K O N I N K L I J K E V E R E N I G I N G VA N L E D E N D E R
N E D E R L A N D S E R I D D E R O R D E N
OPGERICHT 1902
*
*
S TAT U T E N
&
H U I S H O U D E L I J K E
R E G L E M E N T
STATUTEN
van de te ’s-Gravenhage gevestigde vereniging: KONINKLIJKE VERENI- GING VAN LEDEN DER NEDERLANDSE RIDDERORDEN, zoals laat- stelijk vastgesteld bij akte op 20 augustus 2010 verleden voor notaris Jonk- heer Mr F.J.M.I. van Rijckevorsel van Kessel te ’s-Gravenhage.
Naam en Zetel Artikel 1
1 De vereniging draagt de naam: Koninklijke Vereniging van Leden der Nederlandse Ridderorden.
2 Zij is gevestigd te ’s-Gravenhage.
Doel Artikel 2
De vereniging heeft ten doel:
a. in de eerste plaats het verlenen van geldelijke bijstand aan steunbehoe- vende deelgenoten der Nederlandse ridderorden en hun nagelaten min- derjarige betrekkingen, bij voorrang aan leden van de vereniging en aan nagelaten minderjarige betrekkingen van leden van de vereniging wier lidmaatschap door overlijden is beëindigd;
b. het geven van donaties aan op sociaal en/of cultureel-historisch terrein gerichte Nederlandse goede doelen van nationaal belang;
c. het bevorderen van het saamhorigheidsgevoel onder de deelgenoten der orden;
d. het waar mogelijk mede behartigen van de belangen der Nederlandse ridderorden, onder meer door het medehelpen hooghouden van het aan- zien van deze orden, het laten horen van de stem der vereniging indien dit wenselijk wordt geoordeeld en het steunen - eventueel geldelijk - van activiteiten ten doel hebbende het aanzien der orden te bevorderen, één en ander in de ruimste zin.
Duur Artikel 3
De vereniging is aangegaan voor onbepaalde tijd.
Leden en Toelating Artikel 4
1. De vereniging kent:
a. gewone leden;
b. leden voor het leven.
Waar in deze statuten wordt gesproken van lid of leden wordt of worden daaronder verstaan zowel de gewone leden als de leden voor het leven, tenzij het tegendeel blijkt.
2. Tot het lidmaatschap worden uitsluitend toegelaten natuurlijke personen die krachtens een Koninklijk besluit deel uitmaken van een Nederlandse ridderorde of van een Koninklijke huisorde.
3. Het lidmaatschap is persoonlijk.
4. Leden die zich bijzonder verdienstelijk jegens de vereniging of haar doel- stellingen hebben gemaakt, kunnen op voorstel van het bestuur door de algemene vergadering tot lid van verdienste worden benoemd.
5. De vereniging kent het beschermheerschap/beschermvrouweschap en het erevoorzitterschap. De beschermheer/beschermvrouwe en de erevoorzitter behoeven geen lid te zijn van de vereniging.
Contributie Artikel 5
1. De gewone leden zijn gehouden tot het betalen van een jaarlijkse con- tributie, welke wordt vastgesteld door de algemene vergadering.
2. Leden voor het leven zijn die leden die een door de algemene verga- dering vastgesteld bedrag hebben voldaan. Zij betalen geen jaarlijkse contributie.
Schorsing lid Artikel 6
1. In het geval waarin het bestuur tot opzegging van het lidmaatschap kan besluiten, alsmede in de gevallen waarin het bestuur tot ontzetting uit het lidmaatschap kan besluiten, kan het bestuur het lid voor een termijn van ten hoogste één jaar schorsen.
2. Een lid, ten aanzien van wie opzegging of ontzetting wordt overwogen, kan in afwachting van het te nemen besluit door het bestuur voorlopig worden geschorst. Zodanige schorsing kan te allen tijde door het be- stuur worden opgeheven en vervalt in elk geval wanneer zij niet binnen twee maanden door een definitieve maatregel wordt gevolgd.
3. De schorsing geschiedt bij aangetekende brief onder mededeling van de redenen, de datum van de aanvang en de duur van de schorsing. Voor een besluit tot schorsing wordt genomen moet het lid in de gelegenheid zijn gesteld zich in een vergadering van het bestuur te verdedigen.
4. Een geschorst lid kan gedurende de termijn van schorsing geen van zijn lidmaatschapsrechten uitoefenen; zijn uit het lidmaatschap voortvloei- ende verplichtingen blijven onverkort bestaan.
5. Een geschorst lid kan tegen zijn schorsing niet in beroep komen bij de algemene vergadering.
Einde lidmaatschap Artikel 7
1. Het lidmaatschap eindigt:
a. door overlijden van het lid;
b. door schriftelijke opzegging door het lid; het lidmaatschap wordt dan beëindigd per het einde van het verenigingsjaar waarin de op- zegging is geschied, mits de opzegging tenminste vier weken voor het einde van het jaar is gedaan;
c. door schriftelijke opzegging door het bestuur; deze kan geschieden, wanneer een lid zijn verplichtingen jegens de vereniging niet na- komt, alsook wanneer redelijkerwijs van de vereniging niet gevergd kan worden het lidmaatschap te laten voortduren;
d. door ontzetting (royement); deze wordt door het bestuur uitgespro- ken, wanneer een lid in strijd met de statuten, reglementen of beslui- ten van de vereniging handelt of de vereniging op onredelijke wijze benadeelt.
2. Wanneer het lidmaatschap in de loop van een verenigingsjaar eindigt, blijft de jaarlijkse contributie voor het geheel verschuldigd.
Bestuur Artikel 8
1. Het bestuur van de vereniging bestaat uit een oneven aantal van ten- minste vijf en ten hoogste negen personen. Het aantal bestuursleden wordt vastgesteld door de raad van toezicht.
2. Het bestuur wijst uit zijn midden een voorzitter, een plaatsvervangend voorzitter, een secretaris en een penningmeester aan. Het kan voor de secretaris en de penningmeester een plaatsvervanger aanwijzen. Een bestuurslid kan meer dan één functie vervullen.
3. Het bestuur is belast met het besturen van de vereniging, behoudens de beperkingen volgens de statuten.
4. Het bestuur is met goedkeuring van de raad van toezicht bevoegd tot het sluiten van overeenkomsten:
a. tot het verkrijgen, vervreemden of bezwaren van registergoederen, zijnde onder registergoederen te verstaan zaken of rechten, voor welker overdracht of vestiging een overschrijving of inschrijving in daartoe bestemde openbare registers noodzakelijk is;
b. waarbij de vereniging zich als borg of hoofdelijk medeschuldenaar verbindt, zich voor een derde sterk maakt of zich tot zekerheidsstel- ling voor een schuld van een derde verbindt.
Op het ontbreken van deze goedkeuring kan door en tegen derden be- roep worden gedaan.
5. Het bestuur is bevoegd uitkeringen als bedoeld in artikel 2, sub a, toe te kennen, waarbij het zowel de hoogte als de tijdsduur vaststelt.
6. Indien het aantal bestuursleden beneden het minimum vastgestelde aantal is gedaald, blijft het bestuur bevoegd.
7. Het bestuur is bevoegd onder zijn verantwoordelijkheid bepaalde on- derdelen van zijn taak te doen uitvoeren door commissies, deze worden door het bestuur benoemd.
8. Het bestuur zendt aan de raad van toezicht de agenda voor en de notulen van zijn vergaderingen.
Benoeming, aftreding, schorsing en ontslag van bestuursleden Artikel 9
1. De bestuursleden worden benoemd door de raad van toezicht. Alleen leden van de vereniging kunnen tot bestuurslid worden benoemd.
2. In afwijking van het vorenstaande kan één lid van het bestuur buiten de leden worden benoemd indien dit bestuurslid wordt benoemd als secretaris of penningmeester.
3. Een lid is slechts tot bestuurslid benoembaar indien hij de vijfenzeven- tigjarige leeftijd nog niet heeft bereikt. Een bestuurslid défungeert aan het einde van de eerste jaarvergadering gehouden nadat hij de vijfenze- ventigjarige leeftijd heeft bereikt.
4. Een lid van het bestuur met uitzondering van het lid 2 bedoelde lid, défungeert op de dag, waarop hij het lidmaatschap van de vereniging verliest.
5. De raad van toezicht kan een bestuurslid te allen tijde schorsen of ont- slaan. Wordt een schorsing niet binnen drie maanden opgeheven of door ontslag gevolgd, dan vervalt de schorsing.
Raad van Toezicht Artikel 10
1. Het toezicht op het bestuur berust bij de raad van toezicht, bestaande uit ten minste vijf en ten hoogste vijftien leden. De algemene vergadering stelt het aantal leden vast.
2. De leden van de raad van toezicht worden benoemd en ontslagen door de algemene vergadering. Alleen leden van de vereniging kunnen tot lid van de raad van toezicht worden benoemd.
3. De raad van toezicht zal voor elke vacature een voordracht opstellen.
Deze voordracht is niet bindend.
4. Het stellen van tegenkandidaten is mogelijk tot uiterlijk drie dagen voor de dag van de vergadering. Een zodanige kandidaatstelling moet schriftelijk bij het bestuur worden ingediend en ondertekend door ten minste tien (10) leden van de vereniging, alsmede door de voorgestelde kandidaat.
5. Een lid is slechts benoembaar indien hij de vijfenzeventigjarige leeftijd nog niet heeft bereikt. Een lid défungeert aan het einde van de eer- ste jaarvergadering gehouden nadat hij de vijfenzeventigjarige leeftijd heeft bereikt.
6. Een lid van de raad van toezicht défungeert op de dag waarop hij het lidmaatschap van de vereniging verliest.
7. De raad van toezicht regelt zelf zijn werkwijze, waaronder te begrijpen het voorzien in de leiding van de raad.
8. De raad van toezicht brengt jaarlijks verslag uit aan de algemene verga- dering.
Vertegenwoordiging van de vereniging Artikel 11
De vereniging wordt in en buiten rechte vertegenwoordigd door de voor- zitter, de plaatsvervangend voorzitter, de secretaris en de penningmeester, dan wel door twee van hen. Verenigingsjaar Artikel 12 Het verenigingsjaar is gelijk aan het kalenderjaar.
Algemene vergadering Artikel 13
1. Jaarlijks, uiterlijk zes maanden na afloop van het verenigingsjaar, wordt een algemene vergadering - de jaarvergadering - gehouden.
2. De agenda van deze vergadering vermeldt onder meer de volgende pun- ten ter behandeling:
a. verslag van het bestuur over de gang van zaken in de vereniging en het gevoerde beleid in het afgelopen verenigingsjaar;
b. de balans per het einde van het afgelopen verenigingsjaar en de staat van baten en lasten over dat jaar, met het verslag van de in artikel 17 bedoelde commissie of accountant;
c. de begroting over het lopende jaar;
d. benoeming van de leden van de in artikel 17 bedoelde commissie voor het volgende verenigingsjaar;
e. voorziening in eventuele vacatures;
f. voorstel van het bestuur tot het geven van een of meer donaties aan doelen als genoemd in artikel 2 b.
g. voorstellen van het bestuur of de leden, aangekondigd bij oproeping voor de vergadering.
3. Uit de ledenvergadering komende suggesties voor steun aan een goed doel als genoemd in artikel 2 b kunnen niet eerder dan in een volgende ledenvergadering op voorstel van het bestuur beleid worden.
4. Algemene vergaderingen worden voorts gehouden zo dikwijls als het bestuur zulks wenselijk acht.
5. Het bestuur is verplicht een algemene vergadering bijeen te roepen op schriftelijk verzoek van ten minste een/tiende (1/10) van de leden. De bijeenroeping dient te geschieden op een termijn van ten hoogste vier weken. Indien het bestuur niet binnen veertien dagen aan het verzoek gevolg geeft, kunnen de verzoekers zelf tot die bijeenroeping overgaan.
De bijeenroeping kan alsdan alleen geschieden bij brieven aan alle le- den.
Oproeping tot een algemene vergadering Artikel 14
1. De oproeping tot een algemene vergadering geschiedt niet later dan op de vijftiende dag voor die der vergadering. Bij oproeping worden de te behandelen onderwerpen vermeld.
2. De oproeping geschiedt door het bestuur door aankondiging in het of- ficiële orgaan van de vereniging of bij brieven aan de leden.
Leiding en besluitvorming algemene vergadering Artikel 15
1. De algemene vergadering wordt voorgezeten door de voorzitter, bij diens afwezigheid door de plaatsvervangend voorzitter en bij diens af- wezigheid door het oudste aanwezige bestuurslid in anciënniteit. Indien geen bestuurslid aanwezig is, voorziet de vergadering zelf in haar lei- ding.
2. Van het verhandelde in elke algemene vergadering wordt door de secre- taris of een ander, door de voorzitter daartoe aangewezen persoon, no- tulen gemaakt, die door de voorzitter en de notulist worden vastgesteld en ondertekend.
3. Alle leden hebben toegang tot elke algemene vergadering en zijn be- voegd daarin het woord te voeren.
4. Ieder lid en het bestuurslid bedoeld in artikel 9, lid 2, heeft één stem.
Een lid kan zijn stem door een schriftelijk daartoe gemachtigd ander lid van de vereniging uitbrengen, met dien verstande dat een lid voor zich en/of als gemachtigde in totaal niet meer dan drie stemmen kan uitbren- gen. Leden van het bestuur kunnen niet als gemachtigde optreden.
5. Alle besluiten worden genomen bij volstrekte meerderheid van de uit- gebrachte stemmen, tenzij in deze statuten of de wet anders is bepaald.
6. De voorzitter bepaalt of schriftelijk dan wel mondeling wordt gestemd.
Schriftelijke stemming geschiedt met ongetekende briefjes. Besluitvor- ming bij acclamatie is mogelijk, tenzij een stemgerechtigde hoofdelijke stemming verlangt.
7. Blanco stemmen en stemmen van onwaarde worden geacht niet te zijn uitgebracht.
8. Bij staking van stemmen over zaken wordt het voorstel geacht te zijn verworpen.
9. Indien bij een verkiezing van personen niemand de volstrekte meerder- heid heeft verkregen, heeft een tweede vrije stemming plaats. Heeft dan weer niemand de volstrekte meerderheid verkregen, dan wordt her- stemd tussen de twee personen, die bij de tweede stemming het grootste aantal stemmen op zich verenigd hebben en is hij verkozen, op wie dan de meeste stemmen zijn uitgebracht. Bij staking van de stemmen beslist de voorzitter.
Decharge bestuur Artikel 16
Goedkeuring zonder voorbehoud van het verslag, alsmede van de balans en de staat van baten en lasten door de jaarvergadering strekt tot decharge van het bestuur en de raad van toezicht voor het gevoerde beleid, alsmede voor alle handelingen waarvan uit de stukken blijkt.
Controle jaarstukken Artikel 17
1. De algemene vergadering kan een commissie van ten minste twee le- den benoemen die geen deel uitmaken van de raad van toezicht of het bestuur, welke commissie tot taak zal hebben het onderzoek van de financiële jaarstukken.
2. De raad van toezicht kan een registeraccountant benoemen voor het onderzoek van de financiële jaarstukken.
3. Het bestuur is verplicht aan de commissie en/of de accountant alle ge- wenste inlichtingen te verschaffen, desgewenst de kas en de waarden van de vereniging te tonen en inzage van de boeken en bescheiden van de vereniging te geven.
Huishoudelijk Reglement Artikel 18
1. Door de algemene vergadering kan een huishoudelijk reglement wor- den vastgesteld ter regeling van onderwerpen waarvan regeling wense- lijk wordt geacht.
2. Tot vaststelling, aanvulling en/of wijziging van het huishoudelijk regle- ment door de algemene vergadering is een meerderheid van ten minste twee/derde (2/3) van de uitgebrachte stemmen vereist.
3. Het huishoudelijk reglement mag geen bepalingen bevatten in strijd met deze statuten.
Statutenwijziging en ontbinding Artikel 19
1. Het bestuur is gehouden ten minste zes (6) weken vóór de algemene vergadering waarvoor een voorstel tot statutenwijziging op de agenda staat een afschrift van dat voorstel, waarin de voorgedragen wijziging woordelijk is opgenomen, schriftelijk aan de leden toe te sturen. Amen- dementen op het voorstel kunnen tot vier (4) weken voor de algemene vergadering schriftelijk aan het bestuur worden kenbaar gemaakt.
2. Een besluit tot wijziging van de statuten van de vereniging kan alleen worden genomen met een meerderheid van tenminste twee/derde (2/3) van de uitgebrachte stemmen in een algemene vergadering.
3. Ieder bestuurslid is bevoegd ter uitvoering van een besluit van de alge- mene vergadering de statuten bij notariële akte te wijzigen.
4. Een besluit tot ontbinding van de vereniging kan slechts worden geno- men op voorstel van het bestuur in een algemene vergadering, waarin
tenminste drie/vierde (3/4) van de leden aanwezig of vertegenwoordigd is en met een meerderheid van tenminste drie/vierde (3/4) van de uitge- brachte stemmen.
5. Indien in de vergadering bedoeld in het vorige lid niet het vereiste aan- tal leden aanwezig of vertegenwoordigd is, wordt binnen twee maanden een tweede vergadering gehouden, welke over het voorstel kan beslis- sen ongeacht het aantal aanwezige of vertegenwoordigde leden, mits met een meerderheid van tenminste drie/vierde (3/4) van de uitgebrach- te stemmen.
Vereffening Artikel 20
1. Tenzij de algemene vergadering anders beslist, geschiedt de vereffening door het bestuur.
2. Na rekening en verantwoording aan de algemene vergadering zal een eventueel batig saldo door de algemene vergadering een bestemming moeten worden gegeven, zoveel mogelijk overeenkomende met het doel van de vereniging. Het archief van de vereniging zal om niet worden aangeboden aan het Algemeen Rijksarchief.
Begripsbepaling Artikel 21
Onder schriftelijk wordt in deze statuten mede verstaan een langs elektro- nische weg toegezonden leesbaar en reproduceerbaar bericht.
HUISHOUDELIJK REGLEMENT KONINKLIJKE VERENIGING VAN LEDEN
DER NEDERLANDSE RIDDERORDEN BEDOELD IN ARTIKEL 18 VAN DE STATUTEN
Artikel 1:
ALGEMEEN
VERGADERINGEN VAN HET BESTUUR EN VAN DE RAAD VAN TOEZICHT
1. De voorzitters kunnen punten welke niet op de agenda voorkomen, slechts in behandeling brengen indien de in de vergadering aanwezigen zich in meerderheid vóór behandeling verklaren.
2. Tenminste drie leden kunnen hun voorzitter schriftelijk verzoeken een vergadering te beleggen. De voorzitter is dan verplicht de verzochte ver- gadering te houden en wel binnen vier weken na het gedane verzoek, met inachtneming van een normale oproeptermijn. Blijft hij in gebreke dan zijn de verzoekers bevoegd om zelf een vergadering te beleggen.
3. Zowel in de vergaderingen van het bestuur als in die van de raad van toe- zicht wordt over personen schriftelijk, over zaken mondeling gestemd.
4. In vergaderingen van het bestuur en van de raad van toezicht worden be- sluiten genomen bij gewone meerderheid van stemmen. Bij het staken der stemmen beslist de voorzitter.
5. Notulen worden na te zijn goedgekeurd getekend door voorzitter en secre- taris.
6. Geen lid van het bestuur of lid van de raad van toezicht kan een gelde- lijke bezoldiging of beloning uit de middelen van de vereniging genieten.
Slechts noodzakelijk te maken onkosten mogen in rekening worden ge- bracht.
7. Over zaken van vertrouwelijke aard, in het bijzonder omtrent persoonlijke gegevens van degenen die een uitkering aanvragen of genieten, worden nimmer mededelingen verstrekt.
Artikel 2:
BESTUUR
1. Het bestuur vergadert doorgaans éénmaal per kwartaal of zoveel meer als de voorzitter wenselijk acht.
2. In de vergaderingen van het bestuur kunnen geen besluiten worden geno-
men indien minder dan drie leden aanwezig zijn.
3. De voorzitter leidt de vergaderingen. Bij zijn ontstentenis worden de ver- gaderingen geleid door de plaatsvervangend voorzitter; bij diens ontstente- nis door het oudste in leeftijd aanwezige bestuurslid.
4. De voorzitter draagt zorg voor het naleven van de statuten der vereniging en van het huishoudelijk reglement. Hij ziet toe op de uitvoering van de genomen besluiten.
5. Het bestuur regelt de besteding van de inkomsten der vereniging, gelet op haar doelstellingen.
6. De voorzitter heeft het recht in de vergaderingen van het bestuur, alsook in de algemene vergaderingen, de beraadslagingen te doen eindigen, indien hij meent dat de aanwezigen voldoende zijn ingelicht. Hij is echter ver- plicht de beraadslagingen te hervatten indien de aanwezigen het verlangen daartoe in meerderheid kenbaar maken.
7. Het bestuur kan de administratie van de vereniging uitbesteden.
8. Het telkenjare in de algemene vergadering uit te brengen verslag wordt tevoren in een bestuursvergadering vastgesteld.
9. Het bestuur zendt vóór 1 juli van elk jaar aan de leden van de raad van toezicht de stukken bedoeld in artikel 13 lid 2 sub a en b van de statuten over het afgelopen verenigingsjaar.
Artikel 3:
RAAD VAN TOEZICHT
1. De raad kiest uit zijn midden een voorzitter en een secretaris.
2. De voorzitter stelt de data der vergaderingen vast; hij regelt de verdeling van de werkzaamheden in de raad.
3. De vergaderingen van de raad worden door de voorzitter geleid; bij zijn ontstentenis worden vergaderingen voorgezeten door het oudste in leeftijd aanwezige lid.
4. Punt 2 van artikel 2 is van overeenkomstige toepassing.
5. Het telkenjare aan de algemene vergadering uit te brengen verslag wordt tevoren door de raad vastgesteld.
Artikel 4:
DE SECRETARIS VAN DE VERENIGING
1. De secretaris stelt de agenda’s op voor de vergaderingen van het bestuur en voor de algemene vergaderingen. Indien agendapunten zaken van prin- cipieel belang raken, pleegt hij met betrekking tot de opstelling van de agendatekst overleg met de voorzitter. Hij draagt zorg voor het tijdig op- roepen van de bestuursleden voor de bestuursvergaderingen, alsook voor de algemene vergaderingen. Voorts is hij belast met het bijhouden van de notulen van de bestuursvergaderingen en van de algemene vergaderingen.
2. In geval van ontstentenis worden de notulen bijgehouden door een vóór de aanvang van een vergadering door de voorzitter aan te wijzen bestuurslid.
3. De secretaris voert de correspondentie van de vereniging; van verzonden stukken houdt hij afschrift. Stukken van principiële aard worden door de voorzitter en de secretaris gezamenlijk ondertekend.
4. De secretaris draagt zorg dat het bestuur alle inlichtingen verkrijgt, nodig om aangevraagde financiële ondersteuningen te kunnen beoordelen. Dit geldt mede voor de overige doelstellingen van de vereniging.
5. De zorg voor de ledenwerving en het bijhouden van de ledenlijst is aan de secretaris opgedragen.
6. Het verenigingsarchief wordt door zijn zorg bewaard, tenzij het bestuur dienaangaande een andere regeling treft.
Artikel 5:
DE PENNINGMEESTER VAN DE VERENIGING
1. De penningmeester is verantwoordelijk voor het op de juiste en meeste efficiënte wijze bijhouden van de boeken en overige de financiën van de vereniging betreffende bescheiden.
2. Alle nota’s, kwitanties e.d. worden door hem gecontroleerd en voor beta- ling gefiatteerd.
3. De penningmeester draagt zorg voor het beleggen van de aan de vereni- ging toebehorende gelden op de wijze zoals door het bestuur vastgesteld.
4. Het effectenbezit wordt op gezette tijden door hem nagegaan.
5. Veranderingen in het effectenbezit of belegging van gelden worden door de penningmeester aan het bestuur voorgelegd.
6. De penningmeester draagt zorg dat accountantsrapporten tijdig ter kennis van bestuur en raad van toezicht worden gebracht.
7. Op gezette tijden geeft de penningmeester aan het bestuur een overzicht van de gedane uitkeringen; van de stand der rekeningen en het verloop van de contributie-inningen.
Artikel 6:
ADVIESCOMMISSIES
1. Indien bijzondere onderwerpen een nadere studie nodig maken, of wel een van de doelstellingen der vereniging vereist speciale vakkennis, dan kan het bestuur tijdelijk of permanente commissies instellen.
2. De werkwijze van dergelijke commissies wordt door het bestuur geregeld.
3. De leden van de adviescommissie behoeven geen lid der vereniging te zijn.
Artikel 7:
Met het in werking treden van dit huishoudelijke reglement, vervalt het regle- ment vastgesteld op 21 februari 1952.
