• No results found

Luizenprotocol 2016/2017

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Luizenprotocol 2016/2017"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Luizenprotocol 2016/2017

(2)

2

Inleiding 3

1 Algemene informatie over hoofdluis 4

1.1 Wat is hoofdluis? 4

1.2 Hoe kom je aan hoofdluis? 4

1.3 Iedereen kan besmet worden 5

1.4 Hoe weet je of je hoofdluis hebt? 5

1.5 Hoe behandel ik hoofdluis? 6

1.6 Kenbaar maken 7

1.7 Aanvullende maatregelen op behandeling 7

2 Het hoofdluisbeleid op school 8

2.1 Informeren van ouders 8

2.2 De werkgroep hoofdluis 8

2.3 Consulteren van de jeugdverpleegkundige bij vragen over hoofdluis 8

2.4 Aanpak werkgroep hoofdluis 9

3 Instructies voor eerste screening van de werkgroep 10

3.1 De voorbereiding 10

3.2 Dag van de screening 10

3.3 De screening 10

3.4 Afsluiten van de screening 11

Bijlagen ouderbrief

klassenbrief hoofdluis gevonden tijdens controle klassenbrief hoofdluis gemeld door ouder/verzorger

(3)

3 Inleiding

Hoofdluis is een regelmatig terugkerend probleem. Op plaatsen waar veel mensen bij elkaar komen kan deze besmetting gemakkelijk van de een naar de ander overgebracht worden. De school is ongewild zo’n plaats.

Zowel de school als de ouders dienen een stuk verantwoordelijkheid te dragen met betrekking tot de bestrijding van hoofdluis. Het is de verantwoordelijkheid van de school een aantal

voorzorgsmaatregelen te nemen, waardoor de verspreiding zoveel mogelijk beperkt wordt. Het is de taak van de ouders om de kinderen te controleren op hoofdluis en zo nodig te behandelen.

In dit luizenprotocol gaan wij dieper in op het herkennen en behandelen van luizen en de maatregelen die de school neemt.

Dit luizenprotocol is gebaseerd op het luizenprotocol 2015 van de GGD Noord- en Oost-Gelderland.

(4)

4 1 Algemene informatie over hoofdluis

1.1 Wat is hoofdluis?

De hoofdluis hoort tot de groep van insecten die als parasiet op zoogdieren leeft. De hoofdluis komt alleen voor bij de mens en leeft op de haardos van de hoofdhuid. Ze kan in zeer zeldzame gevallen ook voorkomen op de wenkbrauwen, de wimpers of de baard. Met typische klempoten hecht de hoofdluis zich aan de hoofdharen van de gastheer. De hoofdluis kan niet vliegen of springen, maar alleen lopen. Een volwassen vrouwtje is circa 3 mm lang, een mannetjesluis is iets kleiner. De kleur van de luis varieert van egaal zandkleurig tot bijna zwart, afhankelijk van de kleur van het haar van de gastheer.

De hoofdluis voedt zich meerdere malen per dag met bloed. Tijdens het zuigen van minimale hoeveelheden bloed veroorzaakt het speeksel van de luis jeuk bij de gastheer. Meestal ontstaan pas klachten bij aanwezigheid van meerdere luizen.

De vrouwelijke hoofdluis plakt haar eieren (neten) aan de haren. Zij doet dit vlakbij de haarinplant, zo’n 3-4 mm boven de hoofdhuid. De hoofdluis bevestigt de neet met een kitstof die niet in water oplosbaar is. De tonvormige neten zijn circa 0,8 mm lang. Ze hebben een voorkeur voor warme, vochtige en donkere plekken. Op de hoofdhuid is dat onder de pony, achter de oren en in de nek.

De luizen hebben een levenscyclus die bestaat uit drie stadia: een ei-, een nimf- en een volwassenstadium.

De eieren komen na gemiddeld 7 dagen uit en de nieuwe luisjes beginnen dan na 7 tot 10 dagen ook met het leggen van eieren. Onder normale

omstandigheden blijft een volwassen luis nog

gemiddeld 20 dagen leven. De luis legt in deze periode gemiddeld 5 eitjes per dag. Het is dus niet

verwonderlijk dat een hoofd na ongeveer 14 dagen opeens vol zit met luizen en neten.

1.2 Hoe kom je aan hoofdluis?

De hoofdluisbesmetting vindt plaats door direct haar-

haar contact. Overdracht van hoofdluis via gezamenlijk gebruik van kammen, mutsen, jassen, petten, sjaals, knuffels en beddengoed is tot nu toe niet wetenschappelijk aangetoond. Vaak verloopt de besmetting symptoomloos. De besmettingsbron van hoofdluis is daarom meestal niet te achterhalen.

De belangrijkste klacht bij hoofdluis is jeuk. Eén tot twee weken na de besmetting kan jeuk optreden.

Kinderen met een permanente besmetting van luizen, hebben weinig of geen last van jeuk. Er ontstaat geen immuniteit tegen hoofdluis.

Zolang er luizen of ‘gevulde’ neten op het hoofd aanwezig zijn, blijft iemand potentieel besmettelijk.

De overleving van de luis buiten de mens is afhankelijk van omgevingstemperatuur en luchtvochtigheid. Bij kamertemperatuur (20°C) en zonder bloed overleeft een volwassen luis maximaal 48 uur.

(5)

5 1.3 Iedereen kan besmet worden

Iedereen kan besmet worden, maar hoofdluis komt vooral voor bij jonge kinderen tussen drie en twaalf jaar. Op school hebben spelende kinderen regelmatig fysiek contact. De besmetting van kinderen vindt daarom meestal plaats op school. Kinderen (met lang haar) hebben vaker hoofdluis, omdat ze tijdens het spelen vaak letterlijk met hun hoofden bij elkaar zitten. Door het veelvuldige onderling contact lopen ook huisgenoten van een kind met hoofdluis een groot risico om besmet te worden. Hoofdluis kent de volgende risicofactoren:

 Hoofdcontact; het feit dat hoofdluis minder vaak bij volwassenen voorkomt kan te maken hebben met minder hoofdcontact.

 Haarstructuur; hoofdluis komt minder vaak voor bij kinderen van Afrikaanse herkomst omdat zij een andere haarstructuur hebben.

Het krijgen van hoofdluis heeft niet te maken met slechte hygiëne. Luizen hebben juist een voorkeur voor schoon gewassen hoofden.

1.4 Hoe weet je of je hoofdluis hebt?

Hoofdluis kan beginnen met jeuk, maar dat hoeft niet altijd. Controleer door goed tussen de haren te kijken. Soms kunt u de hoofdluizen dan zien bewegen. Kijk vooral ook of u neten ziet. Dit zijn

grijswitte puntjes (de eitjes) die zich kunnen ontwikkelen tot luizen. De neten lijken wat op roos, maar ze zitten echt vastgeplakt aan het haar. Er is sprake van een hoofdluisbesmetting als een levende luis, of een levende neet in de hoofdharen te zien is.

(6)

6 1.5 Hoe behandel ik hoofdluis?

Op dit moment is er geen enkele therapie, behalve het kaalscheren, die een besmette persoon gegarandeerd ‘luizenvrij’ kan maken. Er zijn verschillende methoden om hoofdluis te behandelen:

 Dagelijks, gedurende twee weken, natte haren intensief kammen met een metalen

netenkam. Dit is even effectief als behandeling met antihoofdluismiddelen. Het verdient de voorkeur omdat deze behandeling niet leidt tot resistentieontwikkeling, wat bij sommige antihoofdluismiddelen wel het geval is. Het kammen van de haren met de fijntandige netenkam is niet altijd even makkelijk. Het is daarom verstandig om vóór de behandeling crèmespoeling te gebruiken. Een netenkam met goede resultaten is de Assy, te koop bij de natuurdrogist in Gorssel of bij de Etos.

Het kammen gaat als volgt:

 Was het haar met gewone shampoo en spoel het haar uit.

 Bescherm de ogen met een washandje.

 Breng ruim crèmespoeling in het haar en spoel dit uit.

 Kam de knopen en klitten uit het haar met een gewone kam.

 Houd het hoofd voorover boven een wasbak of een stuk wit papier en kam het haar van achter naar voren met een luizenkam, tegen de schedelhuid aan; start bij het ene oor en schuif na elke kambeweging op naar het ander oor.

 Vastgeplakte neten kunnen eventueel losgeweekt worden door een oplossing te maken van half keukenazijn/half water en dit op het haar te sprayen met bv een plantenspuit. Dit een paar minuten laten intrekken en vervolgens kammen met een metalen netenkam. De azijn lost de kitstof op waarmee de neten vast zitten aan het haar.

 Veeg de luizenkam regelmatig af aan een witte papieren servet of zakdoek en kijk of er luizen op het papier zichtbaar zijn.

 Controleer vervolgens het haar achter de oren en in de nek op de aanwezigheid van luizen.

 Maak kammen en borstels goed schoon (met water en zeep, uitkoken of ontsmetten met alcohol 70%).

 Het behandelen van haren met een geregistreerd antihoofdluismiddel in combinatie met het dagelijks kamen met een metalen netenkam, gedurende 14 dagen. Een geregistreerd middel is XTluis. Dit middel bevat dimeticon als bestanddeel. Als het kammen met een netenkam geen effect heeft, wordt overgegaan op deze methode. Om een optimaal effect te bereiken moet men de behandeling na één week herhalen met hetzelfde middel.

(7)

7

 Van de niet geregistreerde middelen (zoals Neemosan, Luisweg etc.) is niet bekend of ze effectief zijn. Gebruik van deze middelen verergert mogelijk het toch al zo moeilijk

beheersbare luizenprobleem. Bovendien komen bij deze middelen bijwerkingen voor, zoals bijvoorbeeld contacteczeem door 'tea tree'-olie. Het gebruik van deze middelen wordt daarom afgeraden.

 Een relatief nieuwe ontwikkeling om luizen te bestrijden is het gebruik van hete lucht. Een speciaal apparaat, de AirAllé, doodt de luizen en eitjes door ze uit te drogen, niet door verwarming. De AirAllé is ook geschikt voor haarsoorten die moeilijk te kammen zijn. In Nederland kan men hiervoor terecht bij een professioneel bedrijf.

 Preventieve middel zijn wel op de markt, maar de werking hiervan is niet door het RIVM aangetoond.

1.6 Kenbaar maken

 Meld in de omgeving dat u hoofdluis heeft geconstateerd. Denk hierbij ook aan oppas, bso en sportvereniging.

1.7 Aanvullende maatregelen op behandeling

Omdat luizen overlopers zijn, is de kans groot dat andere gezinsleden ook hoofdluis hebben. Het is daarom van belang wekelijks de (natte) haren van alle gezinsleden met een netenkam te

controleren. Het preventief gebruik van bestrijdingsmiddelen (zonder dat luis is gevonden) wordt afgeraden. Het draagt bij aan de resistentieontwikkeling van de hoofdluis.

(8)

8 2 Hoofdluis op school

Ouders en school dragen een gezamenlijke verantwoordelijkheid in het bestrijden van hoofdluis. Het is daarom van belang om hierin samen op te trekken. Van ouders verwachten wij dat zij hun kinderen controleren en zo nodig behandelen. Het is onze taak als school om voorzorgsmaatregelen te nemen om de verspreiding van hoofdluis te beperken. Dit doen wij door:

 Ouders te informeren

 De werkgroep hoofdluis binnen de school

 Consulteren van de jeugdverpleegkundige bij vragen over hoofdluis

2.1 Informeren van ouders

Via een speciale nieuwsbrief en via de website informeren wij de ouders over het hoofdluisprotocol binnen de school. Hierin geven wij o.a. tips over het herkennen en behandelen van hoofdluis.

Daarnaast informeren wij ouders met een kind waarbij neten en/of luizen aangetroffen zijn via de docent of via een brief over aangetroffen neten en hoofdluis met tips om te behandelen. Mochten de ouders zelf informatie in willen winnen, dan kunnen ze contact opnemen met de contactpersoon van de werkgroep hoofdluis.

2.2 De werkgroep hoofdluis

De werkgroep bestaat uit ouders en minimaal één docent(contactpersoon). De ouderwerkgroep screent alle kinderen na elke schoolvakantie, tijdens een eventuele her controle en bij tussentijdse meldingen. De screening voeren wij uit aan de hand van instructies van de GGD. De coördinatoren van de werkgroep bezoeken de GGD bijeenkomst over hoofdluis en geven de informatie door aan de ouders die helpen tijdens de screening.

2.3 Consulteren van de jeugdverpleegkundige bij vragen over hoofdluis.

De coördinatoren en contactpersoon van de werkgroep kunnen altijd terugvallen op de expertise van de GGD. De daar aanwezige jeugdverpleegkundige kan bijvoorbeeld de werkgroep ondersteunen of contact opnemen met ouders, die er niet in slagen om de hoofdluis onder controle te krijgen.

(9)

9 2.4 Aanpak werkgroep hoofdluis

 Zodra een ouder aan de school meldt dat er hoofdluis in het gezin heerst of er tijdens een controle neten/luizen worden gevonden dienen alle ouders/verzorgers van de betreffende klas te worden geïnformeerd dat er hoofdluis heerst en wat ze kunnen doen. Dit doet de docent van die klas via de klassenbrief melding hoofdluis (bijlage). Ouders dienen de instructies in die brief op te volgen. Er volgt vervolgens een algehele controle van de klas.

Ook de klassen van broer/zus worden gecontroleerd.

 De ouder van het kind met neten/luizen wordt persoonlijk geïnformeerd door de docent van de betreffende klas. De ouderbrief (bijlage) kan eventueel overhandigd worden. De docent krijgt via de contactpersoon de namen van de betreffende kinderen door.

 Als de melding niet via de werkgroep coördinator binnen komt, moet deze geïnformeerd worden.

 Worden er na deze controle twee of meer kinderen aangetroffen met neten/hoofdluis, dan volgt er na twee weken weer een controle. Hierover krijgen alle ouders van de betreffende klas weer een brief. De klassenouders informeren over de her controle via de mail.

 Mocht het zo zijn dat dezelfde leerling(en) tijdens de her controle nog steeds

neten/hoofdluis hebben, dan neemt de contactpersoon binnen de werkgroep contact op met de ouders. Hij/zij vraagt aan de ouders of de informatie over de behandeling duidelijk en begrijpelijk is overgekomen en beantwoordt eventuele vragen.

 Mocht een leerling tijdens twee opeenvolgende controles neten/hoofdluis hebben, dan kan hulp worden gevraagd aan de jeugdhulpverpleegkundige van de GGD. De contactpersoon binnen de werkgroep (de docent) informeert de ouders over deze mogelijkheid. Samen met hen kan de jeugdverpleegkundige zoeken naar de oorzaak van het niet slagen van de behandelingen en meedenken over een mogelijke oplossing. Indien nodig neemt de locatiemanager van school contact op met de ouders.

 De school mag een kind met hoofdluis niet weren van school. Ouders mogen hun kind niet thuis houden i.v.m. hardnekkige hoofdluis op school. Dit is wettelijk bepaald. Wel kan de werkgroep besluiten het haar van de leerling in een staart/vlecht te doen, om zo verdere verspreiding te minimaliseren.

(10)

10 3 Instructies voor eerste screening van de werkgroep

3.1 De voorbereiding

 Begin van het jaar ouders informeren over het luizenbeleid binnen de school.

 Jaarplanning opstellen voor de periodieke controles.

 Ouders voor elke controle op de hoogte stellen van dag en tijdstip controle.

 Afspraken maken over kapsels kinderen (vlechten, gel enz.).

 Leerlingenlijsten van de bevindingen in een insteekmap beheren.

 Controle voeren we uit in de hal.

 Benodigdheden voor de controle:

Satéprikkers Alcohol vergrootglas Pennen

Desinfectie voor de handen Leerlingenlijsten

3.2 Dag van screening

 Controleer of alle benodigdheden aanwezig zijn.

 Beginnen bij de bovenbouw. Leerlingenlijst overhandigen. Niet voor aanvang al klaarleggen i.v.m privacy. Ook ouders in de werkgroep vragen de bevindingen niet met andere ouders te bespreken i.v.m. de privacy.

3.3 De screening

 Begin boven aan de klassenlijst. Roep de kinderen uit de klas.

 Controleer vervolgens: Haren achter de oren, de kruin, de haren in de nek en onder de pony.

Til met de handen de haren op bovengenoemde plaatsen op. Gebruik hiervoor een satéprikker.

 Degene die controleert registreert de bevindingen per leerling op de klassenlijst. Registreer de datum, de bevindingen en eventuele bijzonderheden.

X= geen bevindingen VN=verse neten ON=oude neten L=luis

A=leerling afwezig

 Bij het aantreffen van neten of luis, vraagt de ouder een coördinator om mee te kijken. Ook bij twijfel vraagt de ouder een second opinion van een coördinator.

 Na elke controle gooit de ouder de satéprikker weg. Vervolgens roept de leerling die klaar is met de controle het volgende klasgenootje van de lijst uit de klas. Dit gaat zo door tot alle kinderen geweest zijn.

 Nadat de bovenbouw klaar is start men met de onderbouw.

 Bevindingen niet delen met de kinderen. Dit doet de contactpersoon naar de ouders.

(11)

11 3.4 Afsluiten van de screening

Reinig materiaal na de controle (kammen).

 De coördinatoren geven een lijst met bevindingen door aan de contactpersoon, die informeert de betreffende docenten.

 De docent van de betreffende klas licht de ouders van kinderen bij wie hoofdluis en/of neten geconstateerd zijn in, bij voorkeur mondeling anders via de ouder brief. Alle ouders van de klas ontvangen ook een brief (klassenbrief).Als er bij 2 of meer kinderen neten/luis gevonden zijn volgt er hercontrole na 2 weken.

 De contactpersoon zorgt dat vragen van ouders bij de coördinatoren van de werkgroep terecht komen. Bij voorkeur via de mail.

 De contactpersoon of coördinatoren kunnen contact opnemen met de GGD bij vragen of problemen.

(12)

12 Beste ouders/verzorgers,

Vandaag heeft er een hoofdluiscontrole plaatsgevonden op school. Bij deze controle is gebleken dat uw zoon/dochter neten/luizen in het haar heeft.

Ter voorkoming van verdere verspreiding is het noodzakelijk vandaag al te beginnen met behandelen van uw kind. Helaas is het verschil tussen oude neten en verse neten in sommige gevallen moeilijk te beoordelen. Belangrijk is om ook oude neten te verwijderen, anders is het erg moeilijk om eventuele nieuwe neten te ontdekken.

Het kammen gaat als volgt:

 Was het haar met gewone shampoo en spoel het haar uit.

 Bescherm de ogen met een washandje.

 Breng ruim crèmespoeling in het haar en spoel dit uit.

 Kam de knopen en klitten uit het haar met een gewone kam.

 Houd het hoofd voorover boven een wasbak of een stuk wit papier en kam het haar van achter naar voren met een luizenkam, tegen de schedelhuid aan; start bij het ene oor en schuif na elke kambeweging op naar het ander oor.

 Vastgeplakte neten kunnen eventueel losgeweekt worden door een oplossing te maken van half keukenazijn/half water en dit op het haar te sprayen met bv een plantenspuit. Dit een paar minuten laten intrekken en vervolgens kammen met een metalen netenkam. De azijn lost de kitstof op waarmee de neten vast zitten aan het haar.

 Veeg de luizenkam regelmatig af aan een witte papieren servet of zakdoek en kijk of er luizen op het papier zichtbaar zijn.

 Controleer vervolgens het haar achter de oren en in de nek op de aanwezigheid van luizen.

 Maak kammen en borstels goed schoon (met water en zeep, uitkoken of ontsmetten met alcohol 70%).

Dit kammen moet elke dag gebeuren, twee weken lang. Het is belangrijk dat een ouder/verzorger de haren van het kind kamt. Zo weet u zeker dat er geen stukken worden overgeslagen.

Mocht u vragen hebben naar aanleiding van deze brief kunt u uiteraard contact met ons opnemen.

Ook als de neten terug blijven komen, kunnen wij eventueel samen kijken wat de oorzaak hiervan is.

Met vriendelijke groet, Team Joppeschool Hoofdluiswerkgroep

(13)

13 Beste ouders/ verzorgers,

Vandaag zijn bij de standaard hoofdluiscontrole op school bij verschillende kinderen luizen en/of neten gevonden. De betreffende ouders zijn inmiddels op de hoogte gesteld.

Wij willen u vragen om uw kinderen extra op luizen en neten te controleren. Hoe eerder u erbij bent, hoe makkelijker de behandeling is en hoe minder kans er is op verdere verspreiding!

Hoofdluis kan beginnen met jeuk, maar dat hoeft niet altijd. Controleer door goed tussen de haren te kijken. Soms kunt u de hoofdluizen dan zien bewegen. Kijk vooral ook of u neten ziet. Dit zijn

grijswitte puntjes (de eitjes) die zich kunnen ontwikkelen tot luizen. De neten lijken wat op roos, maar ze zitten echt vastgeplakt aan het haar.

Plekken waar luizen graag zitten zijn onder de pony, achter de oren of in de nek. Mocht u luizen of neten aantreffen horen wij dit graag zo snel mogelijk.

Mocht u nog vragen hebben, neem dan gerust contact op.

Met vriendelijke groet, Team Joppeschool Hoofdluiswerkgroep

(14)

14 Beste ouders/ verzorgers,

Vandaag is er een melding geweest van een oplettende ouder/verzorger dat zijn/haar kind hoofdluis heeft.

Wij willen u vragen om uw kinderen extra op luizen en neten te controleren. Hoe eerder u erbij bent, hoe makkelijker de behandeling is en hoe minder kans er is op verdere verspreiding!

Hoofdluis kan beginnen met jeuk, maar dat hoeft niet altijd. Controleer door goed tussen de haren te kijken. Soms kunt u de hoofdluizen dan zien bewegen. Kijk vooral ook of u neten ziet. Dit zijn

grijswitte puntjes (de eitjes) die zich kunnen ontwikkelen tot luizen. De neten lijken wat op roos, maar ze zitten echt vastgeplakt aan het haar.

Plekken waar luizen graag zitten zijn onder de pony, achter de oren of in de nek. Mocht u luizen of neten aantreffen horen wij dit graag zo snel mogelijk.

Mocht u nog vragen hebben, neem dan gerust contact op.

Met vriendelijke groet, Team Joppeschool Hoofdluiswerkgroep

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De heer Streng, burgemeester van de gemeente Medemblik, heeft in de vergadering van het Algemeen Bestuur op 1 oktober 2021 een amendement ingediend om de verlaging van

De Raadscommissie heeft ingestemd met het voorstel om de kilometergrens voor leerlin- genvervoer voor de kinderen die naar de Brigantijn gaan te verruimen van 2 km naar

Luizen kunnen niet springen en niet vliegen. Ze kunnen alleen lopen: van de ene haar naar de andere haar en van het ene hoofd op het andere hoofd. Kinderen zijn

De Tweede Kamer heeft de regering tijdens de begrotingsbehandeling van de OCW begroting 2018 verzocht om met scholen overleg te voeren met als doel de medezeggenschap in het

- De ouders van de kinderen waarbij luizen/neten zijn aangetroffen worden via een persoonlijke mail geïnformeerd door de luizenpluis ouder van de klas: ‘Uw kind heeft

— Warmtenetten zijn niet voor alle locaties en situaties de beste oplossing, maar op veel plaatsen waar HVC op dit moment projecten ontwikkeld bieden warmtenetten goede kansen. —

Na hun rondgang door Velser- broek en IJmuiden was er een afsluitende bijeenkomst in de Bi- bliotheek Velsen voor een nabe- spreking waarbij hij zijn waarde- ring

hoofdluis besmetting wordt na een week weer een controle in desbetreffende klas uitgevoerd desnoods vaker, tot er in de groep geen neten en/of luizen meer worden aangetroffen.