• No results found

Symmetra PX. 96 en 160 kw 400 V Installatie 12/

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Symmetra PX. 96 en 160 kw 400 V Installatie 12/"

Copied!
86
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Symmetra™ PX

96 en 160 kW 400 V Installatie

12/2020

www.schneider-electric.com

(2)

Juridische informatie

Het merk Schneider Electric en alle handelsmerken van Schneider Electric SE en haar dochterondernemingen waarnaar in deze handleiding wordt verwezen, zijn eigendom van Schneider Electric SE of haar dochterondernemingen. Alle andere merken kunnen handelsmerken zijn van hun respectieve eigenaren. Deze handleiding en de inhoud ervan zijn beschermd onder de toepasselijke wetgeving met betrekking tot auteursrechten en worden uitsluitend ter informatie verstrekt. Niets uit deze handleiding mag worden gereproduceerd of verzonden in welke vorm of op welke wijze dan ook (elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of anderszins), voor welk doel dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van Schneider Electric.

Schneider Electric verleent geen recht of licentie voor commercieel gebruik van de handleiding of de inhoud ervan, behalve voor een niet-exclusieve en persoonlijke licentie om deze te raadplegen op "as is"-basis.

Producten en apparatuur van Schneider Electric mogen uitsluitend worden geïnstalleerd, bediend en onderhouden door gekwalificeerd personeel.

Aangezien normen, specificaties en ontwerpen van tijd tot tijd veranderen, kan de informatie in deze handleiding zonder voorafgaande kennisgeving worden gewijzigd.

Voor zo ver toegestaan door de toepasselijke wetgeving, wordt er geen

verantwoordelijkheid of aansprakelijkheid aanvaard door Schneider Electric en haar dochterondernemingen voor eventuele fouten of weglatingen in de inhoud van dit materiaal of gevolgen die voortvloeien uit of het gevolg zijn van het gebruik van de informatie in dit materiaal.

(3)

Inhoudsopgave

Belangrijke veiligheidsinstructies — BEWAAR DEZE

INSTRUCTIES

...5

Elektromagnetische compatibiliteit ...6

Voorzorgsmaatregelen...6

Elektrische veiligheid...9

Batterijveiligheid ...10

Specificaties

...12

Ingangsspecificaties ...12

Specificaties van de bypass ...12

Uitgangsspecificaties ...13

Aanbevolen stroomopwaartse en stroomafwaartse beveiliging...14

Systemen met enkele en dubbele netvoeding ...14

Specificaties voor modulaire batterijen ...14

Specificaties voor klassieke batterijen ...15

Warmteafgifte...16

Installatieprocedure voor systeem met PDU met modulaire batterijen

...17

Installatieprocedure voor systemen met UPS en modulaire of klassieke batterijen

...18

Montage

...19

De zijpanelen herschikken...19

De UPS gereedmaken voor kabels ...20

De UPS gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de bovenkant met kabelgeleiding ...20

De UPS gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de bovenkant zonder kabelgeleiding ...21

De UPS gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de onderkant zonder leidingen ...22

De UPS gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de onderkant met leidingen...23

Toegang tot het kabelverbindingsgebied in de UPS ...24

De PDU met modulaire batterijen gereedmaken voor kabels...26

Toegang tot het kabelverbindingsgebied van de PDU met modulaire batterijen ...26

De PDU met modulaire batterijen gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de bovenkant...27

De PDU met modulaire batterijen gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de voorkant zonder leidingen ...28

De PDU met modulaire batterijen gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de voorkant met leidingen...28

De communicatiekabels aansluiten

...30

De tripkabels van de batterijschakelaar en communicatiekabels verbinden in installaties met UPS en PDU met modulaire batterijen ...30

De tripkabels van de batterijschakelaar en communicatiekabels verbinden in installaties met UPS en modulaire batterijbehuizingen ...33

De netwerkcommunicatiekabel aansluiten ...36

990-3017L-022 3

(4)

De schakelaar voor nooduitschakeling van de voeding (EPO)

aansluiten ...37

Potentiaalvereffening uitvoeren

...39

Voedingskabels verbinden tussen UPS en PDU met modulaire batterijen

...40

De behuizingen onderling verbinden

...43

De behuizingen waterpas zetten

...44

Voedingskabels aansluiten

...45

Voedingskabels verbinden in installaties met UPS en PDU met modulaire batterijen...45

De ingangskabels in de PDU met modulaire batterijen aansluiten ...45

Vervolgvoedingsschakelaars van de PDU aansluiten...49

Voedingsdistributiemodules installeren in de PDU met modulaire batterijen ...51

Voedingskabels verbinden in systemen met UPS en modulaire batterijbehuizingen of klassieke batterijbehuizingen ...56

De voedingskabels in de UPS aansluiten ...56

Voedingskabels aansluiten in installaties met enkele netvoeding ...56

Voedingskabels aansluiten in installaties met dubbele netvoeding ...57

De batterijkabels in de UPS aansluiten ...59

Batterijkabels aansluiten op de UPS in systemen met een modulaire batterijoplossing en een kabelinvoer aan de zijkant ...59

Batterijkabels verbinden met de UPS – kabelinvoer via de boven- en onderkant...60

De onderhoudsbypassbehuizing installeren (optie)

...62

De afdekplaat van de schakelaars verwijderen van de onderhoudsbypassbehuizing ...62

De onderhoudsbypassbehuizing gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de onderkant ...63

De onderhoudsbypassbehuizing gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de bovenkant ...64

Voedingskabels verbinden tussen de UPS en de onderhoudsbypassbehuizing ...66

In- en uitgangsvoedingskabels verbinden met de onderhoudsbypassbehuizing ...67

(5)

INSTRUCTIES 96 en 160 kW 400 V

Belangrijke veiligheidsinstructies — BEWAAR DEZE INSTRUCTIES

Lees deze instructies zorgvuldig en bestudeer de apparatuur om ermee vertrouwd te worden voordat u deze probeert te installeren, bedienen of onderhouden. De volgende veiligheidsmeldingen kunnen in deze handleiding of op de apparatuur verschijnen om u te waarschuwen voor mogelijk gevaar of om uw aandacht te vestigen op informatie ter verduidelijking of vereenvoudiging van een procedure.

De aanwezigheid van dit symbool bij een veiligheidsmelding voor 'Gevaar' of 'Waarschuwing' geeft een elektriciteitsgevaar aan dat lichamelijk letsel tot gevolg kan hebben indien de instructies niet worden gevolgd.

Dit is het symbool voor een veiligheidswaarschuwing. Het wordt gebruikt om u te waarschuwen voor potentieel gevaar voor

persoonlijk letsel. Volg alle veiligheidsaanwijzingen met dit symbool om de kans op letsel of overlijden te voorkomen.

GEVAAR

GEVAAR geeft een gevaar aan dat, indien het niet wordt vermeden, de dood of ernstig persoonlijk letsel tot gevolg zal hebben.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

WAARSCHUWING

WAARSCHUWING geeft een gevaar aan dat, indien het niet wordt vermeden, de dood of ernstig persoonlijk letsel tot gevolg kan hebben.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan de apparatuur.

VOORZICHTIG

VOORZICHTIG geeft een gevaar aan dat, indien het niet wordt vermeden, gering tot matig letsel tot gevolg kan hebben.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur.

LET OP

LET OP wordt gebruikt voor berichten die niet met fysiek letsel te maken hebben. Het symbool voor veiligheidswaarschuwing wordt niet gebruikt bij dit type veiligheidsmelding.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot schade aan de apparatuur.

Opmerking

Elektrische apparatuur mag alleen door gekwalificeerd personeel worden geïnstalleerd, bediend en onderhouden. Schneider Electric aanvaardt geen verantwoordelijkheid voor eventuele gevolgen die voortvloeien uit het gebruik van dit apparaat.

990-3017L-022 5

(6)

96 en 160 kW 400 V INSTRUCTIES

Een gekwalificeerd persoon is iemand die vaardigheden en kennis heeft met betrekking tot de constructie, installatie en bediening van elektrische apparatuur en veiligheidstraining heeft gevolgd om de mogelijke gevaren te kunnen

herkennen en voorkomen.

Elektromagnetische compatibiliteit

LET OP

RISICO OP ELEKTROMAGNETISCHE STORING

Dit is een UPS-product van productcategorie C2. In een woonomgeving kan dit product radiostoring veroorzaken, in welk geval de gebruiker mogelijk

aanvullende maatregelen moet nemen.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot schade aan de apparatuur.

Voorzorgsmaatregelen

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Alle veiligheidsinstructies in dit document moeten gelezen, begrepen en opgevolgd worden.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Lees alle instructies in de installatiehandleiding alvorens dit UPS-systeem te installeren of ermee te werken.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Installeer het UPS-systeem niet tot alle constructiewerkzaamheden zijn voltooid en de installatieruimte is gereinigd.

(7)

INSTRUCTIES 96 en 160 kW 400 V

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN

• Het product moet geïnstalleerd worden in overeenstemming met de

specificaties en vereisten zoals die door Schneider Electric zijn gedefinieerd.

Deze hebben vooral betrekking op de externe en interne beveiligingen (stroomopwaartse schakelaars, batterijschakelaars, bekabeling, enz.) en omgevingsvereisten. Schneider Electric draagt geen verantwoordelijkheid indien niet aan deze vereisten is voldaan.

• Nadat het UPS-systeem elektrisch is bedraad, mag u het systeem niet inbedrijfstellen. Inbedrijfstelling mag alleen door Schneider Electric worden uitgevoerd.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Het UPS-systeem moet worden geïnstalleerd conform lokale en nationale voorschriften. Installeer de UPS conform:

• IEC 60364 (inclusief 60364–4–41- Bescherming tegen elektrische schokken, 60364–4–42 - Bescherming tegen thermische effecten, en 60364–4–43 - Bescherming tegen overstroom), of

NEC NFPA 70, of

• Canadian Electrical Code (C22.1, deel 1)

afhankelijk van de norm die in uw regio van toepassing is.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN

• Installeer het UPS-systeem in een binnenruimte waar de temperatuur kan worden geregeld en die vrij is van geleidende verontreinigingen en vocht.

• Installeer het UPS-systeem op een niet-ontvlambaar, egaal en stevig oppervlak (bijv. beton) dat het gewicht van het systeem kan dragen.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

990-3017L-022 7

(8)

96 en 160 kW 400 V INSTRUCTIES

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN De UPS is niet ontworpen voor (en mag dus niet worden geïnstalleerd in) ongeschikte omgevingen waarop het volgende van toepassing is:

• Schadelijke dampen

• Explosieve mengsels van stof of gassen, corrosieve gassen of geleidings- of stralingswarmte van andere bronnen

• Vocht, schurend stof, stoom of een extreem vochtige omgeving

• Schimmels, insecten, ongedierte

• Zilte lucht of verontreinigd koelmiddel

• Vervuilingsgraad hoger dan 2 volgens IEC 60664-1

• Blootstelling aan abnormale trillingen, schokken en kanteling

• Blootstelling aan direct zonlicht, warmtebronnen of sterke elektromagnetische velden

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Boor of stans geen gaten voor kabels of leidingen met de wartelplaten

gemonteerd, en boor of stans niet in de buurt van de UPS.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

WAARSCHUWING

GEVAAR VOOR VLAMBOGEN

Breng geen mechanische wijzigingen aan het product aan (inclusief

verwijdering van behuizingsonderdelen of boren/uitsnijden van gaten) die niet in de installatiehandleiding worden beschreven.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan de apparatuur.

LET OP

RISICO OP OVERVERHITTING

Respecteer de vereisten voor ruimte rond het UPS-systeem en bedek in geen geval de ventilatieopeningen van het product wanneer het UPS-systeem in bedrijf is.

(9)

INSTRUCTIES 96 en 160 kW 400 V

Elektrische veiligheid

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN

• Elektrische apparatuur mag alleen door bevoegde personen worden geïnstalleerd, bediend en onderhouden.

• Gebruik geschikte persoonlijke beschermingsmiddelen (PBM) en volg de richtlijnen voor veilig werken met elektriciteit.

• Schakel het UPS-systeem volledig spanningsloos voordat u werkzaamheden uitvoert aan of in de apparatuur.

• Controleer op gevaarlijke spanning tussen alle aansluitklemmen, inclusief de beschermingsaarde, voordat u werkzaamheden aan het UPS-systeem uitvoert.

• De UPS bevat een interne spanningsbron. Mogelijk staat er gevaarlijke spanning, zelfs wanneer niet aangesloten op de voedingsbron. Zorg ervoor dat de eenheden zijn UITGESCHAKELD en dat de netvoeding en batterijen zijn losgekoppeld voordat u het UPS-systeem installeert of

onderhoudswerkzaamheden uitvoert. Wacht vijf minuten voordat u de UPS opent totdat de condensatoren zijn ontladen.

• De UPS moet correct geaard zijn en vanwege een hoge lekstroom moet de aardingsgeleider als eerste worden aangesloten.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN In systemen waarbij terugvoedingsbeveiliging geen deel uitmaakt van het standaardontwerp moet een vermogensautomaat worden geïnstalleerd (terugvoedingsbeveiliging of een ander apparaat dat voldoet aan de vereiste van IEC/EN 62040–1 of UL1778 5th Edition, al naar gelang welke van de twee normen van toepassing is in uw regio) om gevaarlijke netspanning te

voorkomen aan de ingangsklemmen van de automaat. De automaat moet binnen 15 seconden nadat de voedingsbron uitvalt, worden geopend en moet volgens de specificaties zijn gedimensioneerd.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

Wanneer: de UPS-ingang is aangesloten via externe schakelaars die bij opening de nulleider onderbreken, of; de terugvoedingsbeveiliging zich buiten de

apparatuur bevindt, of; is aangesloten op een elektrisch systeem zonder neutraal (IT-systeem); dan zal door de gebruiker een label moeten worden geplaatst: bij de aansluitklemmen van de UPS-ingang; op alle primaire schakelaars die zich buiten de UPS-ruimte bevinden; op alle toegangspunten tussen voorgaande schakelaars en de UPS. Het label moet voorzien zijn van de volgende tekst (of vergelijkbare tekst in een taal die geaccepteerd wordt in het land waarin het UPS-systeem wordt geïnstalleerd):

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Risico op terugvoeding. Voordat u aan dit circuit werkt: Isoleer de UPS en controleer op gevaarlijke spanning tussen alle contacten, inclusief de beschermingsaarde.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

990-3017L-022 9

(10)

96 en 160 kW 400 V INSTRUCTIES

Batterijveiligheid

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN

• Batterijschakelaars moeten geïnstalleerd worden in overeenstemming met de specificaties en vereisten zoals die door Schneider Electric zijn

gedefinieerd.

• Onderhoud en reparaties aan batterijen mogen alleen worden uitgevoerd door of onder toezicht van gekwalificeerde personen met kennis van batterijen en de vereiste voorzorgsmaatregelen. Houd onbevoegde personen uit de buurt van batterijen.

• Koppel de laadbron los voordat u batterijklemmen aansluit of loskoppelt.

• Gooi defecte batterijen niet op een vuur, vanwege gevaar op ontploffing.

• Batterijen mogen niet opengemaakt, aangepast of beschadigd worden.

Vrijgekomen elektrolyt is schadelijk voor de huid en ogen. De stoffen kunnen giftig zijn.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN Batterijen kunnen gevaar voor elektrische schokken en een hoge

kortsluitstroom opleveren. Bij het hanteren van batterijen dient u dan ook de volgende voorzorgsmaatregelen in acht te nemen

• Verwijder horloges, ringen en andere metalen voorwerpen.

• Gebruik geïsoleerd gereedschap.

• Draag een veiligheidsbril, geïsoleerde handschoenen en veiligheidsschoenen.

• Leg geen gereedschap of metalen onderdelen op batterijen.

• Koppel de laadbron los voordat u batterijklemmen aansluit of loskoppelt.

• Controleer of de batterij per ongeluk geaard is. Is deze geaard, verwijder dan de bron van aarding. Contact met een deel van een geaarde batterij kan elektrische schokken veroorzaken. Het risico op een elektrische schok is kleiner als zulke aardingen worden verwijderd tijdens installatie en

onderhoud (van toepassing op apparatuur en op externe batterijvoedingen zonder een geaarde voedingsbron).

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

GEVAAR

(11)

INSTRUCTIES 96 en 160 kW 400 V

LET OP

RISICO OP BESCHADIGING VAN APPARATUUR

• Wacht totdat het systeem gereed is om ingeschakeld te worden voordat u de batterijen in het systeem plaatst. De tijd tussen het plaatsen van de

batterijen en het inschakelen van het UPS-systeem mag niet langer zijn dan 72 uur of 3 dagen.

• Batterijen mogen niet langer dan zes maanden worden bewaard omdat ze dan opnieuw moeten worden opgeladen. Als het UPS-systeem voor een lange periode wordt gedeactiveerd, raadt Schneider Electric aan het UPS- systeem ten minste elke maand 24 uur lang van stroom te voorzien. Zo worden de batterijen opgeladen en wordt onherstelbare schade vermeden.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot schade aan de apparatuur.

990-3017L-022 11

(12)

Specificaties

Alle onderstaande waarden zijn gebaseerd op configuraties met maximaal 96 kW en 160 kW. Als de kabels en de huidige beveiliging zijn geconfigureerd voor een systeem van 96 kW, mogen er slechts zes voedingsmodules in het systeem worden geïnstalleerd. Om het systeem op te waarderen tot 160 kW moeten de kabels en stroombeveiligingen worden aangepast.

OPMERKING: Alle elektrische bedrading voor voeding en voedingsregeling moet door een erkende elektricien worden aangesloten en moet voldoen aan de lokale en nationale voorschriften voor maximaal nominaal vermogen.

Ingangsspecificaties

96 kW 160 kW

380 V 400 V 415 V 380 V 400 V 415 V

Type aansluiting 3PH +, N + PE1 Ingangs-

frequentie (Hz)

40–70

Totale harmonische vervorming (THDI)

< 5% bij volledige belasting

Nominale ingangsstroom (A)2

154 146 141 256 243 234

Maximale ingangsstroom (A)3

169 160 155 281 267 258

Begrenzing ingangsstroom (A)4

197 197 197 295 295 295

Vermogensfactor ingang

> 0,98 bij belasting > 50%

Maximaal kortsluitings- niveau Icc (kA)

Maximale voorwaardelijke kortsluitstroom Icc: 30 kA.

Maximale piekweerstandstroom Ipk: Icc x 1.7.

Apparaat: RaadpleegAanbevolen stroomopwaartse en stroomafwaartse beveiliging, pagina 14.

Specificaties van de bypass

96 kW 160 kW

380 V 400 V 415 V 380 V 400 V 415 V

(13)

Uitgangsspecificaties

96 kW 160 kW

380 V 400 V 415 V 380 V 400 V 415 V

Aansluitingen 3PH + N + PE Uitgangscapaci-

teit

150% gedurende 60 seconden (normaal gebruik) 125% gedurende 10 minuten (normaal gebruik) 150% gedurende 60 seconden (op batterij) 125% gedurende 10 minuten (op batterij) 100% belasting (bypassmodus)

1000% gedurende 100 ms (bypassmodus) Nom.

uitgangsstroom (A)

147 139 134 243 231 223

Uitgangsfrequen- tie (synchr. met bypass)

47–53 Hz voor 50 Hz nominaal5

Frequentieveran- dering (Hz/s)

Programmeerbaar op 0,25, 0,5, 1, 2, 4, en 6

Totale harmonische vervorming (THDU)

< 2% lineair

< 5% niet-lineair

Uitgangsvermo- gensfactor

0,5 voorijlend tot 0,5 naijlend zonder reductie

Dynamische respons belasting

+/- 5%

Regeling van uitgangsspan- ning

+/- 1%

Piekfactor 2,7

990-3017L-022 13

5. U kunt de volgende opties selecteren: 40–60 Hz, 47–53 Hz, 49,9–50,1 Hz.

(14)

Aanbevolen stroomopwaartse en stroomafwaartse beveiliging

De hieronder vermelde stroomopwaartse beveiliging is vereist om de

voorwaardelijke kortsluitingsstroom Icc 30 kA symmetrische rms te verkrijgen.

Systemen met enkele en dubbele netvoeding Ingang en bypass

Met automaat PowerPact NLGF36400U3XTW

96 kW 160 kW

Ingang Bypass Ingang Bypass

Instelling automatische uitschakeling

96 kW 96 kW 160 kW 160 kW

Ir (A) 225 160 400 250

Ir (@ 6 Ir)6 0,5–16 0,5–16 0,5–16 0,5–16

li (x In) 1,5–12 1,5–12 1,5–12 1,5–12

Uitgang

96 kW 400 V 160 kW 400 V

Zekering Automaat (A) Zekering Automaat (A)

Batterijschakelaar (maximale waarde)7

550 550

UPS-uitgang Q2 160 A gl type zekering 160 250 A gl type zekering 250

Specificaties voor modulaire batterijen

OPMERKING: De batterijen moeten worden aangesloten op een gelijkstroomschakelaar.

Batterijtype Afgedicht loodzuur

Nominale spanning (VDC) +/- 192 (96 cellen bij 2 V)

Druppelspanning (VDC) +/- 218 (96 cellen bij 2,27 V)

Einde-ontladingsspanning bij volledige belasting (VDC) +/- 154 (96 cellen bij 1,6 V) Einde ontlading max. batterijstroom (A) 96 kW: 332

160 kW: 550

(15)

Specificaties voor klassieke batterijen

LET OP

GEVAAR VOOR BESCHADIGING VAN APPARATUUR

Gebruik niet meer dan één batterijtype in dezelfde installatie.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot schade aan de apparatuur.

Vooraf geplaatste batterijen XP12V1800 XP12V2500

Batterijtype Afgedicht loodzuur

Nominale spanning (V) 12 12

Vermogen9 1370 1870

Nominale capaciteit10 56,4 69,5

Interne weerstand (mOhm) 8,6 6,2

Kortsluitingsstroom (A) 1521 2030

Gelijkstroomwaarden voor batterij met uitgangsvermogensfactor = 1

Vermogen in kW

Belasting 25% 50% 75% 100%

32 kVA 8,5 16,9 25,4 33,9

64 kVA 16,9 33,9 50,8 67,7

96 kVA 25,4 50,8 76,2 101,6

128 kVA 33,9 67,7 101,6 135,4

160 kVA 42,3 84,7 127,0 169,3

Gelijkstroomwaarden voor batterij met uitgangsvermogensfactor = 0,8

Vermogen in kVA

Belasting 25% 50% 75% 100%

32 kVA 6,8 13,5 20,3 27,1

64 kVA 13,5 27,1 40,6 54,2

96 kVA 20,3 40,6 61,0 81,3

128 kVA 27,1 54,2 81,3 108,4

160 kVA 33,9 67,7 101,6 135,4

Maximale stroom bij batterij aan einde van ontlading (A)

Belasting 25% 50% 75% 100%

32 kW 27,6 55,1 82,7 110,2

64 kW 55,1 110,2 165,3 220,5

96 kW 82,7 165,3 248,0 330,7

990-3017L-022 15

9. 15 min 1,60 VDC 25 °C met blok 10. C101,80 VDC 25 °C Ah

(16)

128 kW 110,2 220,5 330,7 440,9

160 kW 137,8 275,6 413,4 551,1

Warmteafgifte

OPMERKING: Warmteverlies bij volledige belasting met nominale netvoeding en volledig opgeladen batterijen.

Nominale waarde van UPS

32 kW 64 kW 96 kW 128 kW 160 kW

Warmteafgifte in kWh (BTU/uur)

1,68 (5748) 3,37 (11496) 5,05 (17244) 6,73 (22992) 8,42 (28741)

(17)

batterijen 96 en 160 kW 400 V

Installatieprocedure voor systeem met PDU met modulaire batterijen

1. Montage, pagina 19(niet afgebeeld in illustratie).

a. De zijpanelen herschikken, pagina 19.

b. De PDU met modulaire batterijen gereedmaken voor kabels, pagina 26.

2. De tripkabels van de batterijschakelaar en communicatiekabels verbinden in installaties met UPS en PDU met modulaire batterijen, pagina 30.

3. De netwerkcommunicatiekabel aansluiten, pagina 36.

4. De schakelaar voor nooduitschakeling van de voeding (EPO) aansluiten, pagina 37.

5. De modulaire batterijoplossing installeren, pagina 69.

6. Voedingskabels verbinden tussen UPS en PDU met modulaire batterijen, pagina 40.

7. De behuizingen onderling verbinden, pagina 43enDe behuizingen waterpas zetten, pagina 44.

8. Voedingskabels verbinden in installaties met UPS en PDU met modulaire batterijen, pagina 45.

OPMERKING: Ingangsnulleider is altijd INgeschakeld. Ingangsnulleider wordt nooit UITgeschakeld wanneer stroomonderbreker Q1 IN- of UITgeschakeld wordt. Er moet een continu geaarde nulleider zijn aangesloten op de ingang van de UPS. Deze aansluiting zorgt dat de UPS-nulleider geaard blijft in batterijbedrijf. Werking van de UPS in batterijbedrijf zonder de continu geaarde nulleider kan leiden tot

buitensporige spanningspotentialen tussen aarde- en lijnspanning. Deze buitensporige spanning kan leiden tot schade aan extern aangesloten apparatuur. De nulverbinding naar de belasting wordt geschakeld bij gebruik van Q2 en Q3.

990-3017L-022 17

(18)

96 en 160 kW 400 V klassieke batterijen

Installatieprocedure voor systemen met UPS en modulaire of klassieke batterijen

1. Montage, pagina 1911(niet afgebeeld in illustratie) a. De zijpanelen herschikken, pagina 19.

b. De UPS gereedmaken voor kabels, pagina 20.

2. De tripkabels van de batterijschakelaar en communicatiekabels verbinden in installaties met UPS en modulaire batterijbehuizingen, pagina 3312

3. De netwerkcommunicatiekabel aansluiten, pagina 36.

4. De schakelaar voor nooduitschakeling van de voeding (EPO) aansluiten, pagina 37.

5. Installeer uw batterijoplossing:

– De modulaire batterijoplossing installeren, pagina 69 – De klassieke batterijoplossing installeren, pagina 73

6. De behuizingen onderling verbinden, pagina 43enDe behuizingen waterpas

(19)

Montage

De zijpanelen herschikken

OPMERKING: Alleen bij systemen die op een verhoogde vloer zijn geïnstalleerd, kan de kabelinvoer onderin worden gebruikt.

OPMERKING: Voor systemen met klassieke batterijbehuizingen hoeven de zijpanelen niet herschikt te worden

1. Herschik de zijpanelen afhankelijk van uw configuratie:

– Systeem met UPS en PDU met modulaire batterijen: Verwijder de zijpanelen aan weerszijden van de UPS. Installeer het ene zijpaneel op de laatste modulaire batterijbehuizing in de rij en het andere zijpaneel over de open kant van de PDU met modulaire batterijen.

– Systeem met UPS en modulaire batterijbehuizingen aan de UPS vast:

Verwijder het zijpaneel van de UPS aan de kant van de modulaire

batterijbehuizing en installeer het op de laatste modulaire batterijbehuizing in de rij.

– Systeem met UPS en losstaande modulaire batterijbehuizingen: Laat de zijpanelen op de UPS. De extra zijpanelen zijn nodig voor de open zijde van de modulaire batterijbehuizingen.

2. Als u de zijpanelen wilt verwijderen, moet u ze eerst losdraaien met de meegeleverde sleutel. Druk de vergrendeling omlaag en trek vervolgens het zijpaneel naar buiten en omhoog.

3. U plaatst de zijpanelen terug door ze onder een hoek te zetten en vervolgens naar binnen te drukken. Zet de zijpanelen vast met de sleutel.

990-3017L-022 19

(20)

De UPS gereedmaken voor kabels

Er zijn vier manieren om de kabels te leiden Volg de procedure die op uw installatie van toepassing is:

• De UPS gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de bovenkant zonder kabelgeleiding, pagina 21.

• De UPS gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de bovenkant met kabelgeleiding, pagina 20.

• De UPS gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de onderkant zonder leidingen, pagina 22.

• De UPS gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de onderkant met leidingen, pagina 23.

De UPS gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de bovenkant met kabelgeleiding

1. Verwijder de borstelsleuf en wartelplaat.

Achteraanzicht van de UPS

2. Boor zoveel gaten in de wartelplaat als nodig en plaats de kabelgeleiding.

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK, ONTPLOFFING OF VLAMBOGEN

Boor of stans geen gaten uit voor kabels of kabelgeleiding terwijl de wartelplaat is geïnstalleerd, en boor of stans geen gaten dicht bij de UPS.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

3. Plaats de wartelplaat terug.

(21)

De UPS gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de bovenkant zonder kabelgeleiding

1. Verwijder de borstelsleuf en wartelplaat.

Achteraanzicht van de UPS

2. Plaats de borstelsleuf terug.

Achteraanzicht van de UPS

990-3017L-022 21

(22)

De UPS gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de onderkant zonder leidingen

VOORZICHTIG

GEVAAR VAN SCHADE DOOR ONGEDIERTE

In gebieden met een verhoogd risico op rattenplaag maakt u gaten in de onderplaat, zet u deze plaat terug en trekt u de kabels door de plaat. Controleer of er geen scherpe randen zijn die de kabels zouden kunnen beschadigen.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur.

1. Verwijder de aardingskabel.

2. Verwijder de schroeven voor de onderplaat.

3. Til de onderplaat op om deze te verwijderen.

Achteraanzicht van de UPS

(23)

De UPS gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de onderkant met leidingen

1. Verwijder de aardingskabel.

2. Verwijder de schroeven voor de onderplaat.

3. Til de onderplaat op om deze te verwijderen.

4. Boor gaten in de onderplaat en installeer de leidingen.

Achteraanzicht van de UPS

5. Bevestig de onderplaat terug op zijn plaats, met de leidingen aangebracht.

6. Plaats de schroeven voor de onderplaat terug

7. Plaats de aardingskabel terug. Het vereiste aanhaalmoment is 8 Nm.

Achteraanzicht van de UPS

990-3017L-022 23

(24)

Toegang tot het kabelverbindingsgebied in de UPS

1. Open de achterdeur van de UPS.

2. Verwijder de vier afdekplaten van boven naar beneden door de twee schroeven in elke plaat los te draaien.

3. Til de plaat omhoog en naar buiten.

Achteraanzicht van de UPS

3

2 2

3

2 2

3

2 2

3

2 2

OPMERKING: De volgende stappen zijn alleen van toepassing op systemen waarin de PDU met modulaire batterijen links van de UPS is geplaatst:

4. Verwijder de drie trekontlasters links en leg ze apart voor later.

5. Verwijder de nul-busbar rechts op de UPS door de vier bouten los te draaien en de busbar aan de linkerkant van de UPS te monteren.

(25)

6. Monteer de trekontlasters (eerder verwijderd) aan de rechterkant.

Achteraanzicht van de UPS

990-3017L-022 25

(26)

De PDU met modulaire batterijen gereedmaken voor kabels

• De PDU met modulaire batterijen gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de bovenkant, pagina 27.

• De PDU met modulaire batterijen gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de voorkant zonder leidingen, pagina 28.

• De PDU met modulaire batterijen gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de voorkant met leidingen, pagina 28.

Toegang tot het kabelverbindingsgebied van de PDU met modulaire batterijen

1. Open het spanningsvrije voorpaneel in de PDU met modulaire batterijen.

Vooraanzicht van de PDU met modulaire batterijen

2. Verwijder de drie blindplaatjes.

(27)

3. Verwijder de twee bouten onder aan de kabelgoot en verwijder de kabelgoot.

Vooraanzicht van de PDU met modulaire batterijen

De PDU met modulaire batterijen gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de bovenkant

1. Verwijder de speciale afdekplaat. Ga door naar stap 2 als u leidingen gebruikt.

Vooraanzicht van de PDU met modulaire batterijen

990-3017L-022 27

(28)

2. Boor gaten in de bovenplaat en installeer de leidingen.

Vooraanzicht van de PDU met modulaire batterijen

3. Bevestig de bovenplaat terug op zijn plaats, met de leidingen aangebracht.

De PDU met modulaire batterijen gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de voorkant zonder leidingen

1. Draai de bouten los en verwijder de plaat door deze omhoog en naar rechts te tillen.

Vooraanzicht van de PDU met modulaire batterijen

De PDU met modulaire batterijen gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de voorkant met leidingen

1. Verwijder de bouten. Verwijder de plaat door deze omhoog en naar rechts te tillen.

(29)

3. Bevestig de onderplaat terug op zijn plaats, met de leidingen aangebracht.

Vooraanzicht van de PDU met modulaire batterijen

990-3017L-022 29

(30)

De communicatiekabels aansluiten

Volg een van de onderstaande procedures:

• De tripkabels van de batterijschakelaar en communicatiekabels verbinden in installaties met UPS en PDU met modulaire batterijen, pagina 30.

• De tripkabels van de batterijschakelaar en communicatiekabels verbinden in installaties met UPS en modulaire batterijbehuizingen, pagina 33

De tripkabels van de batterijschakelaar en communicatiekabels verbinden in installaties met UPS en PDU met modulaire

batterijen

Zet de behuizingen dicht genoeg bij elkaar zodat de communicatiekabels

aangesloten kunnen worden. De behuizingen moeten echter niet te dicht bij elkaar worden gezet. De extra ruimte is nodig om de bedrading te voltooien.

Overzicht van de communicatiekabels

1. Leid de tripkabel van de batterijschakelaar van J1 in de eerste modulaire batterijbehuizing naar de J3-poort in de volgende modulaire batterijbehuizing.

Herhaal de procedure voor alle modulaire batterijbehuizingen.

2. Leid de tripkabel van de batterijschakelaar van de PDU met modulaire batterijen naar J28 op de EPO/hulpinterfaceprint (0P4123) in de UPS.

OPMERKING: Wanneer de UPS wordt geïnstalleerd in omgevingen met risico op interferentie, moet de EMC-set met drie ferrietkernen worden

(31)

3. Leid de tripkabel van de batterijschakelaar van J1 in de laatste modulaire batterijbehuizing naar J27 op de EPO/hulpinterfaceprint (0P4123) in de UPS.

4. Leid de communicatiekabel van XR-communicatiepoort 1 in elke modulaire batterijbehuizing naar poort 2 in de volgende modulaire batterijbehuizing.

Verwijder de afsluitweerstand, indien nodig.

5. Leid de communicatiekabel van XR-communicatiepoort 1 op de laatste modulaire batterijbehuizing in de rij naar XR-communicatiepoort 2 op de UPS.

990-3017L-022 31

(32)

6. Leid de communicatiekabel van XR-communicatiepoort 2 op de PDU met modulaire batterijen naar XR-communicatiepoort 1 op de UPS.

7. Leid de drie PDU-communicatiekabels van de PDU met modulaire batterijen naar J7, J8 en J1 op de interfaceprint van de onderhoudsbypass (0P3199) in de UPS.

(33)

De tripkabels van de batterijschakelaar en communicatiekabels verbinden in installaties met UPS en modulaire

batterijbehuizingen

OPMERKING: Communicatiekabels voor klassieke batterijbehuizingen worden later aangesloten inDe signaalkabels aansluiten als slechts één klassieke batterijbehuizing geïnstalleerd is, pagina 79enDe signaalkabels aansluiten als meerdere klassieke batterijbehuizingen geïnstalleerd zijn, pagina 82.

Zet de behuizingen dicht genoeg bij elkaar zodat de communicatiekabels

aangesloten kunnen worden. De behuizingen moeten echter niet te dicht bij elkaar worden gezet. De extra ruimte is nodig om de bedrading te voltooien.

Overzicht van de communicatiekabels

1. Leid de tripkabel van de batterijschakelaar van J1 in de eerste modulaire batterijbehuizing naar J3 in de volgende modulaire batterijbehuizing. Herhaal de procedure voor alle modulaire batterijbehuizingen.

Achteraanzicht van de modulaire batterijbehuizingen

2. Leid de tripkabel van de batterijschakelaar van J1 in de laatste modulaire batterijbehuizing naar J27 op de EPO/hulpinterfaceprint (0P4123) in de UPS.

OPMERKING: Wanneer de UPS wordt geïnstalleerd in omgevingen met risico op interferentie, moet de EMC-set met drie ferrietkernen worden geïnstalleerd met drie circuits. Bevestig een ferrietklem voor

hoogfrequentiegeluiden. Gebruik set 0J-9147.

990-3017L-022 33

(34)

3. Leid de communicatiekabel van XR-communicatiepoort 1 in elke modulaire batterijbehuizing naar poort 2 in de volgende modulaire batterijbehuizing.

Verwijder de afsluitweerstand, indien nodig.

4. Leid de communicatiekabel van XR-communicatiepoort 1 in de laatste modulaire batterijbehuizing naar XR-communicatiepoort 2 van de UPS.

(35)

5. Leid de communicatiekabels van het onderhoudsbypasspaneel naar de interfaceprint van de onderhoudsbypass (0P3199) in de UPS.

OPMERKING: Wanneer de UPS wordt geïnstalleerd in omgevingen met risico op interferentie, moet de EMC-set met drie ferrietkernen worden geïnstalleerd met drie circuits. Bevestig een ferrietklem voor

hoogfrequentiegeluiden. Gebruik set 0J-9147.

6. Voor een schakelinrichting van derden zonder toezicht verwijdert u de jumper tussen pennen 13 en 14 van J2. Voor een schakelinrichting waarbij toezicht is verbonden met de interfaceprint van de onderhoudsbypass, behoudt u de jumper.

990-3017L-022 35

(36)

De netwerkcommunicatiekabel aansluiten

1. De netwerkcommunicatiekabel (meegeleverd) is reeds aangesloten op de UPS en bevindt zich aan de bovenkant van de UPS-behuizing. Sluit de netwerkcommunicatiekabel aan op uw LAN-netwerk.

Bovenaanzicht van de UPS

(37)

De schakelaar voor nooduitschakeling van de voeding (EPO) aansluiten

Achteraanzicht van de UPS

De UPS moet worden aangesloten op een droog contact of een externe 24V- gelijkspanningsbron.

EPO (Emergency Power Off) kan tot stand worden gebracht door een

contactsluiting of door toepassing van een externe 24V gelijkspanning van een SELV-bron (Safety Extra Low Voltage; extra lage spanning voor veiligheid). Het is belangrijk dat gevaarlijke netspanning wordt geïsoleerd van de contactsluiter of 24V gelijkspanning. De EPO-circuitcontactsluiting of 24V gelijkspanning wordt beschouwd als SELV-circuit zoals gedefinieerd in EN60950-1 “Safety of Information Technology Equipment” (Veiligheid van apparatuur voor

informatietechniek). SELV-circuits worden geïsoleerd van het lichtnet met een isolerende veiligheidstransformator en zijn zo ontworpen dat de spanning onder normale omstandigheden beperkt wordt tot een piekwaarde van 42,4V of 60V gelijkspanning.

OPMERKING: De bedrading van EPO-schakelaars moet voldoen aan plaatselijke en nationale regelgeving voor elektrische bedrading.

990-3017L-022 37

(38)

OPMERKING: Wanneer de UPS wordt geïnstalleerd in omgevingen met risico op interferentie, moet de EMC-set met drie ferrietkernen worden geïnstalleerd met drie circuits. Bevestig een ferrietklem voor hoogfrequente verstoringen.

Gebruik set 0J-9147.

Bedradingsschema EPO-schakelaar

(39)

Potentiaalvereffening uitvoeren

OPMERKING: Mogelijk moeten bepaalde potentiaalvereffeningsdraden worden verlegd om deze in uw systeemconfiguratie te laten passen.

1. Verbind de twee potentiaalvereffeningsgeleiders tussen alle behuizingen in het systeem. De vereffeningsgeleiders zijn reeds aangesloten op de PDU, de modulaire batterijen, de UPS en alle modulaire batterijbehuizingen. Plaats de vereffeningsgeleider (B) en de sterring op het PEM-tapeind (A) in de

naastgelegen behuizing. Bevestig vervolgens de M8-moer (C) op het PEM- tapeind (A) om de vereffening te voltooien. (Opmerking: sterring is mogelijk bevestigd op de moer.)

990-3017L-022 39

(40)

96 en 160 kW 400 V modulaire batterijen

Voedingskabels verbinden tussen UPS en PDU met modulaire batterijen

OPMERKING: Deze procedure is alleen van toepassing op systemen met UPS en PDU met modulaire batterijbehuizingen.

Schneider Electric raadt aan om een kabelschoen van 45º te gebruiken.

Schneider Electric raadt aan multiflexibele koperkabels te gebruiken om de kabels zoals weergegeven te routeren.

OPMERKING: Zorg voor een faserotatie met de klok mee inclusief nul. De diameter van de voedingscontactbout is 10 mm en het vereiste

aanhaalmoment is 26 Nm.

OPMERKING: Verwijder niet de 12 nylon M10-zeskantbouten van de busbars. Steek de kabels in de open gaten.

OPMERKING: Leg de kabels in de UPS indien mogelijk aan de buitenkant van de geleiderails (zie illustratie).

OPMERKING: De M10-bouten, ringen en kabelbinders zijn inbegrepen in de UPS-accessoireset.

(41)

batterijen 96 en 160 kW 400 V Achteraanzicht van de UPS

1. Voordat u de kabels legt, moet u de drie bouten van elke trekontlaster naast de PDU losdraaien.

2. Leid de kabels naar de UPS door de gaten in de trekontlaster aan de zijkant van de behuizing, beginnend aan de onderkant met de bypass-L3 en vervolgens omhoog. Leg de kabels netjes om zoveel mogelijk te voorkomen dat de kabels zich opstapelen. Maak de kabels niet vast.

3. Sluit de kabels aan op de busbars met de overeenkomende labels.

990-3017L-022 41

(42)

96 en 160 kW 400 V modulaire batterijen 4. Draai op elke trekontlaster de drie bouten vast.

Zijaanzicht van de UPS

(43)

De behuizingen onderling verbinden

OPMERKING: De communicatie- en voedingskabels moeten tussen de behuizingen worden aangesloten om ze onderling met elkaar te verbinden.

Volg de beschreven installatieprocedure.

1. Lijn de behuizingen uit.

2. Verbind de buitenverbindingsbeugels (meegeleverd) om de behuizingen aan elkaar vast te zetten.

990-3017L-022 43

(44)

De behuizingen waterpas zetten

WAARSCHUWING

KANTELGEVAAR

Het systeem moet op een vlakke ondergrond worden geplaatst. De stelpoten zorgen er weliswaar voor dat de behuizing stabiel staat, maar bieden geen compensatie voor een sterk hellende ondergrond.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel of schade aan de apparatuur.

1. Draai de vier stelpoten met een schroevendraaier omlaag

2. Stel de vier stelpoten af met een steeksleutel en zorg dat de behuizing waterpas staat.

WAARSCHUWING

KANTELGEVAAR

Verplaats de behuizing niet nadat de stelpoten omlaag zijn gedraaid.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot

(45)

Voedingskabels aansluiten

Voedingskabels verbinden in installaties met UPS en PDU met modulaire batterijen

1. De ingangskabels in de PDU met modulaire batterijen aansluiten, pagina 45.

Volg een van deze procedures:

– Voedingskabels aansluiten in installaties met enkele netvoeding, pagina 46.

– Voedingskabels aansluiten in installaties met dubbele netvoeding, pagina 47

2. Vervolgvoedingsschakelaars van de PDU aansluiten, pagina 49.

3. Voedingsdistributiemodules installeren in de PDU met modulaire batterijen, pagina 51.

De ingangskabels in de PDU met modulaire batterijen aansluiten

VOORZICHTIG

GEVAAR VOOR BESCHADIGING VAN APPARATUUR

Zorg voor een faserotatie met de klok mee en voor een neutrale locatie van de voedingscontactbout. In de kabelschoen passen koperkabels van maximaal 300 mm² (of twee koperkabels van 130 mm²). In systemen met dubbele netvoeding worden de maximale kabelmaten beperkt door de kabelgoot, die plaats biedt aan ingangs- en bypasskoperkabels van maximaal 120 mm². Het vereiste aanhaalmoment is 62 Nm.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur.

OPMERKING: De nuldraad van de ingang en bypass zit vastgemonteerd in de UPS. Breng geen jumper aan tussen de twee nulverbindingen in

installaties met enkele netvoeding.

990-3017L-022 45

(46)

Voedingskabels aansluiten in installaties met enkele netvoeding

Vooraanzicht van de PDU met modulaire batterijen

OPMERKING: Leid de ingangskabels zover mogelijk naar rechts om plaats te maken voor de kabels van de voedingsdistributiemodules, die later worden aangesloten.

1. Leid de kabels door de boven- of onderkant en verbind ze als volgt:

– In systemen met bekabeling aan de bovenkant verbindt u de ingangskabels met de ingangsaansluitpunten.

(47)

Voedingskabels aansluiten in installaties met dubbele netvoeding

Vooraanzicht van de PDU met modulaire batterijen

1. Verwijder de drie busbars voor enkele netvoeding.

2. Leid de kabels door de boven- of onderkant en sluit de ingangskabels aan op de ingangs- en bypasskabels op de bypassaansluitpunten.

3. In systemen met een ingang aan de bovenkant dient u de kabels aan de kabelgoot te bevestigen met behulp van kabelbinders met een minimale lustreksterkte van 80 kg (meegeleverd).

990-3017L-022 47

(48)

Kabelinvoer aan de bovenkant - Vooraanzicht van de PDU met modulaire batterijen

(49)

Kabelinvoer aan de onderkant - Vooraanzicht van de PDU met modulaire batterijen

Vervolgvoedingsschakelaars van de PDU aansluiten

VOORZICHTIG

GEVAAR VOOR BESCHADIGING VAN APPARATUUR

Zorg voor een faserotatie met de klok mee en voor een neutrale locatie van de voedingscontactbout. De aansluitpunten van de schakelaar bieden plaats aan kabels van maximaal 70 mm². Het vereiste aanhaalmoment is 26 Nm.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur.

Elke vervolgvoedingsschakelaar is berekend op maximaal 160 A.

1. Bevestig de drie blindplaatjes terug op hun plaats.

990-3017L-022 49

(50)

2. Verbind de kabels met de schakelaars van de vervolgvoeding (kabels niet meegeleverd).

(51)

3. Bevestig de kabelgoot terug op zijn plaats.

Voedingsdistributiemodules installeren in de PDU met modulaire batterijen

GEVAAR

GEVAAR VOOR ELEKTRISCHE SCHOK Een voedingsdistributiemodule installeren:

• Schakel alle voeding voor deze apparatuur uit en voer de toepasselijke lockout/tagout-procedures uit.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

990-3017L-022 51

(52)

VOORZICHTIG

RISICO OP LICHAMELIJK LETSEL OF APPARAATSCHADE

• Installeer alleen voedingsdistributiemodules van Schneider Electric met corresponderende uitgangsspanning.

• Begin onderaan in het paneel wanneer u voedingsdistibutiemodules installeert om te voorkomen dat kabels in de war raken.

• Bewaar vulplaatjes voor hergebruik. Als een module wordt verwijderd, moet er een vulplaatje worden geplaatst ter bescherming van de open

voedingsrail.

• Sleufvergendelingen (twee aan twee gekoppeld) moeten altijd op

distributiemoduleposities in het paneel worden geplaatst, ongeacht of er een voedingsdistributiemodule of een vulplaatje zit.

• Zorg dat alle schakelaars op de voedingsdistributiemodule die wordt geïnstalleerd, in de stand OFF (open) staan.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur.

1. Verwijder de plaat linksboven op de PDU met modulaire batterijen.

Vooraanzicht van de PDU met modulaire batterijen

2. Plaats de sleutel in de sleufvergrendeling.

(53)

4. Houd de zijkanten ingedrukt terwijl u de sleutel eruittrekt om de sleuf te ontgrendelen.

5. Een vulplaatje verwijderen: Druk de clip omlaag om het mechanisme te ontgrendelen en trek het vulplaatje recht naar u toe.

OFFOFFOFFOFFOFFOFF

6. Druk de rode knop omlaag om de vergrendeling aan de voorkant van de voedingsdistributiemodule te openen.

7. Trek de kabel op de voedingsdistributiemodule door de bovenkant van de behuizing.

OPMERKING: Zorg dat de kabel achter de module minimaal 178 mm speling heeft. Dit is nuttig voor het geval dat de module ooit verwijderd of vervangen moet worden. (254 tot 508 mm wordt aanbevolen, maar door ruimtebeperkingen in de PDU en de kabeldikte zal de hoeveelheid speling variëren.)

OPMERKING: Wanneer u voedingsdistributiemodules bovenaan in het paneel installeert, plaatst u eerst de kabel. Trek deze aan en bevestig de module aan de voedingsrail om te voorkomen dat kabels tussen het paneel en de sleuf in de war raken.

8. Schuif de voedingsdistributiemodule via de sleuven in het paneel. Schuif de module er volledig in, zodat deze verbinding maakt met de voedingsrail.

990-3017L-022 53

(54)

9. Sluit de vergrendeling om de voedingsdistributiemodule vast te zetten.

Vooraanzicht van de PDU met modulaire batterijen

(55)

11. Alleen voor lege voedingsdistributieposities:

a. Steek de onderste lip van het vulplaatje in de sleuf en schuif het vulplaatje richting de voedingsrail.

b. Klik het vulplaatje vast en controleer of het goed vergrendeld is.

OFFOFFOFFOFFOFFOFF

12. Plaats de sleufvergrendeling door deze in de sleuven te duwen.

OFFOFFOFFOFFOFFOFF

13. Sluit de voedingsdistributiemodule aan op de juiste apparatuur.

990-3017L-022 55

(56)

Voedingskabels verbinden in systemen met UPS en modulaire batterijbehuizingen of klassieke batterijbehuizingen

1. De voedingskabels in de UPS aansluiten, pagina 56. Volg een van deze procedures:

– Voedingskabels aansluiten in installaties met enkele netvoeding, pagina 56.

– Voedingskabels aansluiten in installaties met dubbele netvoeding, pagina 57.

De voedingskabels in de UPS aansluiten

Schneider Electric raadt aan om een kabelschoen van 45º te gebruiken.

OPMERKING: Verwijder niet de 12 nylon M10-zeskantbouten van de busbars. Steek de kabels in de open gaten.

OPMERKING: De M10-bouten, ringen en kabelbinders zijn inbegrepen in de UPS-accessoireset.

Voedingskabels aansluiten in installaties met enkele netvoeding

VOORZICHTIG

GEVAAR VOOR BESCHADIGING VAN APPARATUUR

Zorg voor een faserotatie met de klok mee en voor een neutrale locatie. De diameter van de voedingscontactbout is 10 mm. Het vereiste aanhaalmoment is 26 Nm.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur.

OPMERKING: De nuldraad van de ingang en bypass zit vastgemonteerd in de UPS. Breng geen jumper aan tussen de twee nulverbindingen in

installaties met enkele netvoeding.

(57)

3. Plaats de drie kabels (0W3617) die bij de eenheid zijn meegeleverd.

Achteraanzicht van de UPS

Voedingskabels aansluiten in installaties met dubbele netvoeding

OPMERKING: Zorg voor een faserotatie met de klok mee en voor een neutrale locatie. De diameter van de voedingscontactbout is 10 mm. Het vereiste aanhaalmoment is 26 Nm.

1. Leid de kabels door de boven- of onderkant van de behuizing en bevestig de kabels aan de hand van de aanduidingen op de busbars.

990-3017L-022 57

(58)

2. Sluit de aardingskabel aan in de UPS aan de hand van het symbool op de aardingsrail.

Achteraanzicht van de UPS

(59)

De batterijkabels in de UPS aansluiten

OPMERKING: Batterijkabels van modulaire batterijbehuizingen kunnen door de zij-, boven- of onderkant van de UPS worden gelegd. Kabels van klassieke batterijbehuizingen kunnen alleen door de onderkant van de UPS worden geleid. Batterijkabels van batterijbehuizingen van derden kunnen alleen door de onderkant van de UPS worden geleid.

OPMERKING: Leg de batterijkabels in de UPS indien mogelijk aan de buitenkant van de geleiderails.

OPMERKING: Verwijder niet de 12 nylon M10-zeskantbouten van de busbars. Steek de kabels in de open gaten.

OPMERKING: De M10-bouten, ringen en kabelbinders zijn inbegrepen in de UPS-accessoireset.

Schneider Electric raadt aan om een kabelschoen van 45º te gebruiken.

Batterijkabels aansluiten op de UPS in systemen met een modulaire batterijoplossing en een kabelinvoer aan de zijkant

1. Voordat u de kabels via de zijkant leidt, moet u de drie bouten van de trekontlaster in de UPS naast de batterijbehuizing losdraaien.

2. Leid de kabels naar de UPS door de gaten in de trekontlaster.

3. Sluit de batterijkabels BAT-, BAT+, CT (middelpunt) aan op de busbars aan de hand van de labels. Zet de kabels vast met kabelbinders.

990-3017L-022 59

(60)

4. Draai de drie bouten op de trekontlaster vast.

Achteraanzicht van de UPS

Batterijkabels verbinden met de UPS – kabelinvoer via de boven- en onderkant

GEVAAR

GEVAAR VOOR BRAND OF VLAMBOGEN

Het is verplicht om de batterijschakeling te beschermen met een stroomonderbreker van Schneider Electric die is uitgerust met een uitschakelspoel (MX 230 VAC).

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot ernstig of dodelijk letsel.

(61)

2. Sluit de batterijkabels BAT-, BAT+, CT (middelpunt) aan op de busbars aan de hand van de labels.

Achteraanzicht van de UPS

990-3017L-022 61

(62)

De onderhoudsbypassbehuizing installeren (optie)

OPMERKING: Deze instructies zijn van toepassing op de

onderhoudsbypassbehuizing met halfrekvloermontage (300 mm breed).

Raadpleeg voor anderen typen onderhoudsbypassbehuizing de instructies die bij de onderhoudsbypass worden geleverd.

De afdekplaat van de schakelaars verwijderen van de onderhoudsbypassbehuizing

1. Verwijder het voorpaneel door de twee vergrendelingen bovenaan in te drukken.

2. Verwijder de afdekplaat door de vier bevestigingsschroeven te verwijderen.

Vooraanzicht van de onderhoudsbypassbehuizing

(63)

3. Voer potentiaalvereffening uit, verbind de onderhoudsbypassbehuizing met de andere behuizingen en zet deze waterpas – ziePotentiaalvereffening uitvoeren, pagina 39enDe behuizingen onderling verbinden, pagina 43voor informatie over hoe u dit kunt doen.

Specificaties van veldbedrading van onderhoudsbypass

Ingangsbedrading

Omgevingstemperatuur Maximale ingangsstroom Kabeldoorsnede

30 ºC 332 A 2 x 120 mm2(AWG 4/0)

Uitgangsbedrading

Omgevingstemperatuur Maximale ingangsstroom Kabeldoorsnede

30 ºC 278 A 2 x 120 mm2(AWG 4/0)

OPMERKING: Als de omgevingstemperatuur hoger dan 30 ºC is, moeten er dikkere draden worden gekozen in overeenstemming met nationale bedradingsvereisten.

De onderhoudsbypassbehuizing gereedmaken voor kabels in systemen met een ingang aan de onderkant

VOORZICHTIG

GEVAAR VOOR BESCHADIGING VAN APPARATUUR

Zorg dat scherpe randen die door het boren kunnen ontstaan, goed zijn afgedekt zodat ze de kabelisolatie niet kunnen beschadigen.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur.

VOORZICHTIG

GEVAAR VOOR BESCHADIGING VAN APPARATUUR

Verwijder de afdekplaten van de behuizing. Boor of snijd niet in de platen langs de bovenkant of van binnenuit de behuizing, of terwijl de platen zijn

geïnstalleerd in de behuizing.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur.

990-3017L-022 63

(64)

1. Verwijder de speciale afdekplaat onderaan voor voedingskabels.

Vooraanzicht van de onderhoudsbypassbehuizing

2. Boor de benodigde gaten voor leidingen in de onderplaat en bevestig deze plaat terug op zijn plaats, met de leidingen aangebracht.

Vooraanzicht van de onderhoudsbypassbehuizing

De onderhoudsbypassbehuizing gereedmaken voor kabels in

systemen met een ingang aan de bovenkant

(65)

VOORZICHTIG

GEVAAR VOOR BESCHADIGING VAN APPARATUUR

Verwijder de afdekplaten van de behuizing. Boor of snijd niet in de platen langs de bovenkant of van binnenuit de behuizing, of terwijl de platen zijn

geïnstalleerd in de behuizing.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur.

1. Verwijder de speciale afdekplaat bovenaan voor voedingskabels.

Vooraanzicht van de onderhoudsbypassbehuizing

2. Boor de benodigde gaten voor leidingen in de bovenplaat en bevestig deze plaat terug op zijn plaats, met de leidingen aangebracht.

Vooraanzicht van de onderhoudsbypassbehuizing

990-3017L-022 65

(66)

Voedingskabels verbinden tussen de UPS en de onderhoudsbypassbehuizing

VOORZICHTIG

GEVAAR VOOR BESCHADIGING VAN APPARATUUR

Zorg dat scherpe randen die door het boren kunnen ontstaan, goed zijn afgedekt zodat ze de kabelisolatie niet kunnen beschadigen.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur.

De verbinding kan vanaf de linker- of rechterkant van de onderhoudsbypassbehuizing worden uitgevoerd.

Zijaanzicht rechts van de onderhoudsbypassbehuizing

(67)

2. Leid de uitgangs- en bypass-/ingangskabels door de zijkant van de onderhoudsbypassbehuizing en door de trekontlaster in de UPS.

3. Verbind L1, L2 en L3 van de onderkant van onderhoudsbypassbehuizing Q1 en N van de bovenkant van onderhoudsbypassbehuizing Q3 met de UPS- bypassingang.

4. Verbind L1, L2, L3 en N van de bovenkant van onderhoudsbypassbehuizing Q2 met de UPS-uitgang.

5. Leid de signaalkabel door de zijkant van de onderhoudsbypassbehuizing en de UPS in.

OPMERKING: Wanneer de UPS wordt geïnstalleerd in omgevingen met risico op interferentie, moet de EMC-set met drie ferrietkernen worden geïnstalleerd met drie circuits. Bevestig een ferrietklem voor

hoogfrequentiegeluiden. Gebruik set 0J-9147.

6. Verwijder de jumperbedrading tussen J1 en J2 op de interfaceprint van de onderhoudsbypass (0P3199) in de UPS.

7. Verbind de signaalkabel met J1 en J8 op de interfaceprint voor onderhoud (0P3199) in de UPS.

OPMERKING: Voor een schakelinrichting van derden zonder toezicht verwijdert u de jumperpen tussen J2-pennen 13 en 14. Voor een aan de wand gemonteerde schakelinrichting waarbij toezicht onderling is

verbonden met de interfaceprint van de onderhoudsbypass, behoudt u de jumperpen tussen J2-pennen 13 en 14.

In- en uitgangsvoedingskabels verbinden met de onderhoudsbypassbehuizing

VOORZICHTIG

GEVAAR VOOR BESCHADIGING VAN APPARATUUR

Zorg voor een faserotatie met de klok mee. Het vereiste aanhaalmoment voor de ingangsconnector van de schakelaar met dubbele kabelschoen is 31 Nm.

Gebruik de lange stelbouten voor het ingangskabelbereik van 70 mm2minimum tot 120 mm2maximum. Gebruik de korte stelbouten die bij de

onderhoudsbypassbehuizing worden geleverd voor het ingangskabelbereik van 150 mm2minimum tot 300 mm2maximum. Zorg ervoor dat de plastic cover over de schakelblokken wordt geïnstalleerd.

Wanneer deze instructies niet worden gevolgd, kan dit leiden tot letsel of schade aan de apparatuur.

1. Leid de ingangskabels door de boven- of onderkant van de

onderhoudsbypassbehuizing naar de ingang Q1. Verwijder de plastic cover van de schakelblokken bovenaan.

2. Verbind de ingangskabels met de blokken L1, L2, L3 en N.

3. Verbind de aardekabel (PE) met het PE-blok. Plaats de plastic cover terug op de schakelblokken bovenaan.

4. Leid de uitgangskabels door de boven- of onderkant van de

onderhoudsbypassbehuizing naar de uitgang Q2. Verwijder de plastic cover van de schakelblokken onderaan.

5. Verbind de uitgangskabels met de blokken L1, L2, L3 en N.

990-3017L-022 67

(68)

6. Sluit de aardingskabel aan op het aardingsblok. Plaats de plastic cover terug op de schakelblokken onderaan.

Vooraanzicht van de onderhoudsbypassbehuizing

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Inspectiecategorie Onderdeel Omschrijving Kwantificering Effecten Functioneren Capaciteit Voldoet bij vollast niet meer aan. ontwerpcondities ten opzichte van

- Als de installatie voltooid is, mogen de elektrische onderdelen niet meer toegankelijk zijn voor de gebruiker.. - Wanneer het oppervlak is gebarsten, schakel dan het apparaat uit

→ Pagina 4 en &#34;materiële schade ver- mijden&#34; → Pagina 12 in acht om uw apparaat veilig te kunnen gebruiken..

Door de knop “Functies” in willekeurig welke stand te zetten, wordt de oven ingeschakeld: Op het display worden de functies of de bij elke functie horende submenu’s weergegeven..

Onjuist aangesloten elektrische uitgangen van een generatoraggregaat kunnen leiden tot schade aan de apparatuur, ernstig lichamelijk of dodelijk letsel, en dit mag alleen

• Belangrijk: De installatie mag alleen door gekwalificeerd onderhoudspersoneel worden uitgevoerd. Onjuiste installatie kan leiden tot ernstig letsel en/of schade aan

NB: Als u de Otiom-tracker verkeerd om of niet in het midden van de oplader hebt geplaatst, brandt de lamp niet permanent.. Draai de Otiom-tracker in dit geval om en plaats

Dit apparaat kan worden bediend door kinderen vanaf 8 jaar en door personen met fysieke, sensorische of geestelijke beperkin- gen of met gebrekkige ervaring en/of kennis, indien