1/3
Advies nr 10/2015 van 18 maart 2015
Betreft: adviesaanvraag betreffende het voorontwerp van ordonnantie houdende goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie betreffende dopingpreventie en -bestrijding in de sport (CO-A-2015-002)
De Commissie voor de bescherming van de persoonlijke levenssfeer;
Gelet op de wet van 8 december 1992 tot bescherming van de persoonlijke levenssfeer ten opzichte van de verwerking van persoonsgegevens (hierna WVP), inzonderheid artikel 29;
Gelet op het verzoek om advies van de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie ontvangen op 07/01/2015;
Gelet op het verslag van de heer Yves Roger;
Brengt op 18 maart 2015 het volgend advies uit:
. . . . . .
Advies 10/2015 - 2/3
I. VOORWERP VAN DE AANVRAAG
1. Op 9 december 2011 sloten de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie een samenwerkingsakkoord inzake dopingpreventie en -bestrijding in de sport dat ertoe strekt de Wereldantidopingcode van 2009 harmonieus te implementeren in de verschillende Gemeenschappen en Brussel.
2. De Code werd gewijzigd op de Wereldantidopingconferentie van 15 november 2013. Die wijzigingen moeten worden toegepast vanaf 1 januari 2015. Daarom moet het samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 worden aangepast.
3. Op 25 april 2014 gaf de Vlaamse Regering haar principiële goedkeuring aan het voorontwerp van samenwerkingsakkoord tussen de Vlaamse Gemeenschap, de Franse Gemeenschap, de Duitstalige Gemeenschap en de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie tot wijziging van het samenwerkingsakkoord van 9 december 2011 inzake dopingpreventie en - bestrijding in de sport.
4. De tekst van dit voorontwerp van wet werd voorgelegd aan de Commissie die daarover op 2 juli 2014 advies nr. 50/2010 uitbracht.
5. In dit advies vestigde de Commissie de aandacht erop dat de definitie betreffende elitesporters verdwijnt en vervangen wordt door twee begrippen “elitesporter van nationaal niveau” en “elitesporter van internationaal niveau”. Overigens bleek dat in beide definities de verwijzing naar olympische sporten is weggevallen waardoor het aantal geviseerde sporters – en dus ook het aantal personen waarvan de gegevens worden verwerkt - potentieel toeneemt. Daarom drong de Commissie erop aan de lijst aan te passen met sportdisciplines waarvoor verblijfsgegevens moeten worden opgegeven enerzijds en anderzijds om rekening te houden met de opmerkingen in haar advies. Deze kunnen als volgt worden samengevat:
uitwerking van een duidelijke definitie van verblijfsgegevens (punt 12);
nauwgezette toepassing in de praktijk van de artikelen 21 en 22 WVP (punt 13) alsook van de regels inzake voorafgaande machtigingen (punt 18);
beperking van de uitzonderingen op de regel dat elitesporters categorie D geen verblijfsgegevens moeten verstrekken (punt 15);
uitbouw van een adequaat gebruikers –en toegangsbeheer voor de verwerking van verblijfsgegevens (punt 17).
Advies 10/2015 - 3/3
6. De Commissie verzocht de auteurs van het toekomstig samenwerkingsakkoord ook om in de Memorie van toelichting de ratio legis en dus de proportionaliteit van de voorgestelde maatregelen verder te verduidelijken (punten 20 en 21).
7. Op 13 oktober 2014 vroeg ook de Franse Gemeenschap aan de Commissie om zich uit te spreken over het ontwerp van samenwerkingsakkoord tot wijziging van het akkoord van 9 december 2011. Zij bracht op 9 november 2014 hierover een advies uit.
II. ONDERZOEK
8. De tekst van het voorontwerp van ordonnantie dat de Gemeenschappelijke Gemeenschapscommissie voor advies aan de Commissie heeft voorgelegd, beperkt zich tot de goedkeuring van het samenwerkingsakkoord tussen de verschillende Gemeenschappen en Brussel dat werd afgesloten ingevolge de wijziging van de Wereldantidopingcode. Het voorontwerp dat aan de Commissie werd voorgelegd, geeft op zich geen aanleiding tot enige opmerking. Aangaande het samenwerkingsakkoord dat moet worden goedgekeurd, verwijst de Commissie naar haar vorige adviezen hierover, namelijk de in dit advies vermelde adviezen nr. 50/2014 van 2 juli 2014 en nr. 56 /2014 van 9 november 2014.
OM DIE REDENEN, de Commissie
verwijst naar haar adviezen nr. 50/2014 van 2 juli 2014 en nr. 56 /2014 van 9 november 2014.
Voor de Wnd. Administrateur, afw. De Voorzitter,
(get.) An Machtens (get.) Willem Debeuckelaere
Wnd. Afdelingshoofd ORM