• No results found

Bezuidenhout Oost Gemeente Den Haag. Archeologische begeleiding vervanging riool. Haagse Archeologische Rapportage 1706

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Bezuidenhout Oost Gemeente Den Haag. Archeologische begeleiding vervanging riool. Haagse Archeologische Rapportage 1706"

Copied!
20
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Haagse Archeologische Rapportage 1706

Afdeling Archeologie & Natuur- en Milieueducatie Dienst Stadsbeheer 2017

Bezuidenhout Oost Gemeente Den Haag

Archeologische begeleiding

vervanging riool

(2)

NIEUWE STEENTIJD (NEOLITHICUM)

MIDDEN STEENTIJD (MESOLITHICUM)

BRONSTIJD IJZERTIJD ROMEINSE TIJD

VROEGE MIDDELEEUWEN

LATE MIDDELEEUWEN

NIEUWE TIJD

5300 2000 800

0

450 1000 1500

NU

Neolithisch hurkgraf, circa 3500 voor Chr., Ypenburg

Bronzen hielbijl, bronstijd, Nieboerweg.

Deel van een grote kookpot versierd met nagelindrukken, ijzertijd, Bronovolaan.

Maquette van een boerderij uit de Romeinse tijd, Uithofslaan.

Resten van zwaard en schild uit het graf van een krijger uit de 6de eeuw, Solleveld.

Fundamenten van Uithofsboerderij, 13de eeuw, Uithofslaan.

Fundamenten van de Spuipoort, 14de eeuw, Hofsingel.

Paar schoenen, 17de eeuw, Bierstraat.

colofon

Onderzoek: Bezuidenhout Oost, Den Haag. Archeologische begeleiding vervanging riool.

Auteur: E.C. Rieffe

Uitgave: Afdeling Archeologie en NME, Dienst Stadsbeheer, gemeente Den Haag Haagse Archeologische Rapportage nummer 1706

Den Haag, 2016

ISBN: 978-94-6067-228-6

(3)

Inhoudsopgave

Administratieve gegevens en samenvatting 5

1 Inleiding 6

Het rapport is als volgt ingedeeld: 6

2 Bekende gegevens 7

2.1 Geologie 7

Algemeen 7 Plangebied 8

2.2 Archeologie en vroege geschiedenis 9

2.3 Recente gebruiksgeschiedenis 9

2.4 De huidige en toekomstige situatie 10

2.5 De (gespecificeerde) archeologische verwachting 10

3 Veldonderzoek 11

3.1 Doelstellingen en methode 11

3.2 Resultaten en interpretatie 11

Resultaten 11 Interpretatie 11

3.3 Beantwoording onderzoeksvragen 13

4 Conclusie 13

Literatuur 14

Historische kaarten 14

Lijst van afbeeldingen 14

Bijlage 1: periodetabel 15

Bijlage 2: Boringen 16

(4)

0 5 km

WASSENAAR

LEIDSCHENDAM

VOORBURG

RIJSWIJK

NOOTDORP

PIJNACKER POELDIJK

WATERINGEN

DELFT N O O R D Z E E

MONSTER

SCHEVENINGEN

KIJKDUIN

CENTRUM

YPENBURG LOOSDUINEN

Onde rzoe k s ge bie d

0 2 5 5 0 7 5 1 0 0 1 2 5m

0 125 m

Onde rzoe k s ge bie d

0 2 5 5 0 7 5 1 0 0 1 2 5m

Afb. 1 Het onderzoeksgebied geprojecteerd op de topografische kaart.

(5)

Administratieve gegevens en samenvatting

Administratieve gegevens

Projectcode BZH16a

Gemeente Den Haag

Toponiem Bezuidenhout Oost

Kaartblad 30G

Coördinaten (m) 83.355 – 455.487

Kadastrale aanduiding onderzochte perceel GVH35 – AU 575

Lengte onderzochte tracé 350 m

NAP-hoogten Maaiveld 0,35 m + NAP

Opdrachtgever Afdeling Archeologie en Natuur- en Milieueducatie Dienst Stadsbeheer, gemeente Den Haag

Uitvoerder Afdeling Archeologie en Natuur- en Milieueducatie,

Dienst Stadsbeheer, gemeente Den Haag

Bevoegd gezag B&W, gemeente Den Haag

Datum veldwerk zomer 2016

Datum rapportage Februari 2017

Autorisatie E.E.B. Bulten

Beheer en plaats documentatie/vondsten Afdeling Archeologie en Natuur- en Milieueducatie, Dienst Stadsbeheer

gemeente Den Haag, Spui 70 Den Haag

(6)

1 Inleiding

Het Bezuidenhout vormt een deel van Den Haag waarin weinig of geen archeologisch onderzoek is uitgevoerd. De geologische kaart laat zien dat de bodemopbouw aan het maaiveld gedomi- neerd wordt door veen. Welke variatie in de bodemopbouw daaronder aanwezig is, is op basis van een boring per 3 hectare niet betrouwbaar vast te stellen.

Op basis van de huidige inzichten kan het gaan om een landschap met een (lage) strandwal in het noorden en een met klei opgevulde strandvlakte in het zuiden, maar dit is verre van zeker.

Het geheel is afgedekt met een laag veen. Vanwege de verwachte bodemopbouw die onder voortdurend natte omstandigheden vorm kreeg, heeft het plangebied een lage archeologische verwachting. Het is het beleid van de afdeling Archeologie en Natuur- en Milieueducatie dit soort aannames te toetsen als daarvoor de gelegenheid zich voordoet. Er is gekozen om de toetsing uit te voeren in de Johannes Camphuijsstraat omdat deze straat dwars op de verwachte geologische opbouw georiënteerd ligt.

Het rapport is als volgt ingedeeld:

In het hoofdstuk Bekende gegevens worden de bekende en verwachte archeologische waarden besproken zoals in het Plan van Aanpak zijn aangegeven.1 Ook worden de historische situatie en mogelijke verstoringen besproken. Vervolgens wordt in het hoofdstuk Veldonderzoek ingegaan op de uitvoering en de resultaten van het veldwerk. Het rapport wordt afgesloten met conclusies en aanbevelingen voor (mogelijke) vervolgstappen.

1 Rieffe en Waasdorp 2016.

(7)

2 Bekende gegevens

Het onderzoeksgebied ligt binnen het plangebied Bezuidenhout Oost en bestaat uit de Johannes Camphuijsstraat tussen de huisnummers 154 en 338. (afb. 1).

2.1 Geologie

Algemeen

In de Haagse regio komen drie fysisch-geografische regio’s bij elkaar. In het uiterste oosten wordt het landschap gedomineerd door het westelijke veengebied. In het westen wordt het landschap beheerst door het duingebied met strandwallen en strandvlaktes, terwijl het zuiden van de regio deel uitmaakt van het zuidwestelijke zeekleigebied.2 Een kenmerk van bovengenoemde regio’s is dat ze onder invloed van de stijgende zeespiegel hun huidige vorm en uiterlijk hebben gekregen.

Rond 4000 v. Chr. reikte de zee in dit gebied het verst naar het oosten. De kustlijn liep ter hoogte van de lijn Rijswijk-Voorburg-Leidschendam-Voorschoten en werd gemarkeerd door een strand- wal, de oudste in de Haagse regio. Deze strandwal loopt in zuidwestelijke richting door tot in het huidige Wateringse Veld. Als een strandwal hoog genoeg was geworden, kwam duinvorming op gang, de zogenaamde Oude Duinen of Laag van Voorburg.3

In een periode van ongeveer 2000 jaar verlegde de kustlijn zich naar het westen toe door de vorming van nieuwe strandwallen. Dat gebeurde gefaseerd, waardoor tussen de strandwallen lagere gebieden aanwezig bleven, de strandvlaktes. De zee had nog wel toegang tot de lager gele- gen strandvlaktes direct ten zuiden van de strandwal van Den Haag, waar kleiige sedimenten werden afgezet (Laagpakket van Wormer).

Omstreeks 2000 v. Chr. waren alle strandwallen gevormd en was het achterland grotendeels afgesloten van de zee. Dit leidde tot een stagnatie in de afwatering, waardoor grote moerassen ontstonden. In deze moerassen werd veen gevormd, het zogenaamde Hollandveen. In de loop van het eerste millennium v. Chr. was uiteindelijk het hele gebied bedekt met veen, afgezien van de hoogste delen van de strandwallen. Plaatselijk was dit pakket zelfs enkele meters dik.

In het laatste millennium voor Christus vond een enorme inbraak van de zee plaats waardoor een getijdengebied ontstond in de zuidelijke regio. De grootste getijdengeul kennen we als ‘de Gantel’ en erodeerde het uitgestrekte veenpakket. Vanuit de Gantel werden bovendien kleiige sedimenten afgezet die nog steeds het zuidwestelijke deel van Den Haag domineren (Gantel- laag). Vanaf het begin van de jaartelling kwam er een einde aan de invloed van de Gantel en stopte de sedimentatie.

In het eerste millennium vonden geen grote ontwikkelingen plaats; de afwatering van de Gantel verslechterde, waardoor er ten zuidwesten van Den Haag opnieuw veenvorming op gang kwam.

In de late middeleeuwen werd het kustgebied geteisterd door grote stormvloeden, waarvan de Sint Elizabethsvloed uit 1421 de bekendste is. Voor Den Haag waren de gevolgen tweeledig.

Allereerst werd de Gantel opnieuw opengebroken en werden er vooral in het Westland nieuwe sedimenten afgezet (Laag van Poeldijk). Ten tweede werd door de hernieuwde activiteit van de zee een groot deel van de meest westelijke strandwal weggeslagen. Het vrijkomende zand werd door de zee weer op het land teruggebracht, waarna de wind het verder transporteerde.

Het gevolg was dat de kustlijn in zuidoostelijke richting verschoof, en het oude landschap door verstuivingen met een dikpakket zand overdekt raakte. Dit proces vond plaats over een periode

2 Berendsen 2005.

3 Zie bijlage 1, tabel met de archeologische perioden, gekoppeld aan de in de tekst genoemde geologische laagpakketten.

(8)

van meerdere eeuwen. De reliëfrijke afdekkende zandlaag wordt Jonge Duinen of Laag van Den Haag genoemd.4

Plangebied

Volgens de huidige geologische kaart bestaat de litho-stratigrafische opeenvolging in het onderzoeksgebied (afb. 2) aan de noordzijde uit een opeenvolging van Hollandveen op duinzand (Laag van Voorburg). Aan de zuidzijde bestaat de bodemopbouw uit een opeenvolging van Hollandveen op klei (Laagpakket van Wormer) op strandzand (Laag van Rijswijk). Op basis van de geologische kaart is niet uit te maken hoe hoog het aanwezige duin is, en ook over de exacte aard van het Laagpakket van Wormer is geen uitsluitsel te krijgen. Gaat het om een volledig met slappe klei opgevulde lagune, of is sprake van een door geulen of kreken doorsneden wadden- landschap met daarin ook zandiger (en hoger gelegen) platen?

Onderzoek in dit deel van Den Haag is slechts zeer spaarzaam uitgevoerd. Tijdens de plaatsing van ondergrondse restafvalcontainers in Mariahoeve - Marlot, een andere wijk binnen het

4 Vos e.a. 2007.

0 1 5 0 3 0 0 4 5 0 6 0 0 7 5 0 m

Onderzoeksgebied Geologie

Hollandveen op Laagpakket van Wormer Hollandveen op Laag van Voorburg

Laag van Voorburg aan, of zeer dicht onder het maaiveld

0 750 m

Afb. 2 Een uitsnede van de geologische kaart met het onderzoeksgebied.

(9)

stadsdeel Haagse Hout, is zeer verspreid door deze wijk een aantal boringen gezet.5 De resultaten daarvan sluiten grotendeels aan op de geologische kaart. Ze gaven echter ook aanleiding om te veronderstellen dat onder het Hollandveen een landschap verborgen ligt met daarin onder andere herkenbare (getijde)geulen. Een duidelijke aanwijzing daarvoor betrof een laag duintje te midden van het verder zeer natte landschap. Dit duin ligt ter hoogte van de flats aan het Isabel- laland - Scheidingswetering.

2.2 Archeologie en vroege geschiedenis

Volgens de geologische kaart ligt het gebied in een zone die gedomineerd wordt door veen.

Dat wijst indirect op natte omstandigheden. De kans dat daarin archeologische waarden voorkomen is klein. De strandvlakte waarin het Bezuidenhout ligt wordt door twee strandwallen begrensd. Op deze hoger gelegen delen in het landschap werd in de prehistorie vaak gewoond.

Op de strandwal van Rijswijk tot Voorschoten, ten zuiden van het plangebied, zijn over de gehele lengte sporen van neolithische bewoning aangetroffen. Op de noordelijke strandwal, de strand- wal van Loosduinen-Den Haag-Wassenaar zijn vooral sporen uit de bronstijd en later aangetrof- fen. Vanaf de strandwallen werd het omringende landschap geëxploiteerd waarbij ongetwijfeld ook de strandvlakte van het Bezuidenhout werd bezocht. Sporen van die exploitatie zijn echter niet met onze prospectiemethoden terug te vinden.

Historische kaarten, waaronder “Kruikius” en “Bonnebladen” laten zien dat dit deel van Den Haag vanaf ongeveer 1700 bestond uit grasland dat door sloten in lange smalle kavels verdeeld was (afb. 3).

2.3 Recente gebruiksgeschiedenis

De wijk Bezuidenhout werd vanaf het eind van de 19de eeuw ontwikkeld. De voor het onderzoek uitgekozen straat werd in 1907 aangelegd.6 Dit deel van het Bezuidenhout is niet door het bombardement van 3 maart 1945 getroffen.

5 Rieffe 2014.

6 Van der Hoeve e.a., 1992.

Afb. 3 De Johannes Camphuijs- straat geprojecteerd op de kaart van Kruikius uit 1712.

0 500 m

(10)

2.4 De huidige en toekomstige situatie

Het onderzoeksgebied vormt onderdeel van de openbare ruimte, rijweg met aan beide zijde parkeervakken. De functie van het onderzoekgebied blijft na afronding van de werkzaamheden gelijk.

2.5 De (gespecificeerde) archeologische verwachting

Op basis van de geologie, die onder bij voortduring natte omstandigheden tot stand kwam en het ontbreken van vindplaatsen worden in het onderzoeksgebied geen archeologische vindplaat- sen verwacht.

0 2 5 5 0 7 5 1 0 0 1 2 5 m

Onderzoeksgebied

Boorpunt, met volgnummer

Afb. 4 Locaties boringen binnen het onderzoeksgebied.

0 125 m

0 2 5 5 0 7 5 1 0 0 1 2 5 m

Onderzoeksgebied Boorpunt, met volgnummer

(11)

3 Veldonderzoek

3.1 Doelstellingen en methode

Doelstelling van het onderzoek is, om door middel van de archeologische begeleiding van de rioolaanleg meer inzicht te krijgen in de geologische ontwikkeling van de ondergrond van Den Haag. Als uitvloeisel daarvan kan dan het Haagse beleid ten aanzien van archeologie waar nodig worden bijgesteld of aangescherpt. Het onderzoek moet antwoord geven op de volgende vragen uit het Plan van Aanpak:

1. Hoe ziet de bodemopbouw er geologisch uit?

2. Wijkt deze af van de geologische kaart?

3. Indien sprake is van afwijkingen, hebben die consequenties voor de huidige archeologische verwachting?

Tijdens de werkzaamheden zijn twaalf boringen gezet, dat zijn er vijf minder dan in het Plan van Aanpak begroot was. Ter hoogte van het kruispunt met de Stuijvesantstraat konden geen goede boringen worden gezet. Alle boringen bestaan uit gecombineerde Edelman – Gutsboringen.

Ze zijn beschreven conform de Archeologische Sediment Beschrijving. De boorpunten staan weergegeven in afb. 4; de beschrijvingen zijn opgenomen in bijlage 2.

3.2 Resultaten en interpretatie

Resultaten

In de boringen 1, 2, 3 en 11 bestaat de bodemopbouw uit een opeenvolging van veen op zand (Hollandveen op Laag van Rijswijk of Laag van Voorburg). In de boringen 4 - 10 en 12 ligt tussen het zand en het veen een laag klei, of kleiig zand (Laagpakket van Wormer). In de boringen 4 – 7 gaat het om een dun laagje “vette” klei. In de boringen 8 – 10 en 12 gaat het vooral om kleiig zand, waarin nog enige gelaagdheid bewaard is gebleven. In deze laatste boringen is het laagje Wormer-afzettingen ook wat dikker, tot 60 cm in boring 8.

In het veen is een behoorlijke hoeveelheid zand ingestoven. In de boringen 2 en 3 is dat zelfs als 20 cm dik laagje stuifzand herkenbaar, in de overige boringen is het zand “ingekapseld” in het veen en niet als apart laagje (of aparte laagjes) herkenbaar.

De grond op het veen is soms (bijna) niet als geroerd te herkennen (boringen 4, 5, 10 en 12). Toch wordt ervan uitgegaan dat deze in alle gevallen is aangevoerd. In de overige boringen bestaat over de verstoorde, geroerde aard geen twijfel. Zie ook bijlage 2.

Interpretatie

Voor een goed begrip van archeologische vindplaatsen is het van belang inzicht in de geologie te hebben. Hoge delen van het landschap, veelal strandwallen en de daarop opgestoven duinen vormen de primaire locatie waar huisplaatsen worden verwacht. De natte delen van het land- schap, waar de strandvlaktes toe behoren, zullen zeker ook door de mens gebruikt zijn. Sporen die dat gebruik verraden zijn echter schaars en nagenoeg niet prospecteerbaar. Dit onderzoek vond plaats in zo’n nat gebied. Het laat dan ook goed zien hoe de opvulling met sediment (kleiig zand en klei) en sedentaat (veen) elkaar opvolgen. Die opvulling is afhankelijk van het reliëf

(12)

in de onderliggende strandvlakte. Ter hoogte van de boringen 8 – 10 en 12 lag de strandvlakte het laagst en deze liep dan ook nog met enige regelmaat vol met zout of brak water. Hier is de stroomsnelheid zo groot dat relatief grofkorrelig sediment verplaatst kon worden. Sedimenten in deze lager gelegen delen zijn daarom relatief zandig (kleiige zand tot uiterst siltige klei).

Hoewel het gelaagd materiaal betreft, valt er niet een patroon te herkennen. Daaruit kan worden afgeleid dat de overstromingen slecht af en toe plaats vonden, mogelijk alleen bij een samenloop van springvloed en (storm(achtig) weer. Hoger gelegen delen (ter hoogte van de boringen 4 – 7) liepen slechts sporadisch onder water, hierbij werd slechts zeer zwak siltige klei (vette klei) afgezet. Al deze sedimenten horen bij het Laagpakket van Wormer. Tijdens de afzetting van deze Wormer-afzettingen vond wat meer noordelijk de opbouw van een echte strandwal plaats: de strandwal van Loosduinen-Den Haag-Wassenaar.

Nadat de opbouw van het duin goed op gang is gekomen, stagneert de afvoer van zoet water in de achterliggende strandvlakte en komt veenvorming op gang. Ingestoven zand in het veen, en zeker het tot 20 cm dikke laagje stuifzand in de boringen 2 en 3 wijzen erop dat het gevormde duin aan verstuiving bloot stond. Wat daarvan precies de oorzaak is, is op basis van dit onderzoek niet vast te stellen. Elders in Den Haag (Meer en Bos, Vogelwijk, Statenkwartier) lijkt verstuiving van Oud Duin samen te hangen met ontbossing door menselijke activiteiten zoals de aanleg van akkers en nederzettingen.

Het geroerde pakket sediment op het veen is aangevoerd.

1 2 3 4 5 6 7 8 9 10 12 11

0 m NAP

3 m - NAP

Ophoging Ingestoven zand Hollandveen Laagpakket Laagpakket van Wormer Laag van Voorburg Laag van Rijswijk Verstoring

Veen; incl. zandig veen Klei en kleiig zand

(Puur) zand Afb. 5 Geologisch profiel door de

twaalf boringen.

(13)

3.3 Beantwoording onderzoeksvragen

1. Hoe ziet de bodemopbouw er geologisch uit? De bodemopbouw in het onderzoeksgebied bestaat uit een opeenvolging van duin of strandzand (Laag van Voorburg of Laag van Rijs- wijk), met daarop eventueel klei (Laagpakket van Wormer) en veen (Hollandveen Laagpakket.

In het noordwesten van het onderzoeksgebied is duinzand als een tot 20 cm dikke laag in het Hollandveen herkend.

De grond op het veen is aangevoerd, antropogeen.

2. Wijkt deze af van de geologische kaart? Het lage, met veen afgedekte duin zoals dat op de geologische kaart staat weergegeven (in de Juliana van Stolberglaan - Loudonstraat) loopt minder ver naar het zuiden door dan verwacht werd. De aanzet van het duin zoals dat in boring 11 werd herkend, komt op de geologische kaart niet tot uiting.

3. Indien sprake is van afwijkingen, hebben die consequenties voor de huidige archeologische verwachting? De aangetroffen afwijkingen zijn klein en hebben op het eerste gezicht geen invloed op de archeologische verwachting. Echter, de bodemopbouw wijkt af van wat er werd verwacht en de hoeveelheid harde data die voor de kaart beschikbaar was in dit deel van de stad is klein. De voor de AWVK gemaakte keuzes mogen daarom zeker worden heroverwogen.

Het in het veen ingestoven duinzand in de boringen 2 en 3 doet vermoeden dat het lage duin dat op de geologische kaart staat afgebeeld, tijdens de opbouw van het Hollandveen Laagpakket aan verstuiving heeft bloot gestaan. Dergelijke verstuivingen worden in het westelijke deel van Den Haag (Vogelwijk, Meer en Bos)7 in verband gebracht met antro- pogene bodembewerking, in dat geval ijzertijd, waaronder ontbossing ten behoeve van de aanleg van akkers. Voor het huidige plangebied gaat het dan om (laat) neolithicum of bronstijd. Bij het huidige onderzoek zijn geen archeologische indicatoren aangetroffen die deze hypothese ondersteunen, maar die kans was ook nagenoeg afwezig.8

4 Conclusie

Het gebied kan in de prehistorie, met name in het (laat) neolithicum op uitgebreide schaal door mensen zijn gebruikt en bezocht omdat het een relatief open, brak tot zout waddenlandschap was achter een zich opbouwende strandwal, in dit geval die van Loosduinen-Den Haag–Wasse- naar. Een dergelijk landschap leende zich voor visvangst, vogeljacht (met name eenden in de rui), het snijden van riet en het weiden van vee. Activiteiten die nagenoeg geen sporen nalaten en dus ook niet prospecteerbaar zijn.

Droge delen in het landschap bepreken zich tot(lage) duintjes waarvan in het noorden en zuiden van het plangebied slechts de respectievelijke zuid- en noordflank zijn aangetroffen.

Het landschap blijkt op basis van de nu uitgevoerde boringen complexer dan de geologische kaart weergeeft. Specifiek toonde het onderzoek een verschil in intensiteit waarmee de strand- vlakte door de zee werd overstroomd. Op basis van de onregelmatige gelaagdheid in de boringen 8 – 10 en 12 gebeurde dit vooral bij stromachtig weer en springvloed. Ook het secundair verstoven duinzand zoals herkend in de boring 2 en 3 geeft meer detail aan de opbouw van het landschap dan uit de geologische kaart alleen kan worden afgeleid.

7 O.a. Rieffe en Van Beurden 2011 en Stokkel 2012.

8 Eventuele sporen van landbewerking en andere vormen van gebruik van het landschap door de mens vanaf de late prehistorie zullen weinig sporen hebben achtergelaten, waarvan de aard en locatie niet of nauwelijks voorspelbaar zijn. Hierdoor ook zijn ze met booronderzoek niet prospecteerbaar.

(14)

Momenteel worden stappen ondernomen om de geologische kaart van Den Haag naar een hoger plan te tillen. De verbreiding en exacte aard van onder andere het Laagpakket van Wormer is hierbij een aandachtspunt.

Literatuur

Hoeve, J.A. van der, P.C. Lankamp, H.P.R. Rosenberg, E.C. Vaillant, en D. Valentijn 1992, Monumenten inventarisatieproject Den Haag 1850 – 1940. Den Haag.

Rieffe, E.C., 2014, Briefrapport archeologische begeleiding plaatsing ORAC’s Bezuidenhout, Stadsdeel Haagse Hout, gemeente Den Haag. Den Haag.

Rieffe, E.C., en L. van Beurden, 2011, Vogelwijk fase 2, gemeente Den Haag. Archeologische begelei- ding vervanging riool. (Haagse Archeologische Rapportage 1132). Den Haag.

Rieffe, E.C., en J.A. Waasdorp, 2016, Plan van Aanpak (Inventariserend Veldonderzoek boringen) Johannes Camphuijsstraat. Den Haag.

Stokkel, P.J.A., 2012, Strijden met en tegen de elementen. Wijndaelerplantsoen in Den Haag. Boeren- nederzettingen uit de midden bronstijd en de ijzertijd in het duingebied. (Haagse Oudheidkun- dige Publicaties 15). Den Haag.

Vos, P.C., E.C. Rieffe, en E.E.B. Bulten, 2007, Nieuwe geologische kaart van Den Haag en Rijswijk.

Den Haag.

Historische kaarten

Kaart van Delfland 1712, heruitgave 1988 (2de editie), Alphen aan de Rijn.

Lijst van afbeeldingen

Afb. 1 Het onderzoeksgebied geprojecteerd op de topografische kaart. (gemeente Den Haag) Afb. 2 Een uitsnede van de geologische kaart met het onderzoeksgebied (gemeente Den Haag).

Afb. 3 De Johannes Camphuijsstraat geprojecteerd op de kaart van Kruikius uit 1712.

Afb. 4 Locaties boringen binnen het onderzoeksgebied. (gemeente Den Haag).

Afb. 5 Geologisch profiel door de twaalf boringen. (gemeente Den Haag).

(15)

Laageenheden

A

B

C D

E

F/G

J/K

1500 1000

500

0

500 1000

2000 2500 3000 3500 4000 4500 5000 6000

8000 9500 11750 Jaren v/n Chr.

2000

Laat-Paleolithicum

7000 Archeologische

perioden Duin- en strandzanden Mariene getijdenafzettingen

Moderne tijd

Middeleeuwen Laat

Vol

Vroeg

Romeinse tijd

IJzertijd

Vroeg Laat Midden

Laat

Midden Bronstijd

Vroeg

Laat

Neolithicum Midden

Vroeg

Mesolithicum

Laat

Midden

Vroeg

1500

A: Laag van Den Haag (voorheen Jonge Duinen) B: Laag van Voorburg (voorheen Oude Duinen) C: Laag van Ypenburg (voorheen Oude duinen) D: Laag van Rijswijk (voorheen Strandzanden)

E: Laag van Poeldijk (voorheen Duinkerke II /III Afzettingen) F: Gantel Laag, kleiige afzettingen (voorheen Duinkerke I Afzettingen) G: Gantel Laag, zandige afzettingen (voorheen Duinkerke I Afzettingen) J: Laagpakket van Wormer, kleiige afzettingen (voorheen Afzettingen van Calais) K: Laagpakket van Wormer, zandige afzettingen (voorheen Afzettingen van Calais)

Bijlage 1: periodetabel

(16)

Bijlage 2: Boringen

code NEN-naam

Ks2 Klei matig siltig Ks3 Klei sterk siltig V Veen mineraalarm Vz3 Veen sterk zandig Vz1 Veen zwak zandig Zkx Zand kleiig Zs1 Zand zwak siltig x Verstoring

1 weinig 2 matig 3 veel

Boornummer X-coördinaat Y-coördinaat

1 83275.00 455607.00 2 83288.00 455588.00 3 83303.00 455566.00 4 83319.00 455541.00 5 83332.00 455524.00 6 83337.00 455491.00 7 83385.00 455437.00 8 83405.00 455419.00 9 83420.00 455399.00 10 83435.00 455374.00 11 83470.00 455327.00 12 83457.00 455346.00

Boornummer Bovenkant laag (m NAP) Onderkant laag (m NAP) Laag Hoofdkleur Bijkleur Tint Houtskool Aardewerk Humus IJzeroxide Opmerkingen

1 0.35 -1.45 x

-1.45 -1.65 V bruin -1.65 -1.70 Vz3 bruin grijs

-1.70 -1.85 Zs1 grijs donker 3 verdrinkend duin

-1.85 -1.95 Zs1 grijs 2 0.25 -1.25 x

-1.25 -1.35 V bruin donker geoxideerd

-1.35 -1.55 Zs1 grijs donker 3

-1.55 -2.05 Vz3 bruin

(17)

Boornummer Bovenkant laag (m NAP) Onderkant laag (m NAP) Laag Hoofdkleur Bijkleur Tint Houtskool Aardewerk Humus IJzeroxide Opmerkingen

-2.05 -2.15 Zs1 grijs donker 3

-2.15 -2.35 Zs1 grijs 3 0.25 -1.25 x

-1.25 -1.45 V bruin grijs donker

-1.45 -1.65 Zs1 bruin grijs 3

-1.65 -1.75 Vz3 bruin grijs -1.75 -2.45 V bruin

-2.45 -2.65 Zs1 grijs schoon

4 0.20 -0.60 x

-0.60 -1.30 Zs1 grijs verstoord?

-1.30 -1.95 Vz3 bruin grijs -1.95 -2.40 V bruin -2.40 -2.70 Zkx grijs 5 0.15 -0.35 x

-0.35 -0.85 Zs1 geel -0.85 -0.90 Ks3 grijs

-0.90 -1.75 Vz3 bruin grijs donker -1.75 -2.70 V bruin

-2.70 -2.80 Zkx grijs 1

-2.80 -2.85 Zs1 grijs 6 0.05 -1.65 x

-1.65 -2.15 Vz1 bruin grijs donker -2.15 -2.55 V bruin

-2.55 -2.75 V bruin rood -2.75 -2.95 Zkx

-2.95 -3.00 Zs1 grijs 7 0.15 -1.25 x

-1.25 -1.40 V bruin zeer donker geoxideerd

-1.40 -2.75 Vz1 bruin

-2.75 -2.85 Zkx grijs slap

-2.85 -3.05 Zs1 grijs 8 0.20 -1.20 x

-1.20 -1.80 V bruin donker

-1.80 -2.10 Vz1 bruin

-2.10 -2.90 V bruin donker

-2.90 -3.10 Ks2 bruin grijs licht 1

-3.10 -3.50 Ks2 grijs -3.50 -3.60 Zs1 grijs

(18)

Boornummer Bovenkant laag (m NAP) Onderkant laag (m NAP) Laag Hoofdkleur Bijkleur Tint Houtskool Aardewerk Humus IJzeroxide Opmerkingen 9 0.05 -1.25 x

-1.25 -1.55 V bruin erosief

-1.55 -2.25 Vz1 bruin

-2.25 -3.05 V bruin onderin veel grof

hout -3.05 -3.35 Zkx grijs

-3.35 -3.55 Zs1 grijs 10 0.10 -0.90 x

-0.90 -1.50 Zs1 grijs

-1.50 -1.60 Zs1 bruin 2

-1.60 -2.00 Vz1 bruin -2.00 -2.60 V bruin -2.60 -2.90 V bruin -2.90 -3.20 Ks2 grijs -3.20 -3.40 Zs1 grijs 11 0.15 -1.65 x

-1.65 -2.45 Vz1 bruin donker -2.45 -3.25 V bruin

-3.25 -3.45 Zs1 grijs 12 -0.10 -2.00 x

-2.00 -2.20 Zs1 grijs bruin zeer donker 3 met baksteengruis

-2.20 -3.10 V bruin donker

-3.10 -3.50 Ks2 grijs -3.50 -3.90 Zs1 grijs

(19)
(20)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Banckertplein Piet Heinstr. aa t

 Koper wordt in de gelegenheid gesteld de woning voor het sluiten van de NVM koopovereenkomst te laten keuren door een bouwtechnisch bureau om eventuele bouwkundige gebreken vast

 Koper wordt in de gelegenheid gesteld de woning voor het sluiten van de NVM koopovereenkomst te laten keuren door een bouwtechnisch bureau om eventuele bouwkundige gebreken vast

Op basis van de geologische kaart bestaat de bodemopbouw in de onderzochte straten uit een opeenvolging van strand- en duinzand (Laag van Rijswijk respectievelijk Voorburg); klei van

Helaas mogen er bij beide diensten nog geen bezoekers aanwezig zijn, maar u kunt de dienst natuurlijk wel volgen via Kerkdienstgemist.nl.. Kerkdiensten on-line

 Koper wordt in de gelegenheid gesteld de woning voor het sluiten van de NVM koopovereenkomst te laten keuren door een bouwtechnisch bureau om eventuele bouwkundige gebreken vast

12 NB: dat betekent niet dat er geen archeologische resten aanwezig kunnen zijn; maar wel dat het om geïsoleerde fenomenen gaat die in het kader van de AWVK niet modelmatig

Dit is een terrein van zeer hoge archeologische waarde (waarde 3) en waarvan bekend is dat daar resten van het Augusteïsche legerkamp (19–16 voor Chr.), twee legerplaatsen van