• No results found

Inventarisatiemethoden voor de eikelmuis

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Inventarisatiemethoden voor de eikelmuis"

Copied!
33
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Rapport Natuurpunt Studie

Inventarisatie- methoden

voor de

Eikelmuis

nr 8 I 2016

(2)

   

Natuurpunt Studie contact: studie@natuurpunt.be

Coxiestraat 11 • 2800 Mechelen studie@natuurpunt.be • www.natuurpunt.be

   

Inventarisatiemethoden

voor

de eikelmuis

 

       

       

(3)

     

   

COPYRIGHT Natuurpunt Studie vzw

Coxiestraat 11 2800 Mechelen info@natuurpunt.be www.natuurpunt.be

TEKST Diemer Vercayie & Goedele Verbeylen

FOTO COVER Guy Kesselaers

Wijze van citeren:

Vercayie D. & Verbeylen G. 2015. Inventarisatiemethoden voor de eikelmuis.. Rapport Natuurpunt Studie 2016/8, Mechelen

© Augustus 2016

Deze handleiding werd opgesteld in het kader van het project ‘Nieuwe kansen voor de eikelmuis’, een project van Natuurpunt Limburg vzw in samenwerking met Natuurpunt Borgloon, Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, Stad Borgloon en Natuurpunt Studie vzw en met financiële steun van de provincie Limburg.

(4)

 

Inhoudsopgave

   

1  Inleiding ... 5 

2  Nestkasten & uitwerpselen ... 6 

2.1  Inleiding ... 6 

2.2  Benodigdheden ... 7 

2.3  Werkwijze ... 7 

2.3.1  Bouw ... 7 

2.3.2  Plaatsing ... 7 

2.3.3  Controle ... 8 

2.4  Dataverzameling ... 8 

3  Nestbuizen ... 9 

3.1  Inleiding ... 9 

3.2  Benodigdheden ... 9 

3.3  Werkwijze ... 9 

3.4  Dataverzameling ... 9 

4  Inloopvallen ... 10 

4.1  Inleiding ... 10 

4.2  Benodigdheden ... 10 

4.3  Werkwijze ... 11 

4.3.1  Plaatsing ... 11 

4.3.2  Controles ... 11 

4.4  Dataverzameling ... 11 

5  Interviews ... 12 

5.1  Inleiding ... 12 

5.2  Benodigdheden ... 12 

5.3  Werkwijze ... 12 

5.4  Dataverzameling ... 12 

6  Haarvallen ... 13 

6.1  Inleiding ... 13 

6.2  Benodigdheden ... 13 

6.3  Werkwijze ... 14 

6.3.1  Voorbereiding van de haarvallen ... 14 

6.3.2  Plaatsing van de haarvallen ... 14 

6.3.3  Controle van de haarvallen ... 14 

(5)

 

6.4  Dataverzameling ... 14 

7  Cameravallen en voederplatforms ... 15 

7.1  Inleiding ... 15 

7.2  Benodigdheden ... 16 

7.3  Werkwijze ... 16 

7.3.1  Periode: aug ‐ okt ... 16 

7.3.2  Plaatsing van de voederstations ... 16 

7.3.3  Plaatsing van de cameraval ... 16 

7.3.4  Controle van de cameraval ... 17 

7.4  Dataverzameling ... 17 

8  Referenties ... 18 

9  Bijlagen ... 19 

9.1  Invulformulier nestkastcontroles eikelmuis ... 19 

9.2  Enquêteformulier ... 22 

9.3  Bouwplan eikelmuisnestkast ... 28 

9.4  Herkenning eikelmuissporen (nesten en uitwerpselen) ... 29 

9.5  Bouwplan haarval eikelmuis ... 31   

(6)

1 Inleiding

 

Nadat Kortessem in 2007 de eikelmuis adopteerde1, werden er in Kortessem en ruime omgeving inventarisatie  inspanningen gedaan met eikelmuisnestkasten. De laatste jaren is de monitoring echter verwaterd en worden  enkel in Kortessem en Borgloon nog een beperkt aantal nestkasten opgevolgd.  

 

Natuurpunt  Limburg  vzw  nam  daarom  in  2014  het  initiatief  om  in  samenwerking  met  Natuurpunt  Borgloon,  Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, Stad Borgloon en Natuurpunt Studie vzw en met financiële steun  van de provincie Limburg, de monitoring van eikelmuizen via vrijwilligers opnieuw te activeren.  

 

Nieuwe kennis geeft intussen aan dat nestkasten niet overal gebruikt worden. Één van de doelen van het project  is  daarom  om  op  één  locatie  (Grootloon),  waar  eikelmuizen  aanwezig  zijn,  zowel  nestkasten  als  andere  inventarisatiemethodes te testen en vergelijken. In dit document wordt de werkwijze voor elk van de gekende  monitoringmethoden en de nieuwe te testen methoden uiteengezet. De resultaten van dit project zullen dienen  als input voor een groter project. 

 

In Vlaanderen werden gedurende de diverse eikelmuisprojecten van 2006 tot 2009 verschillende methodieken  voor de inventarisatie of monitoring van eikelmuizen uitgetest (Cortens & Verbeylen 2009): 

 

 nestkasten 

 interviews 

 inloopvallen 

 haarvallen 

 geluidswaarnemingen    

Monitoring  met  behulp  van  nestkasten  werd  weerhouden  als  belangrijkste  methode  en  een  netwerk  van  eikelmuisnestkasten  werd  uitgerold.  Interviews  bleken  een  efficiënte  manier  om  historische  verspreidingsgegevens  van  eikelmuis  te  verzamelen.  Inloopvallen  bleken  een  effectieve,  maar  erg  arbeidsintensieve methode te zijn. De gebruikte werkwijze met haarvallen bleek niet efficiënt, maar Cortens en  Verbeylen hebben wel verbeteringsvoorstellen geformuleerd waardoor deze methode toch veelbelovend blijkt. 

Eikelmuizen  monitoren  op  basis  van  geluid  werd  niet  uitgebreid  getest,  maar  de  enkele  testrondes  bleken  onsuccesvol.  De  effectieve  methodes  zullen  hieronder  besproken  worden  met  hun  voor  en  nadelen  en  de  werkwijze. 

 

De  volgende  nieuwe  (relatief  goedkope)  methoden  zullen  in  dit  project  getest  worden  en  worden  hieronder  besproken: 

 

 Haarvallen (andere werkwijze) 

 Cameravallen & voederplaatsen 

 Nestbuizen 

De evaluatie van de nieuwe methoden zal opgenomen worden in het finale rapport van dit project. 

 

Analyse  van  DNA‐stalen  (bv  op  basis  van  verzamelde  uitwerpselen  of  haren)  is  zeker  ook  een  effectieve  inventarisatiemethode, maar werd (omwille van de kostprijs) niet opgenomen in dit project.  

   

       

1 GALS‐project (Gemeenten Adopteren Limburgse Soorten) 2007‐2009. 

(7)

2 Nestkasten & uitwerpselen

 

2.1 Inleiding 

 

Toen bleek dat eikelmuizen wel eens nestkasten voor mezen gebruikten, werd het model van de mezenkasten  geoptimaliseerd voor eikelmuizen. De ingang werd aan de stamzijde van de nestkast gemaakt en de wanden  werden uit dikke (isolerende) planken gemaakt. Aanwezigheid van eikelmuis kan ook vastgesteld worden zonder  dat de muis zelf aanwezig is in de nestkast op het moment van de controle. Uitwerpselen of andere sporen die  achterblijven in of op de nestkasten kunnen de aanwezigheid van eikelmuis bevestigen. 

 

Voordelen   

 Tevens schuilplaats 

 Sporen (haren, uitwerpselen, nestmateriaal) blijven lang aanwezig 

 Relatief beperkte monitoringsinspanning 

 Relatief eenvoudig om eigenaars op te roepen voor halfjaarlijkse telling 

 Kan als basis dienen voor verder onderzoek:  

o Verzamelen van uitwerpselen of haarstalen voor DNA‐analyse  o Verzamelen van uitwerpselen voor dieetonderzoek 

 

Nadelen    

 Geen duidelijke relatie tussen voorkomen eikelmuis en gebruik van de nestkasten (Cortens & 

Verbeylen 2009, p.91) 

 Duur in aankoop (maar zie §3) 

o Houten (Thermowood) nestkast: 14‐20 euro (afhankelijk van de oplage)  o Houtbeton nestkast: ca 35 euro (Schwegler) 

 Maakt de nesten gevoelig voor verstoring 

 Nestkasten zelf gevoelig voor diefstal en vandalisme 

 Nestkasten kunnen een ecologische val vormen als predatoren (wezel) de kasten leren herkennen. Dat  werd reeds waargenomen in Frankrijk bij eikelmuisnestkasten (Boulanger 2012b) en de Universiteit  van Antwerpen had een gelijkaardig probleem met een wezel die koolmezenkasten afging (pers. med. 

Verbeylen 2015). 

 

      

Figuur 1 - Eikelmuisnestkast uit houtbeton (Schwegler) en nestkast uit Thermowood (Cortens & Verbeylen 2009).

   

(8)

Houten nestkasten versus houtbeton nestkasten 

In West‐Vlaanderen werden enkele jaren geleden houtbeton nestkasten voor slaapmuizen opgehangen op een  locatie  waar  al  houten  nestkasten  hingen.  Het  duurde  twee  jaar  voor  de  houtbeton  nestkasten  in  gebruik  genomen werden, maar nadien verkozen de eikelmuizen de houtbetonnestkasten boven de houten nestkasten  (pers. med. M. Desloovere 2015). Toekomstige onderzoeken moeten uitwijzen of dit toeval was of een effectieve  voorkeur blijkt te zijn.  

 

2.2 Benodigdheden 

 

 Afwijking (vergunning) van het Soortenbesluit om nesten van beschermde dieren te mogen verstoren  (kan bv koolmees nest in zitten). Voor vrijwilligers van Natuurpunt centraliseert de 

Zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt deze vergunningaanvragen (aanvragen via 

info@zoogdierenwerkgroep.be), anderen kunnen rechtstreeks bij het Agentschap voor Natuur en Bos  terecht.  

 Nestkasten + bevestiging (bv. ouden binnenbanden van fiets) 

 Eventueel: dubbelzijdige kleefband (voor haaronderzoek) 

 Smartphone of gps voor bepaling en registratie van de exacte locatie van de nestkast   

2.3 Werkwijze 

2.3.1 Bouw  

Eikelmuisnestkasten kunnen uit verschillende materialen vervaardigd of aangekocht worden. 

 

 Vol hout. Eikelmuiskasten kunnen uit vol houten planken vervaardigd worden. Een bouwplan is te  vinden in de Bijlagen (zie § 0). Vol hout is isolerend en beter bestand tegen vocht dan multiplex. 

Gebruik liefst hout uit duurzaam beheerde bossen (FSC). De eerste eikelmuisnestkasten werden in  2007 uit Thermowood gemaakt en zijn anno 2015 nog steeds in goede conditie. Ze kosten ca 15 euro  per stuk aan bouwmaterialen.  

 Houtbeton nestkast. Schwegler maakt kant en klare houtbeton eikelmuisnestkasten voor ca 35 euro. 

(http://www.schweglershop.de/shop/index.php?cPath=114&osCsid=a52d194bca6183b422fcd639e77 84617 ) 

 Ytong‐stenen. In West‐Vlaanderen zijn onder impuls van de provincie momenteel experimenten  lopende met eikelmuiskasten en ‐hotels vervaardigd uit Ytong‐stenen. Dit materiaal werd gekozen  vanwege de isolerende en waterbestendige eigenschappen (pers. med. O. Dochy 2015).  

 

Eventueel kan dubbelzijdige kleefband aangebracht worden in de ingang van de kasten om haren te  verzamelen. 

 

2.3.2 Plaatsing  

De kasten worden liefst geplaatst in groepen van 5 binnen een cirkel met een diameter van 20 m. We hangen  de kasten per 5 in een cluster omdat ons inzicht in het terreingebruik van eikelmuis nog niet groot genoeg is om  met zekerheid de juiste locatie uit te kiezen voor het ophangen van een nestkast. Hangen we er 5 op verschillende  plaatsen binnen een bepaald gebied op dan is de kans groter dat minstens één van de kasten op een geschikte  plaats hangt. 

Indien we nestkasten plaatsen als habitatverbetering en niet als inventarisatiemethode, dan gebruiken we beter  een afstand van 50 m tussen de verschillende (clusters van) kasten. Als we ze in clusters van 5 bij elkaar hangen  is het namelijk goed mogelijk dat de 5 kasten door dezelfde (familie) eikelmuizen gebruikt wordt. Is er minimum  50 m tussen, dan is die kans kleiner. 

 

Plaats  de  eikelmuiskast  met  de  opening  naar  de  boom  of  muur  toe  om  competitie  met  koolmezen  of  pimpelmezen te vermijden. Hang ze op een hoogte van minimum 1,5 m boven de grond om predatie zoveel  mogelijk te vermijden of hoger indien er vandalisme of diefstal te verwachten valt. Zorg ervoor dat de kast 

(9)

stabiel hangt en niet beweegt in het geval een eikelmuis de kast zou betreden. Hang de kast bij voorkeur zo op  dat ze in verbinding is met de omgeving en er dekking is voor eikelmuizen die de kast willen verkennen. Hang ze  dus niet in het midden van een kale muur of halfweg een kale stam. 

Bij het plaatsen van de nestkast kun je best meteen de coördinaten noteren. Dat kan met een gps of met een  smartphone.  We  raden  ten  stelligste  aan  om  de  nestkast  ook  te  registreren  in  de  nestkastenmodule  (http://waarnemingen.be/nestbox/list_for_owner)  op www.waarnemingen.be.  Daar  kun  je  ook  de  resultaten  van de controles invoeren voor elk van de kasten. Eigenaars en controleurs van geregistreerde kasten worden  automatisch  op  de  hoogte  gebracht  van  resultaten  van  de  controles  in  heel  Vlaanderen  via  de  elektronische  nieuwsbrief  ‘Eikelmuis.flits’  (http://www.zoogdierenwerkgroep.be/informatie/publicaties/digitale‐

nieuwsbrieven).  

 Handleiding nestkastenmodule waarnemingen.be 

(http://waarnemingen.be/download/Handleidingnestenmodule.doc.pdf) 

 Korte presentatie over registreren en controleren van eikelmuisnestkasten op waarnemingen.be  (http://www.zoogdierenwerkgroep.be/zorgen/beschermingsacties/slaapmuizenproject/eikelmuisproj ect#nestkastregistreren) 

2.3.3 Controle  

De eikelmuisnestkasten worden idealiter drie maal per jaar gecontroleerd (Boulanger 2012): 

 Winter: tweede helft februari (controle aanwezigheid winterslapende eikelmuizen) 

 Zomer: tweede helft juli (controle of er al dan niet voortplanting is) 

 Najaar: tweede helft september (controle voor een eventueel tweede nest jongen)   

Als je de nestkasten geregistreerd hebt in de nestkastenmodule op waarnemingen.be 

(http://waarnemingen.be/nestbox/list_for_owner), dan krijg je automatisch een oproep via de elektronische  nieuwsbrief Eikelmuis.flits die wordt verstuurd naar de eigenaars van geregistreerde eikelmuisnestkasten. Je  kunt ook inschrijven op de nieuwsbrief op volgende webpagina: 

http://www.zoogdierenwerkgroep.be/informatie/publicaties/digitale‐nieuwsbrieven. 

 

Werkwijze controle 

 Let bij het benaderen van de nestkast op of er iets wegduikt in de nestkast.  

 Doe handschoenen aan.  

 Sluit de ingang van de nestkast af met een prop doek.  

 Open het dak van de nestkast een paar millimeter en schuif voorzichtig een stuk plexiglas of metalen  rooster tussen het deksel en de nestkast, zodat de bewoners niet kunnen ontsnappen wanneer je het  deksel verder opent.  

 Identificeer nu de eventuele bewoners. Als er geen dieren in de nestkast aanwezig zijn, kan dit aan de  hand van sporen (nesten, uitwerpselen, haren, …). Zie Bijlage § 0. 

 Het is mogelijk dat er bewoners zijn die zich verstoppen onder een nest. Tik daarom op de onderkant  van de nestkast. Komt er niets tevoorschijn, dan kun je (met handschoenen aan) voorzichtig de inhoud  van de nestkast doorzoeken. Let er zeker in de winter op om hierbij voorzichtig te werk te gaan om  dieren in winterslaap niet te wekken. (De start van dit ontwaakproces is moeilijk te zien, want het  ontwaken duurt verschillende minuten.) Het ontwaken uit winterslaap vergt veel energie en als het  dier op dat moment zijn energievoorraad niet kan aanvullen, overleeft het de winter wellicht niet.  

 Bij het einde van de controle herstel je alles in de staat waarin je het gevonden hebt (nest etc).  

 Vergeet niet om de resultaten van de controle in te vullen op het controleformulier (zie bijlage §9.1)  en deze in te voeren in de nestkastenmodule op waarnemingen.be.  

 

2.4 Dataverzameling 

 

Stop  niet  bij  het  controleren  van  de  nestkasten,  maar  voer  de  verzamelde  gegevens  ook  in  op  de  nestkastenmodule in waarnemingen.be. Zo gaan de gegevens zeker niet verloren en kan ook op Vlaams niveau  geanalyseerd worden hoe de eikelmuis er voor staat en wat de trends zijn! 

   

(10)

3 Nestbuizen

 

3.1 Inleiding 

 

Nestbuizen  is  een  methode  die  succesvol  gebruikt  wordt  om  hazelmuizen  te  inventariseren  of  monitoren. 

Nestkasten  duur  in  aankoop  en  deze  nestbuizen  vormen  een  goedkoper  alternatief.  Hazelmuis  gebruikt  nestbuizen tijdens het actieve seizoen, van zodra ze uit winterslaap komen. Ze gebruiken echter geen nestbuizen  of nestkasten in de winter. Eikelmuis gebruikt wel nestkasten in de winter. Voor monitoring in de zomer is het  dus hoogst waarschijnlijk een goedkoper alternatief dan nestkasten, maar of ze er ook in de winter gebruik van  maken moet nog uitgetest worden.  

Voor‐ en nadelen 

 Vergelijkbaar met nestkasten, maar goedkoper. 

Versie voor hazelmuis kost 3 euro (6.7*6.7*30 cm).  

 

Figuur 2 - Nestbuis voor hazelmuis zoals verkrijgbaar bij NHBS.com.  

   

3.2 Benodigdheden 

Nestbuizen  voor  hazelmuis  zijn  verkrijgbaar  aan  3  euro  per  stuk  bij  NHBS  (http://www.nhbs.com/title/185815/dormouse‐nest‐tube). De afmetingen van deze nestbuizen zijn 6.7x6.7x30  cm, maar voor eikelmuizen zouden ze dus wat groter moeten zijn (bv. 11x11x30 cm). Om dergelijke nestbuizen  te maken heb je volgend materiaal nodig:  

 Houten plankje (0.5x10.5x38 cm) 

 Houten plankje voor de achterwand (0.5x10.5x10.5 

 Nageltjes (om achterwand op plankje te bevestigen 

 Biplex plaat (gebruikt voor onderdaken), versneden in stukken van 50x30 cm 

 Eventueel klittenband (velcro) om de overlappende biplex dicht te plakken 

 Tie‐wraps (kabelbinders) > 50 cm   

3.3 Werkwijze 

Vergelijkbaar met werkwijze voor nestkasten (zie §2.3), maar de nestbuizen worden opgehangen aan horizontale  takken, waarbij de opening lichtjes naar beneden helt, zodat er geen water inloopt.  

 

3.4 Dataverzameling 

Zoals bij nestkasten (zie § 2.4). 

   

(11)

4 Inloopvallen

 

4.1 Inleiding 

 

Voordelen 

 Goede detectiekans, vermoedelijk beter dan met nestkasten (maar dat was de uitkomst van een  beperkte test en dit is onder meer afhankelijk van dichtheden) 

 Snel resultaat   

Nadelen  

 Arbeidsintensief 

 Aankoopkost   

Figuur 3 - Trip trap muizenval met houten uitbouw (foto: Diemer Vercayie).  

   

4.2 Benodigdheden 

 

 Afwijking (vergunning) van het Soortenbesluit om beschermde muizensoorten te mogen  vangen. Voor vrijwilligers van Natuurpunt centraliseert de Zoogdierenwerkgroep van  Natuurpunt deze vergunningaanvragen (aanvragen via info@zoogdierenwerkgroep.be),  anderen kunnen rechtstreeks bij het Agentschap voor Natuur en Bos terecht.  

 Een van volgende types inloopvallen: 

o Type Trip Trap met houten uitbouw (ca 7 euro per val), wel betrekkelijk krap voor  een eikelmuis, dus liefst met een grotere uitbouw dan standaard. 

o Type DeuFa (ca 8 euro per val), ook deze vallen zijn relatief klein voor eikelmuizen. 

o Type Sherman (ca 30 euro per val) 

 Lokaas: mengsel van muesli met rode confituur of muesli met pindakaas 

 Duct Tape 

 Andere benodigdheden: zie handleiding Muizenmeetnet  (http://muizenmeetnet.zoogdierenwerkgroep.be)   

   

(12)

4.3 Werkwijze 

 

4.3.1 Plaatsing

 3 dagen voor de eigenlijke controles 

 Met duct tape de houten uitbouw op tak van ca 5 cm diameter vastbinden 

 Hoogte: 1.5‐2.2m (niet laag bij de grond, maar bereikbare hoogte) 

 Val inactief plaatsen. In het geval van Trip Traps: plastic deel met groene klepje naar beneden in  houten uitbouw plaatsen. Let wel op dat het klepje niet kan blokkeren als het tegen de tak hangt. Als  alternatief kun je enkel de uitbouw plaatsen en de trip trap pas als je begint te vangen. 

 Lokaas in de val plaatsen 

4.3.2 Controles

 Drie dagen later 

 3 uren voor zonsondergang vallen activeren: plastic deel met groen klepje naar boven in de houten  uitbouw plaatsen 

 Lokaas aanvullen 

 Controleronde 1 bij zonsondergang 

 Controleronde 2 drie uren na zonsondergang 

 Controleronde 3 zes uren na zonsondergang 

 Bij de laatste controleronde kunnen de vallen weer geïnactiveerd ofwel opgeruimd worden. 

  

4.4 Dataverzameling 

 

Het  is  erg  belangrijk  dat  de  verzamelde  inventarisatiegegevens  doorgegeven  worden.  Voer  ze  tijdens  (met  smartphone) of na de controles in op waarnemingen.be. Dit is ook nodig als rapportage voor de vergunning. 

   

(13)

5 Interviews

 

5.1 Inleiding 

 

Voordelen 

 Efficiënte methode voor historische verspreidingsdata 

 Met uitzondering van het inventarisatieformulier geen extra materiaal nodig en dus goedkoop 

 Ideaal om met vrijwilligers uit te voeren   

Nadelen 

 Minder geschikt voor monitoring. 

 Relatief arbeidsintensief  

o Data handmatig in te voeren in een databank (tenzij speciale app ontwikkeld zou worden)  o Moet uitgevoerd worden op tijdstippen van de dag wanneer mensen thuis zijn (18‐20u)  o In woonwijk met rijhuizen of halfopen bebouwing: 40 huisnummers per uur per persoon, 

waarbij ca 20% van de huisnummers ook effectief open gedaan werd.  

 

5.2 Benodigdheden 

 

 Enquêteformulieren, inclusief foto (zie § 0). 

 Schrijfplank/klemplaat 

 Potlood 

 Eventueel stukje tekst over eikelmuis en contactgegevens om af te geven   

5.3 Werkwijze 

 

De werkwijze staat beschreven op het enquêteformulier (zie § 0). 

   

5.4 Dataverzameling 

 

Voer de gegevens die je noteerde op het interviewformulier thuis in op het webformulier: https://goo.gl/v17Jw0  Lukt dit niet, stuur de ingevulde formulieren dan per mail op naar eikelmuis@zoogdierenwerkgroep.be of per  post naar Diemer Vercayie, Natuurpunt Studie, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen. 

 

(14)

6 Haarvallen

 

6.1 Inleiding 

 

Haarvallen  ‘vangen’  op  een  of  andere  manier  de  haren  van  de  doelsoort  die  met  behulp  van  microscopisch  onderzoek  (en  een  determinatiesleutel)  aan  een  soort  toegewezen  kunnen  worden.  Deze  methode  werd  uitgetest  door  Cortens  en  Verbeylen  (2009,  p.66)  en  leverde  niet  de  verhoopte  resultaten,  maar  met  de  aanbevelingen voor verbetering (zoals ook hieronder weergegeven), is het een veelbelovende methode. Meestal  worden pvc‐buizen gebruikt, maar de methode valt ook toe te passen met dubbelzijdige kleefband in nestkasten. 

 

Figuur 4 - Haarval (bron: Cortens & Verbeylen 2009).  

 

Voordelen 

 De sporen (haren) blijven lang aanwezig 

 Relatief beperkte monitoringsinspanning 

 Goedkoop onderzoeksmateriaal (m.u.v. de binoculair/microscoop) 

 Verifieerbaar bewijsmateriaal 

 Kan dienen als basis voor genetisch onderzoek   

Nadelen 

 Minder motiverend voor vrijwilligers omdat de kans erg laag is dat de soort zelf gezien wordt. 

 Enige oefening is nodig om de haren te herkennen. 

 

6.2 Benodigdheden 

 

 PVC‐buizen, diameter 50 mm of 40 mm (tests moeten uitwijzen wat best werkt) 

 Lokaas: muesli met rode confituur of muesli met pindakaas, eventueel aangevuld met stukjes appel 

 Duct tape 

 Dubbelzijdige kleefband 

 Aceton 

 Pincet 

 Binoculair 

 Determinatiewerk voor haren (bv. Teerink 1991 Hairs of West‐European Mammals)   

 

 

(15)

6.3 Werkwijze 

 

6.3.1 Voorbereiding van de haarvallen

 Een ‘bouwplan’ voor de haarval is te vinden in bijlage (§ 9.5) 

6.3.2 Plaatsing van de haarvallen

 Hoogte: de hoogte die best werkt moet uitgetest worden, maar start best boven 1.5m om zo weinig  mogelijk haren van andere muizen te vangen 

 Met duct tape vastplakken op een min of meer horizontale tak van ca 5 cm diameter 

 Leg lokaas in het midden van de buis 

 Noteer op een blad voor elke val   o het nummer van de val en  

o de coördinaten van de locatie van de val (in decimale graden, bv. NB 50.12345°, OL 4.12345°). 

6.3.3 Controle van de haarvallen

 Twee weken na plaatsing van de haarvallen  

 Schrijf het nummer van de val en de controledatum op de kleefband met de haren 

 Verwijder de kleefband met de haren en plak ze op iets waar ze gemakkelijk weer af komen (bv plexi  plaat).  

 

6.4 Dataverzameling 

Organiseer  een  determinatiemoment  om de  verzamelde  stalen  microscopisch  te  analyseren  en de verkregen  resultaten in te voeren op www.waarnemingen.be.  

Beschik je niet over microscopen, stuur dan de gelabelde stalen samen met de fiche van de namen en locaties  van  de  vallen  op  naar  Natuurpunt  Studie,  Coxiestraat  11,  2800  Mechelen.  Vermeld  zeker  je  naam  en  contactgegevens (e‐mail, postadres), zodat je ook de resultaten kunt terugkrijgen. 

 

(16)

7 Cameravallen en voederplatforms

 

7.1 Inleiding 

 

Cameravallen zijn een relatief nieuwe methode in het zoogdierenonderzoek die de laatste 5 jaar zeer gangbaar  geworden zijn. Voor eikelmuisinventarisaties werd de methode nog niet helemaal op punt gesteld. Goemaere  (2014) deed een verkennende test op een locatie in Heuvelland waar nog eikelmuizen voorkomen. Het dient  nog verder uitgetest te worden wat het best werkende lokaas is en hoe goed de methode werkt om 

eikelmuizen te detecteren afhankelijk van de dichtheden.  

 

Wat het lokaas betreft werden al diverse etenswaren uitgetest. Voor zijn doctoraatsonderzoek in Luxemburg  gebruikte Jörg Schlichter met groot succes een mengsel van rode confituur en muesli voor vangst‐hervangst  onderzoek op eikelmuis en relmuis. Mensen die tijdelijk eikelmuizen opgevangen hebben of geëxperimenteerd  hebben met het lokken van eikelmuizen melden dat vers brood en camembert (of andere kaas) het beste  werkte om ze te lokken (Schulze 1991, van Laar 2013, van Laar 2015). Volgens Cortens & Verbeylen (2009) zijn  ze ook goed te lokken met het klassieke muizenlokaas (muesli, pindakaas en verse appel). Goemaere lokte ze  met fruit en ondervond volgende voorkeur: gedroogde pruimen, rozijnen, vers fruit (appelen, peren, kersen,  pruimen en druiven). Historische bronnen spreken ook over eikelmuisplagen in de perzikboomgaarden in het  Hageland en uit ervaring met dieren in gevangenschap blijkt dat ze inderdaad ook graag perzik en abrikoos eten  (Vercayie).  

 

Voordelen 

 Relatief kleine inspanning 

 Beelden van de doelsoort zijn motiverend voor de vrijwilligers. 

 Verifieerbaar bewijsmateriaal. 

 

Nadelen 

 Cameravallen zijn duur in aankoop 

 Zeer gevoelig voor diefstal (en vandalisme)   

Figuur 5 - Eikelmuis in vijvermand met fruit, gefilmd door cameraval (Goemaere 2014). Meer beelden op   https://www.youtube.com/watch?v=_MqytYnFwqM

 

 

 

(17)

7.2 Benodigdheden 

 

 Lokaas (te testen wat best werkt): 

o muesli met rode confituur 

o muesli met pindakaas, aan te vullen met vruchten (bv appel) en noten (hazelnoten)   o Vers brood  

o Camembert of andere kaas 

o Gedroogd fruit: pruimen, rozijnen, vijgen, … 

o Vers fruit: appelen, peren, kersen, pruimen, druiven, perziken, abrikozen, frambozen, …  

 Lokaasplatformen of vijvermandjes (best meer dan het aantal camera’s)  o Lokaasplatform van het type hazelmuis (zie Verbeylen 2014) of  o Vijvermandjes en koord (Goemaere 2014) 

 Cameraval, aangeraden merken en modellen: 

o Bushnell NatureView HD Max, foto en film, trage reactietijd bij foto, maar met extra lenzen  voor diverse focusafstanden (vanaf 30 cm), richtprijs 420 euro (inclusief slot, sd‐kaart, …)  o Reconyx HC600 HyperFire, enkel foto’s, maar zeer snelle reactietijd, richtprijs 700 euro 

(inclusief slot, sd‐kaart, …) 

o Bushnell Trophy Cam HD, foto en film, maar trage reactietijd, richtprijs 350 euro (inclusief  slot, sd‐kaart, …) 

 

7.3 Werkwijze 

 

7.3.1 Periode: aug - okt

Uit ervaringen met dieren in gevangenschap (pers. med. Diemer Vercayie) en testen in het veld (Goemaere 2015,  pers. med. Verbeylen) blijkt dat eikelmuizen in het voorjaar en het begin van de zomer een grotere voorkeur  hebben  voor  proteïnerijk  voedsel  zoals  allerlei  insecten.  Pas  later  op  het  jaar  wordt  energierijk  en  geurend  voedsel zoals rijp fruit aantrekkelijk. Vermoedelijk komt dit door een instinctieve drang om aan te vetten voor  de winterslaap. 

 

7.3.2 Plaatsing van de voederstations

 Kies geschikt eikelmuishabitat: braamstruweel, dicht struikgewas, een zonbeschenen talud met ruigte,  hagen, boomgaarden, tuinen… plaatsen waar een gevarieerd aanbod van vruchtdragende klimplanten,  struiken of bomen zijn, in combinatie met stenige formaties (schuren, ruïnes, spoorbeddingen, …)  waar hij zich in kan verbergen. 

 Plaatsen op minimum 1,5 m hoogte (om te vermijden andere soorten dan eikelmuis erbij kunnen) 

 Enkele weken laten hangen en controleren op vraatsporen 

7.3.3 Plaatsing van de cameraval

 Plaats de cameraval bij de voederstations waar vraatsporen gevonden zijn 

 Afstand van de cameraval tot het lokaas afstellen op de focusafstand van de camera: testen! 

 Goed richten, zodat de sensor geactiveerd wordt als er iets bij het lokaas komt… testen! 

 Gebruik je een cameraval van Bushnell, gebruik dan de videomodus (niet de fotomodus, want die is te  traag)! Of indien mogelijk combinatie foto & film. 

 Beveilig de camera tegen diefstal door ze met een slot aan een stevig verankerd object vast te maken  (bv boom).  

 

(18)

7.3.4 Controle van de cameraval

 Na 1 week 

 Verplaats de camera naar een ander voederstation waar vraatsporen gevonden werden   

7.4 Dataverzameling 

Voer de waarnemingen in op waarnemingen.be. Alle waarnemingen invoeren is niet nodig, maar voer minstens  de eerste waarneming van iedere soort per locatie in. Voeg bij elke waarneming een foto of screenshot uit een  video toe en eventueel een link naar de video op youtube.com. 

   

(19)

8 Referenties

   

 Boulanger A. (2012). Guide méthodologique pour le contrôle des gîtes à Lérot.  

 Boulanger A. (2012b). Presentatie op het BIPS eikelmuissymposium 2012, Kortrijk.  

 Cortens J., Verbeylen G. (2009). De eikelmuis in Vlaanderen ‐ Synthese van drie jaar inventariseren en  aanzet  tot  effectieve  soortbescherming.  Rapport  Natuur.studie  2009/1,  Natuurpunt  Studie  (Zoogdierenwerkgroep), Mechelen, België. 

 Goemaere  K.  (2014).  Eikelmuizen  in  Heuvelland:  gebruik  van  cameraval  als  mogelijke  alternatieve  inventarisatiemethode.  

 Schulze,  W.  (1991).  Gefangenschaftsbeobachtungen  an  einem  Gertenschläfer  (Eliomys  quercinus). 

Säugetierkundliche Inforationen, vol. 3 (Heft 15): 334‐336.  

 van  Laar,  V.  (2013).  Voerkistjes:  een  methode  om  het  voorkomen  van  Eikelmuizen  vast  te  stellen. 

Natuurhistorisch Maandblad, februari 2013, 102(2):35‐38. 

 van Laar, V. (2015). Schriftelijke mededeling.  

 Verbeylen G. (2014). How to live‐trap common dormice and almost nothing else.  

o https://www.researchgate.net/publication/272139396_How_to_live‐

trap_common_dormice_and_almost_nothing_else    

 

(20)

9 Bijlagen

 

9.1 Invulformulier nestkastcontroles eikelmuis 

 

Hierna volgt een praktisch veldformulier voor de controles van eikelmuisnestkasten. De in te vullen  vakjes komen overeen met de vakjes in de nestkastenmodule op waarnemingen.be. Dit formulier kan  bijgewerkt worden op basis van ontwikkelingen van de nestkastenmodule op de website of op basis  van feedback van gebruikers. De meest up‐to‐date versie van dit formulier is steeds te vinden op de  website van de Natuurpunt Zoogdierenwerkgroep: 

http://www.zoogdierenwerkgroep.be/zorgen/beschermingsacties/slaapmuizenproject/eikelmuisproject#nestk astregistreren  

   

(21)

 

   

(22)

     

 

 

(23)

9.2 Enquêteformulier 

 

Enquête eikelmuis

 

Datum interview Interviewer 

 _ _ /_ _ /_ _ _ _  Naam: .……….………..……….. 

  Tel: ………  E‐mail:  

……….. 

 

ADRES LOCATIE 

Straat + nr: ……….…… 

Postnr. + gemeente: ……… 

GPS‐coördinaten (bv NB 50,8752 – OL 4,0183):  NB _ _ , _ _ _ _ _  OL _ , _ _ _ _ _   

KENT U DE EIKELMUIS? 

 Ja      Nee 

 

SINDS WANNEER WOONT U HIER?  (minimum jaar invullen)  _ _ /_ _ /_ _ _ _ 

 

HEBT U HIER OOIT EIKELMUIZEN GEZIEN? 

 Ja      Nee 

 

IN WELKE PERIODE ZAG U DE EIKELMUIS VEEL OF WEINIG?  (minimum jaar invullen) 

Periode  Hoe vaak ?

Van  Tot  Nooit 1 keer Enkele keren  Vaak

_ _ /_ _ /_ _ _ _  _ _ /_ _ /_ _ _ _     

_ _ /_ _ /_ _ _ _  _ _ /_ _ /_ _ _ _     

_ _ /_ _ /_ _ _ _  _ _ /_ _ /_ _ _ _     

 

ALS U DE EIKELMUIS NU MEER OF MINDER ZIET DAN VROEGER,  

WAT IS DAN VOLGENS U DE OORZAAK VAN HET VERSCHIL?   (meerdere keuzes mogelijk) 

   Geen idee 

   Ik kom nu minder op de plaats waar ik de eikelmuis zag 

   Ik kom nu meer op de plaats waar ik de eikelmuis zag 

   De eikelmuizen zijn verdelgd 

   Ik heb iets in de tuin veranderd: ……… 

   Volgens mij komt het door ……… 

 

WAAR ZAG OF VOND U ZE?  (meerdere keuzes mogelijk) 

   In schuurtje 

   In dak 

   Op zolder 

   In spouwmuur 

   In nestkast 

   In boomgaard 

(24)

   Elders in de tuin 

   ………. 

   

HOE ZAG OF VOND U ZE?  (meerdere keuzes mogelijk) 

   Gewoon levend gezien 

   Dood (onbekende oorzaak) 

   Prooi van kat 

   In muizenval 

   In nestkast 

   In winterslaap 

   Geluid gehoord 

   Anders: ………. 

KENT U ANDERE PLAATSEN WAAR DE SOORT (NOG) VOORKOMT?  ZO JA, WAAR? 

……….………

………. 

 

NAM U OOIT MAATREGELEN OM EIKELMUIZEN TE VERDELGEN ? 

 ja   nee    Zo ja, welke maatregelen ? ……….. 

 

MOGEN WIJ UW CONTACTGEGEVENS NOTEREN? 

Voornaam: ……… Familienaam: ……….…………... 

Tel: ……… 

E‐mail: ……… 

 

Deze gegevens worden enkel gebruikt om de waarnemingen exact te kunnen situeren en om eventueel contact op te  nemen bij onduidelijkheden. Uw gegevens worden niet aan derden doorgegeven. 

 

WENST U GRAAG EEN VRIJBLIJVEND EN GRATIS BEZOEK VAN EEN EIKELMUISTUINVRIJWILLIGER OM TE TONEN HOE  U UW TUIN BETER KAN INRICHTEN VOOR DE EIKELMUIS ? 

 Ja      Nee   

WENST U GRAAG OP DE HOOGTE GEHOUDEN TE WORDEN VAN DE RESULTATEN VAN DIT PROJECT? 

 Ja      Nee   

HEBT U ZELF NOG VRAGEN OF OPMERKINGEN? 

………..…………

……….………

………

………

………

………

………

………

………

 

 

(25)

Begeleidende informatie voor interviewer

 

Steek dit interviewformulier NIET in de bus bij mensen, maar interview zelf de bewoner(s) en vul het  formulier zelf in. 

 

Vul één formulier in per adres waar men reeds eikelmuizen waargenomen heeft.  

Voor adressen waar men nog geen eikelmuizen zag, gebruik je de korte versie van de enquête (zie  het rooster hieronder).  

 

Overloop de vragen stap voor stap.  

 

Informatie die je aan de geïnterviewde persoon kunt vertellen: 

 Waarom je deze enquête afneemt. 

o Bijvoorbeeld: deze enquête is een actie uit het soortbeschermingsplan voor de  Eikelmuis van de provincie West‐Vlaanderen.  

 Zo leren we waar de soort nog voorkomt of waar ze vroeger zat.  

 Dan kan men op de juiste plaatsen aan de slag met beschermingsmaatregelen zoals het  aanplanten van struweel, het verzorgen van boomgaarden of het inrichten van gebouwen.  

 De Eikelmuis leeft vooral van slakken en andere kleine diertjes, van bessen en van fruit.  

 Ze schuilen graag in nestkasten en oude gebouwen waar ze hun lange winterslaap houden.  

 Ze planten zich maar traag voort en worden daarom nooit een plaag zoals dat kan bij ratten  of gewone muizen.  

 Hun sterke achteruitgang is verontrustend en daarom zouden we u graag een paar vragen  stellen om te weten te komen waar ze wel of niet (meer) voorkomen. Zou onze vragen willen  beantwoorden? 

 Wij danken u voor uw medewerking! 

 

Toon de eikelmuisfoto op de achterzijde van dit blad bij de vraag of ze de eikelmuis kennen. 

 

We ontvangen liefst ook de coördinaten van de locatie. Graag in decimale graden, bijvoorbeeld

 

50,8752° noorderbreedte en 4,0183° oosterlengte. Coördinaten kun je ter plaatse raadplegen door  een gps of smartphone mee te nemen of achteraf opzoeken in Google Maps.  

 Via Google Maps:  

o Tik het adres in en druk op enter. 

o Klik nu met de rechtermuisknop op de exacte locatie en klik op ‘Wat is hier’. 

o Vervolgens verschijnen de coördinaten links bovenaan in het venster onder het  adres.  

 Via smartphone: via de app ObsMapp (voor Android besturingssystemen) of iObs (voor  iPhones) kun je ook de coördinaten opzoeken. Als je gps‐ontvanger aan staat verschijnen ze  automatisch bovenaan het scherm om waarnemingen in te voeren. 

 

Vul na je interviewronde de verzamelde gegevens in op het digitaal enquêteformulier: 

https://goo.gl/v17Jw0     

Wens  je  graag  een  export  (Excel)  van  je  ingevoerde  gegevens  of  heb  je  andere  vragen?  Contacteer  eikelmuis@zoogdierenwerkgroep.be  

Het opstellen van deze enquête werd mee ondersteund door de Provincie West‐Vlaanderen. 

   

  Foto: Bram Conings

(26)

                                                                                                     

  ©

 Bram Conings 

(27)

                                                                                                     

(28)

           

 

 

(29)

9.3 Bouwplan eikelmuisnestkast 

 

  Dikte van de planken 

Hoe dikker de planken, hoe beter de nestkast geïsoleerd is. Voor de hier beschreven afmetingen is de maximale  dikte van de planken 2,5 cm. Worden er dikkere planken gebruikt, dan moeten de afmetingen aangepast worden. 

Voor deze kast is een plank van 15 cm breed en een plank van 20 cm breed nodig. Wordt een smallere plank dan  15 cm gebruikt, dan beschermt het dak beter tegen de regen (meer oversteek). 

Houtbescherming 

Gebruik  geen  betonplex.  Het  gladde  materiaal  geeft  geen  goede  grip  voor  de  dieren  en  als  de  randen  niet  behandeld  worden  tegen  vocht,  valt  het  snel  uiteen.  De  eerste  eikelmuisnestkasten  werden  gemaakt  uit  ThermoWood, een ecologisch verantwoorde houtverduurzamingsmethode en na 8 jaar in het veld zijn die kasten  nog steeds in goede conditie. Nadeel van ThermoWood is dat het relatief gemakkelijk scheurtjes vormt en splijt. 

Multiplex  moet  steeds  behandeld  worden  tegen  vocht.  Liefst  met  een  ecologische  verantwoord  houtbeschermingsmiddel. Gebruik liever vol houten planken. Die gaan langer mee, ook als ze niet behandeld  zijn.  

 

 

(30)

9.4 Herkenning eikelmuissporen (nesten en uitwerpselen) 

 

Cortens & Verbeylen 2009, p.88‐89. 

Voor meer informatie: zie brochure ‘Gebolder op zolder’ 

http://www.zoogdierenwerkgroep.be/sites/default/files/zwg/folder_gebolder.pdf  

 

(31)
(32)

9.5 Bouwplan haarval eikelmuis 

   

Werkwijze   

 PVC‐buis met diameter van 4 of 5 cm (uit te testen wat best werkt) en lengte van 40 cm. Bij uitrekenen  van aantallen haarvallen per buis rekenen met 35 cm (schuine kant overlapt met volgende haarval) en  voor de laatste 40 cm.  

 Door de uiteinden schuin te zagen wordt de binnenkant van de buis minder nat bij regenweer. 

 Op 7 cm van beide uiteinden een spie uit de bovenkant (lange kant) zagen en daar duct tape over  kleven. De tape moet wat naar binnen komen. Hier zal het haar aan vastkleven. 

 In het midden op de zijkant een stukje van 3.5 cm uitzagen om plakkerig lokaas te kunnen plaatsen. 

Dit wordt nadien overdekt met duct tape. 

 De haarval wordt op een min of meer horizontale tak op minimum 1,5 m hoogte vastgemaakt met  plakband of tie‐wraps.  

     

(33)

Natuurpunt is de grootste natuurvereniging in

Vlaanderen. Duizenden vrijwilligers en 400 professionele medewerkers werken voor de bescherming van belangrijke leefgebieden, soorten en landschappen. Om dit doel te bereiken beschermt de vereniging de resterende natuur in Vlaanderen door gebieden aan te kopen en beheren, door soorten en leefgebieden te bestuderen en

monitoren, door mensen kennis te laten maken met de natuur en door beleidsbeïnvloeding op lokaal, regio- naal en Europees niveau. Natuurpunt beheert meer dan 20.000 ha natuur verspreid over 500 natuurgebieden.

95.000 families zijn lid van Natuurpunt.

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De waarnemingen liggen mooi verspreid, maar hier en daar komen toch enkele hotspots naar voor, waar gedurende lange periode door onafhankelijke waarnemers slaperkes

In het voorjaar van 2007 was er de eerst melding van een eikelmuis in een mezennestkast in het Bertelbos en in augustus werd een jonge en daarna een volwassen

De eikelmuizen kunnen hier naar de vallen gelokt zijn door het geurige lokaas, maar het blijft gissen waarom ze de nestkasten dan niet gebruikt hebben.. een mogelijkheid is

In deze tabel wordt weergegeven welke gemeenten vergif ter beschikking stellen van hun inwoners (al dan niet gratis), of ze een (vol- of deeltijdse) rattenvanger in dienst

 Hun sterke achteruitgang is verontrustend en daarom zouden we u graag een paar vragen stellen om te weten te komen waar ze wel of niet (meer) voorkomen.. Zou onze vragen willen

In 1948 richtte Gary Vermeer zijn gelijknamige bedrijf op in Pella, Iowa en zijn filosofie voor succes was even sim- pel als doeltreffend: ‘Kijk waar behoefte aan is en voorzie

Ruud Dubbeld wijst erop dat een goede groeiplaats een de basis vormt, maar dat deze investering zich alleen terugverdient op lange termijn en dus afhangt van goed onderhoud, al

De arbeidsmarktpositie van hoger opgeleide allochtone jongeren is weliswaar nog steeds niet evenredig aan die van hoger opgeleide autochtonen, maar wel veel beter dan die