschaduwing vanwat
deSchrift
zegt: "Enhij
wandeldein
de weg vanzijn
vader David."Zelfstandigheid heeft
te
makenmet
loslaten.En
loslatenis
zomoeilijk. Eigenlijk
onmogelijk.Als
het goed zou mogenzijn, is
ermeer
sprakevan
een overgenomenworden.
Eens examineerdeik
een rooms meisje.We
hadden het een ogenblikover het
loslaten.Toen zei ze:
"Maarje kunt toch recht hartelijk voor je
kinderenblijven
bidden?"Als ik dat kon,
zouhet
procesvan
loslaten mis- schien gemakkelijkerzijn,
maardan zou dat
biddenwel
moeten geschiedenin
volkomen overgave.We
kunnenwel
zeggen: "Watnood zo hier
beneden,mijn
handen't werk niet deden",
maar zeggen en belevenzijn
twee verschillende zaken.We gaan nog even terug naar de ritualisering.
In
die ritualiseringzit iets van tijdloosheid. En tijdloosheid wijst op
volwassenheid.Maar er
kanook
een gevaarin
schuilen.Het
kanzo
gemakkelijkleiden tot
onaandoenlijkheid.Alles
gaatdoor. Dat geldt op
elk terrein.Er
was eens een oude man.Het
was eenkind
des Heeren. Het onweerde.Hij
stondbij
de deur en de bliksem sloegin, vlak
naasthem.
Toenzei hij tot zijn kinderen: "Die
slagwas voor mij
be-Dn
Cnrusrcutxn Opvoanntcdoeld, om me wakker te schudden, om me te doen zien, hoe
ver ik
afgedwaald ben." In
de tijdloosheid zit ook een vergeten. Een oudeman vertelt van zijn
kinderjaren.Weinig over
dejaren van
zijn volwassenheid.In die tijd wórdt men
opgesloktdoor het
leven.Daarom
grijpt
de ouderdom naar de eenvoudigheid van de jeugdja- ren terug. Naar die jaren toen alles nog te overzienwas. "Het
eind is het begin, decirkel
sluit. "De
fase
van de afbraak van het gezinHet lijkt
een hardeterm. De afbraak, het verval, beter:
het vervallen vanhet
gezin.Het is ook niet
helemaal eenjuiste
term.Beter zouden we de woorden van de
Heilige
Schrift kunnen gebrui-ken en het
beeld, gegevenin
Deuteronomium32 vers 1l en
12:"Gelijk
een arendzijn
nestopwekt, over zijn jongen
zweeft,zijn
vleugelen uitbreidt, ze neemt en ze draagt opzijn
vlerken, zo leidde hem de HEERE alleen, ener
was geen vreemd god met hem."
Ja, zoalsde
arend,die
steeds onderzijn
jongen zweeft, enze,
als zenog niet in
staatzijn zelf te
vliegen, draagt.En dat
steeds weer.Totdat ze
in
staatzijn
zelfte
vliegen.Zo
gezienis
hetwel
goed,dat de
kinderenhet huis uit
gaanen de ouders, indien het
hun gegevenwordt,
nog enigetijd
samen mogenzijn. Het is
dan alsofde
Heerezegt: "Ook dit zal lk u
geven: eerst samen, daarna dedrukte, nu weer de stilte, de
rust." "Wat kan Ik
meer aanMijn
wijngaard doen. "De
kinderen gaan het huisuit. Dat valt niet altijd
mee.Als
zetrouwen en dan met
iemanddie nog enig
besefheeft van
GodsWoord en
onze opvattingennog wat deelt, dan
kunnenwe
het doorgaans nogwel
van harte toejuichen.En
zekerals er
dan ook nog een zekerc welstandbij
ontvangenwordt.
Vaakwordt
naar het laatste meer gekeken dan naar het eerste.Als
het goedis,
gaat dan datkind
dat ons huisverliet,
een eigen gezin opbouwen. Hetkrijgt
een eigenkring om
zich heen.Het hoort
nuin
de eerste plaatsbij
hemof
haar, metwie zij of hij
door de huwelijksband verenigd is.Dat
moetenwij wel
bedenken en dat moet hetkind
ookwel
beden-ken. Het is niet zo'n
gunstig verschijnsel,als het kind voor
elk wissewasjeweer
naarhet ouderlijk huis
gaat.Het kind
moet dat weten en de ouders moetendat
zekerniet
stimuleren.We
moeten daarook niet
zoblij
meezijn
en denken,wat
houdt hettoch
veelDe fase van het verval
Vergelijk Jes. 5:4