• No results found

Bovenmatige deelnemingsrente

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bovenmatige deelnemingsrente"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bovenmatige deelnemingsrente

Vleggeert, J.

Citation

Vleggeert, J. (2012). Bovenmatige deelnemingsrente. Ntfr, 2012(24 / 1416), 4-5. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/34885

Version: Not Applicable (or Unknown)

License: Leiden University Non-exclusive license Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/34885

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

Bovenmatige deelnemingsrente

Gepubliceerd in Nederlands Tijdschrift voor Fiscaal Recht 2012-1416, blz. 4-5 J. Vleggeert, Associate Professor at the Institute of Tax Law of the University of Leiden j.vleggeert@law.leidenuniv.nl

BOVENMATIGE DEELNEMINGSRENTE Dr. J. Vleggeert1

Op 4 juni is het voorstel van Wet uitwerking fiscale maatregelen begrotingsakkoord 2013 ingediend. In art. IV, onderdeel B van deze wet wordt voorgesteld om in de Wet op de vennootschapsbelasting 1969 (“Vpb. ’69”) met ingang van 1 januari 2013 art. 13l in te voegen. Deze bepaling beoogt de excessieve aftrek van deelnemingsrente tegen te gaan. Naar het zich laat aanzien, zal het wetsvoorstel in sneltreinvaart door de Tweede Kamer worden behandeld. De uiterste inbrengdatum van het verslag is 12 juni en al op 18 juni is een wetgevingsoverleg gepland. Op 20 juni vindt vervolgens de plenaire behandeling in de Tweede Kamer plaats en een dag later wordt er gestemd.

Dit strakke schema zou de indruk kunnen wekken dat het om eenvoudige materie gaat. Dat is echter niet het geval. De staatssecretaris heeft maar liefst negen leden nodig om de

aftrekbeperking vorm te geven. Art. 13l Vpb. ‘69 is dan ook voorzien van een uitvoerige toelichting. Een flink deel van deze toelichting wordt gebruikt om de samenloop tussen het nieuwe art. 13l en de andere renteaftrekbeperkingen uit de doeken te doen. De thans geldende aftrekbeperkingen van de rente worden namelijk allemaal gehandhaafd, waarbij zij

aangetekend dat de staatssecretaris aangeeft de onderkapitalisatieregeling te willen schrappen als daarvoor de budgettaire dekking van € 30 mio wordt gevonden.

De voorgestelde regeling is helaas zo ingewikkeld dat de Tweede Kamer die niet op een geloofwaardige wijze kan behandelen binnen die tijdsspanne. De Kamer zou de

staatssecretaris daarom moeten vragen om art. 13l onder te brengen in een apart wetsvoorstel dat pas na het zomerreces wordt behandeld.

Bovendien is het een gemiste kans dat de staatssecretaris niet wil snoeien in het almaar uitdijende woud van de renteaftrekbeperkingen. Na art. 10a, art. 10b, art. 10d en het recent geïntroduceerde art. 15ad wordt de belastingplichtige nu opgezadeld met art. 13l. Volgens de staatssecretaris blijft het daarbij. Hij ziet art. 13l als het sluitstuk van een aanpak waarmee is beoogd slechts een relatief beperkte groep belastingplichtigen die de grenzen van de

mogelijkheden voor renteaftrek hebben opgezocht, te treffen.2 De Raad van State trekt dit naar mijn mening terecht in twijfel. De Raad merkt namelijk op dat zich telkens weer onvoorziene situaties zullen voordoen waardoor de discussie over de renteaftrek in de vennootschapsbelasting zal voortduren.3 Het heeft daarom mijn voorkeur om de thans geldende specifieke renteaftrekbeperkingen te vervangen door een nieuwe algemene aftrekbeperking. Ik heb daarvoor eerder een voorstel gedaan waarnaar ik kortheidshalve verwijs.4

Mijn voornaamste bezwaar tegen de voorgestelde beperking van de aftrek van bovenmatige deelnemingsrente is echter dat art. 13l Vpb. ’69 niet doet waar de Kamer in de motie

1 Verbonden aan de afdeling belastingrecht van de Universiteit Leiden.

2 MvT, Kamerstukken 2011/12, , blz. 59.

3 Advies RvS, Kamerstukken 2011/12, blz. 4.

4 J. Vleggeert, Deelnemingsrente, WFR 2011/6922, blz. 1222-1226.

(3)

Bashir/Van Vliet5 om vraagt: het dichten van het Bosalgat. Met deze motie wil de Kamer bereiken dat de rente op een schuld die samenhangt met een buitenlandse deelneming6 niet langer aftrekbaar is. De staatssecretaris wijst er op dat de motie niet onverkort kan worden uitgevoerd omdat op grond van het Bosal-arrest7 geen onderscheid mag worden gemaakt tussen deelnemingen in binnenlandse en buitenlandse dochtermaatschappijen.8 De staatssecretaris lost dit in het eerste lid van art. 13l op door de rente op geldleningen die verband houden met deelnemingen in aftrek te beperken zonder onderscheid te maken tussen een deelneming in een binnenlandse dan wel een buitenlandse dochtermaatschappij. Deze zogenoemde bovenmatige deelnemingsrente is niet aftrekbaar voor zover zij hoger is dan € 1 mio. Om te bepalen of een geldlening verband houdt met een deelneming wordt in het derde lid van art. 13l een rekenregel gegeven. Deze regel houdt in dat het eigen vermogen van de belastingplichtige zoveel mogelijk wordt toegerekend aan de deelnemingen.

Hierbij had de staatssecretaris als het hem alleen was gegaan om het uitvoeren van de motie Bashir/Van Vliet kunnen laten. De staatssecretaris wil echter ook de multinationals plezieren die gebruikmaken of gebruik willen gaan maken van het Bosalgat. Hij is namelijk bang dat een onverkorte uitvoering van de motie Bashir/Van Vliet ertoe leidt dat “het internationaal opererende bedrijfsleven fiscaal beperkt zou kunnen worden in het expanderen op

buitenlandse markten”.9 De staatssecretaris maakt echter niet duidelijk waarom multinationals hun deelnemingsschulden niet zouden kunnen herstructureren. Zij zouden de

deelnemingsschulden immers onder kunnen brengen in buitenlandse

concernvennootschappen.10 Bovendien meen ik dat het niet de taak is van de Nederlandse fiscus om buitenlandse acquisities fiscaal te subsidiëren.

Zijn compassie met de multinationals brengt de staatssecretaris in een lastig parket. Om de multinationals te ontzien, zondert hij in het vijfde lid van art. 13l eerst de rente op

geldleningen die verband houden met uitbreidingsinvesteringen uit van de aftrekbeperking.

Van een uitbreidingsinvestering is sprake voor zover de investering in een deelneming leidt tot een uitbreiding van de operationele activiteiten van de groep waartoe de belastingplichtige behoort. Omdat ook de gulheid van de staatssecretaris grenzen kent, zijn vervolgens in het zesde lid van art. 13l drie uitzonderingen opgenomen op de uitzondering van het vijfde lid. Op grond van het zesde lid van art. 13l geldt de aftrekbeperking toch ten aanzien van de rente op geldleningen die verband houden met een uitbreidingsinvestering als (onderdeel a) de rente ook elders in het concern in aftrek kan worden gebracht, (onderdeel b) de

uitbreidingsinvestering bijvoorbeeld is verricht in de vorm van een hybride lening en de rente op die lening bij de debiteur aftrekbaar is en bij de crediteur niet of onvoldoende wordt belast of (onderdeel c) de uitbreidingsinvestering niet door de belastingplichtige zou zijn gedaan ingeval de aftrek van de rente buiten beschouwing zou worden gelaten. Het zijn met name dit vijfde en zesde lid van art. 13l die de voorgestelde regeling nodeloos ingewikkeld maken.

Als de voorgestelde aftrekbeperking van bovenmatige deelnemingsrente toch voor het zomerreces wordt behandeld en daardoor alternatieven niet meer op een zinvolle wijze aan bod kunnen komen, zou naar mijn mening een amendement op zijn plaats zijn. Schrap het

5 Motie van de leden Bashir en Van Vliet, Kamerstukken II, 2010-2011, 23800, nr. 17.

6 Juister geformuleerd: een deelneming in een dochtervennootschap die geen in Nederland belastbare winst behaalt.

7 HvJ EG 18 september 2003, C-168/01 (Bosal).

8 MvT, Kamerstukken 2011/12, , blz. 11.

9 MvT, Kamerstukken 2011/12, , blz. 12.

10 Zoals ik al opmerkte in J. Vleggeert, Deelnemingsrente, WFR 2011/6922, blz. 1222-1226.

(4)

vijfde en het zesde lid van art. 13l. Het Bosalgat wordt dan wel gedicht. Bovendien wordt de aftrekbeperking een stuk eenvoudiger. Zo’n amendement creëert verder de budgettaire ruimte om de onderkapitalisatieregeling af te schaffen.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien en zodra (en voor zolang) Geldnemer in verzuim is, als bedoeld in Artikel 6.1, is Geldnemer verplicht gedurende de normale werkdagen en werkuren aan de Stichting Zekerheden

Indien de Geldnemer geen enkel verhaal biedt voor nakoming van deze Overeenkomst Lening (waaronder begrepen terugbetaling van de Lening inclusief rente en kosten), zijn de

Alleen in het geval de Geldnemer geen enkel verhaal biedt voor nakoming van deze Overeenkomst Lening (waaronder begrepen terugbetaling van de Lening inclusief rente

Alleen in het geval de Geldnemer geen enkel verhaal biedt voor nakoming van deze Overeenkomst Lening (waaronder begrepen terugbetaling van de Lening inclusief rente en kosten), zijn

Indien je bijvoorbeeld 5 jaar in een auto wilt rijden, moet de looptijd van de lening niets langer zijn door te voorkomen dat je aan een restschuld blijft zitten.. Waar let

Indien de Geldnemer geen enkel verhaal biedt voor nakoming van deze Overeenkomst Lening (waaronder begrepen terugbetaling van de Lening inclusief rente en kosten), zijn de

De converteerbare lening is ondertussen bijna aan het eind van de looptijd en het wordt tijd voor conversie of afbetaling.. De lening converteert tegen deze prijs, er worden

Verder moet je lening minstens 1 jaar lopen en moet je uiteraard op het adres wonen waarvoor de lening is