• No results found

Inzicht in ketens helpt bij ketenvorming. [Understanding chains is helpful in organizing chains]

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Inzicht in ketens helpt bij ketenvorming. [Understanding chains is helpful in organizing chains]"

Copied!
4
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

ends in de productie van voedingsmiddelen

Theorie van ketens nader omschreven en functioneren toegelicht " '

••r.clo',-*-:

Inzicht in ketens helptsbij

ketenvorming

-•- -%4j£>!*S.s. ; .->v.;.,*.X

-i-ï*-:. - ^ ^ - » i '

In het agrarische bedrijfsleven wordt de bedrijfskolom of het afzetkanaal

van een product vaak aangeduid als keten. Dit roept de vraag op naar de

inhoud van het ketenbegrip en naar de betekenis van ketens. In de weten-schappelijke literatuur is het 'begrip' keten niet streng afgebakend. Daarom wordt in dit artikel stilgestaan bij de omschrijving, alvorens dieper in te gaan op het functioneren van ketens en op de bijdrage die de theorie kan leveren aan het begrijpen van ketens.

M.T.G. Meulenberg en D.F. Broens*

K

etens worden in deze beschou-wing opgevat als een bepaald type afzetkanaal. Onder volledige mededinging zullen prijs- en

kosten-verhoudingen de arbeidsverdeling/

samenwerking tussen ondernemin-gen in het afzetkanaal sturen. Indien specifieke eisen aan producten en diensten worden gesteld of indien de doelmatigheid van de logistiek verbe-terd moet worden, is coördinatie door de marktprijs vaak onvoldoen-de. Additionele coördinatie, zelfs integratie, kan noodzakelijk zijn om de gewenste afstemming tussen acti-viteiten in het afzetkanaal te bewerk-stelligen. Veeleisende consumenten

en sterke concurrentie in de markten van landbouwproducten en

voe-dingsmiddelen leiden tot specifieke

e'sen aan producent en detailhandel.

*f'of. dr. ir. M.T.G. Meulenberg en ir. D.F. Broens. "kgroep Marktkunde en Marktonderzoek. Land-b°uwuniversiteit Wapeningen: tel. 0317-464}$}.

AfbakènnT^begrip 'keten' 1

°fraanduiding'"keten, wordtin de prak-. tijk vaak gebezigd voor afzetkanalen Waarin de samenwerking tussen onder-nemingeaoiet alleen door de marktprijs

maar ook doo» speciale afspraken

en-Procedures wordt bewerkstelligd (de-'nstftutionele benadering}. 'Keten.' wordt ; °pto o^harrteejdypor het geheel van. , _ ? elkaaropvorgende activiteiten binnen' *

iie^i^^rdthétbegriri'keteri' > P^ernemingervin eer» afzetkanaal op r]

IK.'vi£*|t»..i'«iï-. *5fc' - - •-•.-'". • •;• - :

neren (de conceptuele benadering).

Institutionele ketenbenadering Het ketenbegrip kent een institutio-nele, functionele en een conceptuele benadering (zie kader).

Vanuit de institutionele benadering definiëren wij ketens als: 'Een keten is een afzetkanaal waarin twee of meer elkaar opvolgende ondernemin-gen hun besluitvorming ten aanzien van een of meer functies coördineren om hun gezamenlijke prestatie tegen-over een derde partij te verbeteren'.

Volgens deze definitie treden de ondernemingen in een keten niet onafhankelijk maar gecoördineerd op in de markt, bijvoorbeeld de groot-handelaar en detaillisten van een vrijwillig filiaalbedrijf. Ketens vormen een bepaald soon netwerk, zoals blijkt uit de volgende definities van een netwerk: '.. sets of two or more connected exchange relations' [1] en '.. two or more organizations invol-ved in long-term relationships' [9].

In de institutionele benadering van ketens staat verticale coördinatie centraal. Dit sluit niet uit dat hori-zontale samenwerking gewenst is om verticale coördinatie te effectueren: soms werken landbouwers onderling samen om als groep met handel/ industrie een marktbeleid voor hun producten te ontwikkelen. Functionele ketenbenadering Bepaalde auteurs koppelen de naam 'keten' aan een reeks van elkaar opvolgende activiteiten binnen één onderneming. Het klassieke voor-beeld is de waardeketen van Porter [7], waarin in een onderneming vijf primaire activiteiten worden onder-scheiden, die waarde voor de klant realiseren: 'inbound logistics', 'opera-tions', 'outbound logistics', 'marke-ting and sales' en 'services'. Deze activiteiten worden volgens Porter ondersteund door: 'firm

infrastructu-Ketenlogtstiek is het '• derde en tevens laatste-* onderwerp van de- < rubriek Trends in de productie van voedings-1 middelen. Na artikel-reeksen over moderne- " technologieën en- kwali- i teitsborging, wordervnuj agro-industrieie keten*. ^ onde» de loupe geno- • merfi'/' -^-yv. •::.:..] Toit dusverre zijn ver- '• scheflwjitórjctglncfit ^ en efficiënt werken ver- < etserv intégrale ketenlo-' ; gistiele(VMFnri8 ere 10ri

^^^bnémmmsiéi^: ;••;

De redactiecommissie* ~ -i 'vär/dejübneif Trends irVi

— i -»S-K—<.«»^j „ . . i deproductievan-voe- '-1 dingsmiddelen wordt. - 1 . gevwnä^doordtir. PJvÇJ

*B^^prôfîwCït'ï?>y

Debevere; ingv CR.S. Grijspaärdt-yink; ir. • " ! EJ,CT Paàrdekooperidrs.; ^ïhüdctebopm; îr_FXJ Vvesterling'en dr*.'ic D;j."J vartZuilichem.»».**r*",«-j

Aan deel 3 over keten-. 1 logistiek ismedewer-'. ^ kArvivlèrleend door eer»-^

i

n

_ commissie bestaande ui 'profr<JrflC\ianiBèek.'?- . . prof. de iri ChrJ. van-j^ ; Dalen 'êrt pc crlîirfiCj.M-.. J Beulens, onder voorzifcïi terschapvan ir.EJ.C",t-1 Paairdekooper.^'^ *; i,3

re', 'human resource management', 'technology development' en 'pro-curement'.

In agrarische ketens komt het niet zo vaak voor dat één onderne-ming de agrarische grondstof pro-duceert, de grondstof verwerkt tot consumptiegoederen en deze goe-deren vervolgens vermarkt aan de detaillist/finale consument. Binnen een levensmiddelenindustrie of grootwinkelbedrijf is de 'waardeke-ten' van meer betekenis naarmate meer voorwaartse en terugwaartse • integratie plaatsvindt, bijvoorbeeld

een zuivelonderneming die de groothandelsfunctie of een groot-winkelbedrijf dat de productie heeft geïntegreerd.

Conceptuele ketenbenadering De conceptuele benadering van ketens heeft als centraal thema: 'Voor het realiseren van een opti-maal resultaat zal een onderneming haar beleid vanuit een duidelijke consumentenoriëntatie zo goed mogelijk moeten coördineren met het beleid van andere ondernemin-gen in het afzetkanaal'.

De onderneming moet haar beleid doordenken in zijn gevolgen voor de keten. Ketenbeleid is een afgeleide van het individueel beoogde ondernemingsresultaat. Institutionele keten

Laten we ons concentreren op de institutionele en conceptuele benade-ringen. Een conceptuele benadering kan leiden tot ketenbeleid zonder dat dit wordt geïnstitutionaliseerd. Of de conceptuele ketenbenadering leidt tot een bepaalde institutionele structuur, een institutionele keten, hangt onder meer af van de volgen-de vier aspecten.

/. Specificiteit ondernemingsbeleid Naarmate de gekozen product/ markt-combinatie specifieker is, is de noodzaak groter om het keten-denken te institutionaliseren, zoals bijvoorbeeld door contractuele bin-ding. Men vergelijke de afzet van vers vlees als merkartikel met de afzet van vers vlees in massadistri-butie.

2. Onderlinge afhankelijkheid in de keten

Naarmate de uitkomst van het mar-ketingbeleid van een onderneming meer afhankelijk is van het beleid van andere kanaalleden, zal de behoefte aan institutionalisering van de ketenvorming toenemen. De detailhandel heeft bij de afzet van versproducten (vers vlees, ver-se groenten) meer invloed op de

(2)

prends

\ handhaving van de productkwaliteit

dan bij de afzet van verduurzaamde levensmiddelen (blikerwten, koffie). Dit ] i 'eidt enoe dat specifieke

Product/markt-combinaties bij verspro-ducten doorgaans meer ketencoördina-tie vergen dan bij verduurzaamde I 'evensmiddelen.

i De strategische doelstelling van 'ntensieve distributie vereist minder

c°ördinatie van de keten dan de

strate-j Sische doelstelling van exclusieve distri-! l>utie.

3- Doelstelling ketenbeteid

! Sarmate het ketenresultaat meer lijdt j 0rider de gevolgen van onvoldoende

harmonie tussen de ondernemingsdoel-| Illingen in de keten, groeit de behoef

'e aan institutionalisering van het

'• denbeleid.

Deze afstemming van ondememings-"0elstellingen in de keten is in het licht

! "an de toenemende afnemerseisen, met name op het gebied van de logistiek.

"ar> groeiende betekenis. Dit geldt te

"ker omdat als gevolg van meer geavanceerde informatietechnologie en I °8istieke methoden de implementatie 1 *ar< gemeenschappelijke doelstellingen

'eter mogelijk wordt.

De afstemming van doelen wordt ook

eter mogelijk indien de ketenstructuur

°ericht is op het realiseren van één of

en beperkt aantal gemeenschappelijke

* f .•-!..•» - » „-S-—-.- - • * - Ç ••-ft".?'- . «- - . • . - " « » W . ' . . ...••

i c'angen, zoals bijvoorbeeld hoge

vers-, c'd en kwaliteit van producten bij de

I °nsument of lagere logistieke kosten °or lage voorraden in het afzetkanaal. [ °8istieke doelmatigheid zal zich bedie-i en van formele procedures en

afspra-; el voor het bereiken van een logistiek

Murium.

• kehrte/logische en kennisinfrastructuur

f ttate waarin ketenvorming kan

bij-I, a8en aan de optimalisering van het tçnresultaat en aan het realiseren n individuele

ondememingsdoelstel-. Seriondememingsdoelstel-. wordt in hoge mate beïnvloed y r de infrastruaurele mogelijkheden.

°°ftdurende technologische

vooruit-n8 op het gebied van informatiedra-rs ('de elektronische snelweg'),

syste-Versproducten vergen doorgaans meer ketencoordinatie dan verduur-zaamde levensmiddelen.

'°Psl, psiagvoor informatieverzameling, e n -verwerking (bijvoorbeeld

'•. nn'ng, tracking & tracing) en

syste-. ^ en modellen voor logistieke en j ^etingplanning zullen in toenemen-i ^ate belemmertoenemen-ingen voor

ketenvor-"?8 wegnemen.

^ ei interessant voorbeeld van

keten-4 erivverking tussen producenten en

K-T'^andel is het Efficient Consumer

\ P o n s e (ECR) initiatief. ECR is

gemi-kt rd door wensen vanuit de

detail-'kn m a a r 's v o o r a' r n 0ge'ij'c

gewor-h door tecgewor-hnologiscgewor-he vooruitgang. ää 's 'n eerste aanleg erop gericht om,

fle hand van de nieuwste

planning-Logistieke

doelmatigheid

bedient zich

van formele

procedures en

afspraken

voor het

bereiken van

een logistiek

optimum

en informatiesystemen, in ketenver-band zowel kostenvoordelen te behalen als beter op klantenwensen in te springen door grotere beschik-baarheid, kortere levertijd en betere informatievoorziening in de keten

131-Technologische vooruitgang zal echter slechts tot verdere ketenvor-ming (moeten) leiden als de doelstel-lingen van de individuele ketendeel-nemers daarmee gediend zijn [13].

Karakterisering afzetkanalen

In de institutionele benadering wor-den ketens opgevat als een bepaald type afzetkanaal. Om die reden lijkt het nuttig om stil te staan bij de karakterisering van afzetkanalen in het algemeen. Er zijn verschillende mogelijkheden om afzetkanalen te typeren. Wij noemen er drie. 1. Classificatie van afzetkanalen aan de hand van een specifiek criterium, zoals:

- indirecte versus directe afzet (dus wel of geen tussenhandelaar); - een dan wel meer kanalen voor hetzelfde type product.

kanalen aan de hand van de begrip-pen:

- structuur van het kanaal, geken-merkt door instituten, vestigingen en functies;

- stromen door het kanaal van onderhandelingen, eigendomsrech-ten en fysieke produceigendomsrech-ten. Voor iede-re stroom, bijv. de productstroom. wordt het aantal institutionele niveaus gemeten. Bijvoorbeeld een productstroom loopt van producent via groothandel en detaillist naar de consument, hetgeen vier institutio-nele niveaus inhoudt. Eenzelfde exercitie wordt uitgevoerd voor het aantal niveaus van vestigingen en van functies. Tevens wordt voor iedere structuur, zoals de institutio-nele structuur, het aantal onafhan-kelijke eenheden vastgesteld.

Een dergelijke classificatie is beschrijvend. Het biedt een duidelijk inzicht in de stromen, de functies en knooppunten van een afzetkanaal. Het biedt echter bescheiden inzicht in de strategisch sterke en zwakke punten van een afzetkanaal. 3. Typering van een afzetkanaal aan de hand van instituten, functies en relaties.

De instituten in het afzetkanaal zou men kunnen indelen in produc-tie-, handels- en dienstverlenende ondernemingen. De functies in het afzetkanaal zou men kunnen type-ren als ruilfuncties (prijsvorming, kopen, verkopen), fysieke functies (transport, voorraad) en faciliteren-de functies (informatie, crediet, sor-teren). Onder volledige mededinging vervullen deze functies een centrale rol in het afzetkanaal, maar bij onvolledige mededinging is een bre-der pallet van functies aan de orde, zoals met name productontwikke-ling en -differentiatie, promotie en logistieke dienstverlening. De laatst-genoemde functies stellen hoge eisen aan de coördinatie in het afzet-kanaal. Een nog ruimere beschrij-ving van het afzetkanaal is die waar-in alle ondememwaar-ingsfuncties, dus ook productie, financiering en R&D, worden meegenomen.

De relaties tussen ondernemingen zou men kunnen classificeren als onafhankelijk of afhankelijk, waarbij de laatste al of niet vastgelegd kun-nen worden in een formele overeen-komst.

Een beschrijving van afzetkanalen op basis van deze karakteristieken levert een complex beeld, maar biedt aangrijpingspunten voor de analyse van de doeltreffendheid en doelma-tigheid van afzetkanalen. 2. Mallen's [4] classificatie van afzet- Karakteristieken van ketens

(3)

Ketens zijn getypeerd als afzetkana-len waarin het beleid van de deelnemende ondernemingen is gecoördineerd. Figuur 1 geeft de structuurelementen die voor de ketenvorming van betekenis zijn. Wij veronderstellen dat er een hiërarchie bestaat in het vastleggen van de genoemde structuurelementen, te beginnen met de keuze van doelstel-lingen, via het object van beleid, de functies in het beleid en de instituten betrokken bij het beleid, eindigend met de keuze van coördinatiemecha-nismen. In deze hiërarchie kunnen terugkoppelingen voorkomen.

Doelstellingen

Doelstellingen van de keten betreten

doorgaans:

• de effectiviteit van ketenprocessen.

DOELEN

OBJECT VAN BELEID

FUNCTIES IN HET BELEID

INSTITUTEN BETROKKEN BIJ HET BELEID

COÖRDINATIEMECHANISMEN/ RELATIES

% • l Structuurelementen die voor

keten-förmig van belang zijn.

zoals uitgedrukt in omzet of marktaandeel, of afgeleiden daar-van, zoals productkwaliteit of logistieke beschikbaarheid; " de efficiency van ketenprocessen,

uitgedrukt in kosten;

" een evenwichtige verdeling van de inkomsten van de keten over de deelnemende ondernemingen. Uiteindelijk moet de vervulling van deze doelstellingen ertoe leiden dat ondernemingen door

ketendeelna-me hun economisch resultaat

verbe-uren.

0bJect van beleid

Ret object van het ketenbeleid

betreft een of meer stromen van het a'Zetkanaal: de productstroom. de

'nformatiestroom of de stroom van

e,gendomsrechten.

veel ketens zijn gericht op de

pro-^ostroom. zoals verbetering van ^aliteit (marketingaspect), efficiën-t e doorsefficiën-tuwing (logisefficiën-tiek aspecefficiën-t) of

productieplanning. Het ketenbeleid kan het totale product omvatten of zich beperken tot bepaalde produc-taspecten, zoals verpakking.

Ketenbeleid op het gebied van informatiestromen is vaak comple-mentair met dat ten aanzien van productstromen. Ontwikkelingen op het gebied van informatietechnolo-gie, zoals EDI en POS Scanning Data. stimuleren formele samenwer-king in de keten op het gebied van informatietechnologie.

Ook ketensamenwerking op het gebied van eigendomsstromen is vaak gekoppeld aan productstromen. Een klassiek voorbeeld is een coöpe-ratieve verwerkende industrie met leveringsplicht van de leden, waarbij de eigendom van het product samen met de productstroom overgaat van coöperatielid naar coöperatieve onderneming.

Overige structuurelementen

In de praktijk verschillen ketens naar doelstelling, naar object van het beleid, naar de functies waarop de coördinatie zich richt, naar de insti-tuten die erbij betrokken zijn en de coördinatiemechanismen die gehan-teerd worden. Vanuit het marketing-beleid zal het ketenmarketing-beleid zich vrij-wel altijd richten op alle drie genoemde stromen (product, infor-matie en eigendom) en in samen-hang hiermee op marketingfuncties en -actoren/instituten.

Het logistieke beleid van de keten is betrokken op fysieke productstro-men, informatiestromen en hieraan gerelateerde functies en actoren/ instituten.

Vanuit de informatica en de bestuurlijke informatiekunde staan informatiestromen en hieraan gere-lateerde functies en actoren/institu-ten in de keactoren/institu-ten centraal. De infor-matiekunde heeft vooral een faciliterende rol ten aanzien van de besluitvorming en uitvoering van de marketing en logistiek. De bestu-deerde informatiestromen in de keten zullen verband houden met voorraadhoogtes en productstromen (artikelcoderingen, tracking & tra-cing, POS scanning), met consumen-tengegevens (marktonderzoek en klantenpassen) en verkooponder-steunende informatie (productinfor-matie, promotie, reclame) [5].

Tenslotte zij benadrukt dat ketens niet altijd het hele afzetkanaal, maar ook een gedeelte van het totale afzetkanaal van producent tot finale consument kunnen bestrijken, bij-voorbeeld: veredelaar - landbouwer - coöperatieve onderneming of groothandelaar - detaillist.

Naarmate de productlmarkt-combinatie specifieker is, is de noodzaak groter om het keiendenken te institutionaliseren. Een voorbeeld is vlees als merkartikel versus de afzet van vers vlees in massadistributie.

Coördinatie van processen

Ketenvorming komt tot stand door het gebruik van coördinatiemecha-nismen, zoals contracten. In diverse wetenschapsgebieden zijn theo-rieën/concepten ontwikkeld over het gebruik van dergelijke coördinatie-mechanismen.

Veel ketens zijn

gericht op de

productstroom

of de

productie-planning

Economie

In de economische theorie is veel aandacht besteed aan de invloed van marktprijs en kosten op de structuur van hët afzetkanaal zonder dat spra-ke is van verdere coördinatie. Het streven naar doelmatigheid stuurt de wijze van doorstuwing en bepaalt de mate van differentiatie in het afzet-kanaal.

Binnen de economische theorie is de economische organisatietheorie tot ontwikkeling gekomen, die con-cepten en theorieën aanbiedt waar-mee het inzicht in ketenvorming kan worden verdiept. Zo vergroot de transactiekostentheorie [11, 12] het inzicht in de coördinatie van het ruilproces tussen ondernemingen [2. 10]. Deze theorie benadrukt de invloed van specifieke investeringen respectievelijk van de onzekerheid en complexiteit van transacties op de noodzaak om het ruilproces tus-sen ondernemingen te coördineren.

(4)

Markt-en ondernemingskarakteristieken en ketenvorming

Marktkarakteristieken ' ' • . ' . • = "

Omgevingsontwikkelingen stimuleren de ontwikkeling van ketens in landbouw en voedingsmiddelenindustrie. Ketenvorming is thans van groot belang om: " " : " " . -1. gekozen rjroduct/markt-combinaties optimaal te bedienen. Er bestaat geen gemiddelde

consument, maar er bestaart specifieke doelgroepen met specifieke behoeften, wensen . en koopkrachtniveau.Ondernemingen bedienen die doelgroepen, waarvoor zij op grond -- van hun kerncompetenties-- het meest geschikt zijn,-^- • " -' '"' vC - ' T ' "' " "

2. productkwalitert te kunnen garanderen. Consumenten en detailhandel stellen hoge eisen aan kwaliteit Zij hebben niet alleen behoefte aan. hoge maar ook aan constante kwaliteit" ' ' . . ' . ' -3. zich door productdifferentiatie en productvernieuwing van de concurrentie te kunnen

onderscheiden. Oe concurrentie in Europese levensmiddelenmarkten is toegenomen als gevolg van verzadigde markten, van overcapaciteit in productie en door toetreding van nieuwe producenten. Het laatste wordt onder meer gestimuleerd door export van land-bouwkundige expertise, door betere informatietechnologie respectievelijk door betere internationale logistieke faciliteiten; '•'

4. producten te verbeteren en te vernieuwen. Assortimentsvernieuwing is voor producen-ten van belang om de verzadigde consument die naar variatie zoekt en om de detail-handel, die naar onderscheidende producten zoekt te kunnen winnen en behouden; . 5. dienstverlening te verbeteren. Gemak is voor de consument een belangrijk

keuzecriteri-um; logistieke dienstverlening is van cruciaal belang voor de levensmiddelendetailhandel.

Ondernemingskarakteristieken . . . . .

De volgende ondernemingskarakteristieken lijken-van grote betekenis voor het ont-wikkelen van ketens: . . .

1. de relatieve grootte van ondernemingen in eer» afzetkanaal. Oit is van belang voor de onderhandelingsmacht van ondernemingen en dus voor het tot stand komen van ketens; denk aan de tegenwoordige betekenis van het grootwinkelbedrijf als kanaalleider; 2. de mate van specialisatie van ondernemingen. Gespecialiseerde ondernemingen, zoals

melkveehouders, varkensmesters en gespecialiseerde tuinders, zijn eerder

geneigd/genoodzaakt om met andere ondernemingen in het afzetkanaal samen te wer-ken dan gemengde bedrijven, omdat hun inkomen sterk afhankelijk is van de prestaties van de totale keten van het betreffende product;

3. de mate waarin instituten/ondernemingen producten in eigendom verwerven. Zo heb-ben veilingen die producten niet in eigendom verwerven, minder mogelijkheden voor ketenbeleid dan de-zelfstandige voedingsmiddelenindustrie die producten in eigendom

beziL .- ' • -, , .'•.. "; . '". ' :' •

Zijn investeringen meer specifiek en/of is er meer onzekerheid en complexiteit in relatie tot een trans-actie, dan is er meer reden voor con-tractuele afspraken of verticale inte-gratie.

In de economische organisatie-theorie zijn ook organisatie-theorieën ontwik-keld over hoe een principaal de ^menwerking met zijn agent kan beïnvloeden.

Marketing

'n de marketingtheorie wordt veel

aandacht besteed aan coördinatie van "e activiteiten in het afzetkanaal. Zo

0 een systematiek ontwikkeld van Venicale marketingsystemen:

' 'Administered systems', waarin tussen ondernemingen wordt samengewerkt op basis van overleg

en gezamenlijke planning;

' 'Contractual systems', waarin tussen ondernemingen wordt samengewerkt op basis van con-tractuele afspraken;

" 'Corporate systems', waarin de

M

onderlinge afstemming van proces-sen door ondernemingen in het afzetkanaal tot stand komt door integratie naar eigendom [8].

Een ander thema dat in de marke-tingtheorie over afzetkanalen veel aandacht heeft gekregen is macht. Wat zijn bronnen van macht?, wan-neer worden zij toegepast en leidt de benutting van deze bronnen tot con-flicten in het afzetkanaal? [8].

De marketingdiscipline maakt ook veel gebruik van de transactiekos-tentheorie voor het analyseren van de afzetkanalen van producten en diensten.

Organisatieleer

In de organisatieleer zijn gedachten ontwikkeld over de wijze waarop de coördinatie van activiteiten in en tussen ondernemingen vorm krijgt. Mintzberg [6J onderscheidt als coör-dinatiemechanismen: 'mutual adjustment', 'direct supervision', 'standardization of work processes' en 'standardization of outputs, of

Literatuur

1. Cook. P. en R.M. Emerson, 1978. Power, Equity and Commitment in Exchange Networks, American Sociolo-gical Review, 43, oktober. 2. Douma. S. en H. Schreuder, 1991. Economie Approaches to Organizations, Prentice Hall, New York. 3. Faber, G.W.H.C. 199S.

Groot-scheepse veranderingen in de voedings- en genotmid-deienbranche, Tijdschrift voor Inkoop en Logistiek , 11, 4 en S.

4. Mailen, BE., 1977. Principles of Marketing Channel Management, Lexington Books, Lexington (Mass.) 5. Meulenberg. M.T.G.. 1995.

Evolutie van marketing en marketing-informatie in landbouw en agribusiness, Agro informatica, 8. 2, april. 6. Mintzberg, H., 1989.

Mintz-berg on Management, The Free Press, New York. 7. Porter, M., 198S. Competitive

Advantage, The Free Press. New York.

8 . Stern, L W. en A.I. El Ansary, 1992. Marketing Channels, vierde editie. Prentice Hall Inc., Englewood Cliffs, N.J. 9 Thorelli. HB., 1986.

Net-works, between Markets and Hierarchies, Strategic Management Journal, 7. 37-51.

lO.Tirole. J., 1988. The Theory of Industrial Organization, The M.I.T. Press, Cambridge (Mass.).

ll.Williamson, O.E., 1975. Mar-kets and Hierarchies: Analysis and antitrust implications. The Free Press, New York. 12 Williamson. O.E., 198S. The

Economic Institutions of Capitalism, The Free Press, New York.

13Wolde. M. ten, 1995. Scepsis over mogelijkheden ECR. Food Management juli.

skills and/or norms'. Deze coördina-tiemechanismen worden in diverse agrarische ketens benut. De gewens-te precisie in kegewens-tensamenwerking en de mogelijkheid van controle op samenwerking beïnvloeden de keuze van een coördinatiemechanisme.

'Keten'-stellingen

Om het denken over ketens te stimule-ren tot slot enkele stellingen:

1. Marktgerichte afzetkanalen zijn meer geschikt voor en geneigd tot ketenvor-ming dan productiegedreven afzetka-nalen.

2. De betekenis van ketenvorming in landbouw en agribusiness kan toene-men, indien men zich ervan bewust is dat ketenbeleid niet per se het totale afzetkanaal dan wel het totale onder-nemingsbeleid hoeft te omvatten. Het kan ook vruchtbaar worden ontwikkeld voor gedeelten van afzetkanalen of voor onderdelen van het onderne-mingsbeleid.

3. Ketens zijn geen doel op zich maar een middel om een beter ondeme-mingsresultaatte bewerkstelligen« Men moet voorkomen dat ketenvorming en de hieruit voortvloeiende vaste relaties tussen ondernemingen negatief uitwer-ken op de flexibiliteit van het onderne-., men in landbouw en agribusiness.-4. De kwaliteit van ketens en van keten-beleid is gebaat bijeen machtseven- _ wicht tussen producenten erv detailhan-del, zoals de levensmiddelenindustrie- •

en het grootwinkelbedrijf: ^

Samenvatting^' . . - * • * - . - - - ' . ' ; Terwijl het begrip 'keten« in het agrarisch bedrijfsrever» volledig-is ïnge-' burgerd, is het m de wetenschappelijke literatuur niet streng- afgeba- ': kertd. Irv dit artikel worden ketens gedefinieerd vanuit een. institutio-_ nelev functionele en- conceptuele gezichtshoek. Ec wotdÇeen kade**,* -, voorgestekf-om ketens te typeren. Markt- er» omjernemmgskarâkterrsr < tieken van belangvoor de ketenvorming worden belicht. Tevens wordt • aandacht besteed aan een aantal wetenschappelijke theorieën die een-, bijdrage kunnen leveren aan de ontwikkeling van ketens.- '-.-..—: - •;

S a m m a f j i g ï ^ ^ - : ; ^ - ^ - . ..;_.'ƒ; •_ " ' ' ' " * - ^ ^ l y ^ S ^ ^ a J v * . ..; M.T.G. Meulenberg and D.F. Broens; Theoretical knowledge contributes\ tac^^^Pfnen^t:-'^' - .".'• v . v. . ; ^ - v ~ 2 ^ i i ^ ï ^ r ' ï ^

While; the chain "conceptT « very popular WagfkxäM^m^^^^tt^ nesssi r i S notstrfctf« defined in sci^tifï^liteia6irJteip|ttóaiFA^&\. ; J

$* • * ~ i 'tom«S| '• 'chaÄsJäi^dlfjr^ pa£$ajmur3^^Bte6Aiwactc«ätksoCma(fiyjrä(KKb . s e e r r ^ ^ ^ ^ r & i r f r ^ f o p m e r ^ a r e - Y e ^ ^ ^ ^ ; - p a « ^ ° « c ^ ^ ^ & e o r i e * w r ^ « a » c o r ^ r J M t ó ï c i < wnt • 6 juni 1996 • nr 12

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Tijdens het onderzoek van de site Spegelaere voerde het instituut ook een noodonderzoek uit  op  de  noordoosthoek  van  het  castellum  (2003‐2004:  site  Jacali)

To provide SA-specific information on the number of fatal CVD events (stroke, ischaemic heart disease and hypertensive heart disease) and non-fatal strokes that would be

Wetland hydrology controls the function of the wetland ecosystem and hence it is the principal parameter for delineation and management of wetlands. It is defined as

The following measuring instruments were used in attaining the objectives of the empirical study, namely a biographical questionnaire, the Dispositional Hope Scale, Life

Recent onderzoek voor de Raad voor de rechtspraak door het Verweij-Jonker Instituut gaat over de vraag waarom mensen wel of niet naar de rechter gaan.. 14 De onderzoekers vinden

Creëer een BUSINESS CASE voor duurzaamen circulair

Hierbij is niet alleen gekeken naar kosten die ouders mogelijk besparen als het kind jeugdhulp met verblijf ontvangt, maar is ook gekeken naar mogelijke extra inkomsten die ouders

Zoals in de inleiding naar voren kwam zijn de Hindoestanen de grootste groep, maar hun waarden en normen zijn zeker niet algemeen geldend voor heel Suriname, net zoals die van