• No results found

Bij het ontwerp van de wet versterking positie mbo- studenten is er bewust voor gekozen dat alleen de examencommissie een mbo-verklaring kan verstrekken

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bij het ontwerp van de wet versterking positie mbo- studenten is er bewust voor gekozen dat alleen de examencommissie een mbo-verklaring kan verstrekken"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Verslag internetconsultatie Wijzigingsregeling modeldiploma mbo in verband met opname van de mbo-verklaring (vanaf 1/8/2021: Regeling modellen voor mbo-diploma, mbo-certificaat en mbo- verklaring)

De regeling heeft van 28 september tot en met 25 oktober 2020 voorgelegen voor consultatie. Er zijn 24 reacties op de regeling binnengekomen, waarvan 11 van mbo-instellingen. Een aantal indieners gaf aan toe te juichen dat met de mbo-verklaring studenten een bewijs van afgeronde delen ontvangen. Kritische reacties betroffen onder andere de uitreiking door de

examencommissie. De reacties zijn verwerkt in deze versie van de regeling en zoals hierna wordt toegelicht. Daarbij is ook een aantal punten, zoals wordt toegelicht, niet overgenomen.

Ten eerste zijn er opmerkingen gemaakt over het feit dat de verklaring wordt uitgereikt door de examencommissie terwijl de mbo-verklaring ook inhoudelijke informatie over de

beroepspraktijkvorming bevat die onder verantwoordelijkheid van het bevoegd gezag vallen en die de examencommissie niet kan controleren. Bij het ontwerp van de wet versterking positie mbo- studenten is er bewust voor gekozen dat alleen de examencommissie een mbo-verklaring kan verstrekken. Omdat de examencommissie ook een mbo-diploma en het mbo-certificaat verstrekt, is hiermee eenduidig geregeld wie aan de student een waardedocument kan verstrekken bij het verlaten van de beroepsopleiding. Aangesloten is bij de regelgeving die nu al van toepassing is voor de afgifte van de instellingsverklaring. Ook dat document wordt uitgereikt door de

examencommissie en kan naast examenresultaten ook andere resultaten bevatten. In die zin is het niet nieuw dat de examencommissie een document uitreikt waarop resultaten staan vermeld waarvoor het bevoegd gezag de verantwoordelijkheid draagt. Het vraagt wel een aanpassing van procedures van de examencommissie. Er is een FAQ gemaakt voor instellingen met uitleg over de verantwoordelijkheid van de examencommissie in dit proces. Zie:

https://onderwijsenexaminering.nl/publicaties/mbo-verklaring-en-de-rol-van-de- examencommissie/

Verder werden zorgen geuit over de uiterlijke overeenkomst met het diploma door de optie een handtekening student op het voorblad mee te nemen en de mogelijkheid om het diploma op waardepapier uit te geven. Aan beide opties wordt vastgehouden. Het persoonlijk betrekken van de student, door bijvoorbeeld het laten tekenen van de mbo-verklaring, heeft meerwaarde maar is helaas niet altijd mogelijk en daarom is de handtekening optioneel. In de pilots is de wens om de mbo-verklaring op waardepapier uit te reiken naar voren gekomen als een oplossing om mogelijke fraude tegen te gaan. De keuzemogelijkheid gold ook voor de instellingsverklaring. Een aantal instellingen had de wens om bij informatie over de beroepsopleiding (voorblad) ook de leerweg op te nemen. Dat is overgenomen. Deze informatie kan informatief zijn voor werkgevers wanneer een student zonder diploma de beroepsopleiding heeft verlaten. Vooral omdat het aantal BPV-uren bij Resultaten Beroepspraktijkvorming optioneel is. Er werd daarnaast aangegeven dat ook een 5,5 voor een onderdeel van een examenonderdeel bij Examenresultaten zou moeten worden

opgenomen. Ook dit is overgenomen. Bij Examenresultaten is nu aangegeven dat het onderdeel moet worden opgenomen als een student een 5,5 of hoger heeft behaald. Het kunnen vermelden van een waardering in één of twee decimalen als resultaat van een deel van een examenonderdeel is toegevoegd. Tot slot werd aandacht gevraagd voor twee overkoepelende punten: 1. dat de namen van (delen van) specifieke examenonderdelen weinig informatie verschaffen aan de ontvanger zonder kennis van de OER van de beroepsopleiding; 2. de mogelijkheid om in één mbo- verklaring delen van meerdere kwalificaties op te nemen wanneer een student delen van meerdere beroepsopleidingen heeft gevolgd. Dit laatste punt is overgenomen. Instellingen kunnen

onderdelen van meerdere kwalificaties opnemen in één mbo-verklaring. Wat betreft de

inzichtelijkheid in de examenonderdelen die de student heeft afgerond is in de regeling toegelicht dat aanvullende informatie toegevoegd kan worden. Verwijzen naar de OER als deze openbaar is, wordt aangemoedigd. Dit blijft een punt van aandacht en zal worden meegenomen in de evaluatie van de werkzaamheid van regeling die na de invoering van start gaat.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Figuur 3.4: Sector Gedrag & Maatschappij: percentage uitval uit het totale bekostigde hoger onderwijs van studenten van voltijd hbo-bacheloropleidingen met een

Studenten konden hiervoor extra hulp of ondersteuning van school krijgen; ze mochten bijvoorbeeld vaker naar school komen, hadden meer individuele gesprekken met de mentor of

Er is in deze gevallen meestal ook niet voorzien in specifieke maatregelen voor snelle herplaatsing tijdens de eerste periode van de opleiding (naast de standaardvoorzieningen

Een anderstalige leerling die een tweede taal aan het leren is, kan communicatief taal- vaardig genoeg zijn om zijn boodschap over te brengen, maar nog lange tijd specifie-

De fragmenten zijn ook bedoeld om docenten onderling te laten praten over wat leerlingen moeten kunnen op de werkvloer en hoe ze dat kun- nen gaan leren. Hoe je dat doet en waar je

De examencommissie van het betreffende college kan op verzoek van de student op basis van vooropleiding, kennis of ervaring, bepalen dat geheel of gedeeltelijk vrijstelling

Het onderdeel ‘Overige resultaten’ wordt in de mbo-verklaring opgenomen als de instelling van mening is dat student andere resultaten heeft behaald die betekenisvol kunnen zijn voor

In deze PBLQatie hanteren we een aanpak die is gebaseerd op de samen- hang tussen de burger en zijn digitale vaardigheden, het beleid dat de overheid voert bij het inrichten van