• No results found

Cursus. Methodische interventies

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Cursus. Methodische interventies"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Cursus

Methodische interventies

(2)

Colofon

Uitgeverij: Edu’Actief b.v.

0522-235235 info@edu-actief.nl www.edu-actief.nl Auteur: Janien Leeuwerke

Inhoudelijke redactie: Napona Smid Titel: Methodische interventies

ISBN: 978 90 3724 064 1

© Edu’Actief b.v. 2016

Behoudens de in of krachtens de Auteurswet gestelde uitzonderingen mag niets uit deze uitgave worden verveelvoudigd, opgeslagen in een geautomatiseerd gegevensbestand, of openbaar gemaakt, in enige vorm of op enige wijze, hetzij elektronisch, mechanisch, door fotokopieën, opnamen of enige andere manier, zonder voorafgaande schriftelijke toestemming van de uitgever.

Voor zover het maken van reprografische verveelvoudigingen uit deze uitgave is toegestaan op grond van artikel 16h Auteurswet dient men de daarvoor wettelijk verschuldigde vergoedingen te voldoen aan de Stichting Reprorecht (www.reprorecht.nl). Voor het overnemen van gedeelte(n) uit deze uitgave in compilatiewerken op grond van artikel 16 Auteurswet kan men zich wenden tot de Stichting PRO (www.stichting-pro.nl).

De uitgever heeft ernaar gestreefd de auteursrechten te regelen volgens de wettelijke bepalingen. Degenen die desondanks menen zekere rechten te kunnen doen gelden, kunnen zich alsnog tot de uitgever wenden.

Door het gebruik van deze uitgave verklaart u kennis te hebben genomen van en akkoord te gaan met de specifieke productvoorwaarden en algemene voorwaarden van Edu’Actief, te vinden op www.edu-actief.nl.

(3)

Inhoudsopgave

Over deze cursus 4 Oriëntatie 7

Ontwikkelingstaken en opvoedingstaken 8 Diagnose altijd nodig? 14

Methodisch handelen om ander gedrag te stimuleren 19 Het kind leert nieuwe vaardigheden 23

Motivatie vergroten 27 De begeleiding 29

Overtuigen met goede argumenten 31 Reflecteren 33

Theoriebron Ontwikkelingstaken en opvoedingstaken 35 Theoriebron Diagnose altijd nodig? 38

Theoriebron Methodisch handelen om ander gedrag te stimuleren 41 Theoriebron Het kind leert nieuwe vaardigheden 44

Theoriebron De motivatie vergroten 48

Theoriebron Overtuigen met goede argumenten 50

(4)

Over deze cursus

Inleiding

Tom heeft steeds ruzie als hij bij vriendjes thuis is. Zouden zijn ouders er niks van zeggen als hij ruzie maakt thuis? Marieke doet nooit mee met het kringgesprek op school. Zouden haar opvoeders haar niet stimuleren om een eigen mening te hebben? Wanneer kinderen voor moeilijkheden zorgen, worden ouders vaak als schuldige gezien. Toch kunnen ouders het gedrag van kinderen niet zomaar veranderen. Ze kunnen hooguit goed gedrag stimuleren.

Dat geldt ook voor jou als begeleider.

Kinderen hebben soms gedrag dat jij niet kunt accepteren. Je wil het kind stimuleren om het gedrag te veranderen. Je gaat alleen niet zomaar wat proberen. Je kunt met methodes werken. Methodisch handelen betekent dat je handelt volgens een vaste, doordachte manier.

Doordat je gericht op een bepaalde manier (via een methode) werkt, heb je meer kans om je doel te bereiken. Omdat je actief bezig bent met het veranderen van gedrag, kun je ook spreken van een interventie

De belangrijkste vraag is: ‘Wat heeft het kind nodig?’ en niet: ‘Wat is er aan de hand het kind?’ Dan zoek je uit hoe je het kind kunt ondersteunen. Samen met het kind ga je doelen stellen om nieuwe vaardigheden te leren.

Doelen stellen om nieuwe vaardigheden te leren.

4

Over deze cursus

(5)

Leerdoelen

• Je kunt de ontwikkeling van een kind van 0-18 jaar herkennen en je weet welke opvoedingstaken daarbij horen.

• Je kunt merken of een kind een achterstand heeft en je weet wanneer je tot actie moet overgaan.

• Je weet de grenzen van de begeleiding van een pedagogisch medewerker.

• Je kent manieren om een kind te stimuleren ander gedrag uit te proberen.

• Je kunt een kind helpen om nieuwe vaardigheden te leren.

• Je kunt een kind motiveren wanneer hij of zij het moeilijk vindt om alternatief gedrag uit te proberen.

• Wanneer je een begeleidingsplan opstelt, kun je meerdere opties en consequenties daarvan bedenken voor de begeleiding van het kind.

• Je kunt ouders overtuigen van jouw advies met goede argumenten.

• Je kunt ouders voorzien van goede informatie en passende adviezen in het begeleidingsplan.

Beoordeling

Beoordelingsformulier

<

Aan het eind van de cursus wordt je parate kennis beoordeeld met een toets. Je praktische beheersing van de leerdoelen wordt getoetst met van één beroepsproduct. Deze worden op verschillende punten beoordeeld: op inhoud (producteisen) en op de uitvoering

(processtappen). Andere belangrijke punten bij de beoordeling zijn: actieve deelname aan de lessen, nette uitwerking van de opdrachten in correct Nederlands. Je vindt ze bij elkaar in het beoordelingsformulier.

Planning

Planningsformulier

<

Een beroepsproduct maken kost tijd. Daarom moet je dit goed plannen. Lees eerst de opdracht van het beroepsproduct goed door en vul daarna het planningsformulier in. Neem ook de andere opdrachten van deze cursus op in je totale planning. Zo voorkom je dat je in tijdnood komt.

Beroepsproduct: Begeleidingsplan gedrag

Plan een datum waarop je dit beroepsproduct inlevert. Vul deze datum in op je planningsformulier.

Casus

Schrijf in tweetallen een casus van een kind met moeilijkheden. Hij wil graag leren om zich anders te gedragen. Neem bijvoorbeeld iets wat je hebt meegemaakt op een stage. Dit probleem moet door de pedagogisch medewerkers opgelost kunnen worden. De docent bekijkt de verschillende casussen en deelt per groepje een casus uit. Met de casus ga je in twee- of drietallen een begeleidingsplan opstellen waarin je ‘methodisch handelen om ander gedrag te stimuleren’ toepast.

Over deze cursus

(6)

Eisen aan de uitvoering

1. Maak een planning en een taakverdeling.

2. Zorg dat iedereen een deel van het begeleidingsplan schrijft.

3. Wanneer het plan klaar is, leg je dit tijdens een gesprek voor aan een deskundige, bijvoorbeeld een stagebegeleider. Er zal één persoon zijn die aantekeningen maakt en de medestudent observeert. Tijdens het gesprek leg je de aanpak uit, onderbouwd met argumenten. Je probeert de deskundige te overtuigen van het plan.

4. Bekijk aan het eind of er gebruik is gemaakt van goede argumenten en overtuigingskracht.

Maak hier een kort verslag van en voeg dit toe aan het eind van het beroepsproduct.

Laat elke processtap goedkeuren door je docent, voordat je begint aan de volgende processtap.

Eisen aan het beroepsproduct

• Geef aan in welke ontwikkelingsfase het kind zit. Benoem de ontwikkelingstaken en de opvoedingstaken.

• Geef aan of er sprake kan zijn van een achterstand. Gebruik goede argumenten.

• Vertaal de problemen in vaardigheden. Beschrijf daarbij het einddoel en de tussenstapjes.

• Benoem minstens drie methodes die je kunt inzetten om het gedrag te stimuleren.

• Welke stappen neem je wanneer het kind nieuwe vaardigheden gaat leren? Zorg ervoor dat je de problemen vertaalt in vaardigheden, waarbij je de vaardigheden positief formuleert.

• Beschrijf welke mogelijkheden er zijn om de motivatie van het kind te vergroten en hoe je dit concreet gaat aanpakken.

• Geef aan waar de grens van de begeleiding ligt en of er een moment is waarop je zou moeten denken aan doorverwijzen.

• Geef passende adviezen voor de begeleiding van het kind. Gebruik goede argumenten en overtuigingskracht.

6

Over deze cursus

(7)

Oriëntatie

Opdracht 1 Heb jij ervaring met?

Heb jij ervaring met het bieden van ondersteuning bij het leren van nieuw gedrag? Beschrijf je ervaring in een kort verslag met behulp van onderstaande vragen:

• Waar heb je de ervaring opgedaan?

• Waarom had het kind ondersteuning nodig?

• Wat voor nieuw gedrag heeft het kind geleerd?

• Hoe heb je geholpen?

• Kwam je problemen tegen en heb je die opgelost? Hoe?

Opdracht 2 Kennis estafette

• Jullie gaan werken in groepjes.

• Ieder groepje krijgt een groot blad met daarop een woord dat te maken heeft met het onderwerp van de les.

• Je hebt drie minuten de tijd om een woord/ feit over het onderwerp te schrijven (scheldwoorden/ schuttingtaal mag niet), dit doe je om de beurt.

• Na drie minuten worden de resultaten van iedere groep naast elkaar gelegd en vergeleken.

• Een groepje krijgt een punt als er een onderwerp op hun blad staat dat niet voorkomt bij de andere groepen en wel te maken heeft met het onderwerp.

• Het groepje met de meeste punten hoeft vandaag niet op te ruimen.

Wist je al veel van het onderwerp af?

Welke nieuwe dingen heb je erbij geleerd?

Wat zou je graag nog willen leren?

Oriëntatie

(8)

Ontwikkelingstaken en opvoedingstaken

Inleiding

Wat is belangrijker denk je? Alle kennis en informatie die je leert uit boeken en van internet of jouw persoonlijke ontwikkeling? Jouw persoonlijke ontwikkeling is belangrijker. Denk bijvoorbeeld aan hoe je het beste kunt samenwerken met andere mensen en hoe je kunt omgaan met jouw gevoelens.

Je kunt pas echt leren wanneer jij je goed voelt en wanneer jij je prettig voelt in de groep.

Dat is ook zo voor kinderen. Het is daarom erg belangrijk om de persoonlijke ontwikkeling van kinderen te stimuleren.

De lichamelijke ontwikkeling van een baby.

Leerdoelen

Je kunt de ontwikkeling van een kind van 0-18 jaar herkennen en je weet welke opvoedingstaken daarbij horen.

Subdoelen:

• Je kunt omschrijven hoe de ontwikkeling van een kind van 0-18 jaar eruitziet.

• Je kunt de ontwikkelingstaken van kinderen van 0 -18 jaar benoemen.

• Je kunt de bijbehorende opvoedingstaken beschrijven.

• Je kunt de ontwikkelingstaken van kinderen herkennen.

8

Ontwikkelingstaken en opvoedingstaken

(9)

Opdracht 1 Schema ontwikkelingstaken

Vul de schema’s in met de ontwikkeling van kinderen. Horizontaal komen vijf

ontwikkelingsgebieden te staan. Je kunt de informatie gebruiken uit de eerdere onderdelen die je hebt gehad over ontwikkelingspsychologie.

Ontwikkelingsgebied 3:

Ontwikkelingsgebied 2:

Ontwikkelingsgebied 1:

0 – 2,5 jaar

2,5 – 4 jaar

4 – 6 jaar

6 - 9 jaar

9 – 12 jaar

12 – 16 jaar

Ontwikkelingstaken en opvoedingstaken

(10)

Ontwikkelingsgebied 5:

Ontwikkelingsgebied 4:

0 - 2,5 jaar

2,5 - 4 jaar

4 - 6 jaar

6 - 9 jaar

9 - 12 jaar

12 - 16 jaar

Opdracht 2 Ontwikkelingstaken en leeftijd

Zoek filmpjes op YouTube waarin ontwikkelingstaken van kinderen zijn te zien. Zoek bijvoorbeeld op ‘spelende kinderen’. Doe daarna de opdracht waarbij je elke

ontwikkelingstaak aan een leeftijd moet koppelen.

a. Welke taken zie je in het filmpje terug?

b. Welke leeftijd hoort daarbij?

10

Ontwikkelingstaken en opvoedingstaken

(11)

c. Zoek bij elke ontwikkelingstaak de juiste leeftijd

6 weken Het kind snapt dat hij een eigen wil

heeft

1,5 jaar Abstract leren denken

2,5 - 4 jaar De meeste kinderen zijn zindelijk

4 jaar Hechte vriendschappen ontstaan

6 jaar Het eerste lachje

6 - 9 jaar Geweten begint te ontwikkelen

9 - 12 jaar Zinnetjes met twee woorden

d. Zoek bij elke ontwikkelingstaak de juiste leeftijd

4 maanden Inleven in andere kinderen

8 - 12 maanden Risicovol gedrag gaan vertonen

2,5 jaar Zitten met hulp

2,5 - 4 jaar Een cirkel tekenen en die dichtmaken

6 - 9 jaar Een voorkeur krijgen voor vaste

verzorgers

12 - 16 jaar Veel nadoen wat volwassenen doen

Ontwikkelingstaken en opvoedingstaken

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De oplossing en zeer veel andere werkbladen om gratis te

Voor scholen, kinderopvang en andere organisaties die met kinderen in het groen komen.. Met kinderen in

Deze situatie kan voor gezinnen en relaties waar al langer spanningen waren de situatie verergeren, of het kan een hele nieuwe dynamiek veroorzaken in huishoudens, tussen partners

Koop eieren die nog heel lang houdbaar zijn, dan zijn ze nog een beetje vers.. •

Ik wil een perceel kopen wat niet op de adressenlijst voor Leersum staat, kan dit.. Nee, we hebben alle percelen in Leersum

Wanneer ook de huisarts vermoedt dat er sprake is van een beroerte, neemt deze contact op met een neuroloog van het ziekenhuis. In overleg met de neuroloog wordt bepaald óf en zo ja

hoe beter je kind deze taal kent, hoe mak- kelijker het een nieuwe taal leert.. Wat als beide ouders elk een andere

doormaken?' Als er één gedachte door zijn jonge hoofd doolde, dan wel deze, vertelt Jasper Antonissen (19), een jongeman uit Limburg.. &#34;Als de ene operatie op de andere volgt en