• No results found

Een nieuw lied, op de aanspraak van onze koning · dbnl

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Een nieuw lied, op de aanspraak van onze koning · dbnl"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Een nieuw lied, op de aanspraak van onze koning

bron

Een nieuw lied, op de aanspraak van onze koning. Z.p., ca. 1830-1840

Zie voor verantwoording: http://www.dbnl.org/tekst/_nie071nieu01_01/colofon.php

© 2011 dbnl

(2)

1

Een nieuw lied,

op de aanspraak van onze koning.

Zoo wel aan zyne Zonen, als aan zyne dappere Generaals en alle Militaire.

1.

Ach hoe dierbaar en teeder, Was ons Konings woord, Myn kinder ik zien haast weder,

Trek met myn schaapjes voort;

Ik zal bidden aan God den Heer,

Ik omhels u spoedig in myn armen weer;

De tranen rolden hem uit de oogen, Het leger was daar door bewogen.

2.

Komt Willem en Frederik myn zoonen, Stryd met vollen moed,

Den hemel zal u daar voor beloonen, Maakt dat gy myn kinder hoedt;

Trek vooruit met u leger schar, Dan God is met u, dat zien ik klaar, En wreek 't voor u oude Vader,

Aan D a i n e die is zyn Verrader.

3.

Toen ging hy met zyn Generalen, En sprak tot ieder man,

Myn kinderen wilt toch niet dralen, Grypt nu den vyand aan;

Gy weet gy strydt voor my niet alleen, Maar ook voor u eigen daar met een, En denk gy zyt de oude Batavieren,

Die eeuwig de Oranje Vaandel vieren.

4.

Toen sprak hy wilt voorwaards marcheren, Myne zonen zyn gereed,

Myn oudste zal u kommandeeren, Myn Frederik ken zyn eed,

Een nieuw lied, op de aanspraak van onze koning

(3)

2

Denk aan Mozes in de woestynen, Dat God deed altyd by hem zyn, Dat hy hoede trouw zyn schapen,

Myne zonen zullen ook niet slapen.

5.

Wy spraken Vorst wilt niet schromen, Gaat in Godes naam.

Wy hebben van u zonen al vernomen, Zy zyn voor hun pligt bekwaam;

En wy zullen stryden alle met een, Gaat met God en weest te vreen, Wy zullen ons dapperheid niet sparen,

En het Oranje huis bewaren.

6.

Kort binnen weinig stonden, Was ons leger klaar,

Wy kwamen op de Brabandsche gronden, En wierden den vyand gewaar;

Ons aanval was op Turnhout

Daar zy ons zagen en wierden benaauwd, Ons kommando was te tiralieuren,

Ons kanon deden hun huizen elimineeren.

7.

Ons Prins was woest en deed niet schromen Zoodra hy daarna zag,

Wagt verraders ik heb u al vernomen, Kom met groote magt,

Toen zag men dat God zyn tiern, Bystand bood aan ons Nederland;

Waar twee van ons stryde tegen hun tien, En de Oranje-stam deed de roem versieren.

8.

Welaan dan broeders toont u daden, Stryd met volle moed,

Dan zullen zy ons nooit weer versmaden, Grypt aan de wapens dan gaat het goed;

En komen wy terug met alle roem en eer, Dan floreerd ons Nederland weer;

Dan zullen wy alle triomferen,

En eeuwig zal de Oranje-stam versieren.

Een nieuw lied, op de aanspraak van onze koning

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Maer nu zoo loont gy my met smert, En gy weet dat u toe komt mijn hert En gy kent mijn getrouwe liefde3.

En spreek met haar van ’t lieflyk minnen, My dunkt daar is geen meer plaizier Als onder ’t pypje ’t hert te winnen3. Tabak gy zyt alleen myn vreugd, Gy maakt my lustig

Daar waait de Nederlandsche vlag, hoezee Die nooit zich strafloos hoonen zag, hoezee!. Daar waait zy van den hoogen trans, En heft de kruin in

6 Ik was eerst van zints na kooy te gaan Maar ik kreeg nog trek om eens te rooken, Zaa Jonge geeft myn de pyp eens aan, Myn Heer die heb ik zoo gebrooken, Dogt ik het niet jou

Daar is toch niets van u te haalen, Gy zyt myn geen moeite waard, Waar mede zal ik uw vereeren, Alles, alles te crediteeren, Gy zyt een allerbeste niet. Dit meisje maakte my aan

Waar is wel de plek op aard, Zelfs in de duistere hoeken, Waar ik om u niet zoude zoeken, offer steeds voor u mijn bloed, Het zij in voor- of tegenspoed.. Verlaten in het aardsche

Ik was nog liever alles kwyt, Als te verlaten deze Meid, Want zy draagt zorg vroeg en laat, Want als zy met den avond gaat, Zy gaat de Heeren dienen op zy, Want 's avonds naar

Met schoppen, spaaijen, beugels in de hand, Zoo stryden zy voor haar belgen land, want kruid en loot hebben zy niet meer, Gebruiken zy de spaai voor het geweer,.. Zoo ziet men