• No results found

Nb. Klik op de onderwerpen om direct naar het betreffende stuk te gaan. Raadsvoorstel Uitgangspuntennotitie Raadsbesluit Uitgangspuntennotitie Uitgang

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nb. Klik op de onderwerpen om direct naar het betreffende stuk te gaan. Raadsvoorstel Uitgangspuntennotitie Raadsbesluit Uitgangspuntennotitie Uitgang"

Copied!
26
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Voorblad Uitgangspuntennotitie 2014 -2017

Nb. Klik op de onderwerpen om direct naar het betreffende stuk te gaan.

Raadsvoorstel Uitgangspuntennotitie

Raadsbesluit Uitgangspuntennotitie

Uitgangspuntennotitie 2014 -2017

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 1 van 26

(2)

Gemeente Nieuwkoop College van Burgemeester en Wethouders

1

raadsvoorstel

portefeuillehouder P. Melzer

opgesteld door Bedrijfsondersteuning / Jeffrey Versluis

Registratienummer collegebesluit

vergaderdatum raad 20 juni 2013

jaar/nummer (niet invullen, dit vult de griffie in)

onderwerp Uitgangspuntennotitie

Het college van burgemeester & wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten:

1. De Uitgangspuntennotitie 2014-2017 vast te stellen.

burgemeester en wethouders van Nieuwkoop

mr. G.G.G. Slooters secretaris

F. Buijserd burgemeester

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 2 van 26

(3)

Pagina 2 van 2

Toelichting

Probleemstelling

Om de begroting 2014 te kunnen opstellen dient de Raad de uitgangspunten op basis waarvan de begroting 2014 wordt opgesteld, vast te stellen.

Inleiding

De Uitgangspuntennotitie is het startdocument voor de Begroting 2014-2017. Met deze notitie worden de beleidskaders en uitgangspunten voor het samenstellen van de Begroting 2014-2017 bepaald.

Kader / Eerdere besluiten

De uitgangspuntennotitie zorgt dat de kaders die nodig zijn om de begroting 2014 op te stellen worden vastgesteld.

Beoogd effect

In deze notitie worden de uitgangspunten voor de begroting 2014–2017 gepresenteerd.

Voor verdere toelichting wordt verwezen naar de inhoud van deze notitie. Door de vaststelling van de uitgangspunten voorafgaand aan het opstellen van de begroting wordt voorkomen dat er een technische discussie ontstaat bij het vaststellen van de begroting 2014-2017 in november 2013. Hierdoor kan de raad zich meer richting op haar kader stellende rol met betrekking tot beleid en budget.

Voorgestelde besluiten / Argumenten:

De Uitgangspuntennotitie 2014-2017 vast te stellen.

Kanttekeningen:

Niet van toepassing.

Risico’s / Beheersmaatregelen Niet van toepassing.

Financiële / Personele / Juridische consequenties Hiervoor wordt verwezen naar de notitie.

Achterliggende stukken die ter inzage liggen Uitgangspuntennotitie 2014–2017

Advies meningsvormende raad (griffie)

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 3 van 26

(4)

gemeente nieuwkoop gemeenteraad

raadsbesluit

onderwerp Uitgangpuntennotitie 2014 - 2017

Gelet op:

De Financiële verordening gemeente Nieuwkoop 2012 De beleidsnotitie Planning en Control

Besluit

Het college van burgemeester & wethouders stelt de raad voor het volgende te besluiten;

1. De Uitgangspuntennotitie 2014-2017 vast te stellen.

Aldus vastgesteld in de openbare vergadering van de raad van donderdag 20 juni 2013, nummer (griffie)

E.R. van Holthe, griffier

F. Buijserd voorzitter

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 4 van 26

(5)

UITGANGSPUNTENNOTITIE 2014-2017

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 5 van 26

(6)

1. Inleiding

De Uitgangspuntennotitie is het startdocument voor de Begroting 2014-2017. Met deze notitie worden de uitgangspunten voor het samenstellen van de Begroting 2014-2017 bepaald. Het collegeprogramma “samen aan de slag” en de in 2013 opgestarte bezuinigingsoperatie: “Andere Tijd Andere Gemeente” zijn leidend geweest bij de formulering van de voorliggende uitgangspunten. De uitgangspunten worden grijs gekaderd weergegeven.

Na de verkiezingen voor de Tweede Kamer in 2012 en de snelle formatie is door de regeringspartijen een regeerakkoord opgesteld. In dit regeerakkoord staan maatregelen die een grote impact hebben op de gemeenten. Over een aantal van deze maatregelen, zoals de afschaffing van het btw compensatiefonds en het verplicht schatkistbankieren, is de Raad in het najaar van 2012 door het college geïnformeerd. In 2013 is het regeerakkoord vertaald in een financieel onderhandelaarsakkoord tussen gemeenten en rijksoverheid. De gemeenten hebben ingestemd met dit onderhandelingsakkoord. Naast dit akkoord zijn er ook volop ontwikkelingen met betrekking tot de decentralisaties en andere dossiers op het sociale domein. Hoe deze ontwikkelingen zich financieel gaan vertalen voor Nieuwkoop is nog steeds niet duidelijk. Vooruitlopend op de uitgangspuntennotitie is de raad in maart door het college geïnformeerd door middel van een presentatie over de verwachte financiële effecten van het onderhandelingsakkoord en de voorlopige resultaten van de grondexploitaties.

De jaarrekening 2012 sluit met een tekort van ruim € 14 mln. Dit tekort is in de jaarrekening gedekt uit de reserves die het weerstandsvermogen van de gemeente vormen. Hierdoor is het weerstandsvermogen van de gemeente per 1 januari 2013 vrijwel nihil. In deze uitgangspuntennotitie worden voorstellen gedaan om het weerstandsvermogen te verbeteren.

De begroting 2014-2017 is een begroting die wordt opgesteld in financieel onzekere tijden. Deze onzekerheid is terug te vinden in deze notitie. Ondanks dat, is het streven van het college om voor 2014 en 2015 een structureel sluitende begroting te presenteren die rekening houdt met de onzekerheden. Om dit te realiseren is het bezuinigingstraject: “Andere tijd, andere gemeente” opgestart. In deze notitie wordt hier verder op in gegaan. Na de zomer worden de financiële voorstellen van dit proces aan de raad voorgelegd.

In de overzichten in deze notitie staan de – bedragen voor een negatief effect op de begroting. De bedragen zonder teken hebben een positief effect op de begroting.

1. We streven naar een structureel sluitende begroting voor 2014 en 2015 waarin de vastgestelde uitgangspunten uit deze notitie zijn verwerkt en waarin wordt gewerkt aan het versterken van het weerstandsvermogen

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 6 van 26

(7)

2 Samenvatting

Zoals gezegd worden in deze notitie de uitgangspunten voor de begroting 2014-2017 gepresenteerd. Hieronder worden de uitgangspunten gegroepeerd weergegeven. Voor verdere toelichting wordt verwezen naar de inhoud van deze notitie.

1. We streven naar een structureel sluitende begroting voor 2014 en 2015 waarin de vastgestelde

uitgangspunten zijn verwerkt en waarin wordt gewerkt aan het versterken van het weerstandsvermogen 2. In deze uitgangspuntennotitie gaan we ervan uit dat Nieuwkoop te maken krijgt met een afnemende

algemene uitkering. Deze afname leidt in 2017 tot een verlaging van de algemene uitkering met

€ 1.768.000.

3. De meicirculaire wordt als basis genomen voor de begroting 2014-2017.

4. Opnemen in de begroting de inschatting van het financiële risico van de decentralisaties op maximaal

€ 15 per inwoner (€ 420.000)

5. Inzetten van de stelpost Decentralisaties (€ 300.000) om het verwachte tekort gedeeltelijk van dekking te voorzien.

6. Opnemen van de financiële gevolgen van de afschaffing van de Wmo huishoudelijke verzorging (€ 600.000) in de begroting 2014-2017.

7. Inzetten van het budget “ontwikkelingen Wmo” (€ 100.000) om het verwachte tekort gedeeltelijk van dekking te voorzien.

8. In de komende vier begrotingsjaren wordt jaarlijks € 3,2 miljoen overgeheveld van de Nuon reserve naar de reserve Nuon rentevrij. Het negatieve rente effect van € 128.000 in 2014 oplopend tot € 512.000 in 2017 wordt opgenomen in de begroting.

9. Gedurende 4 jaar het Jaarlijks overhevelen van € 750.000 van de algemene reserve Dekkingsmiddel naar de reserve Weerstandsvermogen. Het negatieve rente effect van € 30.000 in 2015 tot € 90.000 in 2017 op te nemen in de begroting.

10. Laten vrijvallen van de risicobuffer die is opgenomen in de begroting 2013-2016. Dit betekent een positief effect op het exploitatiesaldo van € 500.000.

11. Hanteren van de technische richtlijnen uit hoofdstuk 5 bij het opstellen van de begroting 2014-2017

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 7 van 26

(8)

3. Andere tijd andere gemeente

3.1 Andere tijd, andere gemeente

De samenleving verandert. De rolverdeling tussen burger en overheid verandert. Enerzijds zien we een nog steeds toenemende individualisering en globalisering en anderzijds zien we dat veel mensen zich inzetten voor een doel of belang dat het eigen belang overstijgt. Of dat nu betrekking heeft op plannen en ideeën om hun dorp mooier te maken, of om het organiseren van hulp en zorg onder elkaar. Nederland heeft een vitale samenleving1. Dit zorgt ervoor dat de overheid zich steeds meer de vraag moet stellen wat haar eigenlijke rol is in relatie tot deze ontwikkeling. Het is de vitale samenleving die maakt dat de overheid compacter kan. Een overheid die ruimte laat voor maatschappelijk initiatief en daarin meedenkt. Dit is ook noodzakelijk: de overheid kan mensen niet meer de zekerheden van vroeger bieden. Of dat nu gaat om sociale zekerheid of collectieve voorzieningen. Tegelijkertijd is die verwachting bij burgers er vaak nog wel.

Ook de gemeente zal deze slag moeten maken. Enerzijds om gehoor te geven aan deze maatschappelijke ontwikkeling, anderzijds vanwege de toenemende druk op de financiële middelen. Door de economische ontwikkelingen neemt de financiële druk op de gemeente sterk toe. Dat komt door de sterke relatie tussen de overheidsuitgaven en de gemeentelijke financiering. Geeft de Rijksoverheid minder uit, dan ontvangen gemeenten ook een lagere bijdrage uit het Gemeentefonds. Daarnaast bezuinigt het Rijk aanzienlijk op de budgetten die via de gemeenten worden besteed. Denk bijvoorbeeld aan de Sociale Werkvoorziening, of de Wet maatschappelijke ondersteuning. Voor de gemeente Nieuwkoop geldt bovendien dat de in de periode 2006-2008 uitgedachte ruimtelijke ontwikkelingen financieel gezien heel anders uitvallen dan was voorzien. In plaats van kostendekkende ontwikkeling is sprake van grote verliezen, die moeten worden opgevangen door bezuinigingen.

Tegelijkertijd met de beweging om terug te gaan in taken zien we de rol van de gemeente ook verbreden door het decentraliseren van taken vanuit hogere overheden. Met de decentralisatie van de Jeugdzorg en de extramurale AWBZ komen naast een omvangrijk takenpakket navenante geldstromen over.

Bij deze andere tijd hoort dus een andere gemeente. Vandaar dat de notitie deze titel heeft als markeerpunt voor een herbezinning op de rol van de gemeente in de samenleving. Het thema Andere tijd, andere gemeente is uitgewerkt in een aantal uitgangspunten. Deze zijn hieronder beschreven.

3.1.1 Uitgangspunten

Voorzieningen vanuit het initiatief van de gemeenschap

Nieuwkoop bestaat uit 13 kernen, van wat groter (Nieuwkoop) tot zeer klein (Vrouwenakker). De bezuinigingen maken dat voorzieningen onder druk staan. Het is onmogelijk om in alle kernen een gelijk voorzieningenniveau in stand te houden. Daarom is reeds in de Structuurvisie een onderscheid gemaakt in A, B en C kernen.

Vanuit het perspectief van de andere gemeente, staat niet het gemeentelijke voorzieningen aanbod centraal, maar het initiatief vanuit de kern zelf. De gemeente neemt veel minder dan in het verleden het voortouw, maar faciliteert en verbindt. Zo kent iedere kern een eigen betrokkenheid, een eigen specifieke behoefte.

Dorpsraden vervullen een stimulerende en vertegenwoordigende rol binnen de gemeenschap. De gemeente zal moeten durven loslaten.

Het grote aantal kernen in onze gemeente biedt zowel een uitdaging als een kans. De uitdaging zit vooral in het vraagstuk van de leefbaarheid, waar het publieke en private voorzieningenniveau vaak aan is gekoppeld. We voorzien een terugtredende rol van de gemeente bij het in stand houden van de voorzieningen. Aan de andere kant is de verbondenheid en het initiatief in de kernen groot. Dat biedt ook kansen .

1ROB, loslaten in vertrouwen, december 2012

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 8 van 26

(9)

Sober en doelmatige uitvoering van (basis-) taken

De gemeente voert de basistaken sober en doelmatig uit. Deze term wordt vaak gebruikt in het beheer van de openbare ruimte, maar is ook toepasbaar op andere gebieden. In hoeverre een taak wordt aangemerkt als een basistaak is voor een deel wettelijk bepaald en een afweging van de gemeenteraad. In de begroting 2014 wordt dit operationeel gemaakt naar taakniveau.

Gemeente als regisseur op het sociale domein

De gemeente wordt meer dan vroeger de spin in het web rond individuele sociale vraagstukken. Onder het motto één gezin, één plan wordt de zorg vormgegeven. De gemeente heeft daarin als opdracht het bewaken van de integraliteit.

Vanuit dit toekomstbeeld worden niet alleen de nieuwe taken, maar ook bestaande taken beoordeeld. Het gaat dan om de vraag in hoeverre er een relatie is tussen de bestaande taken en de vormgeving van de op ons afkomende decentralisaties.

In verbinding via netwerken

We werken in verschillende netwerken aan verschillende belangen. In het kader van de decentralisaties werken we in Holland Rijnland verband, op het gebied van Werk en Inkomen werken we meer samen met de voormalige Rijnstreekgemeenten en op het gebied van de Groene Hart agenda werken we met weer andere partners samen. Complicerende factor is dat Nieuwkoop vaak aan de ‘rand’ van een gebied ligt. Dat zorgt ervoor dat we continu alert moeten zijn met wie we op welk moment en op welk thema het beste kunnen samenwerken. Dat begint met het (er-)kennen van de veelheid aan structuren en netwerken en daar zelfbewust en pragmatisch mee omgaan.

De toekomstige organisatie

Door bovengenoemde ontwikkelingen maar ook door de druk om te bezuinigen zal de organisatie veranderen.

Toegewijd en zelfbewust, efficiënt en effectief, open en transparant zijn hierin kernwoorden. In zijn algemeenheid zien we ook een ontwikkeling naar minder beleid, meer uitvoering en participatie. Daarnaast worden de werkprocessen lean gemaakt, zowel ten gunste van de dienstverlening als van de nog verder op te voeren efficiëntie.

3.1.2 Blik op 2017

De uitdagingen zijn groot en de blik is op de toekomst gericht. Nieuwkoop is in 2017 een gemeente met een compact maar goed voorzieningenniveau. De zelfredzaamheid van de eigen inwoners is verder toegenomen.

Dat met de nodige expertise en creativiteit, maar ook met het vermogen vanuit een breder perspectief te denken.

3.2 Andere tijd, andere gemeente per programma Programma 1 Ruimtelijke ontwikkeling

De Structuurvisie 2040 vormt het ruimtelijk kader waarlangs de gemeente zich ontwikkelt. Meer nog dan voorheen zijn we alert op kansen die ons worden geboden. We denken integraal: niet alleen vanuit de ontwikkeling van woningbouw of infrastructuur. We nemen het veelkleurige pallet mee van werkgelegenheid tot water, natuur en bijvoorbeeld recreatie. De structuurvisie is door vertaald in actuele bestemmingsplannen.

We werken vanuit een regiegedachte. Regie is nodig om het publieke (algemene) belang te dienen en om private en publieke belangen bij elkaar te brengen. Bij samenwerking met andere partijen kiest de gemeente voor een professionele en zakelijke opstelling. We faciliteren initiatieven die onze beleidsdoelstellingen ondersteunen. Te allen tijden zijn de kosten voor rekening van de initiatiefnemer.

In de samenwerking naar provincie en regio richt de gemeente haar energie op zaken die er toe doen voor Nieuwkoop. We doen niet mee om het meedoen , maar vanuit het belang van de gemeente Nieuwkoop.

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 9 van 26

(10)

Programma 2 Bedrijvigheid en Toerisme

De gemeente schept de (ruimtelijke) kaders voor bedrijven (waaronder glastuinbouw en recreatie/toerisme) om te kunnen functioneren en zich duurzaam te ontwikkelen binnen onze gemeente. We verwachten dat de bedrijven “zich zelf organiseren” als ze denken daar baat bij te hebben. De gemeente verstrekt geen subsidies.

De gemeente is extern gericht. Via een goed netwerk brengt zij het Nieuwkoopse bedrijfsleven onder de aandacht bij overheden en in de publieke opinie. Bedrijven van buiten de gemeente die een bijdrage kunnen leveren aan de economische belangen van de gemeente en die passen binnen het “Nieuwkoops bedrijvenprofiel” worden actief gefaciliteerd bij het vestigen in onze gemeente.

Programma 3 Ruimtelijk beheer

De gemeente zal er voor zorgen dat het onderhoud van de openbare ruimte op een zodanig peil is dat de inwoners veilig van hun woon- en leefomgeving gebruik kunnen maken. Het onderhoudsniveau wordt de komende jaren echter sober. Het onderhoudsniveau van de wegen, het openbaar groen, het straatmeubilair, wordt bijvoorbeeld lager dan de inwoners gewend zijn. Het is aan de inwoners zelf om met eigen inspanningen in aanvulling op dat basisniveau hun woonomgeving een beter aanzien te geven. Dit is vooral mogelijk in het groenbeheer. Waar nodig zal de gemeente die inspanningen faciliteren.

Ook wordt er voor gekozen daar waar dat mogelijk is te voor uitstel van vervanging. Dit geldt bijvoorbeeld voor het vervangen van lichtmasten, riolering, straatmeubilair, bewegwijzering, etc. Geplande groenrenovaties worden heroverwogen en wanneer dat mogelijk is uitgesteld. De gemeente bespaart ook uitdrukkelijk op het eigen wagenpark en materieel door vervangingen uit te stellen.

Er wordt niet gekozen voor het verder terugbrengen van het beheerniveau dan dat wat nodig is om het areaal duurzaam in stand te houden. Zou die keuze wel worden gemaakt, dan betekent dit dat over een aantal jaar fors moet worden geïnvesteerd in vervanging of herstel. Ook wordt niet gekozen voor het verkleinen van het areaal, bijvoorbeeld door het verwijderen van bomen, het omzetten van heesterbeplanting in gras, het verwijderen van speelvoorzieningen, etc. Ook in mindere tijden is het belangrijk dat de leefbaarheid van de woonomgeving van de burger kwalitatief goed blijft. Bovendien vraagt verkleining en aanpassing van het areaal investeringen die pas na acht tot tien jaar worden terugverdiend door lagere beheerkosten. Voor de komende periode levert dit geen besparingen op.

In de afgelopen jaren was de gemeente bij verzoeken van inwoners tamelijk soepel en bereid tot aanpassingen in de openbare ruimte. De komende jaren is er aanmerkelijk minder ruimte om aan wensen van groepen bewoners, individuele burgers en instellingen tegemoet te komen.

Het beheer van de openbare ruimte is kostbaar. Schade aan de openbare ruimte, al of niet moedwillig veroorzaakt, moet zo veel als mogelijk worden verhaald op de veroorzaker. Het kan niet zo zijn dat alle inwoners moeten opdraaien voor kosten die door enkelingen worden veroorzaakt. De gemeente moet meer dan in het verleden inzetten op het verhalen van kosten. Het gaat hierbij niet alleen om schadeverhaal, maar ook om inspanningen die de gemeente levert ten behoeve van derden, die vallen buiten de kerntaken van de gemeente. De gemeente heeft ook hoge kosten aan het herstellen van graafschade door leidingbeheerders.

Door een gericht toezicht op dit soort werkzaamheden kunnen aanzienlijke kostenbesparingen worden gerealiseerd.

Programma 4 Sociale participatie

Door individualisering van de samenleving loopt de zorgbehoefte van individuen en specifieke groepen steeds sterker uiteen. Hierdoor zijn groepen mensen met een zorgbehoefte minder gemakkelijk in afgebakende groepen met specifieke kenmerken in te delen. Collectieve zorgvoorzieningen voldoen niet altijd aan de zorgbehoefte. Door ontschotting van verantwoordelijkheden en budgetten, zijn er meer mogelijkheden voor zorg op maat voor individuen en specifieke doelgroepen. Hierbij kijken we verder dan standaard oplossingen en producten. Het gaat om de behoefte die achter de vraag ligt.

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 10 van 26

(11)

Bezuinigingen en een veranderende houding bij inwoners en bestuurders, leiden tot een verschuiving van verantwoordelijkheden van de overheid naar inwoners; inwoners worden in eerste instantie aangesproken op hun eigen kracht. Mensen houden zo lang mogelijk de regie over hun eigen leven, werk, opleiding, zorg en vrije tijd. Communicatie is hierin belangrijk: wat verwachten wij van u en wat kunt u van ons verwachten.

In het aanbod van voorzieningen ligt, waar mogelijk, de nadruk op gemeenschappelijke voorzieningen als vervanging voor individuele voorzieningen. Het belang van laagdrempelige en toegankelijke voorzieningen neemt toe. Iedereen doet mee. Waar mogelijk maken zoveel mogelijk verschillende doelgroepen gebruik van dezelfde voorzieningen. Voorzieningen zijn een plek waar allerlei mensen elkaar ontmoeten. Zo zijn gemeenschappelijke voorzieningen efficiënter qua inzet en bevorderen ze de sociale samenhang.

Inwoners zijn zelfredzamer en hebben meer eigen verantwoordelijkheid voor de situatie waarin zij leven en op het gebied van wonen, werken en zorg. Vrijwilligers spelen een grotere rol bij het in stand houden van zorg- en welzijnsvoorzieningen. De inzet van vrijwilligers is van wezenlijk belang. Zij zijn de kurk waarop veel organisaties en activiteiten drijven. De inzet van vrijwilligers vergroot de leefbaarheid in onze kernen. Om de inwoners van de gemeente Nieuwkoop goed te blijven ondersteunen, is een sterke vrijwilligersstructuur nodig.

De gemeente richt zich vooral op het ondersteunen van voorzieningen die met behulp van vrijwilligers worden gerealiseerd. Het huidige systeem van subsidieverlening moet in dit kader opnieuw tegen het licht worden gehouden.

Bij het oplossen van individuele zorgvragen kijken we vaker naar wat iemands sociale omgeving kan doen. Een goed sociaal netwerk versterkt de sociale veiligheid. Dit betekent een groter beroep op mantelzorgers. De gemeente stimuleert de inzet van mantelzorg.

Inwoners houden zelf hun gemeenschap leefbaar, vinden oplossingen voor hun zorgbehoeften en creëren gezamenlijk passende voorzieningen. Als we meer verantwoordelijkheid en eigen initiatief vragen van inwoners, moeten we als gemeente ruimte geven aan en openstaan voor ideeën vanuit de samenleving, niet alleen van inwoners, maar ook van ondernemers en maatschappelijke instellingen. Dit kan enerzijds door ze in een eerder stadium bij plannen te betrekken. Anderzijds door ze de kans te geven zelf ideeën in te brengen. De gemeenschap bepaalt in toenemende mate de sociale agenda. Onze inwoners hebben in toenemende mate zelf in de hand hoe zij hun leefomgeving vormgeven.

Ideeën die breed gedragen worden in de samenleving, hebben meer kans van slagen dan ideeën die alleen vanuit de overheid worden bedacht. We willen inwoners snel informeren over actuele zaken, en inwoners moeten snel hun mening kunnen geven. Het belangrijkste is, dat we signalen van inwoners die input leveren serieus nemen. Gemeente en inwoners werken als partners samen. Dat betekent dat we niet langer alles vanuit het gemeentehuis bedenken wat goed is, maar initiatieven van inwoners ondersteunen. De gemeente stelt zich meer naar buiten open richting inwoners, sociale partners, instellingen en verenigingen.

Programma 5 Sport en ontspanning

Sporten en bewegen is goed voor mensen. Het bevordert de gezondheid en sociale samenhang. Omdat de gemeente Nieuwkoop dit belangrijk vindt, faciliteert de gemeente sporters en sportverenigingen, onder andere door het verstrekken van subsidies.

Niet elke sport of andere bezigheid hoeft over een eigen accommodatie te beschikken. De gemeente bekijkt in overleg met gebruikers welke faciliteiten nodig zijn voor een bepaalde vorm van vrijetijdsbesteding. Sport, bewegen en spelen kunnen ook plaatsvinden in de natuur, op school en op andere ontmoetingsplekken. Juist in het groene Nieuwkoop biedt de openbare ruimte veel mogelijkheden.

De gemeente kijkt kritisch naar de spreiding van (basis)voorzieningen. Het aanbod in onze gemeente is groot in relatie tot het aantal inwoners. Door de toegenomen mobiliteit van mensen is het niet noodzakelijk dat elk dorp over eigen accommodaties beschikt. De gemeente stemt het voorzieningenniveau meer af tussen de

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 11 van 26

(12)

Voor een beperkt aantal vrijetijdsvoorzieningen geldt dat deze bijna niet commercieel zijn te realiseren en exploiteren en wel wenselijk zijn als locatie voor vrijetijdsactiviteiten. Voorbeelden zijn sporthallen, sportvelden of een zwembad. Hier investeert de gemeente wel in, maar met een kritische blik op efficiënt gebruik en spreiding van voorzieningen. De voorzieningen die er zijn, zijn multifunctioneel bruikbaar, duurzaam en van goede kwaliteit. Privaat beheer van deze voorzieningen heeft de voorkeur. Het overschot aan accommodaties wordt teruggebracht.

De gebruikers van vrijetijdsvoorzieningen spelen een grote rol bij het creëren van een vraaggericht aanbod aan vrijetijdsvoorzieningen. Niet eigendom, beheer en exploitatie van vrijetijdsvoorzieningen zijn de gemeentelijke kerntaak, maar het faciliteren ervan. De gemeente staat open voor initiatieven van particuliere partijen op dit vlak. Het is niet vanzelfsprekend meer dat alleen gemeenten accommodaties beheren en exploiteren, ook groepen gebruikers en commerciële organisaties komen in beeld. Randvoorwaarden zijn wel, dat de kwaliteit en toegankelijkheid van voorzieningen op het gewenste niveau blijven en dat afspraken over beheer en onderhoud duidelijk zijn.

Programma 6 Onderwijs en cultuur

Goed onderwijs geeft kinderen de kans op een toekomst waarin zij zelf hun leven goed kunnen vorm geven. En leren in een goed gebouw stimuleert. De gemeente neemt daarom haar verantwoordelijkheid voor de huisvesting en het onderhoud van de schoolgebouwen serieus. Op basis van de leerlingenprognose beschikt de gemeente over een actueel Integraal Huisvestingsplan (IHP).

Binnen de Lokale Educatieve Agenda (LEA) verdelen de scholen middelen die de gemeente beschikbaar stelt voor bijvoorbeeld het bewegingsonderwijs en de verkeersveiligheid. De bijdrage aan onderwijsbegeleiding wordt voortaan rechtstreeks aan de scholen uitgekeerd. Dit geeft de scholen meer vrijheid in de uitvoering van de begeleiding voor leerlingen die het nodig hebben.

Een school heeft een sociale functie binnen een kern en draagt bij aan een positieve leefomgeving. De gemeente stimuleert de samenwerking tussen scholen in kleine kernen, zodat de onderwijsvoorziening gehandhaafd kan worden. Hierbij kijken we ook buiten de gemeente; het voedingsgebied is bepalend, ook over de gemeentegrenzen heen.

De scholen kunnen de link leggen naar andere maatschappelijke organisaties zoals sport- en muziekverenigingen of scouting, zodat er een netwerk ontstaat dat het kind ondersteunt bij zijn ontwikkeling.

De gemeente stimuleert en motiveert het onderwijs om deze bredere maatschappelijke functie op zich te nemen en ondersteunt het onderwijs daarin. Indien nodig legt de gemeente de verbinding met maatschappelijke organisaties. Naast inhoudelijke samenwerking, kijken we ook naar mogelijkheden voor fysieke clustering van instellingen. Hierbij kijken we eerst naar mogelijke transformatie van bestaande schoolgebouwen. Maatschappelijke accommodaties waar de gemeente een andere bestemming voor zoekt, bekijken we ook op de mogelijkheid voor transformatie naar een multifunctionele accommodatie.

Clustering van voorzieningen betekent in algemene zin dat de gebruikers anders met het gebruik van de ruimte moeten omgaan. Het is meer dan een optelsom van vierkante meters. Instellingen moeten leren ruimte te delen.

Nieuwkoop biedt ruimte aan kunst en cultuur. Het samen creëren en beleven van kunst en cultuur schept een band tussen inwoners, en versterkt de sociale cohesie in onze gemeenschap. Door accommodaties multifunctioneler te gebruiken en voorzieningen te clusteren maken we efficiënter gebruik van ruimte en budgetten. Ook vergroot het de mogelijkheden van samenwerking tussen gebruikers. Dit leidt tot een groter financieel en maatschappelijk rendement van voorzieningen. Het draagt bij aan een aanbod van vrijetijdsvoorzieningen dat is afgestemd op de behoefte op de lange termijn. Bij het combineren van functies kijken we niet alleen naar functies op het gebied van vrije tijd, maar ook op het gebied van zorg, welzijn en bijvoorbeeld kinderopvang.

Programma 7 Economische participatie

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 12 van 26

(13)

De gemeente biedt mensen die tijdelijk of permanent geen eigen inkomen kunnen verwerven een vangnet. Via het serviceplein in Alphen aan den Rijn biedt de gemeente werkzoekenden de kans weer aan het werk te komen. Wanneer dat niet op korte termijn mogelijk is verstrekt de gemeente een uitkering. De gemeente gaat er daarbij van uit dat mensen zich inspannen voor dat doel. Is dat niet het geval, dan zet de gemeente handhavingsinstrumenten in.

Werken naar vermogen is het centrale thema. Een betaalde baan is het beste middel om te participeren in de samenleving en om zelfstandig te zijn. Het belangrijkste instrument voor de gemeente zijn werkervaringsplaatsen, korte trainingen en functie- of branchegerichte opleidingen. Uitgangspunt is, voorkomen van langdurige werkloosheid en inspelen op de flexibele arbeidsmarkt. De gemeente ondersteunt matchbare en kansrijke werkzoekenden, die dit niet op eigen kracht kunnen, richting de reguliere arbeidsmarkt. De vraag van de arbeidsmarkt is daarbij leidend. Geen trajecten bij sectoren waarin weinig werk te vinden is. Om werklozen succesvol te laten re-integreren, moeten zij werk accepteren in branches waar veel werkgelegenheid is, ook al heeft werk in deze branche niet hun voorkeur. Jongeren tot 27 jaar bieden we een re-integratietraject aan.

Inwoners die tijdelijk niet kunnen werken, stimuleren we sociaal actief te worden of te blijven. Iedereen werkt naar vermogen of levert een bijdrage aan de samenleving. Doet een inwoner een beroep op een uitkering, dan verwacht de gemeente daar een prestatie voor terug. Nieuwkoop bemiddelt langdurig werklozen naar een maatschappelijk nuttige activiteit.

De arbeidsmarkt overschrijdt gemeentegrenzen. Daarom werkt Nieuwkoop intensief samen met andere gemeenten in de regio. Wij bundelen onze kennis over de arbeidsmarkt en re-integratie. Daarnaast werkt de gemeente zoveel mogelijk samen in de uitvoering van participatie- en arbeidsmarktbeleid. Hierin werken we samen met werkgevers en het onderwijsveld.

Programma 8 Openbare orde en veiligheid

Een veilige woon- en leefomgeving zijn een basis voorwaarde voor het bevorderen van sociale cohesie en participatie. Om het veiligheidsgevoel en –beeld op het huidig niveau te behouden en te vergroten zijn toezicht en handhaving van primair belang. Gezien de veiligheidsthema`s, regionale samenwerking en, vaak door deregulering, nieuwe wetgeving/wetsverruimingen wordt de nadruk gelegd op de handhaving van de integrale veiligheid waardoor dit centraal in de uitvoering staat.

Het niet naleven van een afspraak, levert een risico op. Een risico op schade: ‘maatschappelijke schade’. De inwoners van Nieuwkoop hebben recht op handhaving daar waar maatschappelijke schade aanwezig is. Maar dat wil niet zeggen dat altijd gehandhaafd wordt waar maatschappelijke schade aanwezig is. Handhaven is er niet ‘voor het handhaven’. Handhaving vereist prioriteiten stellen.

Controle is nodig. Als er niet gecontroleerd wordt, weet je als overheid niet of er wel of geen regelovertreding plaatsvindt. Regelovertreding komt tot uitdrukking in (strafbare) feiten, overtredingen, maar wordt veroorzaakt door mensen, bedrijven. Overtreding van regels ontstaat waar bij burgers en bedrijven nalevingsbereidheid ontbreekt. Uiteraard heeft de burger een eigen verantwoordelijkheid om democratisch gelegitimeerde regels na te leven. In de gemeente Nieuwkoop is het uitgangspunt dat het grootste deel van de samenleving het grootste deel van de regels naleeft. Maar dat betekent ook dat niet iedereen altijd alle regels naleeft.

Door het stimuleren van de sociale controle en een bij de burger hogere bewustwording van de omgeving kunnen accenten verlegd worden van APV gerelateerd toezicht naar toezicht op (sociale) veiligheid. Dit moet leiden tot een grotere nalevingsbereidheid en een verlaging van het aantal regelovertredingen.

Voorlichting en handhavingscommunicatie zijn daarom zeer belangrijk. Naleven in de toekomst is belangrijker dan het bestraffen van daden in het verleden. Er wordt naar synergie gezocht door samenwerking met andere toezichthouders van publieke partners. Met die toezichthouders worden samenwerkingsovereenkomsten

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 13 van 26

(14)

Voor – grote(re) – evenementen wordt een strategie van preventieve handhaving gepraktiseerd, jaarlijks op basis van een nadere selectie, ook uit een oogpunt van capaciteit. De onderdelen van toezicht en handhaving, de werkwijze en de eventuele sancties worden vooraf met de organisatie doorgesproken. Deze werkwijze weet zich verzekerd van een maatschappelijk draagvlak, niet alleen bij vergunninghouders, maar dient ook het belang van omwonenden, en dus van de leefomgeving.

Programma 9 Klant Contact Centrum

Het dienstverleningsconcept voor Nieuwkoop gaat uit van de ontwikkeling van de dienstverlening op basis van het landelijke concept Antwoord©. In de eerste plaats moet de burger snel en via meer kanalen (schriftelijk, elektronisch, telefonisch en persoonlijk via de balie) direct kunnen worden bediend. In de tweede plaats gaat het dienstverleningsconcept uit van de inrichting van een Klant Contact Centrum. Het KCC wordt het primaire onderdeel van de gemeente waar burgers, bedrijven en instellingen terecht kunnen voor overheidsproducten en -diensten via het fysieke loket, internet, de balie, de telefoon en de post.

De actuele criteria voor onze dienstverlening zijn:

“De dienstverlening moet een positieve bijdrage leveren aan het welzijnsgevoel van de inwoner. Onze dienstverlening moet bereikbaar, betrouwbaar, consistent, begrijpelijk, dienstbaar, proactief en voorspelbaar zijn.”

Het is financieel gezien een uitdaging om de bereikte kwaliteit op peil te houden. Ontwikkelingen zetten zich door, systemen raken verouderd en dit vraagt nieuwe investeringen. Ook het rijk zit niet stil en komt met nieuwe verplichtingen op het gebied van de informatievoorziening in het Nationaal Uitvoeringsprogramma e- overheid (i-nup). Tenslotte zijn er verschillende trends en ontwikkelingen die ons ertoe zetten om naar onze ambities op het gebied van dienstverlening en informatievoorziening te kijken. Voorbeelden hiervan zijn de steeds maar verdergaande digitalisering van de samenleving en de nadruk op persoonsgerichte ondersteuning bij complexe vormen van dienstverlening.

Andere tijden betekent voor dienstverlening niet dat onze dienstverleningscriteria van de baan zijn. Deze blijven onverkort actueel. We staan voor een goede kwaliteit van eigentijdse en toekomstbestendige dienstverlening. We willen ons blijven ontwikkelen en blijven in de pas met de landelijke ontwikkelingen.

Wetgeving is hierin leidend. Wel moeten we nadenken over de wijze waarop we deze doelen willen bereiken.

Steeds meer zal onze dienstverlening ook adequaat, effectief en efficiënt moeten zijn. Uiteindelijk willen we onze dienstverlening structureel goedkoper maken. Kanaalsturing en investeringen in digitale dienstverlening zijn hiervoor nodig.

Programma 10: Andere tijd, anders besturen Maatschappelijk initiatief

Het thema andere tijd, andere gemeente heeft op het programma bestuur een grote impact. Niet zozeer financieel wellicht, maar wel inhoudelijk. De ‘andere overheid’ laat namelijk ‘los’, vertrouwt op het maatschappelijk initiatief en faciliteert en stimuleert. We willen bezien in hoeverre dit binnen de dorpsraden vorm kan krijgen. Dit zijn bestaande initiatieven, of initiatieven in wording. Leidend daarbij is dat de gemeenteraad maatschappelijk initiatief faciliteert en stimuleert en daarmee probeert minder sturend te zijn op inhoud.

Sober besturen

Andere tijd, andere gemeente betekent dat iedereen zijn steentje moet bijdragen in deze tijd. Daar hoort niet in de laatste plaats ook politiek bestuurlijke soberheid en doelmatigheid bij. Hoewel we de indruk hebben dat Nieuwkoop vrij sober wordt bestuurd, beoordelen we met die blik de begroting. Vanzelfsprekend moeten politiek en bestuur voldoende gefaciliteerd worden in hun rol. De omvang van de gemeenteraad staat vast, maar het is aan de gemeenteraad of hij de maximale formatie voor wethouders wil benutten. Dit betekent dat

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 14 van 26

(15)

politiek en bestuur worden gekenmerkt door soberheid en doelmatigheid maar daarnaast voldoende worden gefaciliteerd om hun rol te vervullen.

Regionale netwerken

Voor steeds meer maatschappelijke opgaven geldt dat zij een bovenlokale opgave zijn. Deze worden via netwerken opgepakt. Het ideale netwerk voor alle oplossingen bestaat niet. Nieuwkoop is zelfbewust ten aanzien van de regio, draagt bij en verwacht een bijdrage. Ten aanzien van regionale samenwerking heeft Nieuwkoop een kritische en pragmatische instelling. Als we ergens aan deelnemen, dan leveren we ook een bijdrage. We vragen ook van samenwerkingspartners om een steentje bij te dragen in de noodzakelijke rolsprong van de overheid en de financiële opgave.

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 15 van 26

(16)

4. Ontwikkelingen in Begroting 2014 - 2017

4.1 Ontwikkelingen algemene uitkering

Het huidige kabinet heeft in het regeerakkoord een aantal maatregelen opgenomen die een forse impact hebben op de algemene uitkering van de gemeente. Deze maatregelen en het financiële effect ervan zijn weergegeven in onderstaande tabel:

2014 2015 2016 2017

Accres 228 141 -312 -638

Politieke ambtsdragers -34 29 30 31

Niet afschaffen BCF -213 -576 -582 -582

Hoeveelheidsverschillen 131 129 130 130

Oranjeakkoord -196 -196 -196 -196

Subtotaal -84 -473 -930 -1.255

Onderwijshuisvesting 0 -301 -301 -301

Opschaling gemeenten 0 -71 -141 -212

Herijking gemeentefonds 0 Pm Pm Pm

Totaal -84 -845 -1.372 -1.768

(bedragen X € 1.000)

Afname accres

In de decembercirculaire is duidelijk geworden dat het accres gaat afnemen. Deze afname van het accres heeft tot gevolg dat in 2017 in totaal € 638.000 minder uit het gemeentefonds wordt ontvangen.

Niet afschaffen Btw compensatie fonds (BCF)

In het regeerakkoord heeft de Rijksoverheid het voornemen uitgesproken om het Btw compensatie fonds (BCF) af te schaffen. In januari 2013 is bekend geworden dat het BCF blijft bestaan. Dit echter wel onder de voorwaarde van een uitname van €550 miljoen uit het gemeentefonds. Dit is het bedrag dat de beoogde bezuiniging op moest brengen. Deze uitname zorgt voor een negatief financieel effect van € 582.000 in 2017.

Er is momenteel ook sprake van een maximering van het BCF fonds. Dit houdt in dat als de gemeenten als totaal in een jaar meer declareren dan dat er in het fonds aanwezig is, dat het restant dat jaar wordt bekostigd uit het gemeentefonds. Dit betekent een extra onzekerheid met betrekking tot de uitkering uit het gemeentefonds.

Oranjeakkoord en Mondriaanakkoord

In februari van dit jaar heeft het Centraal Plan Bureau de economische ontwikkeling van ons land doorgerekend. Conclusie was dat zowel voor 2013 als 2014 de 3%-norm van het begrotingstekort werd overschreden. Het kabinet kondigde daarop - bovenop het regeerakkoord - een pakket maatregelen af ter waarde van € 4,3 miljard netto voor het jaar 2014, dat na overleg met sociale partners en parlement moest leiden tot het zgn. Oranje-akkoord. Dit pakket maatregelen leidt tot een aanvullende uitname uit het gemeentefonds van € 200 miljoen. Dit betekent voor Nieuwkoop een korting op het gemeentefonds van

€ 196.000.

In april 2013 is het Mondriaanakkoord met de sociale partners gesloten. Het kabinet neemt lichte tekenen van economisch herstel waar, van onder andere de export. In het Mondriaan-akkoord is opgenomen dat eerder genoemde bezuinigingstaakstelling van € 4,3 miljard netto in de koelkast is gezet tot in ieder geval augustus van dit jaar. Dat betekent dat deze maatregelen niet worden verwerkt in de komende mei/juni-circulaire gemeentefonds. Dit betekent dat de negatieve stelpost opgenomen voor het Oranje-akkoord ter waarde van 14 punten zou kunnen vervallen. Het Mondriaan-akkoord heeft vooral als doel vertrouwen te herstellen zodat de Nederlandse bevolking weer meer gaat besteden. Crisisteams van de sociale partners en het kabinet gaan aan de slag om op korte termijn werkgelegenheid te scheppen. In augustus wordt bekeken wat het effect is op de economie. Ondertussen is de 3% norm nog steeds het uitgangspunt voor de begroting 2014. Mocht deze

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 16 van 26

(17)

toch nog overschreden worden, dan zullen de bezuinigingsmaatregelen weer uit de ijskast gehaald worden en - wellicht in aangepaste vorm - in procedure gebracht worden. Ondertussen dienen we daarop vooruitlopend wel de kaders te scheppen voor de komende begroting. Uit oogpunt van goed en reëel prudent financieel beleid wordt voorgesteld om de korting van € 196.000 te blijven hanteren in de begroting 2014-2017.

Er zijn nog diverse maatregelen in voorbereiding door het kabinet. Deze maatregelen kunnen nog een flink negatief financieel effect veroorzaken:

Onderwijshuisvesting

Er is gebleken dat gemeenten minder uitgeven aan onderwijshuisvesting dan wat ze ontvangen in het gemeentefonds. De reden daarvan is onder andere dat gemeenten buitengewoon fors hebben afgeschreven ( extra afschrijving) of langere afschrijvingstermijnen hanteren voor schoolgebouwen. Bij vervangende nieuwbouw komen de kapitaallasten weer tot leven. De gemeenten worden nu gekort op de budgetten voor onderwijshuisvesting, terwijl de verplichting voor de huisvesting blijft bestaan. De overname van deze betreffende motie in het regeerakkoord kost Nieuwkoop naar schatting structureel € 301.000.

Opschaling gemeenten

In de media is de afgelopen maanden veelvuldig de term 100.000+ gemeenten voorbij gekomen. De Minister van Binnenlandse Zaken is van mening dat gemeenten minimaal deze omvang moeten hebben om de nieuwe taken naar behoren te kunnen uitvoeren. Op het gemeentefonds wordt een korting toegepast met betrekking tot de opschaling van gemeenten. Deze korting heeft betrekking op de vergoeding voor de apparaatskosten van gemeenten. De korting in 2015 bedraagt 60 miljoen, in 2016 120 miljoen en in 2017 180 miljoen. Dit loopt de jaren daarna verder op. Naar rato van de omvang van het gemeentefonds kan dit voor Nieuwkoop een korting betekenen die oploopt naar € 212.000 in 2017

Herijking gemeentefonds

De herijking van het gemeentefonds wordt opgestart in 2014 met de eerste effecten voor gemeenten in 2015.

De herijking is erop gericht om het aantal maatstaven op basis waarvan de uitkering wordt berekend terug te brengen en om de waardering van de maatstaven te herzien. De gevolgen die dit heeft voor de uitkering uit het gemeentefonds voor Nieuwkoop is onduidelijk. In 2012 werd gesproken van een maximaal nadeel van € 15 per inwoner, maar het is niet duidelijk of dit nog steeds een uitgangspunt is van het Ministerie. Deze post is als pm opgenomen, maar het is duidelijk dat hier nog een niet financieel vertaald risico aanwezig is voor Nieuwkoop.

2. In deze uitgangspuntennotitie gaan we ervan uit dat Nieuwkoop te maken krijgt met een afnemende algemene uitkering. Deze afname leidt in 2017 tot verlaging van de algemene uitkering met

€ 1.768.000.

3. De meicirculaire wordt als basis genomen voor de begroting 2014-2017.

4.2 Ontwikkelingen binnen het sociale domein 4.2.1 Decentralisaties

In de komende jaren staan er veel beleidswijzigingen op stapel in het kader van de drie decentralisaties (3D) (de extramurale begeleiding van de AWBZ naar de Wet maatschappelijke ondersteuning, de Participatiewet en de Jeugdwet). In 2013 zijn de decentralisaties opnieuw onderwerp van gesprek geweest in de Tweede Kamer.

Een aantal taken die de Rijksoverheid en/of Provincie nu nog uitvoert komen in de komende jaren naar de gemeente. Onder het motto: regionaal wat moet, lokaal wat kan is onder de vlag van Holland Rijnland het project 3D gestart. De gemeente Nieuwkoop draait ambtelijk volop mee in dit project. Over de inhoud van deze decentralisaties zijn de gemeenten en het rijk het wel in grote lijnen eens.

De financiële budgetten worden naar alle waarschijnlijkheid pas in de septembercirculaire 2013 bekend gemaakt. De voorgenomen efficiencykortingen die worden doorgevoerd op het budget vormen een groot

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 17 van 26

(18)

participatiemiddelen 60%. Het maximale financiële risico van de decentralisaties wordt op dit moment ingeschat op € 15 per inwoner (€ 405.000). In de begroting is een stelpost decentralisaties opgenomen van

€ 300.000 die wordt ingezet voor het gedeeltelijk afdekken van dit tekort. Wat resteert is een structureel tekort in de begroting van € 105.000.

4.2.2 Wet maatschappelijke ondersteuning

Met ingang van 2014 wordt de huishoudelijke verzorging stopgezet. In plaats hiervoor komt een budget voor maatwerkoplossingen. Dit budget is 25% van het huidige budget voor de huishoudelijke verzorging. In Nieuwkoop wordt een gedeelte van de algemene uitkering voor de huishoudelijke verzorging ingezet voor andere Wmo verstrekkingen. Hierdoor heeft de afschaffing van de huishoudelijke verzorging een negatief structureel effect op de begroting van € 600.000. Hiertegenover staat een budget van € 100.000 voor ontwikkelingen Wmo die we kunnen inzetten om dit tekort voor een gedeelte van dekking te voorzien.

Hierdoor resteert een structureel tekort van € 500.000. In het inmiddels tot stand gekomen zorgakkoord wordt deze bezuiniging afgezwakt. Niet duidelijk is of het Rijk dan uitgaat van een maatwerkvoorziening of dat er compensatieplicht op huishoudelijke hulp blijft bestaan.

Het totale verwachte financiële effecten op het sociale domein is:

2014 2015 2016 2017

Effect Decentralisaties 0 0 -105 -105

Effect Wmo Huishoudelijke Verz. 0 -500 -500 -500

Totaal 0 -500 -605 -605

Bedragen x € 1.000

4. Opnemen in de begroting de inschatting van het financiële risico van de decentralisaties op maximaal

€ 15 per inwoner (€ 420.000)

5. Inzetten van de stelpost Decentralisaties (€ 300.000) om het verwachte tekort gedeeltelijk van dekking te voorzien.

6. Opnemen van de financiële gevolgen van de afschaffing van de Wmo huishoudelijke verzorging (€ 600.000) in de begroting 2014-2017.

7. Inzetten van het budget “ontwikkelingen Wmo” (€ 100.000) om het verwachte tekort gedeeltelijk van dekking te voorzien.

4.3 Actualisatie grondexploitaties en effect op de begroting 4.3.1. Algemeen kader

De huidige economische omstandigheden zijn van grote invloed op de woningmarkt. Dit is terug te zien in de actualisatie van de grondexploitaties per 1 januari 2013 waarin er veel is afgeboekt. Alhoewel de grondexploitaties zo reëel mogelijk zijn opgesteld blijft de negatieve ontwikkeling op de woningmarkt ervoor zorgen dat de resultaten van de projecten onder druk blijven staan. Dit blijft een groot financieel risico voor de gemeente. In de jaarrekening 2012 is de voorziening negatieve grondexploitaties verhoogd met € 10,8 mln en is een nieuwe voorziening gevormd voor de verlieslatende sleutelprojecten. In deze voorziening is € 6 mln gestort. Door de aanvulling van de voorziening negatieve grondexploitaties is de algemene reserve dekkingsmiddel met € 3,2 mln afgenomen. Dit heeft een structureel negatief rente effect van € 127.000.

4.3.2. Noordse Buurt en Sleutelprojecten

Bij de actualisatie van de grondexploitatie is gebleken dat het tekort van de sleutelprojecten en de Noordse Buurt is opgelopen naar € 20 mln. De verliezen op reguliere grondexploitaties worden verwerkt in de voorziening negatieve complexen, maar dit is niet het geval met het tekort op de sleutelprojecten en Noordse Buurt. Voor dit tekort staan de Nuon-reserve, de reserve Nuon Rentevrij en de voorziening negatieve sleutelprojecten garant.

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 18 van 26

(19)

Op dit moment wordt de rente die wordt toegerekend aan de Nuon-reserve gebruikt als dekkingsmiddel (opbrengst) in de begroting. Een gedeelte van de Nuon-reserve wordt in 2019 gebruikt om het tekort van

€ 22,3 mln op de sleutelprojecten en de Noordse Buurt te dekken. Om dit tekort te dekken in 2019 dient er de komende vier jaar elk boekjaar aanvullend € 3,2 mln vanuit de Nuon Reserve te worden gestort in de reserve Nuon Rentevrij. Deze stortingen komen bovenop de twee reeds geplande stortingen van € 2,5mln in 2013 en 2014 (basis: uitgangspuntennotitie 2013-2016). Dit betekent een negatief effect (minder renteopbrengsten) op de begroting van € 128.000 in 2014 tot € 512.000 structureel vanaf 2017

2014 2015 2016 2017

Rente effect gebruik algemene reserve dekkingsmiddelen voor storting voorziening negatieve complexen

-127 -127 -127 -127

Rente effect dotatie reserve Nuon rentevrij -128 -256 -384 -512

Totaal -255 -383 -511 -639

Bedragen x € 1.000

8. In de komende vier begrotingsjaren wordt jaarlijks aanvullend € 3,2 miljoen overgeheveld van de Nuon reserve naar de reserve Nuon rentevrij. Het negatieve rente effect van € 128.000 in 2014 oplopend tot

€ 512.000 in 2017 wordt opgenomen in de begroting.

4.4 Financiële ontwikkelingen 4.4.1 Versterken weerstandsvermogen

In de nota Weerstandsvermogen en risicomanagement zijn door de Raad de kaders aangegeven inzake de berekening van het risicoprofiel, het weerstandsvermogen en de weerstandsratio. Door de forse tekorten op de grondexploitaties is het weerstandsvermogen tot vrijwel € 0 gedaald. We voldoen op dit moment niet aan de minimale eisen die gesteld worden. Het is dan ook van belang dat het weerstandsvermogen structureel wordt vergroot.

Door Financiën wordt op dit moment de nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen voorbereid waarin nader wordt ingegaan op de definiëring en kwantificering van risico’s en het bijbehorende weerstandsvermogen. In deze notitie wordt een voorstel gedaan om bestemmingsreserves die niet beklemd zijn tot de weerstandscapaciteit toe te rekenen. Dit zorgt ervoor dat de weerstandscapaciteit wordt vergroot.

Vooruitlopend op de nota Risicomanagement en Weerstandsvermogen wordt voorgesteld om de volgende wijzigingen in de reservepositie door te voeren om ervoor te zorgen dat er weerstandsvermogen wordt opgebouwd:

Reserve Weerstandsvermogen

Door het afdekken van het Jaarrekeningresultaat 2012 is de stand van deze reserve € 0. Het is van belang deze reserve weer op te bouwen tot € 3 miljoen. Deze opbouw wordt gedaan door de komende 4 jaar ieder jaar € 750.000 te storten in de reserve vanuit de algemene reserve Dekkingsmiddel. De stand van deze reserve komt dan uit op € 3.000.000, de minimale stand conform de nota reserves en voorzieningen. Deze verschuiving zorgt door rente-effecten voor een structureel nadeel van € 90.000 in 2017 op de begroting. Dit nadeel loopt in 2018 nog op tot € 120.000. Na 2018 loopt dit nadeel niet verder op.

2014 2015 2016 2017

Rente effect versterken weerstandsvermogen 0 -30 -60 -90

Totaal 0 -30 -60 -90

Bedragen x € 1.000

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 19 van 26

(20)

Algemene reserve vrij besteedbaar

Bij de vaststelling van de begroting 2013-2016 is besloten om in de jaren 2013 en 2014 twee stortingen in deze reserve te doen. Door deze stortingen wordt de reserve aangevuld tot ongeveer € 700.000 per 31-12-2014. Het weerstandsvermogen is door de stortingen in deze reserves weer op een acceptabel niveau gebracht.

9. Gedurende 4 jaar het jaarlijks overhevelen van € 750.000 van de algemene reserve Dekkingsmiddel naar de reserve Weerstandsvermogen. Het negatieve rente effect van € 30.000 in 2015 tot € 90.000 in 2017 op te nemen in de begroting.

4.4.2 Risicobuffer

In de Begroting 2013-2016 is een risicobuffer opgenomen van € 500.000. Vanwege de financiële situatie waarin de gemeente verkeert wordt voorgesteld om de risicobuffer vrij te laten vallen ten gunste van het exploitatiesaldo. Eventuele risico’s die zich voor gaan doen, moeten uit het weerstandsvermogen worden gedekt.

2014 2015 2016 2017

Vrijvallen risicobuffer 500 500 500 500

Totaal 500 500 500 500

Bedragen x € 1.000

10. Laten vrijvallen van de risicobuffer die is opgenomen in de begroting 2013-2016. Dit betekent een positief effect op het exploitatiesaldo van € 500.000.

4.4.3 Afschaffen precariobelasting

De Tweede Kamer heeft in december 2010 een motie aangenomen met betrekking tot vrijstelling van precariobelasting op netwerken en nutsbedrijven. Het voorgenomen wetsvoorstel betekent dat er een wettelijke vrijstelling komt, die ertoe leidt dat geen precariobelasting kan worden geheven met betrekking tot netwerken die zich bevinden onder, op of boven voor de openbare dienst bestemde grond van de gemeente, de provincie of het waterschap. Voor gemeenten die reeds precariobelasting heffen is een overgangsregeling voorgesteld. Deze overgangsregeling houdt in dat gemeenten de precariobelasting in 10 jaar af dienen te bouwen en dat tegelijkertijd een verhoging van de onroerend zaak belasting (OZB) tot stand wordt gebracht.

Op basis van de Uitgangspuntennotitie 2012 is deze afbouwregeling in de Begroting 2013-2016 opgenomen.

Op dit moment is er nog steeds onduidelijkheid over het feit of de uitvoering van deze motie realiteit gaat worden. De meicirculaire geeft naar alle waarschijnlijkheid meer duidelijkheid. In de begroting 2014-2017 wordt deze afbouwregeling voorlopig nog opgenomen. De afbouwregeling wordt wel een jaar doorgeschoven waardoor er een positief effect van € 50.000 op de begroting in de jaarschijven 2014-2016 ontstaat.

2014 2015 2016 2017

Doorschuiven afbouwregeling precario 50 50 50 0

Totaal 50 50 50 0

Bedragen x € 1.000

4.4.4 Risico’s inclusief eventuele beheersmaatregelen

Als gemeente hebben wij aan Vestia een aflossingsvrije lening verstrekt van ruim € 4.000.000 met een rentepercentage van 7,8%. Op deze lening wordt niet afgelost. Daarnaast is via het Waarborgfonds Sociale Woningbouw (WSW) een garantie in de achtervang afgegeven voor leningen van Vestia tot een totaal van

€ 15.000.000. Samen met het rijk vormen wij de tertiaire zekerheid. Op het moment dat Vestia niet langer aan haar verplichtingen kan voldoen kan er een beroep worden gedaan op de tertiaire zekerheid (verstrekken renteloze lening aan WSW) en lopen we risico op de hoofdsom van de uitstaande geldlening.

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 20 van 26

(21)

4.5 Overige ontwikkelingen

4.5.1 Wet Houdbaarheid Overheidsfinanciën (wet HOF)

Het kabinet wil met de Wet Hof realiseren dat decentrale overheden evenredig bijdragen aan de Europese afspraken over het bereiken van evenwicht op de rijksbegroting. Gemeenten hebben echter altijd een bepaalde tekortruimte nodig voor investeringen in bijvoorbeeld de (ver)bouw van scholen. Dergelijke investeringen komen niet jaarlijks voor en kunnen niet uit de inkomsten van het betreffende jaar worden gefinancierd. Het kabinet komt de decentrale overheden tegemoet door meer ruimte te bieden voor tekorten.

Lokale overheden dragen bij aan het EMU-saldo van Nederland. Als de Wet Hof een feit is, dreigen sancties voor gemeenten als ze te veel investeren. De VNG is dan ook nog volop in gesprek met het Rijk om de gevolgen voor de gemeenten te minimaliseren.

Het is de lidstaten van de Europese Unie verboden een begrotingstekort te hebben dat boven de norm van 3%

komt. De Wet Hof neemt gemeenten, provincies en waterschappen bijeen. Gezamenlijk mogen zij niet boven hun deel van deze norm komen. Het aandeel van de lagere overheden in de norm van 3 procent is 0,5 procent.

Als het begrotingstekort te groot wordt en Brussel kiest ervoor om Nederland te sanctioneren dan kan het Rijk dit aan lagere overheden doorberekenen. Vanaf 1 januari 2014 moet deze wet van kracht zijn. Indien bij de opstelling van de begroting 2014 meer duidelijkheid komt omtrent deze conceptwet zal dit worden meegenomen in de analyse. Eventuele effecten worden dan toegelicht in de begroting.

4.5.2 Schatkistbankieren

Het kabinet gaat schatkistbankieren per 1 januari 2014 verplicht stellen voor gemeenten. Met twee aanvullende afspraken is het kabinet de gemeenten enigszins tegemoet gekomen:

1. Gemeenten mogen geld uitlenen aan andere overheden, om een hoger rendement te behalen;

2. Gemeenten hoeven niet te schatkistbankieren als ze maximaal 0,75% van hun begrotingstotaal aan overtollige financiën hebben.

De komende jaren heeft deze nieuwe wet geen grote invloed op Nieuwkoop. Dit wordt met name veroorzaakt doordat we de komende jaren met betrekking tot de grondexploitaties veel uitgaven doen en dat er van een liquiditeitsoverschot naar alle waarschijnlijkheid geen sprake is.

4.5.3 Diversen

Er zijn nog diverse begrotingsposten waar we negatieve ontwikkelingen in verwachten. Deze posten worden hieronder kort toegelicht en worden, indien ze ook op 2013 betrekking hebben, meegenomen in de voor- of najaarsnota of ze worden direct in de begroting 2014 verwerkt.

Dividend

We verwachten dat de opbrengsten uit dividend de komende jaren structureel lager uit gaan vallen. Met name het dividend van Alliander dient lager te worden geraamd in de begroting.

Onderhoud scholen (Ter Aar)

In afwachting van definitieve besluitvorming over Ter Aar Vernieuwd Verbonden zijn de onderhoudsgelden uit de voorziening onderwijshuisvesting gehaald. Op dit moment is er geen geld gereserveerd voor onderhoud. In de begroting dient een onderhoudsbudget te worden opgenomen.

Bouwleges

De bouwleges dienen structureel naar beneden te worden bijgesteld in verband met tegenvallende opbrengsten. Er is een verschuiving te zien van nieuwbouw naar verbouw, waardoor de leges lager zijn.

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 21 van 26

(22)

Wachtgelden

De raming voor het wachtgeld zijn gebaseerd op de aanname dat er beperkt gebruik gemaakt gaat worden van wachtgeld.

2014 2015 2016 2017

Dividend (bv Alliander) -150 -150 -150 -150

Onderhoud scholen (Ter Aar) -120 -120 -120 -120

Bouwleges -150 -150 -150 -150

Wachtgelden -40 -80 -80 -60

Totaal -460 -500 -500 -480

Bedragen x € 1.000

4.5.4 Invoering vennootschapsbelasting bij overheidsbedrijven

Op 17 april heeft de vaste commissie voor Financiën uit de Tweede kamer overleg met de Staatssecretaris van Financiën gehad over de invoering van de vennootschapsbelastingplicht voor overheidsbedrijven. Aanleiding van dit overleg werd gevormd door de notitie van de Staatssecretaris van 11 mei 2012 en de schriftelijke vragen die de diverse fracties hierover hebben gesteld.

Het is wel duidelijk dat de vennootschapsbelastingplicht voor de overheidsbedrijven er hoe dan ook gaat komen. De druk vanuit Europa wordt te groot; het niet-heffen van vennootschapsbelasting wordt door de Europese Commissie gezien als staatssteun die ongeoorloofd is als daarmee activiteiten buiten de heffing blijven die ook door marktpartijen worden verricht. Teneinde te voorkomen dat ‘Europa’ de regie overneemt, dient de staatssecretaris zelf met een wetsvoorstel te komen. Daartoe is inmiddels nader feitenonderzoek gedaan bij en overleg gevoerd met enkele gemeenten en een provincie. Dit feitenonderzoek en overleg zal worden uitgebreid met de zorg- en onderwijsinstellingen.

Welk effect dit heeft voor onze gemeente is op dit moment nog onduidelijk. Dit wordt pas duidelijk op het moment dat het wetsvoorstel wordt ingediend. Dit onderwerp wordt door de organisatie nauwlettend gevolgd en indien er meer duidelijk wordt, dan wordt de raad hierover door het college geïnformeerd.

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 22 van 26

(23)

5. Technische richtlijnen

5.1 Vorm van toezicht

De gemeente Nieuwkoop valt onder repressief toezicht. Repressief toezicht wordt verkregen wanneer de begroting en jaarrekening op tijd zijn ingezonden en de begroting naar het oordeel van Gedeputeerde Staten materieel in evenwicht is. Deze vorm van toezicht is het uitgangspunt. Materieel evenwicht betekent dat de structurele lasten tenminste worden gedekt door de structurele baten. Preventief toezicht wordt ingesteld wanneer de begroting niet materieel in evenwicht is en de meerjarenraming niet aannemelijk maakt dat er een herstel van het evenwicht komt. Het instellen van preventief toezicht is tevens mogelijk indien de termijn van inzending wordt overschreden of wanneer (meerjarige) tekorten in de jaarrekeningen voorkomen. Om aan het uitgangspunt van repressief toezicht te voldoen is het van belang dat de begroting 2014 materieel sluitend is.

5.2 Peildatum

De basis voor de begroting 2014 is de actuele meerjarenbegroting 2013 – 2016 incl. de door de raad vastgestelde 1ebegrotingswijziging 2013. Tevens zullen de gevolgen van de meicirculaire worden meegenomen bij het opstellen van de begroting 2014-2017.

5.3 Prijsontwikkeling

Volgens de cijfers van het Centraal Bureau voor de Statistiek is de inflatie in maart 2013 uitgekomen op 2,9%.

De inflatie staat al vanaf medio oktober 2012 op deze hoogte. De verwachte inflatie door het Centraal Plan Bureau over 2013 is 2,75%. Dit is gelijk aan de inflatie waarmee is gerekend voor de begroting 2013.

Het Centraal Plan Bureau verwacht voor 2014 een inflatie van 2%.

Inflatie 2011 2012 2013 2014

Inflatie (mutatie CPI) alle huishoudens 2,3% 2,5% 2,75% 2%

Bron: http://www.cpb.nl/cijfer/kortetermijnraming-maart-2013

In de begroting 2013 is uitgegaan van een inflatiepercentage van 2,75%, waarbij 1,75% het geprognosticeerde inflatiepercentage 2013 is en 1% een correctie is voor 2012 voor de directe kosten en opbrengsten. De inschatting voor 2013 is nu 2,75% waardoor we een nacalculatie effect van 1% (is gerelateerd aan het inflatiepercentage 2013 van 1,75%) moeten meenemen in 2014.

Voorgesteld wordt om voor de begroting 2014 uit te gaan van een prijsontwikkeling van 3%. Dit is gebaseerd op het geprognosticeerd inflatiepercentage voor 2014 van 2% plus een correctie van 1% voor 2013 voor de directe kosten en opbrengsten. De inflatie voor de kosten wordt in eerste instantie opgenomen via een stelpost, de inflatie voor de opbrengsten wordt direct doorgerekend.

2014 2015 2016 2017

Inflatie kosten -584 -578 -573 -573

Inflatie opbrengsten 438 436 431 431

Totaal -146 -142 -142 -142

Bedragen x € 1.000

Een uitzondering op de reguliere inflatiecorrectie vormen de:

 Veiligheidsregio Hollands Midden (brandweer)

 Samenwerkingorgaan Holland-Rijnland

 Omgevingsdienst

 Regionale dienst Openbare gezondheidszorg/GGD

Gemeenten in het samenwerkingsgebied Hollands-Midden hebben afgesproken dat zij voorafgaande aan een nieuwe begrotingscyclus gezamenlijk afspraken maken over de financiële kaderstelling van gemeenschappelijke

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 23 van 26

(24)

5.4 Personeelskostenbegroting

De berekening van de verwachte loonkosten in de begroting 2014 wordt gebaseerd op de berekening van de begroting 2013. Deze gegevens worden bijgewerkt met de gevolgen van de meest actuele doorontwikkeling van de organisatie en de Cao-afspraken. De precieze uitwerking van het Mondriaanakkoord is niet bekend, wel is al duidelijk dat de voorgesteld nullijn door het Rijk is losgelaten. Voorgesteld wordt om met 1,2% loonstijging te rekenen, dit is het loonindexcijfer voor de overheid over 2012. De stijging van de werkgeverslasten (met name pensioen) is geprognosticeerd op 1%.

2014 2015 2016 2017

Effecten parameters personeel -190 -190 -190 -190

Totaal -190 -190 -190 -190

Bedragen x € 1.000 5.5 Kapitaallasten

De door de gemeente te betalen rentekosten voor eigen vermogen (reserves) en vreemd vermogen (leningen opgenomen geld) worden toegerekend aan de investeringen. Bij financiële vaste activa met een rentevergoeding hanteren wij hetzelfde rentepercentage als opgenomen in de overeenkomst. De overige rentekosten worden aan de overige investeringen toegerekend via een omslagpercentage.

 We rekenen 5% rente toe (bestendige gedragslijn) over de geactiveerde kapitaaluitgaven.

 Bij het berekenen van het omslagpercentage wordt rekening gehouden met 3% (circa de geldmarktrente) bij een financieringsoverschot. Aan de reserves wordt 4% rente toegerekend. Met uitzondering van de bestemmingsreserves waarvoor een vast percentage is bepaald.

 Aan reserves ter dekking van kapitaallasten wordt hetzelfde rentepercentage toegerekend als de rente toegerekend aan de investering.

 Aan grondexploitaties rekenen we, zoals over de geactiveerde kapitaaluitgaven, in beginsel 5% rente toe, zowel in geval van positief als van een negatief saldo. Uitzondering hierop vormen de sleutelprojecten en de Noordse Buurt grondexploitaties, daar wordt een rentepercentage van 4%

gehanteerd.

 De vrijvallende kapitaallasten komen ten gunste van het begrotingsresultaat.

5.6 Woonlasten

In het collegeprogramma en het collegeakkoord staat dat de woonlasten niet meer stijgen dan met de inflatie.

Hierin is besloten dat de totale opbrengst gemeentelijke belastingen, exclusief autonome ontwikkeling (areaaluitbreiding, effecten herwaardering) en trendmatige verhogingen (inflatie), gelijk moet blijven. De inflatie op de inkomsten is gelijk aan de inflatie op de materiële budgetten. Bij de raming van de tarief bepaling wordt ook rekening gehouden met de korting op de algemene uitkering als gevolg van mutaties in de gemiddelde WOZ-waarde. Uitgangspunt hiervoor is het vastgestelde rekentarief dat het Ministerie van Binnenlandse Zaken in de meicirculaire 2013 presenteert. Voor de overige belastingen en heffingen geldt als uitgangspunt dat deze kostendekkend in de begroting worden verwerkt.

5.7 Rente

Na de vaststelling van de jaarrekening wordt de renteomslag opnieuw berekend. In het bezuinigingsproces

“andere tijd, andere gemeente” wordt deze post nader toegelicht en worden de naar verwachting positieve effecten meegenomen.

5.8 Onvoorzien

Artikel 8 (lid 1 en lid 6) van het BBV verplicht iedere gemeente een bedrag voor onvoorziene uitgaven op te nemen in de begroting. Voor de post onvoorzien is een bedrag van € 130.000 opgenomen.

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 24 van 26

(25)

5.10 Samenvatting technische richtlijnen begroting 2014-2017

In het volgende overzicht staan de belangrijkste uitgangspunten voor de meerjarenbegroting 2013-2016 weergegeven:

Omschrijving 2014 2015 2016 2017

Vorm van toezicht repressief repressief repressief repressief

Algemene uitkering mei circulaire mei circulaire mei circulaire mei circulaire

Prijsontwikkeling gemeente 3% 3% 3% 3%

Prijsontwikkeling verbonden partijen 0% 0% 0% 0%

Personeel / lonen 1,2% 1,2% 1,2% 1,2%

Personeel / werkgeverslasten 1% 1% 1% 1%

Rente 5% 5% 5% 5%

Rente aan reserves 4% 4% 4% 4%

Rente aan grondexploitaties excl.

Sleutelprojecten en Noordse Buurt)

5% 5% 5% 5%

Sleutelprojecten en Noordse Buurt 4% 4% 4% 4%

Kapitaallasten 5% 5% 5% 5%

Woonlasten Max 3% Max 3% Max 3% Max 3%

Onvoorzien € 130.000 € 130.000 € 130.000 € 130.000

De financiële effecten van enkele van bovenstaande technische richtlijnen zijn de volgende:

2014 2015 2016 2017

Inflatie kosten/opbrengsten -146 -142 -142 -142

Correctie algemene uitkering voor inflatie 342 342 342 342

Personeelskosten -190 -190 -190 -190

Totaal 6 10 10 10

Bedragen x € 1.000

11. Hanteren van de technische richtlijnen uit hoofdstuk 5 bij het opstellen van de begroting 2014-2017 Kanttekeningen

Het is mogelijk dat het nodig is om tijdens het proces van de begroting de geformuleerde uitgangspunten aan te passen. Dat geldt bijvoorbeeld voor nieuwe inzichten rond de algemene uitkering of door andere factoren zoals de wet Hof.

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 25 van 26

(26)

6. Financieel startpunt begroting 2014-2017

6.1 Voorjaarsnota

De voorjaarsnota wordt tegelijkertijd met de uitgangspuntennotitie aangeboden aan de raad. De grootste verschillen zijn opgenomen in het raadsvoorstel en toegelicht in de presentaties per programma. In de Voorjaarsnota is bijvoorbeeld het structurele effect van de septembercirculaire meegenomen. Het structurele effect van de Voorjaarsnota is:

2014 2015 2016 2017

Effecten Voorjaarsnota 640 553 582 582

Totaal 640 553 582 582

Bedragen x € 1.000 6.2 Financieel beeld

De opgenomen uitgangspunten leiden op hoofdlijnen tot het volgende begrotingsbeeld:

Omschrijving 2014 2015 2016 2017

Saldo begroting 2013-2016 107 129 551 551

Najaarsnota 2012 (structurele effecten) 86 87 87 87

Sub-saldo 193 216 638 638

4.1 ontwikkelingen algemene uitkering -84 -845 -1.372 -1.768

4.2 sociaal domein 0 -500 -605 -605

4.3 Grondexploitaties/sleutelprojecten / Noordse Buurt

-255 -383 -511 -639

4.4.1 Versterken weerstandsvermogen 0 -30 -60 -90

4.4.2 Vrijvallen risicobuffer 500 500 500 500

4.4.3 Doorschuiven precario 50 50 50 0

4.5.3 Diversen -460 -500 -500 -480

5.10 Technische richtlijnen 6 10 10 10

6.1 Voorjaarsnota 2013 640 553 582 582

Saldo begroting 2014-2017 590 -929 -1.268 -1.852

Uitgangspuntennotitie MR 6 juni 2013 Pagina 26 van 26

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Niet alleen de openbare verlichting bepaalt het beeld buiten in de openbare ruimte, maar ook andere lichtbronnen. Deze zijn vaak niet van de gemeente. Denk aan reclameverlichting,

Het gemaakte onderscheid kan in de bestemmingsregeling voor het bestemmingsplan Asten centrumgebied vertaald worden door onderscheid te ma- ken in de bestemmingen Verkeer –

Met deze rubriek sluiten we aan bij het openingsartikel waarin we de jonge dichteres Lisa Heyvaert en de poëzie in haar debuutbundel ‘Lieveheersbeestje’..

In deze uitgangspunten notitie doen we een voorstel voor een koers gericht op versterking van zelfredzaamheid en eigen kracht, het verminderen van zware zorg door inzet op

Voor Gooise Meren betekent dit, dat de keuzevrijheid en gelijkheid zoals die er per 1 januari 2018 is voor werkende ouders, ook zoveel mogelijk zal gelden voor ouders zonder recht

De klimaatopgave in het gebied vraagt om een kwalitatief en toekomstbestendig landschap in combinatie met een robuust watersysteem met ruimte voor aanleg van nieuwe

Als de begroting niet reëel en structureel sluitend is, kan Gedeputeerde Staten (GS) beslissen dat de gemeente onder preventief toezicht wordt geplaatst.. Hieronder geven wij in

Omdat het nog geruime tijd zal duren voordat de begroting in november aan u wordt gepresenteerd, voegen wij bij deze raadsinformatie nadere toelichting over de herzieningen toe.