• No results found

Perspectief. Outplacement voor 45-plussers

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Perspectief. Outplacement voor 45-plussers"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Perspectief.

Outplacement voor 45-plussers

Albertijn M. (2001) Perspectief. Maatschappelijke kosten-batenanalyse, Tempera, te verkrijgen bij de Koning Boudewijnstichting, Brussel.

Perspectief was een samenwerking tussen de Ko- ning Boudewijnstichting en tien outplacement- kantoren, om samen werkloze 45-plussers met een outplacementbegeleiding aan een nieuwe baan te helpen. De Koning Boudewijnstichting droeg daarbij de projectkosten en de outplace- mentkantoren werkten aan een drastisch geredu- ceerd tarief. Voor de 45-plussers was de begelei- ding gratis.

De oproep voor geïnteresseerde kandidaten ge- beurde in de zomer van 1998. Na een selectie door een onafhankelijke jury gingen 94 deelnemers be- gin januari 1999 van start met een outplacementbe- geleiding.

Met Perspectief verlaat het outplacement de markt- niche van de begeleiding van kaderleden ten voor-

dele van een veel ruimere doel- groep. Naast lagere en hogere ka- ders, waren onder meer ook be- dienden (39%), arbeiders (16%) en zelfstandigen (11%) vertegenwoor- digd. Nog een verschil met de door- snee outplacementbegeleiding was de lange werkloosheidsduur van de geselecteerde kandidaten: bij aan- vang van de begeleiding bedroeg die gemiddeld 2 jaar en 6 maanden.

Uiteraard was ook de instapvoor- waarde van minstens 45 jaar te zijn atypisch; de helft van de kandida- ten was zelfs 50 of ouder.

Perspectief verdubbelt de kans op werk

Op het einde van het project, na twee jaar be- geleiding, had 68% van de deelnemers een job gevonden. In een controlegroep – bestaande uit vergelijkbare werkzoekende 45-plussers van de VDAB (Vlaanderen), Forem (Wallonië) en Orbem (Brussel), maar zonder outplacementbegeleiding – bleef dat aandeel beperkt tot 32 procent. De out- placementbegeleiding verhoogt de kansen op werk van werkloze 45-plussers dus drastisch (+113%).

De impact van de begeleiding is vooral zichtbaar gedurende het eerste half jaar (zie figuur 1). In de periode van januari tot juli 1999 vinden 36 van de 94 deelnemers een baan. In de controlegroep zon-

OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 3/2001 83 Het Perspectief-project van de Koning Boudewijnstichting hielp

met een outplacementbegeleiding werkloze 45-plussers aan een nieuwe baan. Anders dan de gewoonte bij outplacement – dat veelal voor kaderleden werkt – kon elke werkzoekende zich kan- didaat stellen.

Het outplacement verdubbelt de kansen op werk van werkloze 45-plussers. Bovendien is Perspectief voor de samenleving fi- nancieel een winstgevende zaak en dit niet alleen dankzij de lage tarieven die de deelnemende outplacementkantoren aan de Koning Boudewijnstichting aanrekenden, want een projectie wijst uit dat ook outplacement aan een benaderende marktprijs voor de samenleving financieel winst oplevert.

(2)

der outplacementbegeleiding slagen amper 11 per- sonen daarin.

Gedurende het tweede jaar van de begeleiding wijkt de beweging in de Perspectief-groep veel minder af van die in de controlegroep. Daarbij is wel op te merken dat de restgroep ‘perspectievers’

(de harde kern, die na één jaar begeleiding nog geen job vond) logischerwijze moeilijker te bemid- delen is dan de grotere resterende controlegroep.

Berekening van de maatschappelijke kosten en baten

Naast de kans op werk onderzocht de studie of het geld dat de samenleving in Perspectief investeerde, goed besteed werd. De centrale vraag van deze maatschappelijke kosten-batenanalyse is of het be- drag nodig voor de gepersonaliseerde outplace- mentbegeleiding uitgevlakt wordt door de op- brengsten van de extra tewerkstelling van de 45- plussers.

Zo’n kosten-batenanalyse bestaat ruwweg uit drie componenten:

1. startinvestering voor de begeleiding;

2. (eventuele) besparingen in de werkloosheids- vergoeding;

3. (eventuele) opbrengsten door RSZ-inkomsten en bedrijfsvoorheffing.

Deze driedeling lijkt bedrieglijk eenvoudig. Meer in detail wordt zo’n kosten-batenanalyse al snel een kluwen van berekeningen. Daarom wordt de geïn- teresseerde lezer hiervoor doorverwezen naar het onderzoeksrapport.

Nuttiger lijkt het om drie uitgangspunten van de kosten-batenanalyse kort toe te lichten. Ten eerste is te benadrukken dat persoonlijke kosten en baten – zoals het nettoloon – niet in de studie werden op- genomen. De analyse richt zich immers op de kos- ten en baten voor de samenleving, zodat het per- soonlijke voordeel van de perspectief-deelnemers, die met het vinden van een baan hun financiële si- tuatie uiteraard zien verbeteren, buiten de bereke- ningen wordt gehouden. Wel relevant voor de af- weging van de maatschappelijke kosten en baten zijn bijvoorbeeld RSZ-bijdragen en bedrijfsvoorhef- fing.

Ten tweede dient opgemerkt dat de analyse de lat (te) hoog legt voor Perspectief. Bij het inschatten van elke kost en baat werd uiteraard steeds gezocht naar een realistische benadering, maar vaak rest een vork van aanvaardbare mogelijkheden. Dan werd telkens voor de situatie gekozen die de kleinste op- brengsten voor het project oplevert. Het is echter moeilijk denkbaar dat telkens de minst gelukkige oplossing de juiste is. Het grote voordeel van deze aanpak is wel dat dankzij deze werkwijze een ‘on- dergrens’ gecreëerd werd, die veel onzekerheid van het werken met benaderingen kon neutraliseren:

het eindresultaat is immers de som van doorgaans iets-te-strenge veronderstellingen, zodat Perspectief de doelstellingen in realiteit zeker gehaald heeft.

Ten derde – minder gunstig – veronderstelt dit rap- port dat perspectief-deelnemers die een job vin- den, de plaatsen innemen van andere werkzoeken- den. Perspectief beoogt in eerste instantie immers geen jobcreatie. Het initiatief versterkt binnen de groep van werkzoekenden vooral de concurrentie- positie van 45-plussers. Daarom wordt uitgegaan van een substitutie-effect en worden de meerop- brengsten door de tewerkstelling van 45-plussers afgewogen tegen de minderopbrengsten door de gemiste tewerkstelling van een ‘gemiddelde’ werk- loze.

84 OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 3/2001 Figuur 1.

Perspectief versus de controlegroep (aantal werk- zoekende 45-plussers op 94 die werk vonden tijdens de looptijd van het project)

(3)

Winst voor de samenleving

Figuur 2 toont de kosten-batenevolutie van Per- spectief (rekening houdend met de spontane uit- stroom). Het project start met een investering van afgerond 9,2 miljoen BEF. Die initiële kost zorgt er- voor dat de kosten-batencurve diep in de rode cij- fers vertrekt. Elke 45-plusser die een baan vindt, zorgt echter voor maatschappelijke opbrengsten.

Vanaf december 1999 – minder dan één jaar na de start – is Perspectief winstgevend voor de samenle- ving: het geïnvesteerde geld is dan volledig gerecu- pereerd door de inkomsten van de extra tewerk- stelling van 45-plussers. Bij de afronding van het project in december 2000 leverde Perspectief de sa- menleving een netto maatschappelijke winst op van minstens 14,8 miljoen BEF.

De sterke stijging van de curve wordt veroorzaakt door de snelle start van Perspectief. Bijna 40% van de deelnemers vond binnen de zeven maanden na het begin van het project een baan. De kloof met de controlegroep is meteen groot en de extra maat- schappelijke opbrengsten van de snelle start stro- men binnen.

Op langere termijn – tot vijf jaar na aanvang van de begeleiding – levert Perspectief een maatschappe- lijke winst op van minstens 18,2 miljoen BEF (of 193 000 BEF per deelnemer). Hierbij kan herinnerd worden aan de systematisch strenge behandeling van Perspectief (zie de vorige alinea), zodat de reële opbrengsten waarschijnlijk hoger liggen.

Zijdelings kan opgemerkt worden dat de langeter- mijnprognose uitgaat van een ongewijzigde toe- stand na 31 december 2000. Ze veronderstelt dat niemand van de ‘perspectievers’ in 2001-2003 nog een job zal vinden en dat niemand van de werken- den terug in de werkloosheid zal verzeilen.

Figuur 2 toont ook de kosten-batencurve van het outplacement veronderstellend dat het tegen een benaderende marktprijs gebeurde. Die prijs is met 270 000 BEF (inclusief BTW) voor een bediende substantieel hoger dan de 100 000 BEF afgespro- ken binnen Perspectief. Daardoor ligt het vertrek- punt ruim onder de ‘perspectief-kost’. Maar ook deze curve haalt het break-evenpunt makkelijk en eindigt in december 2003 op een winst van min- stens 4,9 miljoen BEF (of 52 000 BEF per deelne- mer).

Besluit

Al bij al levert de analyse mooie resultaten op voor Perspectief en voor outplacement, dat erin slaagt om een groep van moeilijk bemiddelbare werkzoe- kenden – 45-plus en langdurig werkloos – terug aan de slag te krijgen.

De analyse toont dat de investering in Perspectief, en bij uitbreiding outplacement tegen een benade- rende marktprijs, moeiteloos winst oplevert. Voor de samenleving is het bijgevolg puur financieel ge- zien al interessant om te investeren in een outpla- cementbegeleiding voor deze doelgroep van werk- loze 45-plussers.

De roep om meer aandacht voor outplacement wordt des te sterker, als er rekening mee gehouden wordt dat een kosten-batenanalyse de problema- tiek reduceert tot een optelsom van de materiële aspecten en daardoor wat onrecht doet aan het outplacement. Allerhande immateriële voordelen krijgen in zo’n analyse geen plaats, terwijl Perspec- tief een aantal ‘uitgerangeerde 45-plussers’ – die soms nog 20 jaar verwijderd zijn van hun officiële pensioendatum – een nieuwe loopbaan bezorgt en nieuwe zin in het leven.

Michel Albertijn Tempera

OVER.WERK Tijdschrift van het Steunpunt WAV 3/2001 85 Figuur 2.

Maatschappelijke kosten-batenanalyse van Perspec- tief op lange termijn (tot december 2003)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Zoals toegelicht in paragraaf 2.3 worden twee maatregelen met elk twee varianten onderzocht op maatschappelijke baten en kosten: verplichte woningsprinklers voor gebouwen (variant

 elke drie maanden evaluatie en rapportage aan OM. De behandeling bij de variant reclasseringstoezicht hoeft zich echter niet louter tot bovengenoemde te beperken. Ook opname in

- My husband, Chris and children Philip, Uvalde and Chris for encouragement and support. YOUR GRACE WAS SUFFICIENT UNTO

Gemeenten hebben in de basis een verantwoordelijkheid voor goed rioleringsbeheer, maar onduidelijk is welke beheersmaatregelen minimaal nodig zijn om gevaarzetting te voorkomen.

Het projectteam (2011) heeft besloten de volgende verdelingssleutel te gebruiken om deze kosten toe te schrijven aan de vestigingen Doetinchem en Universiteit Twente: het aantal

Dit artikel beschrijft kort hoe deze rol is vervuld tijdens het directeurschap van Coen Teulings (2006-2013) en hoe zijn activiteiten zich verhouden tot, dan wel

Ruwweg zijn er drie verklaringen voor het feit dat landen gezien de slechte economische score van me- gasportevenementen deze toch graag organiseren: (i) herverdeling en lobbyen door

Die ratio brengt tot uitdrukking hoeveel baten er worden verkregen per euro (dollar, pond) aan gemaakte kosten. Is de ratio groter dan 1, dan verdient een geïnvesteerde euro