• No results found

De registratie van stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "De registratie van stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand"

Copied!
74
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

De registratie van stoffen

geproduceerd in nanoparticulaire toestand KB 27 mei 2014

JAARVERSLAG

Handelsjaar 2016

(2)

Inhoudsopgave

Executive summary ... 4

1. Nanomaterialen ... 6

1.1 Wat is een nanomateriaal? ... 6

1.2 Wat maakt nanomaterialen zo bijzonder? ... 6

1.3 Wat is de mogelijke impact van nanomaterialen? ... 7

1.4 Wat doet de wetgever? ... 8

1.5 Nationale registers ... 9

2. Het Belgische register voor nanomaterialen ... 10

2.1 Doelstellingen ... 10

2.2 Sleutelbegrippen en definities ... 11

2.2.1 Definitie van een stof in nanoparticulaire toestand ... 11

2.2.2 Vrijgesteld van registratie ... 11

2.2.3 Deadlines voor de registratie ... 12

2.2.4 Types registranten ... 13

2.2.5 Types registraties ... 13

2.2.6 Definitie van de rollen in de bevoorradingsketen ... 14

3. Scope van het voorliggende rapport... 14

4. Gegevens omtrent de registranten ... 14

5. Gegevens omtrent de registraties ... 15

5.1 Aantal registraties ... 15

5.2 Jaarlijkse actualisering ... 17

5.3 Gebruik van een ander registratienummer (beperkte registratie) ... 17

6. Rollen in de bevoorradingsketen ... 19

6.1 Verdeling aantal bedrijven per rol ... 19

6.2 Verdeling aantal registraties per rol ... 20

7. Economische activiteiten ... 21

7.1 NACE(BEL) codes ... 21

7.2 Economische activiteiten van de registranten ... 22

7.3 Economische activiteiten vermeld in de registraties ... 25

7.4 Economische activiteiten van de producenten... 25

7.5 Economische activiteiten van de invoerders ... 26

8. Het gebruik van de geregistreerde stoffen ... 27

(3)

8.1 Omschrijving van de gebruiken ... 27

8.2 Gebruikssectoren (SU) ... 28

8.3 Procescategorieën (PROC) ... 29

8.4 Chemische productcategorie (PC) ... 31

8.5 Milieu-emissiecategorieën (ERC) ... 33

8.6 Voorwerpcategorie (AC) ... 34

9. De stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand, opgenomen in het register ... 36

9.1 Chemische identificatie van de stoffen ... 36

9.2 Geregistreerde hoeveelheden ... 36

9.2.1 Hoeveelheden geïntroduceerd op de Belgische markt ... 37

9.2.2 Hoeveelheden verdeeld (verwerkt of onverwerkt) op de Belgische markt ... 38

9.2.3 Lijst van stoffen geïmporteerd en/of geproduceerd in hoeveelheden meer dan 1.000 ton .... 39

10. Evaluatie van de ingediende registraties ... 40

10.1 De Declarant ... 40

10.1.1 Vereenvoudigde registraties ... 40

10.1.2 Stoffen op de markt gebracht voor commerciële doeleinden ... 40

10.2 De Buitenlandse Leverancier ... 41

10.3 Verdere acties ... 41

11. Werking van de helpdesk ... 41

12. Lijst van de geregistreerde stoffen ... 43

Referenties ... 44

Annex: lijst van de geregistreerde stoffen ... 46

(4)

Executive summary

Annual report of the Belgian nanoregister, trade year 2016

The Royal Decree concerning the placing on the market of substances manufactured in nanoparticular state was signed on May 27th, 2014 and published on September 24th, 2014. According to this Royal Decree, the deadline for registration of substances manufactured in nanoparticular state was January 1st, 2016. The registration software was launched on September 15th, 2015.

This report gives the details of the first reference period, from September 15th, 2015 to April 1st, 2017 (which was the deadline to update the submitted registrations) and concerns the substances manufactured in nanoparticular state which were placed on the market as substances during 2016.

In this period, 115 accounts were created, of which 98 are considered as ‘active’ because they initiated one or more registrations. About 1/3 of the active accounts are Belgian. The majority of the non-Belgian accounts are situated in the European economic area.

About 2/3 of the active accounts placed the nanosubstance(s) on the Belgian market themselves and were therefore obliged to register. The other 1/3 of the active accounts have registered on a voluntary basis.

In total 475 registrations were submitted. Half of the registrants submitted less than 2 registrations.

The importers submitted 56% of the number of registrations, the distributors 22% and the manufacturers 11%. The remaining part was submitted either by formulators or by ‘others’. About 77% of the registrations were updated before the deadline of April 1st, 2017.

The NACE(BEL)-codes are used to specify the economic activities. Code 20 - Manufacture of chemicals and chemical products - has been most often used to describe the economic activity at the level of the company. At the level of the registrations, code 20160 - Manufacture of plastics in primary forms – has been most frequently used.

The European descriptor system is used to specify the uses of the substances in nanoparticular state. The SU (Sectors of Use) category has been mentioned most often (45% of the registered uses), with SU3 - Industrial uses: Uses of substances as such or in preparations at industrial sites – was selected most in the submitted registrations.

According to the registered data for 2016, 57 550 tons of substances in nanoparticular state were imported, 16 947 tons were manufactured and 13 815 tons were distributed.

The substances registered in quantities more than 1 000 tons are amorphous silica, calcium carbonate, calcium carbonate treated with stearic acid, carbon black, diiron trioxide, iron hydroxide oxide yellow and silicon oxide.

(5)

About 50% of the submitted registrations reported quantities below 1 ton. One ton is the threshold quantity for the REACH registration.

Evaluation of the submitted registrations shows that the quality of the registrations can be further improved. It also suggests the possibility that not all potential registrants are aware of the Royal Decree of May 27th, 2014 and the obligation to register.

The helpdesk received 189 questions in the above mentioned reference period. Half of the questions were answered within 2 days, 88% of the questions received a definitive answer within 7 calendar days.

The nominative list of the substances registered for 2016 is presented in the Annex to this report. Based on the chemical identification (CAS-number), about 150 different chemical substances were identified.

The chemical identification makes no distinction between the possible differences in the physico-chemical properties of the nanosubstances.

(6)

1. Nanomaterialen

1.1 Wat is een nanomateriaal?

In de algemene betekenis is een nanomateriaal een materiaal dat stoffen in nanoparticulaire toestand bevat. Er bestaan meerdere bepalingen voor een ‘stof in nanoparticulaire toestand’, maar ze hebben steeds één element gemeenschappelijk, namelijk dat de stof in nanoparticulaire toestand deeltjes (stukjes materiaal met afgebakende fysieke grenzen) bevat die kleiner zijn dan 100 nm. Dergelijke deeltjes bestaan uit enkele tot duizenden atomen of moleculen.

Stoffen in nanoparticulaire toestand zijn niet nieuw. Ze kunnen ontstaan door natuurlijke processen zoals bijv. vulkaanuitbarstingen, of ongewild gevormd worden als bijproduct van menselijke activiteiten, zoals bijv. bij het lassen.

Maar stoffen in nanoparticulaire toestand kunnen ook doelbewust worden geproduceerd. De ideeën en concepten rond nanowetenschap werden voor het eerst besproken in 1959 door Richard Feynman, tijdens een voordracht voor de American Physical Society1. Het duurde tot ca. 1980 vooraleer de nanotechnologie opgestart werd, dit mede dankzij de ontwikkeling van betere microscopen, in het bijzonder de scanning tunneling microscoop (STM) waarmee men individuele atomen kon bekijken2. Rond 2000 werd de eerste generatie nanomaterialen ontwikkeld. Hierbij worden in hoofdzaak nanostructuren in materialen ingebouwd om de eigenschappen ervan te verbeteren. Pigmenten, cosmetica, geleiders, antibacteriële verpakkingen, sportkledij, waterafstotende materialen, anticoagulantia en medicijnen zijn slechts een greep van de mogelijke toepassingen van deze technologie.

Volgens Dr. Mihail Roco (U.S. National Nanotechnology Initiative) kan verwacht worden dat deze technologie uiteindelijk 4 generaties producten zal voortbrengen, waarbij o.a. nanorobotica en de groei van artificiële organen worden vernoemd3.

In de volgende paragrafen wordt getracht een beeld te schetsen van nanomaterialen. Dit bevat noch een volledige presentatie, noch een volledig overzicht van de bevindingen hieromtrent.

1.2 Wat maakt nanomaterialen zo bijzonder?

Materialen die stoffen in nanoparticulaire toestand bevatten, kunnen eigenschappen vertonen die aanzienlijk verschillen van de materialen die dezelfde stoffen in bulkvorm bevatten – dit is immers ook de reden waarom ze geproduceerd werden.

Stoffen in nanoparticulaire toestand volgen de klassieke wetten van de mechanica niet. Waar op bulkschaal de energie-uitwisseling tussen atomen of moleculen op een continue manier verloopt, gebeurt dit voor stoffen in nanoparticulaire toestand op een discrete (niet-continue) manier. Dit verschil kan zeer grote effecten hebben op o.a. de optische, elektrische en magnetische eigenschappen van de stof.

Nanomaterialen kunnen dus aanzienlijk verschillen van bulkmaterialen met dezelfde chemische samenstelling. Zo is bijvoorbeeld goud normaal geel van kleur, terwijl goud in nanoparticulaire toestand een rode kleur vertoont. Goud in de vorm van nanodeeltjes met een grootte van 2,5 nm smelt ook bij een veel lagere temperatuur dan massief goud (300°C resp. 1064°C)4.

Stoffen in nanoparticulaire toestand hebben per definitie afmetingen kleiner dan 100 nm. Ter vergelijking, een menselijk haar is gemiddeld 80.000 nm dik, een bacterie heeft gemiddeld een afmeting van 1.000 nm

(7)

en een virus heeft een gemiddelde afmeting van 100 nm. De klassieke biologische grenzen zoals bijv. een celmembraan zijn dus niet altijd voldoende om nanoparticulaire deeltjes tegen te houden5.

Verder hebben nanomaterialen door hun kleine afmetingen een zeer groot oppervlak per volume- eenheid, die nog aanzienlijk kan toenemen door hun specifieke structuur. Dit maakt hen, vergeleken met bulkmateriaal, zeer reactief. Door hun kleine afmetingen is ook het effect van hun dichtheid verwaarloosbaar en is het mogelijk om stoffen die normaliter niet kunnen oplossen, in suspensie te brengen.

Deze specifieke eigenschappen zorgen voor de talrijke toepassingen van nanomaterialen.

Nanotechnologie biedt de geneeskunde de mogelijkheid om zeer gericht bepaalde plaatsen in het lichaam te gaan behandelen, bijv. bij de behandeling van tumoren.

Maar tegelijk dient er ook over gewaakt te worden dat het gebruik van deze technologie geen schade kan toebrengen voor mens en milieu.

1.3 Wat is de mogelijke impact van nanomaterialen?

Er is momenteel weinig eenduidigheid over de mogelijke effecten die nanomaterialen kunnen uitoefenen op mens en milieu. Gelet op de verschillende eigenschappen van een stof in nanoparticulaire toestand vergeleken met een stof in bulk vorm, zijn ook de risicoprofielen verschillend en zouden deze geëvalueerd dienen te worden. Immers:

 Door hun kleine afmeting hebben de stoffen in nanoparticulaire toestand het potentieel om verder in het lichaam en de cellen door te dringen

 De stoffen in nanoparticulaire toestand kunnen drager zijn van onzuiverheden en zo vreemde stoffen in het lichaam of milieu brengen

 Het oppervlak van de deeltjes kan bewerkt zijn, qua structuur, qua samenstelling,…

 De structuur van de deeltjes zelf dient ook in rekening te worden gebracht bij de bepaling van mogelijke risico’s. Er zijn immers bestaande producten waarvan bekend is dat ze als gevolg van hun structuur een risico vormen (bijv. asbest), de mogelijkheid bestaat dat dit ook het geval is voor sommige nanomaterialen.

Een meer uitgebreid overzicht van de mogelijke effecten van nanodeeltjes, gebaseerd op het werk van SCENIHR (The Scientific Committee on Emerging and Newly Identified Health Risks) is terug te vinden op de website van de Europese Commisie6.

Voor een eenduidige risico-analyse dienen alleszins de chemische en fysische eigenschappen van nanomaterialen zo volledig mogelijk gekarakteriseerd te worden. Enkel dan zal het mogelijk zijn om de resultaten van de verschillende wetenschappelijke onderzoeken te interpreteren en te vergelijken.

Verder is het in eenieders belang dat mogelijke risico’s worden geïdentificeerd in een vroeg stadium, dit kan alleen maar bijdragen aan een cultuur van duurzame ontwikkeling en innovatie. In combinatie met het voorzorgsbeginsel7 kan het ‘Safe-by-design’ concept8 hier een sterke bijdrage leveren. Dit concept gaat ervan uit dat de minimalisering van mogelijke risico’s voor mens en milieu reeds bij de ontwikkeling van nieuwe materialen gebeurt, eerder dan het testen ervan wanneer de producten reeds op de markt zijn

(8)

1.4 Wat doet de wetgever?

Een eerste vereiste om tot een afdoende wetgevend kader te komen, is het uitwerken van duidelijke en ondubbelzinnige criteria om nanomaterialen te kunnen identificeren. Een grote stap voorwaarts hierin werd bereikt in 2011, toen de Europese Commissie een aanbeveling voor een definitie vastlegde (Aanbeveling 2011/696/EU). Deze aanbeveling heeft als doel om tot harmonisatie in verschillende wetgevingen te komen.

In deze aanbeveling werd ook opgemerkt dat de technologische ontwikkeling en wetenschappelijke vooruitgang met grote snelheid evolueren en dat een herziening beoogd wordt tegen december 2014, om zeker te zijn dat de (aanbeveling van de) definitie voldoet aan alle behoeften.

In dit kader publiceerde het Joint Research Centre9 in 2014 en 2015 drie opeenvolgende wetenschappelijke rapporten:

 Deel 1: “Compilation of information concerning the experience with the definition”10

 Deel 2: “Assessment of collected information concerning the experience with the definition”11

 Deel 3: “Scientific-technical evaluation of options to clarify the definition and to facilitate its implementation”12

In november 2017 heeft de Europese Commissie nog steeds geen officiële herziening van deze aanbeveling, noch een definitie, vastgelegd.

Specifieke bepalingen voor nanomaterialen werden op Europees niveau opgenomen o.a. voor biociden, cosmetica en materialen in contact met voeding. In REACH (Verordening 1907/2006) en CLP (Verordening 1272/2008) zijn er geen expliciete vereisten opgenomen voor nanomaterialen. Aangezien nanomaterialen beantwoorden aan de definitie van ‘een stof‘ binnen deze wetgevingen, zijn de bepalingen echter wel van toepassing.

Echter, de huidige REACH-wetgeving kent een aantal tekortkomingen voor wat betreft de nanomaterialen:

 binnen REACH is er geen definitie opgenomen om te specifiëren wat een nanomateriaal is

 er is geen wettelijke vereiste om de nano-specifieke fysische en chemische kenmerken te vermelden. Dit blijkt onder meer uit het hoge percentage juridische discussies in nano- gerelateerde REACH-processen (zoals bijv. Compliance Check (CCH) en Substance Evaluation (SEV)).

 chemische stoffen dienen in REACH pas te worden geregistreerd indien een producent of invoerder meer dan 1 ton/jaar produceert, resp. invoert – een drempelwaarde die voor nanomaterialen minder geschikt lijkt.

Een volledig overzicht van de juridische beslissingen in de REACH-processen met betrekking tot nanomaterialen kan worden teruggevonden in de ‘European Union Observatory for Nanomaterials’

(EUON)13. Dit Observatory is een initiatief van de Europese Commissie met als doel informatie rond nanomaterialen die op de Europese markt zijn gebracht, te verzamelen (zie ook §1.5 Nationale registers).

De discussies om de REACH-verordening meer geschikt te maken voor nanomaterialen zijn momenteel (november 2017) nog steeds lopende op Europees niveau.

(9)

1.5 Nationale registers

Het ontbreken van betrouwbare gegevens omtrent het gebruik van nanomaterialen staat in schril contrast met de steeds sneller uitbreidende markt voor deze materialen.

Door het ontbreken van deze gegevens (welke producten, hoeveelheden, gebruiken,…) is het voor de bevoegde overheden zeer moeilijk tot onmogelijk om potentiële blootstellingen aan nanomaterialen te kunnen inschatten.

Het Europese Parlement stelde deze tekortkomingen vast in de resolutie van 24 april 2009 (Resolutie van het Europees Parlement van 24 april 2009 over regelgevingsaspecten van nanomaterialen (2008/2208(INI)14 In punt 11 van deze resolutie wordt de Europese Commissie verzocht “te bekijken of REACH moet worden herzien ten aanzien van onder andere:

 vereenvoudigde registratie voor nanomaterialen die in hoeveelheden van minder dan 1 ton worden geproduceerd of ingevoerd,

 indeling van alle nanomaterialen als nieuwe stoffen,

 een chemisch veiligheidsrapport met een blootstellingsbeoordeling voor alle geregistreerde nanomaterialen,

 kennisgevingsvereisten voor alle nanomaterialen die als zodanig, in voorbereidingen of in producten op de markt worden gebracht;”

De opzet van een Europees register voor nanomaterialen was een mogelijke optie in de studie omtrent de impact van de mogelijke wetgevingen om de transparantie voor nanomaterialen op de markt te verbeteren15.

Uiteindelijk opteerde de EU Commissie voor de oprichting van het EU Observatory voor nanomaterialen (EUON), een verzamelplaats voor - tot nu toe - bestaande informatie omtrent nanomaterialen16, 17. Dit EUON kan niet worden gezien als een vervanger voor een register met verplicht karakter, aangezien het geen specifieke informatie aanlevert om een goede inschatting van mogelijke blootstelling aan nanomaterialen te kunnen maken (producten, hoeveelheden, gebruiken, producenten,…) en aangezien het niet altijd duidelijk is wie de verantwoordelijkheid neemt voor de juistheid van de gepubliceerde informatie.

In de tussentijd namen meerdere lidstaten het initiatief om een eigen nationaal register op te starten. Een overzicht van de verschillende nationale registers en hun specifieke modaliteiten is eveneens terug te vinden in het EUON18.

Binnen de EU was Frankrijk het eerste land waar de registranten, in het kader van een verplichte registratie, ook de gebruiken van de stoffen in nanoparticulaire toestand moesten identificeren.

In navolging van de standpunten ingenomen door België tijdens het voorzitterschap van de Europese Raad in 2010, is de FOD Volksgezondheid, Veiligheid van de voedselketen en Leefmilieu in 2011 gestart met een onderzoek naar de mogelijkheden voor een register van nanomaterialen die op de Belgische markt worden gebracht, dit in coördinatie met andere betrokken federale departementen en in samenwerking met andere lidstaten van de Europese unie19.

(10)

Dit onderzoek resulteerde in het Koninklijk Besluit (KB) van 27 mei 2014, betreffende het op de markt brengen van stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand20. Volgens dit KB moeten stoffen, geproduceerd in nanoparticulaire toestand en op de markt gebracht als stoffen, geregistreerd worden voor 1 januari 2016. Op 15 september 2015 werd de software voor de registratie van nanomaterialen gelanceerd21.

2. Het Belgische register voor nanomaterialen

2.1 Doelstellingen

Op 27 mei 2014 werd het KB betreffende het op de markt brengen van stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand, ondertekend.

Dit KB is gebaseerd op enerzijds de wet van 21 december 1998 betreffende de productnormen ter bevordering van duurzame productie- en consumptiepatronen en ter bescherming van het leefmilieu, de volksgezondheid en de werknemers en anderzijds op de wet van 4 augustus 1996 betreffende het welzijn van de werknemers bij de uitvoering van hun werken.

De oprichting van het register beoogt de volgende doelstellingen:

1° erop toezien dat de evolutie van deze innoverende technologie verloopt in harmonie met de bescherming van de menselijke gezondheid;

2° het verwerven van een betere kennis van de markt, de kenmerken van de nanomaterialen, het potentiële risico van blootstelling van mensen aan deze stoffen, en van de snelheid en de omvang van de evolutie naar complexere nanomaterialen;

3° het garanderen van transparantie en het versterken van het vertrouwen van het publiek en de werknemers ten aanzien van deze stoffen;

4° het garanderen van de traceerbaarheid en derhalve het bieden van de mogelijkheid aan de overheid om tussenbeide te komen in geval van een risico voor de volksgezondheid of de veiligheid van de werknemers;

5° het invoeren van een kennisbank die noodzakelijk zou kunnen zijn voor de toekomstige reglementaire evolutie op nationaal en Europees niveau wat deze stoffen betreft.

Concreet zal het register het met name mogelijk maken de traceerbaarheid te garanderen van de producten die stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand bevatten, zodat :

1° efficiënt kan worden opgetreden indien een type nanomateriaal gevaarlijk zou blijken te zijn voor de volksgezondheid;

2° aan de overheidsinstanties die bevoegd zijn voor de veiligheid van de werknemers de relevante informatie verschaffen, om haar taken betreffende voorlichting, regelgeving en controle doelgericht te kunnen uitvoeren;

3° zo nodig, de ingezamelde gegevens (niet vertrouwelijke gegevens of geaggregeerde gegevens), kunnen worden openbaar gemaakt om de bevolking te informeren over de toenemende aanwezigheid van nanomaterialen op de markt, en om misverstanden en verwarring te vermijden.

(11)

Anderzijds zou het register aan de overheid de mogelijkheid moeten bieden om basisinformatie in te zamelen over de stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand die aanwezig zijn op de Belgische markt, teneinde :

1° Over een basis te beschikken voor wetenschappelijk onderzoek naar de mogelijke toxiciteit van de verschillende betrokken types stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand;

2° Zo nodig, in staat zijn om te focussen op de regelgevingen die nodig kunnen zijn om de volksgezondheid of de gezondheid van de werknemers te beschermen tegen bepaalde types stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand.

Het voorliggende rapport beoogt de transparantie met betrekking tot nanomaterialen te verhogen en aldus het vertrouwen van het publiek en de werknemers met betrekking tot deze stoffen te verhogen.

2.2 Sleutelbegrippen en definities

2.2.1 Definitie van een stof in nanoparticulaire toestand

In het KB van 27 mei 2014 werd de definitie voor een stof in nanoparticulaire toestand opgenomen. Deze definitie is grotendeels gebaseerd op de aanbeveling voor een definitie van de Europese Commissie (Aanbeveling 2011/696/EU), maar sluit natuurlijk gevormde nanomaterialen en nanomaterialen die worden gevormd als bijproduct van menselijke activiteiten uit.

Een stof geproduceerd in nanoparticulaire toestand is “een stof die deeltjes bevat hetzij in ongebonden toestand of als een aggregaat of agglomeraat en waarvan minstens 50 % van de deeltjes in de gekwantificeerde grootteverdeling een of meer externe dimensies bezitten binnen het bereik van één nanometer tot honderd nanometer, met uitzondering van de natuurlijke, niet chemisch gewijzigde stoffen, en de stoffen waarvan de fractie tussen één nanometer en honderd nanometer een bijproduct van menselijke activiteiten is. Worden gelijkgesteld met stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand, fullerenen, grafeenvlokken en enkelwandige koolstofnanobuizen met één of meer externe dimensies beneden één nanometer”.

2.2.2 Vrijgesteld van registratie

In het KB van 27 mei worden de stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand, vrijgesteld van registratie indien deze stoffen in het toepassingsgebied van een andere wetgeving vallen. Meer concreet betreft het

 De biociden en de behandelde voorwerpen die vallen onder het toepassingsgebied van Verordening (EU) nr. 528/2012 van het Europees Parlement en de Raad van 22 mei 2012 betreffende het op de markt aanbieden en het gebruik van biociden, en de biociden die werden geregistreerd of waarvoor een toelating werd verleend conform de bepalingen van het koninklijk besluit van 22 mei 2003 betreffende het op de markt brengen en het gebruiken van biociden;

 De geneesmiddelen die vallen onder het toepassingsgebied van Verordening (EG) nr. 726/2004 van het Europees Parlement en de Raad van 31 maart 2004 tot vaststelling van communautaire procedures voor het verlenen van vergunningen en het toezicht op geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik en tot oprichting van een Europees Geneesmiddelen- bureau;

(12)

 De geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik die vallen onder het toepassingsgebied van het koninklijk besluit van 14 december 2006 betreffende geneesmiddelen voor menselijk en diergeneeskundig gebruik;

 Voedingsmiddelen en voorwerpen en stoffen bestemd om met voedingsmiddelen in aanraking te komen, bedoeld in artikel 1, 1° en 2°,b) van de wet van 24 januari 1977 betreffende de bescherming van de gezondheid van de gebruikers op het stuk van de voedingsmiddelen en andere producten;

 Diervoeders, zoals bepaald in artikel 3 van de Verordening (EG) nr. 178/2002 van het Europees Parlement en de Raad van 28 januari 2002 tot vaststelling van de algemene beginselen en voorschriften van de levensmiddelenwetgeving, tot oprichting van een Europese Autoriteit voor voedselveiligheid en tot vaststelling van procedures voor voedselveiligheidsaangelegenheden;

 Geneesmiddelen en gemedicineerde diervoeders die vallen onder het toepassingsgebied van de wet van 21 juni 1983 betreffende gemedicineerde diervoeders;

 Technische hulpstoffen en andere producten die mogen worden gebruikt voor de verwerking van biologisch geproduceerde ingrediënten van agrarische oorsprong, waarvan sprake in deel B van bijlage VIII van de Verordening (EG) nr. 889/2008 van de Commissie van 5 september 2008 tot vaststelling van bepalingen ter uitvoering van Verordening (EG) nr. 834/2007 van de Raad inzake de biologische productie en de etikettering van biologische producten, wat de biologische productie, de etikettering en de controle betreft;

 Pigmenten, indien ze in een mengsel, een voorwerp of een samengesteld object op de markt worden gebracht.

2.2.3 Deadlines voor de registratie

Het KB van 27 mei 2014 maakt onderscheid in stoffen, geproduceerd in nanoparticulaire toestand, op de markt gebracht als

 stoffen

 verwerkt in een mengsel

 geïntegreerd in een voorwerp of samengesteld object

Stoffen in nanoparticulaire toestand, op de markt gebracht als stoffen en die reeds op de markt verkrijgbaar zijn, dienden te worden geregistreerd voor 1 januari 2016. Voor een aantal gegevens (zoals hoeveelheid en professionele gebruikers) diende er een schatting voor het handelsjaar 2016 te worden gemaakt.

In het eerste trimester volgend op 2016, dus vóór 1 april 2017, dienden de schattingen dan te worden vervangen door de actuele gegevens voor het handelsjaar 2016. Deze jaarlijkse actualisering dient telkens in de eerste drie maanden van het volgende kalenderjaar te worden uitgevoerd.

Voor stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand, op de markt gebracht verwerkt in een mengsel, wordt hetzelfde principe gehanteerd, maar dan een jaar later.

Voor stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand, geïntegreerd in een voorwerp of samengesteld object, werd nog geen deadline vastgelegd.

Stoffen in nanoparticulaire toestand, die na de deadlines gesteld in het KB van 27 mei 2014 op de markt worden gebracht, dienen te worden geregistreerd vooraleer ze effectief op de markt worden gebracht.

(13)

2.2.4 Types registranten

In de software van het Belgische register maakt de registrant zelf zijn account aan en verzorgt hij zelf het gebruikers- en paswoordbeheer.

Een account omvat de informatie die nodig is om de registrant te kunnen identificeren, zoals beschreven wordt in afdeling 1 van bijlage 1 of 6 bij het KB van 27 mei 2014. Via de account heeft de registrant toegang tot de software en kan hij één of meerdere registraties indienen.

In de software van het register heeft de registrant de keuze tussen 3 mogelijke types accounts:

Declarant: deze is volgens de bepalingen van het KB van 27 mei 2014 verplicht om de producten die hij op de markt brengt, te registreren. Deze verplichting volgt uit het feit dat de registrant zelf zijn producten op de Belgische markt brengt, of uit het feit dat hij fungeert als vertegenwoordiger voor een ander bedrijf.

In het verdere rapport worden deze twee types steeds samen beschouwd.

De Buitenlandse Leverancier: deze is volgens de bepalingen van het KB van 27 mei 2014 niet verplicht tot registratie, omdat hij zijn producten niet zelf op de Belgische markt brengt. Hij heeft de mogelijkheid om zijn producten in het register op te nemen, waarbij hij naast de identificatie van zijn bedrijf, enkel de fysische en chemische karakteristieken van het nanomateriaal, zoals vastgelegd in afdeling 2 van bijlage 1 bij het KB van 27 mei 2014, registreert. Een buitenlandse leverancier registreert geen hoeveelheden, gebruiken, handelsnamen of professionele gebruikers van zijn producten.

De Buitenlandse Leverancier kan dan het nummer van zijn registratie doorgeven aan zijn (registratieplichtige) klanten. Zij kunnen dan hun producten registreren gebruik makende van een

‘beperkte’ registratie (zie ook § 2.2.5 Types registraties). Op die manier hoeven deze klanten de fysisch- chemische karakteristieken van de stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand niet te herhalen.

De term’ buitenlands’ die bij dit type account wordt vermeld, duidt aan dat de leverancier zijn producten niet in België op de markt brengt (maar wel in het buitenland), en heeft in se niets te maken met de nationaliteit van het bedrijf.

2.2.5 Types registraties

In het register kunnen verschillende types registraties worden ingediend. Naast een volledige registratie bestaat de mogelijkheid tot:

- Een beperkte registratie: dit betreft de registratie van een stof waarvoor de gegevens reeds werden geregistreerd, door een andere Declarant of door een Buitenlandse Leverancier. De registrant kan in dit type registratie de fysisch-chemische karakteristieken van de stof in nanoparticulaire toestand, zoals vastgelegd in afdeling 2 van bijlage 1 bij het KB van 27 mei 2014, vervangen door het invullen van het registratienummer van deze reeds ingediende registratie.

- Een vereenvoudigde registratie: dit type registratie wordt gebruikt voor stoffen in nanoparticulaire toestand die uitsluitend bestemd zijn voor wetenschappelijk onderzoek en wetenschappelijke ontwikkeling of voor onderzoek en ontwikkeling gericht op producten en processen. Dit type registratie vraagt naast de identificatie van de Declarant, enkel de chemische identificatie van de stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand en een verklaring op eer dat de betrokken stof niet voor commerciële doeleinden op de markt zal worden gebracht.

Het account type ‘Buitenlandse Leverancier’ kan geen vereenvoudigde registraties uitvoeren.

(14)

2.2.6 Definitie van de rollen in de bevoorradingsketen

Wanneer de Declarant vermeldt hoeveel er van een bepaalde stof in nanoparticulaire toestand op de markt wordt gebracht, kan hij ook aangeven welke rol in de bevoorradingsketen hij daarbij vervult.

De verschillende rollen in de bevoorradingsketen zijn:

 Producent: produceert een stof in nanoparticulaire toestand, als dusdanig of vervat in een mengsel en brengt deze op de markt

 Verdeler: slaat stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand, als dusdanig of vervat in een mengsel, op en brengt deze op de markt voor derden

 Invoerder: is verantwoordelijk voor de fysische introductie op de markt van de stof geproduceerd in nanoparticulaire toestand, als dusdanig of vervat in een mengsel

 Samensteller: produceert mengsels en levert deze doorgaans verder in de bevoorradingsketen of direct aan consumenten. Hij mengt de stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand, als dusdanig of vervat in een mengsel, zonder de eigenschappen van deze stoffen te veranderen.

Voorbeelden van dergelijke mengsels zijn verven, kleefmiddelen, cosmetica, smeermiddelen, detergenten,…

 Navuller: brengt stoffen geproduceerd in nanoparticulaire toestand, als dusdanig of vervat in een mengsel, van de ene container naar de andere, over het algemeen tijdens het opnieuw verpakken of om van merk te veranderen

 Andere: te specifiëren

3. Scope van het voorliggende rapport

Het voorliggende rapport betreft het handelsjaar/kalenderjaar 2016. Het werd samengesteld na 31 maart 2017 (de deadline voor het indienen van de jaarlijkse update) en bevat enkel de gegevens met betrekking tot de stoffen in nanoparticulaire toestand, op de markt gebracht als stoffen.

De gegevens omtrent de stoffen in nanoparticulaire toestand, op de markt gebracht als mengsels, zullen in een volgend jaarrapport worden opgenomen.

De referentieperiode in voorliggend rapport loopt van 15 september 2015 tot en met 31 maart 2017.

Dit rapport werd tot stand gebracht na overleg met alle betrokken stakeholders. Dit overleg vond plaats op 18 april 2017. De presentaties en conclusies van deze bijeenkomst zijn terug te vinden op www.nanoregistration.be.

Het voorliggende rapport hoopt te kunnen bijdragen tot een beter inzicht in de situatie van nanomaterialen op de Belgische markt en bevat hoofdzakelijk geaggregeerde gegevens, teneinde de vertrouwelijkheid van de ingediende registraties te bewaren.

Een vergelijking van de cijfers uit dit rapport met rapporten van andere (nationale) registers dient met de nodige omzichtigheid te gebeuren, aangezien het toepassingsgebied van de registers niet altijd hetzelfde is (zie bijv. § 2.2.2 Vrijgesteld van registratie).

4. Gegevens omtrent de registranten

Onderstaande tabel geeft het overzicht van de actieve accounts en de verdeling over de verschillende nationaliteiten en types account in het register.

(15)

Een account is actief wanneer deze in de referentieperiode minstens één registratie (ongeacht het type) heeft aangemaakt. De betrokken registratie hoeft niet noodzakelijkerwijze te zijn vervolledigd en ingediend.

De nationaliteiten zijn gebaseerd op de locatie van de maatschappelijke zetel zoals vermeld in de registratie, en worden gegroepeerd als

 Belgisch (BE)

 behorende tot de Europese economische regio (EER), maar niet gelegen in België

 niet gelegen in de Europese economische regio (non-EER)

Tabel: verdeling van de actieve accounts per nationaliteit en per type Declarant Buitenlandse

Leverancier

Totaal

BE 34 - 34

EER 30 28 58

Non-EER - 6 6

Totaal 64 34 98

Ongeveer 1/3 van de actieve accounts wordt ingevuld door het type Buitenlandse Leverancier; 2/3 zijn Declarant.

Eenzelfde verhouding wordt grotendeels waargenomen bij de nationaliteit. Ongeveer een derde van de registranten is Belgisch. Van de niet-Belgische accounts is de overgrote meerderheid ( ca. 90%) gelegen in de Europese economische regio .

Naast de 98 actieve accounts werden er ook nog 17 accounts gecreëerd die nooit enige registratie hebben aangemaakt. Het is momenteel niet duidelijk waarom deze accounts werden gecreëerd, er zal getracht worden dit in de komende periode op te helderen (zie ook § 10.3 – Verdere acties).

5. Gegevens omtrent de registraties

5.1 Aantal registraties

Op 1 januari 2016 (de deadline voor het registreren van stoffen in nanoparticulaire toestand, op de markt gebracht als stoffen) waren er 203 registraties ingediend.

Op het einde van de referentieperiode (1 april 2017), was dit aantal reeds opgelopen tot 475 registraties ingediend voor stoffen.

Onderstaande tabel geeft het overzicht van de registraties ingediend vóór 1 april 2017 en de verdeling over de verschillende nationaliteiten en types in het register. Daarnaast wordt voor het type Declarant

(16)

ook nog onderscheid gemaakt tussen de registratie van een nanomateriaal dat voor commerciële doeleinden op de markt wordt gebracht en tussen een nanomateriaal dat uitsluitend voor wetenschappelijk onderzoek wordt verdeeld (vereenvoudigde registratie). Het laatste type registratie omvat enkel de chemische identificatie van de stof in nanoparticulaire toestand.

Tabel: verdeling van de ingediende registraties, per nationaliteit, per type account en per type registratie

Declarant Buitenlandse Leverancier

Totaal

Stof commercieel Stof R&D

BE 147 26 - 173

EER 65 2 224 291

Non-EER - - 11 11

Totaal 212 28 235 475

Het aantal ingediende registraties is ongeveer gelijk verdeeld tussen het type Declarant en Buitenlandse Leverancier.

Bijna 3/4 van de registraties ingediend door de Declarant is afkomstig van Belgische bedrijven. De niet- Belgische bedrijven dragen vooral bij aan de registraties ingediend door het type Buitenlandse Leverancier.

De onderstaande tabel geeft aan hoeveel registraties ingediend werden per actieve account. Een actieve account is een account die minstens één registratie heeft aangemaakt (maar niet noodzakelijk heeft afgewerkt en ingediend). Het aantal registraties houdt enkel rekening met de registraties die effectief werden ingediend. Het is dus mogelijk dat er accounts zijn opgenomen die geen enkele registratie hebben ingediend (of dat het minimum aantal = 0).

Uit de mediaan blijkt dat voor het type Declarant, de helft van de accounts geen of één registratie heeft ingediend, dit zowel voor de Belgische als de Europese Declaranten. Het gemiddelde voor de Belgische Declaranten bedraagt 5, dit gemiddelde wordt sterk beïnvloed door het hoge maximum. Hetzelfde wordt waargenomen voor de Buitenlandse Leveranciers gevestigd in de EER.

Tabel: verhouding van het aantal ingediende registraties per nationaliteit en per type account

min max mediaan gemiddelde

BE - Declarant 0 60 1 5,1

EER - Declarant 0 13 1 2,4

EER – Buitenlandse Leverancier

0 62 1 7,8

(17)

Tabel: verhouding van het aantal ingediende registraties per nationaliteit en per type account

min max mediaan gemiddelde

Non-EER -

Buitenlandse Leverancier

0 5 1,5 1,8

5.2 Jaarlijkse actualisering

De Declarant dient voor de registraties, ingediend voor stoffen die voor commerciële doeleinden op de markt worden gebracht, jaarlijks een actualisering uit te voeren. Deze jaarlijkse actualisering moet worden uitgevoerd in de eerste drie maanden van het jaar volgend op het betrokken handelsjaar (kalenderjaar).

Bij deze actualisering dient de registrant in te geven welke hoeveelheid van de stof in het voorgaande jaar effectief op de Belgische markt werd gebracht en wie zijn professionele gebruikers (klanten) waren in dat jaar.

De Buitenlandse Leverancier brengt per definitie zijn nanomaterialen niet zelf op de Belgische markt, registreert dus ook geen hoeveelheden of professionele gebruikers en hoeft dus geen actualisering uit te voeren. Ook voor de vereenvoudigde registraties (ingediend voor nanomaterialen die uitsluitend voor wetenschappelijke doeleinden worden gebruikt) worden geen hoeveelheden of professionele gebruikers gevraagd en wordt er geen jaarlijkse actualisering uitgevoerd.

Uit § 5.1-Aantal registraties blijkt dat er 212 registraties werden ingediend door het type Declarant, voor stoffen die op de markt worden gebracht voor commerciële doeleinden.

Op 6 januari 2017 werden de betrokken Declaranten individueel per mail herinnerd aan de verplichting om hun registratie te actualiseren en werd de werkwijze om deze actualisering uit te voeren, toegelicht.

Op 1 april 2017 waren er 164 jaarlijkse actualiseringen ingediend, met andere woorden 77,4% van het verwachte aantal jaarlijkse actualiseringen werd tijdig ingediend.

Voor die dossiers waarvoor niet tijdig een actualisering werd ingediend, worden de gegevens voor dit rapport overgenomen uit de versie van de registratie die op 1 april 2017 de geldige versie was. Dit betekent dat voor de registraties die niet tijdig werden geactualiseerd, niet de exacte maar wel een geschatte hoeveelheid voor het jaar 2016 wordt weergegeven.

In het verdere verloop van dit rapport wordt niet met individuele hoeveelheden gewerkt, maar hoofdzakelijk met grootte-intervallen van hoeveelheden. Er wordt verwacht dat het gebruik van de

‘geschatte’ hoeveelheden, in ca. 23% van de registraties, een beperkte invloed op het uiteindelijke grootte-interval zal hebben.

5.3 Gebruik van een ander registratienummer (beperkte registratie)

Bij de registratie van een stof die voor commerciële doeleinden op de markt wordt gebracht, dienen een aantal fysische en chemische karakteristieken te worden vermeld, zoals bepaald in afdeling 2 van bijlage 1 bij het KB van 27 mei 2014.

(18)

Indien dezelfde stof al eerder geregistreerd werd, kan de registrant via deze eerdere registratienummer verwijzen naar die registratie en hoeft hij niet opnieuw de fysische en chemische karakteristieken van het nanomateriaal in te vullen (beperkte registratie, zie ook § 2.2.5-Types registraties). Deze mogelijkheid bestaat zowel voor de Declarant als voor de Buitenlandse Leverancier, maar is niet verplicht.

Voor stoffen die exclusief voor wetenschappelijke doeleinden op de markt worden gebracht (de vereenvoudigde registratie), dient enkel de chemische identificatie te worden geregistreerd. In dit type registraties worden geen fysisch-chemische karakteristieken van het nanomateriaal gevraagd en kan er dus ook niet verwezen worden naar een eerdere registratie.

Van de 447 registraties die de fysisch-chemische karakteristieken moeten vermelden maakt ca. 1 op 3 gebruik van de beperkte registratie.

Bij evaluatie van deze beperkte registraties blijkt ongeveer 10% van de verwijzingen naar een ander registratienummer niet correct o.a. om de volgende redenen:

 Verwijzing naar niet-bestaande registratie

 Kringverwijzing (vb. BE-1 verwijst naar BE-1)

 De chemische stoffen komen niet overeen

Het is ook opmerkelijk dat er door het type Buitenlandse Leverancier, 235 registraties werden ingediend.

Dit is meer dan het dubbel van de beperkte registraties. Bovendien verwijzen talrijke beperkte registraties naar registratienummers van andere Declaranten. Het is niet duidelijk waarom er zoveel vrijwillige registraties werden ingediend door de Buitenlandse Leverancier, registraties die tot nu toe niet verder gebruikt werden. Een mogelijke verklaring zou kunnen zijn dat dit reeds ter voorbereiding van de registraties van mengsels is. De rapporten voor de volgende kalenderjaren kunnen hieromtrent meer duidelijkheid scheppen.

Voor de beperkte registraties die wel verwijzen naar een registratienummer ingediend door het type Buitenlandse Leverancier, wordt een bijkomend probleem vastgesteld in die zin dat meerdere registraties, op vrijwillige basis ingediend door de Buitenlandse Leverancier, onvoldoende informatie bevatten en dus niet conform het KB van 27 mei 2014 kunnen worden beschouwd. Dit heeft als gevolg dat de registraties die naar dergelijke nummers verwijzen, evenmin conform het KB van 27 mei 2014 zijn.

Het gebruik van de beperkte registratie kan ook een idee geven over de lengte van de bevoorradingsketen, namelijk hoe dikwijls wordt een bepaald nanomateriaal doorgegeven aan de volgende klant.

Ongeveer 1/3 van de registraties verwijst naar een andere registratie, hetgeen wijst op één stap in de bevoorradingsketen. Een tweede stap in de bevoorradingsketen wordt slechts voor 3 % van deze beperkte registraties waargenomen. Twee stappen is eveneens het maximum dat in de registraties werd gevonden.

Tabel: overzicht van het aantal stappen in de bevoorradingsketen

Lengte van de keten van verwijzingen Aantal registraties % van de registraties

0 299 66,9

1 144 32,2

(19)

Tabel: overzicht van het aantal stappen in de bevoorradingsketen

Lengte van de keten van verwijzingen Aantal registraties % van de registraties

2 4 0,9

Deze cijfers zijn grotendeels in lijn met de verdeling van de rollen in de bevoorradingsketen (zie § 6 Rollen in de bevoorradingsketen). In de registraties wordt vooral de introductie op de Belgische markt teruggevonden (import en productie). Er zijn veel minder registraties die de verdere verdeling van de nanomaterialen op de Belgische markt weergeven.

Anderzijds geldt voor 11% van de registratienummers, gebruikt in de beperkte registraties, dat ze meer dan één keer worden vermeld – met een maximum van 8 keer voor één bepaald registratienummer. Dit lijkt er op te wijzen dat er in de bevoorradingsketen ook een aantal parallelle lijnen bestaan.

6. Rollen in de bevoorradingsketen

6.1 Verdeling aantal bedrijven per rol

De Declaranten die nanomaterialen op de Belgische markt brengen voor commerciële doeleinden, registreerden in de jaarlijkse actualisering tussen 1 januari 2017 en 31 maart 2017 de exacte hoeveelheid die ze in 2016 op de markt hebben gebracht. Daarnaast vermeldden ze ook welke rol in de bevoorradingsketen ze voor die hoeveelheid hebben vervuld. De mogelijke rollen in de bevoorradingsketen worden verklaard in § 2.2.6-Definitie van de rollen in de bevoorradingsketen.

Onderstaande tabel geeft het relatief aantal keer dat een Declarant één van deze mogelijke rollen heeft vervuld. Er zijn Declaranten die meer dan één rol vervullen. Het maximum aantal rollen per Declarant is drie. Bij het opstellen van deze grafiek werd er vanuit gegaan dat wanneer de Declarant het cijfer ‘0’ invult naast een bepaalde rol, hij deze rol kan vervullen maar dat dit voor het jaar 2016 niet het geval was.

De verdere specificaties die vermeld worden wanneer de Declarant kiest voor de rol ‘Andere’, worden in dit rapport niet verder besproken.

Tabel: relatieve verdeling (in %) van de bedrijven over de rollen in de bevoorradingsketen

Invoerder Producent Verdeler Samensteller Navuller Andere

53,7 14,8 13 13 0 5,6

(20)

De cijfers tonen aan dat de meeste Declaranten de rol van invoerder of producent vervullen. Er zijn opvallend weinig bedrijven die de rol van verdeler invullen. Dit kan erop wijzen dat de stoffen verder op de markt worden gebracht als een mengsel, in een vorm die niet dient geregistreerd te worden of dat er nog onvoldoende bewustzijn is bij de verdelers over de registratieplicht.

Anderzijds doet bovenstaande vaststelling, in combinatie met de talrijke registraties die door de Buitenlandse Leverancier werden ingediend en die niet in andere registraties benut worden (zie ook § 5.3- Gebruik van een ander registratienummer), de vraag rijzen of er misschien Buitenlandse Leveranciers zijn die in feite als ‘verdeler’ (op de Belgische markt) fungeren.

Verder is de aanwezigheid van de rol van ‘samensteller’ bij het op de markt brengen van stoffen eveneens merkwaardig. Zoals vermeld wordt in de begeleidende documentatie22 produceert een samensteller per definitie mengsels. Deze rol in de bevoorradingsketen kan worden verwacht bij het op de markt brengen van mengsels, maar niet bij de registratie van de stoffen (zie ook § 9.2.2-Hoeveelheden verdeeld (verwerkt of onverwerkt) op de Belgische markt).

6.2 Verdeling aantal registraties per rol

Onderstaande tabel geeft het aantal keer dat een bepaalde rol werd vermeld in een registratie. Ook hier geldt dat in één registratie er meerdere rollen kunnen worden vermeld. Het maximum aantal rollen vermeld in één registratie is drie.

Tabel: relatieve verdeling (in %) van de registraties over de rollen in de bevoorradingsketen Invoerder Producent Verdeler Samensteller Navuller Andere

55,6 10,6 22,5 10,3 0 0,9

invoerder 54%

producent 15%

verdeler 13%

samensteller 13%

andere 5%

VERDELING DECLARANTEN PER ROL

(21)

Meer dan de helft van de registraties gebeurt door de ‘invoerder’. Bijna een kwart wordt ingediend door de ‘verdeler’, terwijl de producent en de samensteller elk ca. 10% vertegenwoordigen.

In vergelijking met de verdeling van het aantal bedrijven per rol, neemt in de verdeling van de registraties over de verschillende rollen het aandeel van de rol van verdeler toe met een factor van ca. 1,7, dit grotendeels ten koste van de rollen van producent en samensteller.

7. Economische activiteiten

7.1 NACE(BEL) codes

De term NACE-staat voor "Nomenclature statistique des Activités économiques dans la Communauté Européenne" ("Statistische naamgeving van de economische activiteiten in de Europese Gemeenschap").

In de gehele Europese Unie wordt "NACE" als officieel letterwoord gebruikt.

NACE is opgebouwd uit vier niveaus, gaande van algemeen naar specifiek. Binnen België werden deze codes aangevuld met een vijfde niveau (NACEBEL):

 Level 1 bevat 21 secties; deze duiden de grote economische sectoren aan en worden aangeduid met een letter.

 Level 2 bevat 88 afdelingen; dit zijn de eerste onderverdelingen van de secties en worden aangeduid met twee cijfers.

 Level 3 bevat 272 groepen; dit zijn de verdere onderverdelingen en bestaan uit 3 cijfers (de code van de afdeling + een bijkomend cijfer).

 Level 4 bevat 615 klassen; dit is een nog meer gedetailleerde onderverdeling en bestaat uit 4 cijfers (de code van de groep + een bijkomend cijfer)

 Level 5 bevat 943 Belgische subklassen, deze bestaan uit 5 cijfers (de code van de klasse + een bijkomend cijfer).

Bij identificatie van het bedrijf registreert de registrant alle NACE(BEL)-codes die van toepassing zijn voor het ganse bedrijf, inclusief de vestigingseenheden.

invoerder 56%

producent 11%

verdeler 22%

samensteller 10%

andere 1%

VERDELING REGISTRATIES PER ROL

(22)

Bij de registratie van een bepaalde stof wordt dan gemeld of de stof op de markt wordt gebracht door het hoofdbedrijf dan wel door een specifieke vestiging en worden de NACE(BEL)-codes specifiek van toepassing voor die stof vermeld.

Een NACE(BEL)-code vermeld op het niveau van een bedrijf hoeft dus niet noodzakelijk te worden teruggevonden bij de registraties. Er is dus geen kwantitiatief verband tussen de codes vermeld op het niveau van het bedrijf en de codes vermeld op het niveau van de registraties.

De Declarant is verplicht de NACE(BEL)-codes te registreren. De Buitenlandse Leverancier kan NACE(BEL)- codes registreren op het niveau van de account, maar is dit niet verplicht.

7.2 Economische activiteiten van de registranten

Onderstaande tabel geeft een overzicht van alle NACE(BEL)-codes zoals die door de beide types registranten werden ingevuld op het niveau van het bedrijf. De lijst is gesorteerd volgens het cijfer van de code.

Tabel: overzicht van de NACE(BEL)-codes zoals geregistreerd op het niveau van het bedrijf

Code Omschrijving

10620 Vervaardiging van zetmeel en zetmeelproducten

1814001 Vouwen, vergaren, naaien, garenloos binden, lijmen, snijden, brocheren en

goudstempelen van bedrukte vellen voor boeken, brochures, tijdschriften, catalogi, enz.

20 Vervaardiging van chemische producten

201 Vervaardiging van chemische basisproducten, kunstmeststoffen en

stikstofverbindingen en van kunststoffen en synthetische rubber in primaire vormen 2012 Vervaardiging van kleurstoffen en pigmenten

20120 Vervaardiging van kleurstoffen en pigmenten

2013 Vervaardiging van andere anorganische chemische basisproducten 20130 Vervaardiging van andere anorganische chemische basisproducten

2013001 Vervaardiging van chemische elementen met uitzondering van metalen, industriële elementaire gassen en door kernbrandstoffenindustrie geproduceerde elementen 2014 Vervaardiging van andere organische chemische basisproducten

2014001 Vervaardiging van verzadigde en onverzadigde cyclische en acyclische koolwaterstoffen 2014002 Distillatie van koolteer

20160 Vervaardiging van kunststoffen in primaire vormen

2016001 Vervaardiging van polymeren, inclusief die van ethyleen, propyleen, styreen, vinylchloride, vinylacetaat en acryl

203 Vervaardiging van verf, vernis e.d., drukinkt en mastiek 2030 Vervaardiging van verf, vernis e.d., drukinkt en mastiek 20300 Vervaardiging van verf, vernis e.d., drukinkt en mastiek 2030001 Vervaardiging van verf en vernis

205 Vervaardiging van andere chemische producten

(23)

Tabel: overzicht van de NACE(BEL)-codes zoals geregistreerd op het niveau van het bedrijf

Code Omschrijving

20590 Vervaardiging van andere chemische producten, n.e.g.

2059013 Vervaardiging van reageermiddelen van gemengde samenstelling voor diagnose of laboratoriumonderzoek, enz.

21 Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten 22 Vervaardiging van producten van rubber of kunststof

22290 Vervaardiging van andere producten van kunststof

2229001 Vervaardiging van overige artikelen van kunststof: hoofddeksels, isolerende werkstukken, delen van verlichtingstoestellen , kantoor- en schoolbenodigdheden, kledingartikelen (alleen gelijmd), enz.

23 Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten 24 Vervaardiging van metalen in primaire vorm

31010 Vervaardiging van kantoor- en winkelmeubelen 43 Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden

46699 Groothandel in andere machines en werktuigen, n.e.g.

46710 Groothandel in vaste, vloeibare en gasvormige brandstoffen en aanverwante producten 4671002 Groothandel in motorbrandstoffen, vetten en smeeroliën, andere oliën, enz.

46720 Groothandel in metalen en metaalertsen 4675 Groothandel in chemische producten

4675101 Groothandel in chem. prod. voor industrieel gebruik aniline, drukinkt, etherische oliën, industriële gassen, chem. lijm, kleurstoffen, synthetische hars, methanol, geuren smaakstoffen, paraffine, enz.

46900 Niet-gespecialiseerde groothandel

52 Opslag en vervoerondersteunende activiteiten

721 Speur- en ontwikkelingswerk op natuurwetenschappelijk gebied

72190 Overig speur- en ontwikkelingswerk op natuurwetenschappelijk gebied 7490 Overige gespecialiseerde wetenschappelijke en technische activiteiten, n.e.g.

811101 Winning, het ruw houwen en zagen van steensoorten voor de steenhouwerij of voor het bouwbedrijf, zoals marmer, graniet, zandsteen, enz.

82 Administratieve en ondersteunende activiteiten ten behoeve van kantoren en overige zakelijke activiteiten

8910 Winning van mineralen voor de chemische en de kunstmestindustrie

899001 Winning van mineralen en overige materialen: teelaarde en humus, schuur-, slijp- en polijstmiddelen, asbest, diatomeeënaarde, natuurlijk grafiet, speksteen, veldspaat, edelstenen, kwarts, mica, enz.

96 Overige persoonlijke diensten

99000 Extraterritoriale organisaties en lichamen

In onderstaande tabel zijn de NACE(BEL)-codes samengevat tot level 02 (afdelingen) van de NACE-codes.

(24)

Tabel: overzicht van de NACE(BEL)-codes zoals geregistreerd op het niveau van het bedrijf, samengevat tot level 02 van de NACE-codes

Code Omschrijving

08 Overige winning van delfstoffen 10 Vervaardiging van voedingsmiddelen

18 Drukkerijen, reproductie van opgenomen media 20 Vervaardiging van chemische producten

21 Vervaardiging van farmaceutische grondstoffen en producten 22 Vervaardiging van producten van rubber of kunststof

23 Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten 24 Vervaardiging van metalen in primaire vorm

31 Vervaardiging van meubelen

43 Gespecialiseerde bouwwerkzaamheden

46 Groothandel en handelsbemiddeling, met uitzondering van de handel in motorvoertuigen en motorfietsen

52 Opslag en vervoerondersteunende activiteiten

72 Speur- en ontwikkelingswerk op wetenschappelijk gebied

74 Overige gespecialiseerde wetenschappelijke en technische activiteiten

82 Administratieve en ondersteunende activiteiten ten behoeve van kantoren en overige zakelijke activiteiten

96 Overige persoonlijke diensten

99 Extraterritoriale organisaties en lichamen

Onderstaande figuur geeft de top 5 van de NACE-codes (level 02) weer, zoals vermeld door de registranten op het niveau van het bedrijf.

De code ’20-Vervaardiging van chemische producten’ is voor ongeveer 2/3 van de registranten van toepassing.

0 10 20 30 40 50 60 70

20 - Vervaardiging van chemische producten

46 - Groothandel en handelsbemiddeling, met uitzondering van de

handel in motorvoertuigen en

motorfietsen

08 - Overige winning van delfstoffen

22 - Vervaardiging van producten van rubber of

kunststof

72 - Speur- en ontwikkelingswerk op

wetenschappelijk gebied

aantal bedrijven (in %) per NACE-code (level 02)

(25)

7.3 Economische activiteiten vermeld in de registraties

Bij het indienen van een registratie kan de Declarant in de registratie zelf specifiëren welke van de NACE(BEL)-codes, vermeld voor zijn bedrijf, van toepassing zijn voor die specifieke stof. Dit is enkel het geval voor het accounttype Declarant, de Buitenlandse Leverancier neemt geen NACE(BEL)-codes op in de registraties.

De vijf NACE(BEL)-codes die het meest vermeld worden in de registraties zijn weergegeven in de onderstaande figuur.

Deze top 5 sluit aan bij wat wordt vastgesteld bij de economische activiteiten van de registranten (zie ook

§ 7.2-Economische activiteiten van de registranten): 4 elementen uit de top 5 zijn onderdelen van de code

’20-Vervaardiging van chemische producten’, het 5e element is een onderdeel van de code ’46- Groothandel en handelsbemiddeling, met uitzondering van de handel in motorvoertuigen en motorfietsen’.

7.4 Economische activiteiten van de producenten

De Declarant vermeldt in zijn registratie, naast de NACE(BEL)-codes, ook de hoeveelheid die in 2016 op de markt werd gebracht en de bijhorende rol in de bevoorradingsketen voor de geregistreerde stof.

Onderstaande figuur geeft de NACE(BEL)-codes (alle niveaus) weer in functie van de hoeveelheid die wordt geproduceerd (top 5).

0 10 20 30 40 50 60 70

20160 - vervaardiging van

kunststoffen in primaire vormen

20120 - vervaardiging van

kleurstoffen en pigmenten

2012 - vervaardiging van

kleurstoffen en pigmenten

46710 - groothandel in vaste, vloeibare en

gasvormige brandstoffen en

aanverwante producten

20 - vervaardiging van chemische

producten

aantal registraties per NACE(BEL)-code (alle niveaus)

(26)

Deze top 5 bevat 3 onderdelen van de code ’20-Vervaardiging van chemische producten’. De tweede en de derde plaats wordt ingenomen door resp. code ’23-vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten’ en een onderdeel van code ’08-Overige winning van delfstoffen’.

7.5 Economische activiteiten van de invoerders

De Declarant vermeldt in zijn registratie, naast de NACE(BEL)-codes, ook de hoeveelheid die in 2016 op de markt werd gebracht en de bijhorende rol in de bevoorradingsketen voor de geregistreerde stof.

Onderstaande figuur geeft de NACE(BEL)-codes (alle niveaus) weer in functie van de hoeveelheid die wordt ingevoerd (top 5).

0 2000 4000 6000 8000 10000 12000 14000

20130 - vervaardiging van andere anorganische

chemische basisproducten

23 - vervaardiging van andere niet- metaalhoudende minerale producten

8910 - winning van mineralen voor de chemische en de kunstmestindustrie

20 - vervaardiging van chemische producten

20120 - vervaardiging van kleurstoffen en

pigmenten

aantal ton geproduceerd per NACE(BEL)-code (alle niveaus)

(27)

De eerste plaats in deze top 5 wordt in beslag genomen door code ’82-Administratieve en ondersteunende activiteiten ten behoeve van kantoren en overige zakelijke activiteiten’. Dit is een code die typisch is voor het subtype van de Declarant, nl. de Vertegenwoordiger (zie ook §2.2.4 Types registranten). De andere 4 plaatsen worden ook hier ingenomen door onderdelen van de code 20- Vervaardiging van chemische producten’ en een onderdeel van code ’08-Overige winning van delfstoffen’.

8. Het gebruik van de geregistreerde stoffen

8.1 Omschrijving van de gebruiken

Voor de registratie van het gebruik van de nanomaterialen wordt gebruik gemaakt van het Europese descriptor systeem. Dit systeem bestaat uit 5 categorieën:

 Gebruikssectoren (SU)

 Procescategorieën (PROC)

 Chemische productcategorie (PC)

 Milieu-emissiecategorieën (ERC)

 Voorwerpcategorie (AC)

De registratie van het gebruik van de nanomaterialen in het register is beperkt tot de Declarant, voor de stoffen die voor commerciële doeleinden op de markt worden gebracht. Er worden geen gebruiken

0 5000 10000 15000 20000 25000 30000 35000 40000

82 - administratieve en ondersteunende

activiteiten ten behoeve van kantoren

en overige zakelijke activiteiten

20300 - vervaardiging van verf, vernis e.d., drukinkt en mastiek

899001 - winning van mineralen en overige materialen: teelaarde

en humus, schuur-, slijp- en polijstmiddelen,

asbest, diatomeeënaarde,

natuurlijk grafiet, speksteen, veldspaat,

edelstenen, kwarts, mica, enz.

20 - vervaardiging van chemische producten

2014 - vervaardiging van andere organische

chemische basisproducten

aantal ton geïmporteerd per NACE(BEL)-code (alle niveaus)

(28)

geregistreerd voor registraties ingediend door de Buitenlandse Leverancier, noch voor vereenvoudigde registraties (registratie van stoffen uitsluitend gebruikt voor wetenschappelijke doeleinden).

In de 212 betrokken registraties werden in totaal 870 gebruiken geregistreerd, die samen 128 unieke waarden vertegenwoordigen. Een registratie kan meerdere categorieën vermelden, evenals meerdere waarden uit één bepaalde categorie. Het vermelden van minstens één gebruik uit minstens één categorie is softwarematig verplicht in dit type registraties.

De geregistreerde gebruiken zijn als volgt over de verschillende categorieën verdeeld (relatief):

Tabel: verdeling van de vermelde gebruiken over de 5 verschillende categorieën (%)

SU PROC PC ERC AC

45,0 23,4 18,3 9,1 4,1

8.2 Gebruikssectoren (SU)

De categorie van de gebruikssectoren levert informatie over de economische sector of het marktdeel waar het gebruik van de geregistreerde stof plaatsvindt.

Onderstaande tabel geeft de lijst van de waarden voor de categorie van de gebruikssectoren, zoals vermeld in de registraties, gesorteerd volgens de code van deze categorie.

Tabel: waarden voor de categorie Gebruikssector (SU) vermeld in de registraties SU0 Overige

SU1 Landbouw, bosbouw en visserij

SU2a Winning van delfstoffen (geen offshore) SU2b Offshore-industrie

SU3 Industrieel gebruik: Gebruik van stoffen als zodanig of in preparaten in een industriële omgeving SU4 Vervaardiging van voedingsmiddelen

SU5 Vervaardiging van textiel, leer en bont SU6a Vervaardiging van hout en houtproducten SU6b Vervaardiging van pulp, papier en papierwaren SU7 Drukken en reproduceren van opgenomen media

SU8 Vervaardiging van chemische stoffen op grote schaal (waaronder geraffineerde aardolieproducten) SU9 Vervaardiging van fijnere chemische stoffen

SU10 Formuleren [mengen] van preparaten en/of ompakken (geen legeringen) SU11 Vervaardiging van producten van rubber

SU12 Vervaardiging van producten van kunststof, onder meer door samenstelling of omvorming SU13 Vervaardiging van andere niet-metaalhoudende minerale producten, waaronder gips en cement SU14 Vervaardiging van metalen in primaire vorm, inclusief legeringen

SU15 Vervaardiging van producten van metaal, exclusief machines en apparaten

SU16 Vervaardiging van computers, elektronische en optische producten, elektrische apparatuur SU17 Vervaardiging van machines, apparaten, voertuigen en andere transportmiddelen voor algemeen gebruik

(29)

Tabel: waarden voor de categorie Gebruikssector (SU) vermeld in de registraties SU18 Vervaardiging van meubelen

SU19 Bouwnijverheid SU20 Gezondheidszorg

SU21 Consumentengebruik: Particuliere huishoudens (= algemeen publiek = consumenten)

SU22 Professioneel gebruik: Publiek domein (administratie, onderwijs, amusement, dienstverlening, ambachtslieden)

SU23 Elektriciteit, stoom, gas- en watervoorziening en afvalwaterzuivering SU24 Wetenschappelijk onderzoek en ontwikkeling

De vijf SU-waarden die het meest vermeld worden in de registraties zijn weergegeven in de onderstaande figuur.

8.3 Procescategorieën (PROC)

De procescategorieën geven een idee over de procestypes vanuit beroepsmatig perspectief en maken onderscheid volgens de mogelijke blootstelling voor werknemers bij het uitvoeren van deze processen.

Onderstaande tabel geeft de lijst van de waarden voor de procescategorie, zoals vermeld in de registraties, gesorteerd volgens de code van deze categorie.

Tabel: waarden voor de Procescategorie (PROC) vermeld in de registraties PROC0 Overige

PROC1 Gebruik in een gesloten proces, blootstelling niet waarschijnlijk

PROC2 Gebruik in een gesloten, continu proces met incidentele, beheerste blootstelling

0 20 40 60 80 100 120

SU3 Industrieel gebruik: Gebruik van stoffen als zodanig of in preparaten in een industriële omgeving

SU10 Formuleren [mengen] van preparaten en/of

ompakken (geen legeringen)

SU12 Vervaardiging van producten van kunststof, ondermeer door samenstelling of

omvorming

SU7 Drukken en reproduceren van opgenomen media

SU9 Vervaardiging van fijnere chemische

stoffen

aantal registraties per categorie gebruikssector

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

All the questions we are going to ask you now are regarding to the consent form that you have signed when you agreed to participate in one of the Effective Care Research Unit -

Results o f the fo llo w up study turn o u t to be in the same range as the pilot study, except fo r concentrations o f dioxins and dioxin-like compounds, brominated

Wanneer echter ook naar het aantal blootgestelde werknemers, de blootstelling binnen de verschillende beroepsgroepen (inclusief de maatregelen om de blootstelling te reduceren) en

190 het rangnummer op de lijst van stoffen die schadelijk zijn voor mens en

Behoudens de door de Auteurswet 1912 en de Databankenwet gestelde uitzonderingen, mag niets uit deze publicatie worden verveelvoudigd (waaronder opslaan in een

In this essentially qualitative study, qualitative data obtained from an unstructured individual interview, unstructured observations, and a follow-up interview

Waar en hoe laat hoort u dan nog (vermoedelijk tegen borreltijd). bantse dagblad De Stem nog steeds geldend zijn. Want immers voordat de commissie ter advies

tieke partijen in Nederland. Zo is het ook ·gesteld met andere vraagstukken in ons land, te weten de problemen rondom Nieuw-Guinea en die met betrekking tot onze