Rapport Natuurpunt Studie
Inventarisatie- methoden
voor de
Eikelmuis
nr 8 I 2016
Natuurpunt Studie contact: studie@natuurpunt.be
Coxiestraat 11 • 2800 Mechelen studie@natuurpunt.be • www.natuurpunt.be
Inventarisatiemethoden
voor
de eikelmuis
COPYRIGHT Natuurpunt Studie vzw
Coxiestraat 11 2800 Mechelen info@natuurpunt.be www.natuurpunt.be
TEKST Diemer Vercayie & Goedele Verbeylen
FOTO COVER Guy Kesselaers
Wijze van citeren:
Vercayie D. & Verbeylen G. 2015. Inventarisatiemethoden voor de eikelmuis.. Rapport Natuurpunt Studie 2016/8, Mechelen
© Augustus 2016
Deze handleiding werd opgesteld in het kader van het project ‘Nieuwe kansen voor de eikelmuis’, een project van Natuurpunt Limburg vzw in samenwerking met Natuurpunt Borgloon, Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, Stad Borgloon en Natuurpunt Studie vzw en met financiële steun van de provincie Limburg.
Inhoudsopgave
1 Inleiding ... 5
2 Nestkasten & uitwerpselen ... 6
2.1 Inleiding ... 6
2.2 Benodigdheden ... 7
2.3 Werkwijze ... 7
2.3.1 Bouw ... 7
2.3.2 Plaatsing ... 7
2.3.3 Controle ... 8
2.4 Dataverzameling ... 8
3 Nestbuizen ... 9
3.1 Inleiding ... 9
3.2 Benodigdheden ... 9
3.3 Werkwijze ... 9
3.4 Dataverzameling ... 9
4 Inloopvallen ... 10
4.1 Inleiding ... 10
4.2 Benodigdheden ... 10
4.3 Werkwijze ... 11
4.3.1 Plaatsing ... 11
4.3.2 Controles ... 11
4.4 Dataverzameling ... 11
5 Interviews ... 12
5.1 Inleiding ... 12
5.2 Benodigdheden ... 12
5.3 Werkwijze ... 12
5.4 Dataverzameling ... 12
6 Haarvallen ... 13
6.1 Inleiding ... 13
6.2 Benodigdheden ... 13
6.3 Werkwijze ... 14
6.3.1 Voorbereiding van de haarvallen ... 14
6.3.2 Plaatsing van de haarvallen ... 14
6.3.3 Controle van de haarvallen ... 14
6.4 Dataverzameling ... 14
7 Cameravallen en voederplatforms ... 15
7.1 Inleiding ... 15
7.2 Benodigdheden ... 16
7.3 Werkwijze ... 16
7.3.1 Periode: aug ‐ okt ... 16
7.3.2 Plaatsing van de voederstations ... 16
7.3.3 Plaatsing van de cameraval ... 16
7.3.4 Controle van de cameraval ... 17
7.4 Dataverzameling ... 17
8 Referenties ... 18
9 Bijlagen ... 19
9.1 Invulformulier nestkastcontroles eikelmuis ... 19
9.2 Enquêteformulier ... 22
9.3 Bouwplan eikelmuisnestkast ... 28
9.4 Herkenning eikelmuissporen (nesten en uitwerpselen) ... 29
9.5 Bouwplan haarval eikelmuis ... 31
1 Inleiding
Nadat Kortessem in 2007 de eikelmuis adopteerde1, werden er in Kortessem en ruime omgeving inventarisatie inspanningen gedaan met eikelmuisnestkasten. De laatste jaren is de monitoring echter verwaterd en worden enkel in Kortessem en Borgloon nog een beperkt aantal nestkasten opgevolgd.
Natuurpunt Limburg vzw nam daarom in 2014 het initiatief om in samenwerking met Natuurpunt Borgloon, Regionaal Landschap Haspengouw en Voeren, Stad Borgloon en Natuurpunt Studie vzw en met financiële steun van de provincie Limburg, de monitoring van eikelmuizen via vrijwilligers opnieuw te activeren.
Nieuwe kennis geeft intussen aan dat nestkasten niet overal gebruikt worden. Één van de doelen van het project is daarom om op één locatie (Grootloon), waar eikelmuizen aanwezig zijn, zowel nestkasten als andere inventarisatiemethodes te testen en vergelijken. In dit document wordt de werkwijze voor elk van de gekende monitoringmethoden en de nieuwe te testen methoden uiteengezet. De resultaten van dit project zullen dienen als input voor een groter project.
In Vlaanderen werden gedurende de diverse eikelmuisprojecten van 2006 tot 2009 verschillende methodieken voor de inventarisatie of monitoring van eikelmuizen uitgetest (Cortens & Verbeylen 2009):
nestkasten
interviews
inloopvallen
haarvallen
geluidswaarnemingen
Monitoring met behulp van nestkasten werd weerhouden als belangrijkste methode en een netwerk van eikelmuisnestkasten werd uitgerold. Interviews bleken een efficiënte manier om historische verspreidingsgegevens van eikelmuis te verzamelen. Inloopvallen bleken een effectieve, maar erg arbeidsintensieve methode te zijn. De gebruikte werkwijze met haarvallen bleek niet efficiënt, maar Cortens en Verbeylen hebben wel verbeteringsvoorstellen geformuleerd waardoor deze methode toch veelbelovend blijkt.
Eikelmuizen monitoren op basis van geluid werd niet uitgebreid getest, maar de enkele testrondes bleken onsuccesvol. De effectieve methodes zullen hieronder besproken worden met hun voor en nadelen en de werkwijze.
De volgende nieuwe (relatief goedkope) methoden zullen in dit project getest worden en worden hieronder besproken:
Haarvallen (andere werkwijze)
Cameravallen & voederplaatsen
Nestbuizen
De evaluatie van de nieuwe methoden zal opgenomen worden in het finale rapport van dit project.
Analyse van DNA‐stalen (bv op basis van verzamelde uitwerpselen of haren) is zeker ook een effectieve inventarisatiemethode, maar werd (omwille van de kostprijs) niet opgenomen in dit project.
1 GALS‐project (Gemeenten Adopteren Limburgse Soorten) 2007‐2009.
2 Nestkasten & uitwerpselen
2.1 Inleiding
Toen bleek dat eikelmuizen wel eens nestkasten voor mezen gebruikten, werd het model van de mezenkasten geoptimaliseerd voor eikelmuizen. De ingang werd aan de stamzijde van de nestkast gemaakt en de wanden werden uit dikke (isolerende) planken gemaakt. Aanwezigheid van eikelmuis kan ook vastgesteld worden zonder dat de muis zelf aanwezig is in de nestkast op het moment van de controle. Uitwerpselen of andere sporen die achterblijven in of op de nestkasten kunnen de aanwezigheid van eikelmuis bevestigen.
Voordelen
Tevens schuilplaats
Sporen (haren, uitwerpselen, nestmateriaal) blijven lang aanwezig
Relatief beperkte monitoringsinspanning
Relatief eenvoudig om eigenaars op te roepen voor halfjaarlijkse telling
Kan als basis dienen voor verder onderzoek:
o Verzamelen van uitwerpselen of haarstalen voor DNA‐analyse o Verzamelen van uitwerpselen voor dieetonderzoek
Nadelen
Geen duidelijke relatie tussen voorkomen eikelmuis en gebruik van de nestkasten (Cortens &
Verbeylen 2009, p.91)
Duur in aankoop (maar zie §3)
o Houten (Thermowood) nestkast: 14‐20 euro (afhankelijk van de oplage) o Houtbeton nestkast: ca 35 euro (Schwegler)
Maakt de nesten gevoelig voor verstoring
Nestkasten zelf gevoelig voor diefstal en vandalisme
Nestkasten kunnen een ecologische val vormen als predatoren (wezel) de kasten leren herkennen. Dat werd reeds waargenomen in Frankrijk bij eikelmuisnestkasten (Boulanger 2012b) en de Universiteit van Antwerpen had een gelijkaardig probleem met een wezel die koolmezenkasten afging (pers. med.
Verbeylen 2015).
Figuur 1 - Eikelmuisnestkast uit houtbeton (Schwegler) en nestkast uit Thermowood (Cortens & Verbeylen 2009).
Houten nestkasten versus houtbeton nestkasten
In West‐Vlaanderen werden enkele jaren geleden houtbeton nestkasten voor slaapmuizen opgehangen op een locatie waar al houten nestkasten hingen. Het duurde twee jaar voor de houtbeton nestkasten in gebruik genomen werden, maar nadien verkozen de eikelmuizen de houtbetonnestkasten boven de houten nestkasten (pers. med. M. Desloovere 2015). Toekomstige onderzoeken moeten uitwijzen of dit toeval was of een effectieve voorkeur blijkt te zijn.
2.2 Benodigdheden
Afwijking (vergunning) van het Soortenbesluit om nesten van beschermde dieren te mogen verstoren (kan bv koolmees nest in zitten). Voor vrijwilligers van Natuurpunt centraliseert de
Zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt deze vergunningaanvragen (aanvragen via
info@zoogdierenwerkgroep.be), anderen kunnen rechtstreeks bij het Agentschap voor Natuur en Bos terecht.
Nestkasten + bevestiging (bv. ouden binnenbanden van fiets)
Eventueel: dubbelzijdige kleefband (voor haaronderzoek)
Smartphone of gps voor bepaling en registratie van de exacte locatie van de nestkast
2.3 Werkwijze
2.3.1 Bouw
Eikelmuisnestkasten kunnen uit verschillende materialen vervaardigd of aangekocht worden.
Vol hout. Eikelmuiskasten kunnen uit vol houten planken vervaardigd worden. Een bouwplan is te vinden in de Bijlagen (zie § 0). Vol hout is isolerend en beter bestand tegen vocht dan multiplex.
Gebruik liefst hout uit duurzaam beheerde bossen (FSC). De eerste eikelmuisnestkasten werden in 2007 uit Thermowood gemaakt en zijn anno 2015 nog steeds in goede conditie. Ze kosten ca 15 euro per stuk aan bouwmaterialen.
Houtbeton nestkast. Schwegler maakt kant en klare houtbeton eikelmuisnestkasten voor ca 35 euro.
(http://www.schweglershop.de/shop/index.php?cPath=114&osCsid=a52d194bca6183b422fcd639e77 84617 )
Ytong‐stenen. In West‐Vlaanderen zijn onder impuls van de provincie momenteel experimenten lopende met eikelmuiskasten en ‐hotels vervaardigd uit Ytong‐stenen. Dit materiaal werd gekozen vanwege de isolerende en waterbestendige eigenschappen (pers. med. O. Dochy 2015).
Eventueel kan dubbelzijdige kleefband aangebracht worden in de ingang van de kasten om haren te verzamelen.
2.3.2 Plaatsing
De kasten worden liefst geplaatst in groepen van 5 binnen een cirkel met een diameter van 20 m. We hangen de kasten per 5 in een cluster omdat ons inzicht in het terreingebruik van eikelmuis nog niet groot genoeg is om met zekerheid de juiste locatie uit te kiezen voor het ophangen van een nestkast. Hangen we er 5 op verschillende plaatsen binnen een bepaald gebied op dan is de kans groter dat minstens één van de kasten op een geschikte plaats hangt.
Indien we nestkasten plaatsen als habitatverbetering en niet als inventarisatiemethode, dan gebruiken we beter een afstand van 50 m tussen de verschillende (clusters van) kasten. Als we ze in clusters van 5 bij elkaar hangen is het namelijk goed mogelijk dat de 5 kasten door dezelfde (familie) eikelmuizen gebruikt wordt. Is er minimum 50 m tussen, dan is die kans kleiner.
Plaats de eikelmuiskast met de opening naar de boom of muur toe om competitie met koolmezen of pimpelmezen te vermijden. Hang ze op een hoogte van minimum 1,5 m boven de grond om predatie zoveel mogelijk te vermijden of hoger indien er vandalisme of diefstal te verwachten valt. Zorg ervoor dat de kast
stabiel hangt en niet beweegt in het geval een eikelmuis de kast zou betreden. Hang de kast bij voorkeur zo op dat ze in verbinding is met de omgeving en er dekking is voor eikelmuizen die de kast willen verkennen. Hang ze dus niet in het midden van een kale muur of halfweg een kale stam.
Bij het plaatsen van de nestkast kun je best meteen de coördinaten noteren. Dat kan met een gps of met een smartphone. We raden ten stelligste aan om de nestkast ook te registreren in de nestkastenmodule (http://waarnemingen.be/nestbox/list_for_owner) op www.waarnemingen.be. Daar kun je ook de resultaten van de controles invoeren voor elk van de kasten. Eigenaars en controleurs van geregistreerde kasten worden automatisch op de hoogte gebracht van resultaten van de controles in heel Vlaanderen via de elektronische nieuwsbrief ‘Eikelmuis.flits’ (http://www.zoogdierenwerkgroep.be/informatie/publicaties/digitale‐
nieuwsbrieven).
Handleiding nestkastenmodule waarnemingen.be
(http://waarnemingen.be/download/Handleidingnestenmodule.doc.pdf)
Korte presentatie over registreren en controleren van eikelmuisnestkasten op waarnemingen.be (http://www.zoogdierenwerkgroep.be/zorgen/beschermingsacties/slaapmuizenproject/eikelmuisproj ect#nestkastregistreren)
2.3.3 Controle
De eikelmuisnestkasten worden idealiter drie maal per jaar gecontroleerd (Boulanger 2012):
Winter: tweede helft februari (controle aanwezigheid winterslapende eikelmuizen)
Zomer: tweede helft juli (controle of er al dan niet voortplanting is)
Najaar: tweede helft september (controle voor een eventueel tweede nest jongen)
Als je de nestkasten geregistreerd hebt in de nestkastenmodule op waarnemingen.be
(http://waarnemingen.be/nestbox/list_for_owner), dan krijg je automatisch een oproep via de elektronische nieuwsbrief Eikelmuis.flits die wordt verstuurd naar de eigenaars van geregistreerde eikelmuisnestkasten. Je kunt ook inschrijven op de nieuwsbrief op volgende webpagina:
http://www.zoogdierenwerkgroep.be/informatie/publicaties/digitale‐nieuwsbrieven.
Werkwijze controle
Let bij het benaderen van de nestkast op of er iets wegduikt in de nestkast.
Doe handschoenen aan.
Sluit de ingang van de nestkast af met een prop doek.
Open het dak van de nestkast een paar millimeter en schuif voorzichtig een stuk plexiglas of metalen rooster tussen het deksel en de nestkast, zodat de bewoners niet kunnen ontsnappen wanneer je het deksel verder opent.
Identificeer nu de eventuele bewoners. Als er geen dieren in de nestkast aanwezig zijn, kan dit aan de hand van sporen (nesten, uitwerpselen, haren, …). Zie Bijlage § 0.
Het is mogelijk dat er bewoners zijn die zich verstoppen onder een nest. Tik daarom op de onderkant van de nestkast. Komt er niets tevoorschijn, dan kun je (met handschoenen aan) voorzichtig de inhoud van de nestkast doorzoeken. Let er zeker in de winter op om hierbij voorzichtig te werk te gaan om dieren in winterslaap niet te wekken. (De start van dit ontwaakproces is moeilijk te zien, want het ontwaken duurt verschillende minuten.) Het ontwaken uit winterslaap vergt veel energie en als het dier op dat moment zijn energievoorraad niet kan aanvullen, overleeft het de winter wellicht niet.
Bij het einde van de controle herstel je alles in de staat waarin je het gevonden hebt (nest etc).
Vergeet niet om de resultaten van de controle in te vullen op het controleformulier (zie bijlage §9.1) en deze in te voeren in de nestkastenmodule op waarnemingen.be.
2.4 Dataverzameling
Stop niet bij het controleren van de nestkasten, maar voer de verzamelde gegevens ook in op de nestkastenmodule in waarnemingen.be. Zo gaan de gegevens zeker niet verloren en kan ook op Vlaams niveau geanalyseerd worden hoe de eikelmuis er voor staat en wat de trends zijn!
3 Nestbuizen
3.1 Inleiding
Nestbuizen is een methode die succesvol gebruikt wordt om hazelmuizen te inventariseren of monitoren.
Nestkasten duur in aankoop en deze nestbuizen vormen een goedkoper alternatief. Hazelmuis gebruikt nestbuizen tijdens het actieve seizoen, van zodra ze uit winterslaap komen. Ze gebruiken echter geen nestbuizen of nestkasten in de winter. Eikelmuis gebruikt wel nestkasten in de winter. Voor monitoring in de zomer is het dus hoogst waarschijnlijk een goedkoper alternatief dan nestkasten, maar of ze er ook in de winter gebruik van maken moet nog uitgetest worden.
Voor‐ en nadelen
Vergelijkbaar met nestkasten, maar goedkoper.
Versie voor hazelmuis kost 3 euro (6.7*6.7*30 cm).
Figuur 2 - Nestbuis voor hazelmuis zoals verkrijgbaar bij NHBS.com.
3.2 Benodigdheden
Nestbuizen voor hazelmuis zijn verkrijgbaar aan 3 euro per stuk bij NHBS (http://www.nhbs.com/title/185815/dormouse‐nest‐tube). De afmetingen van deze nestbuizen zijn 6.7x6.7x30 cm, maar voor eikelmuizen zouden ze dus wat groter moeten zijn (bv. 11x11x30 cm). Om dergelijke nestbuizen te maken heb je volgend materiaal nodig:
Houten plankje (0.5x10.5x38 cm)
Houten plankje voor de achterwand (0.5x10.5x10.5
Nageltjes (om achterwand op plankje te bevestigen
Biplex plaat (gebruikt voor onderdaken), versneden in stukken van 50x30 cm
Eventueel klittenband (velcro) om de overlappende biplex dicht te plakken
Tie‐wraps (kabelbinders) > 50 cm
3.3 Werkwijze
Vergelijkbaar met werkwijze voor nestkasten (zie §2.3), maar de nestbuizen worden opgehangen aan horizontale takken, waarbij de opening lichtjes naar beneden helt, zodat er geen water inloopt.
3.4 Dataverzameling
Zoals bij nestkasten (zie § 2.4).
4 Inloopvallen
4.1 Inleiding
Voordelen
Goede detectiekans, vermoedelijk beter dan met nestkasten (maar dat was de uitkomst van een beperkte test en dit is onder meer afhankelijk van dichtheden)
Snel resultaat
Nadelen
Arbeidsintensief
Aankoopkost
Figuur 3 - Trip trap muizenval met houten uitbouw (foto: Diemer Vercayie).
4.2 Benodigdheden
Afwijking (vergunning) van het Soortenbesluit om beschermde muizensoorten te mogen vangen. Voor vrijwilligers van Natuurpunt centraliseert de Zoogdierenwerkgroep van Natuurpunt deze vergunningaanvragen (aanvragen via info@zoogdierenwerkgroep.be), anderen kunnen rechtstreeks bij het Agentschap voor Natuur en Bos terecht.
Een van volgende types inloopvallen:
o Type Trip Trap met houten uitbouw (ca 7 euro per val), wel betrekkelijk krap voor een eikelmuis, dus liefst met een grotere uitbouw dan standaard.
o Type DeuFa (ca 8 euro per val), ook deze vallen zijn relatief klein voor eikelmuizen.
o Type Sherman (ca 30 euro per val)
Lokaas: mengsel van muesli met rode confituur of muesli met pindakaas
Duct Tape
Andere benodigdheden: zie handleiding Muizenmeetnet (http://muizenmeetnet.zoogdierenwerkgroep.be)
4.3 Werkwijze
4.3.1 Plaatsing
3 dagen voor de eigenlijke controles
Met duct tape de houten uitbouw op tak van ca 5 cm diameter vastbinden
Hoogte: 1.5‐2.2m (niet laag bij de grond, maar bereikbare hoogte)
Val inactief plaatsen. In het geval van Trip Traps: plastic deel met groene klepje naar beneden in houten uitbouw plaatsen. Let wel op dat het klepje niet kan blokkeren als het tegen de tak hangt. Als alternatief kun je enkel de uitbouw plaatsen en de trip trap pas als je begint te vangen.
Lokaas in de val plaatsen
4.3.2 Controles
Drie dagen later
3 uren voor zonsondergang vallen activeren: plastic deel met groen klepje naar boven in de houten uitbouw plaatsen
Lokaas aanvullen
Controleronde 1 bij zonsondergang
Controleronde 2 drie uren na zonsondergang
Controleronde 3 zes uren na zonsondergang
Bij de laatste controleronde kunnen de vallen weer geïnactiveerd ofwel opgeruimd worden.
4.4 Dataverzameling
Het is erg belangrijk dat de verzamelde inventarisatiegegevens doorgegeven worden. Voer ze tijdens (met smartphone) of na de controles in op waarnemingen.be. Dit is ook nodig als rapportage voor de vergunning.
5 Interviews
5.1 Inleiding
Voordelen
Efficiënte methode voor historische verspreidingsdata
Met uitzondering van het inventarisatieformulier geen extra materiaal nodig en dus goedkoop
Ideaal om met vrijwilligers uit te voeren
Nadelen
Minder geschikt voor monitoring.
Relatief arbeidsintensief
o Data handmatig in te voeren in een databank (tenzij speciale app ontwikkeld zou worden) o Moet uitgevoerd worden op tijdstippen van de dag wanneer mensen thuis zijn (18‐20u) o In woonwijk met rijhuizen of halfopen bebouwing: 40 huisnummers per uur per persoon,
waarbij ca 20% van de huisnummers ook effectief open gedaan werd.
5.2 Benodigdheden
Enquêteformulieren, inclusief foto (zie § 0).
Schrijfplank/klemplaat
Potlood
Eventueel stukje tekst over eikelmuis en contactgegevens om af te geven
5.3 Werkwijze
De werkwijze staat beschreven op het enquêteformulier (zie § 0).
5.4 Dataverzameling
Voer de gegevens die je noteerde op het interviewformulier thuis in op het webformulier: https://goo.gl/v17Jw0 Lukt dit niet, stuur de ingevulde formulieren dan per mail op naar eikelmuis@zoogdierenwerkgroep.be of per post naar Diemer Vercayie, Natuurpunt Studie, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen.
6 Haarvallen
6.1 Inleiding
Haarvallen ‘vangen’ op een of andere manier de haren van de doelsoort die met behulp van microscopisch onderzoek (en een determinatiesleutel) aan een soort toegewezen kunnen worden. Deze methode werd uitgetest door Cortens en Verbeylen (2009, p.66) en leverde niet de verhoopte resultaten, maar met de aanbevelingen voor verbetering (zoals ook hieronder weergegeven), is het een veelbelovende methode. Meestal worden pvc‐buizen gebruikt, maar de methode valt ook toe te passen met dubbelzijdige kleefband in nestkasten.
Figuur 4 - Haarval (bron: Cortens & Verbeylen 2009).
Voordelen
De sporen (haren) blijven lang aanwezig
Relatief beperkte monitoringsinspanning
Goedkoop onderzoeksmateriaal (m.u.v. de binoculair/microscoop)
Verifieerbaar bewijsmateriaal
Kan dienen als basis voor genetisch onderzoek
Nadelen
Minder motiverend voor vrijwilligers omdat de kans erg laag is dat de soort zelf gezien wordt.
Enige oefening is nodig om de haren te herkennen.
6.2 Benodigdheden
PVC‐buizen, diameter 50 mm of 40 mm (tests moeten uitwijzen wat best werkt)
Lokaas: muesli met rode confituur of muesli met pindakaas, eventueel aangevuld met stukjes appel
Duct tape
Dubbelzijdige kleefband
Aceton
Pincet
Binoculair
Determinatiewerk voor haren (bv. Teerink 1991 Hairs of West‐European Mammals)
6.3 Werkwijze
6.3.1 Voorbereiding van de haarvallen
Een ‘bouwplan’ voor de haarval is te vinden in bijlage (§ 9.5)
6.3.2 Plaatsing van de haarvallen
Hoogte: de hoogte die best werkt moet uitgetest worden, maar start best boven 1.5m om zo weinig mogelijk haren van andere muizen te vangen
Met duct tape vastplakken op een min of meer horizontale tak van ca 5 cm diameter
Leg lokaas in het midden van de buis
Noteer op een blad voor elke val o het nummer van de val en
o de coördinaten van de locatie van de val (in decimale graden, bv. NB 50.12345°, OL 4.12345°).
6.3.3 Controle van de haarvallen
Twee weken na plaatsing van de haarvallen
Schrijf het nummer van de val en de controledatum op de kleefband met de haren
Verwijder de kleefband met de haren en plak ze op iets waar ze gemakkelijk weer af komen (bv plexi plaat).
6.4 Dataverzameling
Organiseer een determinatiemoment om de verzamelde stalen microscopisch te analyseren en de verkregen resultaten in te voeren op www.waarnemingen.be.
Beschik je niet over microscopen, stuur dan de gelabelde stalen samen met de fiche van de namen en locaties van de vallen op naar Natuurpunt Studie, Coxiestraat 11, 2800 Mechelen. Vermeld zeker je naam en contactgegevens (e‐mail, postadres), zodat je ook de resultaten kunt terugkrijgen.
7 Cameravallen en voederplatforms
7.1 Inleiding
Cameravallen zijn een relatief nieuwe methode in het zoogdierenonderzoek die de laatste 5 jaar zeer gangbaar geworden zijn. Voor eikelmuisinventarisaties werd de methode nog niet helemaal op punt gesteld. Goemaere (2014) deed een verkennende test op een locatie in Heuvelland waar nog eikelmuizen voorkomen. Het dient nog verder uitgetest te worden wat het best werkende lokaas is en hoe goed de methode werkt om
eikelmuizen te detecteren afhankelijk van de dichtheden.
Wat het lokaas betreft werden al diverse etenswaren uitgetest. Voor zijn doctoraatsonderzoek in Luxemburg gebruikte Jörg Schlichter met groot succes een mengsel van rode confituur en muesli voor vangst‐hervangst onderzoek op eikelmuis en relmuis. Mensen die tijdelijk eikelmuizen opgevangen hebben of geëxperimenteerd hebben met het lokken van eikelmuizen melden dat vers brood en camembert (of andere kaas) het beste werkte om ze te lokken (Schulze 1991, van Laar 2013, van Laar 2015). Volgens Cortens & Verbeylen (2009) zijn ze ook goed te lokken met het klassieke muizenlokaas (muesli, pindakaas en verse appel). Goemaere lokte ze met fruit en ondervond volgende voorkeur: gedroogde pruimen, rozijnen, vers fruit (appelen, peren, kersen, pruimen en druiven). Historische bronnen spreken ook over eikelmuisplagen in de perzikboomgaarden in het Hageland en uit ervaring met dieren in gevangenschap blijkt dat ze inderdaad ook graag perzik en abrikoos eten (Vercayie).
Voordelen
Relatief kleine inspanning
Beelden van de doelsoort zijn motiverend voor de vrijwilligers.
Verifieerbaar bewijsmateriaal.
Nadelen
Cameravallen zijn duur in aankoop
Zeer gevoelig voor diefstal (en vandalisme)
Figuur 5 - Eikelmuis in vijvermand met fruit, gefilmd door cameraval (Goemaere 2014). Meer beelden op https://www.youtube.com/watch?v=_MqytYnFwqM
7.2 Benodigdheden
Lokaas (te testen wat best werkt):
o muesli met rode confituur
o muesli met pindakaas, aan te vullen met vruchten (bv appel) en noten (hazelnoten) o Vers brood
o Camembert of andere kaas
o Gedroogd fruit: pruimen, rozijnen, vijgen, …
o Vers fruit: appelen, peren, kersen, pruimen, druiven, perziken, abrikozen, frambozen, …
Lokaasplatformen of vijvermandjes (best meer dan het aantal camera’s) o Lokaasplatform van het type hazelmuis (zie Verbeylen 2014) of o Vijvermandjes en koord (Goemaere 2014)
Cameraval, aangeraden merken en modellen:
o Bushnell NatureView HD Max, foto en film, trage reactietijd bij foto, maar met extra lenzen voor diverse focusafstanden (vanaf 30 cm), richtprijs 420 euro (inclusief slot, sd‐kaart, …) o Reconyx HC600 HyperFire, enkel foto’s, maar zeer snelle reactietijd, richtprijs 700 euro
(inclusief slot, sd‐kaart, …)
o Bushnell Trophy Cam HD, foto en film, maar trage reactietijd, richtprijs 350 euro (inclusief slot, sd‐kaart, …)
7.3 Werkwijze
7.3.1 Periode: aug - okt
Uit ervaringen met dieren in gevangenschap (pers. med. Diemer Vercayie) en testen in het veld (Goemaere 2015, pers. med. Verbeylen) blijkt dat eikelmuizen in het voorjaar en het begin van de zomer een grotere voorkeur hebben voor proteïnerijk voedsel zoals allerlei insecten. Pas later op het jaar wordt energierijk en geurend voedsel zoals rijp fruit aantrekkelijk. Vermoedelijk komt dit door een instinctieve drang om aan te vetten voor de winterslaap.
7.3.2 Plaatsing van de voederstations
Kies geschikt eikelmuishabitat: braamstruweel, dicht struikgewas, een zonbeschenen talud met ruigte, hagen, boomgaarden, tuinen… plaatsen waar een gevarieerd aanbod van vruchtdragende klimplanten, struiken of bomen zijn, in combinatie met stenige formaties (schuren, ruïnes, spoorbeddingen, …) waar hij zich in kan verbergen.
Plaatsen op minimum 1,5 m hoogte (om te vermijden andere soorten dan eikelmuis erbij kunnen)
Enkele weken laten hangen en controleren op vraatsporen
7.3.3 Plaatsing van de cameraval
Plaats de cameraval bij de voederstations waar vraatsporen gevonden zijn
Afstand van de cameraval tot het lokaas afstellen op de focusafstand van de camera: testen!
Goed richten, zodat de sensor geactiveerd wordt als er iets bij het lokaas komt… testen!
Gebruik je een cameraval van Bushnell, gebruik dan de videomodus (niet de fotomodus, want die is te traag)! Of indien mogelijk combinatie foto & film.
Beveilig de camera tegen diefstal door ze met een slot aan een stevig verankerd object vast te maken (bv boom).
7.3.4 Controle van de cameraval
Na 1 week
Verplaats de camera naar een ander voederstation waar vraatsporen gevonden werden
7.4 Dataverzameling
Voer de waarnemingen in op waarnemingen.be. Alle waarnemingen invoeren is niet nodig, maar voer minstens de eerste waarneming van iedere soort per locatie in. Voeg bij elke waarneming een foto of screenshot uit een video toe en eventueel een link naar de video op youtube.com.
8 Referenties
Boulanger A. (2012). Guide méthodologique pour le contrôle des gîtes à Lérot.
Boulanger A. (2012b). Presentatie op het BIPS eikelmuissymposium 2012, Kortrijk.
Cortens J., Verbeylen G. (2009). De eikelmuis in Vlaanderen ‐ Synthese van drie jaar inventariseren en aanzet tot effectieve soortbescherming. Rapport Natuur.studie 2009/1, Natuurpunt Studie (Zoogdierenwerkgroep), Mechelen, België.
Goemaere K. (2014). Eikelmuizen in Heuvelland: gebruik van cameraval als mogelijke alternatieve inventarisatiemethode.
Schulze, W. (1991). Gefangenschaftsbeobachtungen an einem Gertenschläfer (Eliomys quercinus).
Säugetierkundliche Inforationen, vol. 3 (Heft 15): 334‐336.
van Laar, V. (2013). Voerkistjes: een methode om het voorkomen van Eikelmuizen vast te stellen.
Natuurhistorisch Maandblad, februari 2013, 102(2):35‐38.
van Laar, V. (2015). Schriftelijke mededeling.
Verbeylen G. (2014). How to live‐trap common dormice and almost nothing else.
o https://www.researchgate.net/publication/272139396_How_to_live‐
trap_common_dormice_and_almost_nothing_else
9 Bijlagen
9.1 Invulformulier nestkastcontroles eikelmuis
Hierna volgt een praktisch veldformulier voor de controles van eikelmuisnestkasten. De in te vullen vakjes komen overeen met de vakjes in de nestkastenmodule op waarnemingen.be. Dit formulier kan bijgewerkt worden op basis van ontwikkelingen van de nestkastenmodule op de website of op basis van feedback van gebruikers. De meest up‐to‐date versie van dit formulier is steeds te vinden op de website van de Natuurpunt Zoogdierenwerkgroep:
http://www.zoogdierenwerkgroep.be/zorgen/beschermingsacties/slaapmuizenproject/eikelmuisproject#nestk astregistreren
9.2 Enquêteformulier
Enquête eikelmuis
Datum interview Interviewer
_ _ /_ _ /_ _ _ _ Naam: .……….………..………..
Tel: ……… E‐mail:
………..
ADRES LOCATIE
Straat + nr: ……….……
Postnr. + gemeente: ………
GPS‐coördinaten (bv NB 50,8752 – OL 4,0183): NB _ _ , _ _ _ _ _ OL _ , _ _ _ _ _
KENT U DE EIKELMUIS?
Ja Nee
SINDS WANNEER WOONT U HIER? (minimum jaar invullen) _ _ /_ _ /_ _ _ _
HEBT U HIER OOIT EIKELMUIZEN GEZIEN?
Ja Nee
IN WELKE PERIODE ZAG U DE EIKELMUIS VEEL OF WEINIG? (minimum jaar invullen)
Periode Hoe vaak ?
Van Tot Nooit 1 keer Enkele keren Vaak
_ _ /_ _ /_ _ _ _ _ _ /_ _ /_ _ _ _
_ _ /_ _ /_ _ _ _ _ _ /_ _ /_ _ _ _
_ _ /_ _ /_ _ _ _ _ _ /_ _ /_ _ _ _
ALS U DE EIKELMUIS NU MEER OF MINDER ZIET DAN VROEGER,
WAT IS DAN VOLGENS U DE OORZAAK VAN HET VERSCHIL? (meerdere keuzes mogelijk)
Geen idee
Ik kom nu minder op de plaats waar ik de eikelmuis zag
Ik kom nu meer op de plaats waar ik de eikelmuis zag
De eikelmuizen zijn verdelgd
Ik heb iets in de tuin veranderd: ………
Volgens mij komt het door ………
WAAR ZAG OF VOND U ZE? (meerdere keuzes mogelijk)
In schuurtje
In dak
Op zolder
In spouwmuur
In nestkast
In boomgaard
Elders in de tuin
……….
HOE ZAG OF VOND U ZE? (meerdere keuzes mogelijk)
Gewoon levend gezien
Dood (onbekende oorzaak)
Prooi van kat
In muizenval
In nestkast
In winterslaap
Geluid gehoord
Anders: ……….
KENT U ANDERE PLAATSEN WAAR DE SOORT (NOG) VOORKOMT? ZO JA, WAAR?
……….………
……….
NAM U OOIT MAATREGELEN OM EIKELMUIZEN TE VERDELGEN ?
ja nee Zo ja, welke maatregelen ? ………..
MOGEN WIJ UW CONTACTGEGEVENS NOTEREN?
Voornaam: ……… Familienaam: ……….…………...
Tel: ………
E‐mail: ………
Deze gegevens worden enkel gebruikt om de waarnemingen exact te kunnen situeren en om eventueel contact op te nemen bij onduidelijkheden. Uw gegevens worden niet aan derden doorgegeven.
WENST U GRAAG EEN VRIJBLIJVEND EN GRATIS BEZOEK VAN EEN EIKELMUISTUINVRIJWILLIGER OM TE TONEN HOE U UW TUIN BETER KAN INRICHTEN VOOR DE EIKELMUIS ?
Ja Nee
WENST U GRAAG OP DE HOOGTE GEHOUDEN TE WORDEN VAN DE RESULTATEN VAN DIT PROJECT?
Ja Nee
HEBT U ZELF NOG VRAGEN OF OPMERKINGEN?
………..…………
……….………
………
………
………
………
………
………
………
Begeleidende informatie voor interviewer
Steek dit interviewformulier NIET in de bus bij mensen, maar interview zelf de bewoner(s) en vul het formulier zelf in.
Vul één formulier in per adres waar men reeds eikelmuizen waargenomen heeft.
Voor adressen waar men nog geen eikelmuizen zag, gebruik je de korte versie van de enquête (zie het rooster hieronder).
Overloop de vragen stap voor stap.
Informatie die je aan de geïnterviewde persoon kunt vertellen:
Waarom je deze enquête afneemt.
o Bijvoorbeeld: deze enquête is een actie uit het soortbeschermingsplan voor de Eikelmuis van de provincie West‐Vlaanderen.
Zo leren we waar de soort nog voorkomt of waar ze vroeger zat.
Dan kan men op de juiste plaatsen aan de slag met beschermingsmaatregelen zoals het aanplanten van struweel, het verzorgen van boomgaarden of het inrichten van gebouwen.
De Eikelmuis leeft vooral van slakken en andere kleine diertjes, van bessen en van fruit.
Ze schuilen graag in nestkasten en oude gebouwen waar ze hun lange winterslaap houden.
Ze planten zich maar traag voort en worden daarom nooit een plaag zoals dat kan bij ratten of gewone muizen.
Hun sterke achteruitgang is verontrustend en daarom zouden we u graag een paar vragen stellen om te weten te komen waar ze wel of niet (meer) voorkomen. Zou onze vragen willen beantwoorden?
Wij danken u voor uw medewerking!
Toon de eikelmuisfoto op de achterzijde van dit blad bij de vraag of ze de eikelmuis kennen.
We ontvangen liefst ook de coördinaten van de locatie. Graag in decimale graden, bijvoorbeeld
50,8752° noorderbreedte en 4,0183° oosterlengte. Coördinaten kun je ter plaatse raadplegen door een gps of smartphone mee te nemen of achteraf opzoeken in Google Maps.
Via Google Maps:
o Tik het adres in en druk op enter.
o Klik nu met de rechtermuisknop op de exacte locatie en klik op ‘Wat is hier’.
o Vervolgens verschijnen de coördinaten links bovenaan in het venster onder het adres.
Via smartphone: via de app ObsMapp (voor Android besturingssystemen) of iObs (voor iPhones) kun je ook de coördinaten opzoeken. Als je gps‐ontvanger aan staat verschijnen ze automatisch bovenaan het scherm om waarnemingen in te voeren.
Vul na je interviewronde de verzamelde gegevens in op het digitaal enquêteformulier:
https://goo.gl/v17Jw0
Wens je graag een export (Excel) van je ingevoerde gegevens of heb je andere vragen? Contacteer eikelmuis@zoogdierenwerkgroep.be
Het opstellen van deze enquête werd mee ondersteund door de Provincie West‐Vlaanderen.
Foto: Bram Conings
©
Bram Conings
9.3 Bouwplan eikelmuisnestkast
Dikte van de planken
Hoe dikker de planken, hoe beter de nestkast geïsoleerd is. Voor de hier beschreven afmetingen is de maximale dikte van de planken 2,5 cm. Worden er dikkere planken gebruikt, dan moeten de afmetingen aangepast worden.
Voor deze kast is een plank van 15 cm breed en een plank van 20 cm breed nodig. Wordt een smallere plank dan 15 cm gebruikt, dan beschermt het dak beter tegen de regen (meer oversteek).
Houtbescherming
Gebruik geen betonplex. Het gladde materiaal geeft geen goede grip voor de dieren en als de randen niet behandeld worden tegen vocht, valt het snel uiteen. De eerste eikelmuisnestkasten werden gemaakt uit ThermoWood, een ecologisch verantwoorde houtverduurzamingsmethode en na 8 jaar in het veld zijn die kasten nog steeds in goede conditie. Nadeel van ThermoWood is dat het relatief gemakkelijk scheurtjes vormt en splijt.
Multiplex moet steeds behandeld worden tegen vocht. Liefst met een ecologische verantwoord houtbeschermingsmiddel. Gebruik liever vol houten planken. Die gaan langer mee, ook als ze niet behandeld zijn.
9.4 Herkenning eikelmuissporen (nesten en uitwerpselen)
Cortens & Verbeylen 2009, p.88‐89.
Voor meer informatie: zie brochure ‘Gebolder op zolder’
http://www.zoogdierenwerkgroep.be/sites/default/files/zwg/folder_gebolder.pdf
9.5 Bouwplan haarval eikelmuis
Werkwijze
PVC‐buis met diameter van 4 of 5 cm (uit te testen wat best werkt) en lengte van 40 cm. Bij uitrekenen van aantallen haarvallen per buis rekenen met 35 cm (schuine kant overlapt met volgende haarval) en voor de laatste 40 cm.
Door de uiteinden schuin te zagen wordt de binnenkant van de buis minder nat bij regenweer.
Op 7 cm van beide uiteinden een spie uit de bovenkant (lange kant) zagen en daar duct tape over kleven. De tape moet wat naar binnen komen. Hier zal het haar aan vastkleven.
In het midden op de zijkant een stukje van 3.5 cm uitzagen om plakkerig lokaas te kunnen plaatsen.
Dit wordt nadien overdekt met duct tape.
De haarval wordt op een min of meer horizontale tak op minimum 1,5 m hoogte vastgemaakt met plakband of tie‐wraps.