• No results found

17 A RV Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Asten 2019

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "17 A RV Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Asten 2019"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

RAADSVOORSTEL

BIJ ZAAKNUMMER: 2019010282

Onderwerp: Bijlage(n): Vergadering

van:

Agenda- nummer:

p.h.:

Verordening rechtspositie raads- en

commissieleden gemeente Asten 2019 -3- 25 juni 2019 19.06.17 HV

de raad

van de gemeente Asten

Samenvatting

Per 1 januari 2019 is het Rechtspositiebesluit (Algemene Maatregel van Bestuur) en de bijhorende ministeriële Regeling decentrale politieke ambtsdragers in werking getreden.

Als gevolg hiervan is de huidige lokaal vastgestelde ‘Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Gemeente Asten 2017’ aan actualisatie toe.

Het merendeel van de rechtspositionele regelingen zijn met de inwerkingtreding van het nieuwe besluit dwingendrechtelijk vastgelegd. In de nieuwe situatie kunnen op lokaal niveau nog maar een beperkt aantal zaken worden geregeld. Bovendien is er in de nieuwe situatie sprake van twee aparte rechtspositieregelingen, omdat bij wet ieder bestuursorgaan haar eigen regelruimte heeft gekregen.

Eén regeling regelt de aanspraken voor burgemeester en wethouders enerzijds en wordt door het college vastgesteld. Een tweede verordening regelt de aanspraken voor raads- en commissieleden anderzijds en wordt door de raad vastgesteld. Hiertoe de volgende beslispunten.

Beslispunten

Aan de Raad wordt voorgesteld om de ‘Verordening rechtspositie Raads- en

commissieleden 2019’ vast te stellen. Gelijktijdig wordt de ‘Verordening rechtspositie wethouders, raads- en commissieleden Gemeente Asten 2017’ ingetrokken.

Wat willen we bereiken

Een actuele regeling voor de rechtspositie van raads- en commissieleden.

Wat gaan we daarvoor doen

Met de wijzigingen in het rechtspositiebesluit en bijhorende rechtspositieregeling zijn een aantal ‘kan’-bepalingen omgezet in bepalingen die voor alle gemeenten gelden. Dit betekent, afhankelijk van het onderwerp, dat de gemeenteraad niet meer kan afwijken van de algemene regel. Daarnaast hoeft de gemeenteraad sommige onderwerpen niet meer lokaal te regelen.

Er wordt u een actuele rechtspositieregeling voorgelegd, met een voorstel ten aanzien van

(2)

2/3 enkele VNG-modelbepalingen. Uitgangspunten voor het voorstel zijn o.a. een adequate maar eenvoudige administratieve uitvoering en voortzetting van de bestaande praktijk.

Hierna volgt een artikelsgewijze toelichting op de inhoud van de voorliggende verordening, waarbij de volgorde van de VNG-modelverordening is gehanteerd:

• De vergoeding voor raadsleden wordt niet afhankelijk gesteld van het aantal bijgewoonde vergaderingen (model art. 2);

• Raadsleden die lid zijn van een onderzoekscommissie en/of bijzondere commissie ontvangen een aanvullende toelage van €120,- per maand, voor de duur van de activiteit (model art. 3);

• Raads- en commissieleden ontvangen een vergoeding voor reis- en verblijfkosten buiten gemeentelijk grondgebied (model art. 4);

• Er wordt geen vergoeding aan raadsleden verstrekt op het gebied van arbeidsongeschiktheid, ouderdom en overlijden (model art. 5);

• Er bestaat op basis van het inwonersaantal van de gemeente Asten, geen grondslag voor het vergoeden van loopbaanoriëntatiekosten aan raadsleden (model art. 6);

• Voor niet-politiek georiënteerde scholing stelt de raad nadere regels op, bestaande uit een aanvraagprocedure omtrent het vergoeden van

scholingskosten, waarbij de griffier de aanvraag beoordeelt. Daarnaast stelt de raad een maximumbedrag aan scholingskosten in van € 300,- per raadslid en

€150,- per commissielid (model art. 7);

• Commissieleden, zijnde niet-raadsleden, ontvangen overeenkomstig de huidige lokaal geldende verordening geen extra vergoeding voor het bijwonen van commissievergaderingen i.v.m. bijzondere deskundigheid of zware taak (model art. 8);

• Bij het verkrijgen van informatie- en communicatievoorzieningen wordt een bruikleenovereenkomst getekend. Een raads- of commissielid levert na beëindiging van zijn functie het ter beschikking gestelde apparaat in bij de gemeente (model art. 9);

• Vergoedingen, tegemoetkomingen en verstrekkingen (genoemd in artikel 3.3.8 rechtspositiebesluit) worden aangewezen als eindheffingsbestanddeel in het kader van de loonbelasting (model art. 10);

• Er wordt in de lokale verordening geen artikel opgenomen over de periode waarbinnen vaste vergoedingen van commissieleden worden uitbetaald (model art. artikel 11);

• Onkosten en declaraties komen in aanmerking voor vergoeding mits deze voldoen aan de geschetste voorwaarden (model art. 12).

Een overzicht vindt u in de bijlage, voor een meer inhoudelijke toelichting bij de genoemde

artikelen wordt verwezen naar de VNG-ledenbrief met modelverordening van 18 januari 2019.

Mogelijke alternatieven

Geen verordening vaststellen en ‘kan’-bepalingen - voortkomend uit het rechtspositiebesluit en daarbij horende rechtspositieregeling – onbenut laten.

Risico’s N.v.t.

Communicatie

Officiële publicatie van de regeling volgt na besluitvorming.

(3)

3/3 Wat mag het kosten

Betreffende de scholingskosten. De gemeente Asten kent 17 raadsleden en 16

commissieleden (peildatum, 7 mei 2019). Dit beteken dat de scholingskosten voor 2019 maximaal kunnen uitkomen op € 7.500,- Het is echter de vraag of dit bedrag ook

daadwerkelijk volledig wordt besteed. In overleg met financiën wordt voorgesteld om

€3000,- bij te ramen. De overige in dit voorstel genoemde bedragen, waaronder de extra vergoeding voor onderzoeks- en bijzondere commissieleden en de reiskostenvergoeding buiten gemeentelijk grondgebied, zijn marginaal. Daarnaast leert de ervaring dat

betreffende vergoedingen slechts incidenteel worden verstrekt. Er bestaat dan ook geen aanleiding om hiertoe vooraf budgettaire voorzieningen te treffen.

Bijlage(n)/ter inzage (incl. AST-nr)

- 2019010278 Verordening rechtspositie raads- en commissieleden gemeente Asten 2019

- 2019029045 Overzicht verschillen modelverordening, verordening 2017 en verordening 2019

s.vanloon@asten.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

2 Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onder- deel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet

De vergoeding voor de leden van de commissie bezwaarschriften, als bedoeld in artikel 2 van de Verordening commissie bezwaarschriften, bedraagt 175% van het door de Minister van

In het Rechtspositiebesluit raads- en commissieleden is geregeld dat aan het raads- of commissielid, door de gemeente een computer (tablet) in bruikleen wordt verstrekt of

In het geval een raadslid een uitkering op grond van de Werkloosheidswet ontvangt en de na toepassing van artikel 20 van die wet ontstane korting op deze uitkering ten gevolge van

Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onder- deel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet

Een raadslid dat lid is van een bijzondere commissie als bedoeld in artikel 3.1.4, eerste lid, van het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers wordt voor de duur van

Ten aanzien van een raadslid van wie de arbeidsverhouding ingevolge artikel 4, aanhef en onderdeel f, van de Wet op de loonbelasting 1964 voor de toepassing van die wet

Tenzij het Rechtspositiebesluit decentrale politieke ambtsdragers of de Rechtspositieregeling decentrale politieke ambtsdragers anders bepalen, vindt de betaling van kosten die