Raadsvoorstel
Onderwerp Wmo uitvoeringsprogramma 2014 en Wmo Benchmark 2013
Raadsvergadering 17 december 2013
Nummer (agenda) Commissie 1 Samenleving
Registratienummer BW13.01363 Datum 2 december 2013
Registratiecode
llllilllU'Jlllllll llllllllllllll|!:ll
: Commissie 2Auteur Stefan Stevens Datum
Status Openbaar B&W-vergadering 19 november 2013
Publicatiedatum 20 november 2013 Portefeuillehouder G.J.M. Hendriks
Samenvatting
Na het Wmo-beleidsplan 2011-2014 "welzijn en gezondheid in Beuningen" is het Wmo uitvoeringsprogramma 2012 en 2013 vastgesteld. Nu ligt voor het Wmo-uitvoeringsprogramma 2014. Hierin staan de bestaande en geplande activiteiten vermeld. Door de decentralisaties AWBZ en Jeugdzorg wordt de Wmo i n 2014 en 2015 verbreed. Uitgegaan wordt van eigen kracht van burgers, zelfredzaamheid, informele zorg en deelname aan collectieve voorzieningen, voorliggend voor de individuele voorzieningen. Aan de gemeente wordt gevraagd om als regievoerder op te treden om Wmo activiteiten op elkaar af te stemmen. Mede door bezuinigingen is een efficiënte inzet nodig. De bezuinigingen kunnen van invloed zijn op de voorgenomen activiteiten.
Bijgaand is ook de landelijk verplichte Benchmark Wmo 2013 (resultaten over 2012) toegevoegd. We scoren een 7,2 binnen onze gemeentegrootteklasse waar het gemiddelde een 6,7 bedraagt.
Besluit om
1. Akkoord te gaan met het Wmo uitvoeringsprogramma 2014.
2. Akkoord te gaan met de Wmo Benchmark 2013.
Inleiding
In navolging van het Wmo-uitvoeringsprogramma 2012 en 2013 is een Wmo-uitvoeringsprogramma 2014 gemaakt om aan te geven welke activiteiten gepland zijn in 2014 (en daarna) en wat vorderingen zijn. De basis is gelegd i n het Wmo-beleidsplan 2011-2014. Uit het Wmo uitvoeringsprogramma (zie bijlage 1) is te zien dat veel ingezette activiteiten intussen continu worden uitgevoerd en dat activiteiten zijn toegevoegd.
In combinatie met alle nieuwe ontwikkelingen behelst het Wmo uitvoeringsprogramma 2013 een veelheid aan activiteiten, maar geeft daarom wel een breed inzicht in wat we als gemeente doen binnen de 10 prestatievelden. De jaarlijkse verplichte Wmo-basisbenchmark onderschrijft deze activiteiten.
Beoogd effect
Inzicht geven van de activiteiten binnen de 10 prestatievelden van de Wmo , inclusief prestatieveld 10 gezondheidsbeleid. Hierbij is gebruik gemaakt van de bestaande jaarstukken (zomernota en begroting) om deze zoveel mogelijk op elkaar af te stemmen.
Argumenten
1. De Kantelingsgedachte leidt tot een gepaste oplossingsrichting voor Wmo-vragen : Het Rijk stimuleert dat gemeenten de Wmo (Wet maatschappelijke ondersteuning) versterken via de werk- wijze van de Kanteling. Hierdoor kunnen we op de lange termijn onze voorzieningen op betaalbare wijze i n stand houden. Anderzijds is het ook de impuls om burgers meer zelf de regie i n hand te geven voor hun eigen welzijn en gezondheid. Daar waar eerst de overheid altijd de oplossing moest bieden, wordt nu inge- zet op de gezamenlijk inzet van burgers en instellingen. Eerst wordt gekeken naar de eigen inzet en eigen kracht van burgers om het gebruik van individuele voorzieningen te voorkomen. De gemeente zet actief
"het gesprek" in met de burger om beter achter de vraag te komen met een gepaste oplossingsrichting.
2. Toename activiteiten door verdergaande decentralisatie :
Door de decentralisatie AWBZ, nieuwe wet Wmo, wet jeugdzorg, Participatiewet en Passend Onderwijs zal de zorgvraag voor de gemeente toenemen met de plicht om burgers te compenseren voor hun beperkingen om mee te kunnen doen. Al deze ingrijpende ontwik-kelingen dwingt de gemeenten om gezamenlijk meer op trekken om zaken regionaal te organiseren en lokaal uit te voeren.
Concept wetsvoorstel Wet Maatschappelijke Ondersteuning (Wmo) 2015
Gemeenten krijgen vanaf 1 januari 2015 een brede verantwoordelijkheid voor de ondersteuning van mensen met een beperking. Dit door maatwerk te bieden i n de ondersteuning van mensen met een beperking voor hun participatie i n de samenleving en om zo lang mogelijk zelfstandig thuis te kunnen blijven wonen. Om dit te realiseren, wordt de huidige Wmo herijkt via een integraal herzien wetsvoorstel.
Vanaf 2015 gaan gemeenten taken uitvoeren die nu nog onder de Algemene Wet Bijzondere Ziektekosten (AWBZ) vallen. Zoals het er nu naar uitziet gaat de persoonlijke verzorging onder de zorgverzekeringswet vallen en wordt dit niet ondergebracht bij gemeenten. Ondersteuning en begeleiding worden door
gemeenten geregeld evenals de huishoudelijke hulp. Het kabinet w i l de eisen veranderen voor
huishoudelijke hulp via de Wmo. Om vanaf 2015 i n aanmerking te komen moet de huishoudelijke hulp hard nodig zijn en niet zelf betaald kunnen worden. De gemeente beslist hierover evenals
persoonsgebonden budget (pgb). Gemeenten zijn nu nog verplicht cliënten de keuze te bieden tussen hulp in natura of een pgb. Het kabinet w i l dat gemeenten dat in de toekomst zelf kunnen bepalen.
3.Basisbenchmark Wmo 2013 als indicator voor het Wmo beleid.
Binnen de gemeentegrootteklasse scoort de gemeente Beuningen een 7,2 daar waar het gemiddelde een 6,7 is. Op zich zegt dit cijfer niet alles. Voor onze gemeentegrootte hebben we op alle prestatievelden relatief veel WMO-initiatieven en activiteiten uitgezet. Door een breed opgezet Wmo-programma is een breed draagvlak gerealiseerd. Door de (jaarlijkse) wijzigingen binnen de benchmark zijn vergelijkingen met voorgaande jaren niet meer mogelijk. Alleen de vergelijking met andere gemeenten is mogelijk. De
benchmark is een instrument voor horizontale verantwoording, waardoor je kunt verbeteren door te vergelijken. Onze gemeente kenmerkt zich door onze korte lijnen en dicht op de uitvoering zitten waardoor we elkaar kennen en snel kunnen vinden. Met een beperkt aantal mensen hebben we i n beeld wat we aan het doen zijn, waardoor we snel verbindingen kunnen leggen.
Kanttekeningen
Bezuinigingen ; Vanwege de ingezette (personele) bezuinigingen bij de gemeente in combinatie met verdergaande decentralisatie van taken komen er meer taken bij minder personeel terecht. Dit dwingt ons ertoe om creatiever en efficiënter met middelen om te gaan en meer externe middelen te verwerven via o.a. regio of Provincie. De verwachting is dat kantelen niet direct tot een besparing leidt, maar wel tot een beheersing van de stijging van kosten op de lange termijn. De voorwaarde om tot deze besparing te komen, is dat geïnvesteerd wordt in bijvoorbeeld meer tijd voor vraagverheldering en het ontwikkelen van
voorliggende voorzieningen, omdat deze relatief goedkoper zijn. De basisgedachte van de decentralisaties is dat het zo dicht bij, lichter en sneller organiseren van hulp, tot minder kosten leidt.
Financiën
Gemeentebegroting is uitgangspunt: De bestaande financiële kaders zijn het uitgangspunt voor de Wmo- activiteiten. De genoemde activiteiten binnen de Wmo zijn tevens opgenomen i n de gemeentebegroting die op 12 november j l . is behandeld. Bezuinigingskeuzes lopen via de begroting en niet via het Wmo
uitvoeringsprogramma.
Tijdspad
Het Wmo-programma wordt vastgesteld voor een jaar. Daarna verschijnt op basis van het bestaande schema de jaarlijkse voortgangsrapportage Z uitvoeringsprogramma.
Communicatie
Het Wmo-uitvoeringsprogramma en Wmo benchmark wordt zoals gebruikelijk voorgelegd aan de Cliëntenraad Beuningen en verspreid via de reguliere communicatievormen.
Evaluatie
Via de jaarlijkse cyclus van het Wmo uitvoeringsprogramma en Wmo Benchmark vindt voortgang en evaluatie plaats.
2
Bijlage
1. Wmo uitvoeringsprogramma 2014 (atl3002789) 2. Wmo Benchmark 2013 (IN13.03472)
3. Beantwoording vragen uit commissie Samenleving (INT13.0722) 4. Routingformulier (atl3002790)
Burgemeester en wethouders,
A.H.W.M. Koeken RA drs. C F . van Eert
secretaris burgemeester
Aldus vastgesteld i n de vergadering van de raad van 17 december 2013.
De g r i f f i C ^ ^ ^ d ^ v o o i ĩ i t t e j ^ de voorzitte (
3