• No results found

Webinar Omgevingsverordening NH2020 Zuid

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Webinar Omgevingsverordening NH2020 Zuid"

Copied!
64
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Webinar Omgevingsverordening NH2020 Zuid

Riekje Wiersma, Robert Bergman, Rien Wezenberg, Annemieke Bergsma- Eijsackers, Martin Vos & Annebet van Duinen

(2)

Opzet

• Introductie

• Presentatie over landelijk gebied (eerste vragenronde)

• Presentatie over PBL (tweede vragenronde)

• Pauze

• Presentatie over Wind op Land (derde vragenronde)

• Presentatie over klimaatadaptatie

(laatste vragenronde)

(3)

Het webinar wordt opgenomen voor het verslag

Geef het even aan als u het hier niet mee eens bent.

Zet uzelf op mute tijdens de sessie

En vergeet niet te unmuten wanneer u het woord krijgt om een vraag te stellen.

Heeft u een vraag? Stel hem in de chat!

De moderator houdt de vragen in de gaten. U kunt ook uw ideeën of vragen achteraf mailen naar omgevingsverordening@noord-holland.nl

Nettiquette (spelregels)

(4)

Achtergrond webinar

• Uitleggen omgevingsverordening

• Duidelijk krijgen welke vragen nog leven

• Wordt wel opgenomen, maar zal niet op de website worden geplaatst

• In twee delen

(5)

Kenmerken omgevingsverordening

• Nog onder huidige wetgeving

• In de geest van de omgevingswet

• Vertaling ambities, ontwikkelprincipes en sturingsfilosofie Omgevingsvisie

• Vertaling ambities coalitieakkoord

• Vervangt 21 verordeningen

(6)

Wat is (grotendeels) hetzelfde

• Bodem, gesloten stortplaatsen, ontgrondingen

• Natuur/flora/fauna

• Regionale Luchthavens

• Erfgoed

• Water

• Wegen

• Landbouw

(7)

Wat is veranderd

• Kaart landelijk gebied in plaats van werken met Buiten Bestaand Stedelijk Gebied

• Kleinschalige woningbouw in Landelijk gebied mogelijk in Noord-Holland Noord

• Bijzonder provinciaal landschap

• Ruimte voor windmolens in MRA

• Klimaatadaptatie

• Industrieterreinen van provinciaal belang

(8)

Instructieregels gemeenten

• In hoofdstuk 6 op instructieregels voor ruimtelijke plannen

• Definitie begrip ruimtelijk plan:

• Onder het begrip ruimtelijk plan vallen onder meer bestemmingsplannen en bepaalde omgevingsvergunningen. Het gaat dan om omgevingsvergunningen waarbij ‘buitenplans’ wordt afgeweken van het bestemmingsplan.

(9)

Doorkijk naar volgende omgevingsverordening

• Eind januari ambtelijke consultatie

• Ter inzage legging in mei

• Vanuit besluitvorming Omgevingsverordening NH2020

• Motie 147

• Begrenzing

(10)

Volgende sprekers:

Robert Bergman & Rien

Wezenberg

(11)

Presentatie regels landelijk gebied

In vogelvlucht: (nuance)verschillen met de PRV

(12)

Uitgangspunten stedelijke functies in LG

• Verstedelijking in landelijk gebied is slechts beperkt mogelijk

• Nieuwe stedelijke ontwikkeling, mits regionaal afgestemd (en via Ladder aangetoond dat binnenstedelijk geen opties zijn)

• Kleinschalige ontwikkelingen: artikel 6.4, 6.5 en 6.9 (regio MRA) / artikel 6.10 (NHN)

• In deze presentatie focus op kleinschalige ontwikkelingen

(13)

Verschil 1: Werkingsgebied landelijk gebied (MRA)

• Andere systematiek dan in PRV

• In PRV: definitie bestaand stedelijk gebied versus landelijk gebied

• In OV NH20: werkingsgebied landelijk gebied

• Verschil: ligging in werkingsgebied (Viewer) bepaalt toepassing regels landelijk gebied

(14)

Uitgangspunten werkingsgebied LG

1. Kleine kernen (< 500 inwoners CBS) en stedelijke voorzieningen die niet grenzen aan stedelijk weefsel en niet ten dienste staan van ‘stedelijk gebied’

2. Lintbebouwing en ruim opgezette villawijken 3. Solitaire bedrijventerreinen < 8 ha

4. BPL (stedelijke voorzieningen die wel grenzen aan stedelijk weefsel et cetera)

(15)

Gevolgen nieuw werkingsgebied

• Locaties voorheen onderdeel BSG en dus niet in LG liggend, liggen nu in werkingsgebied LG

• Op die locaties zijn dus regels LG van toepassing

• Nieuwe stedelijke ontwikkelingen blijven mogelijk

• Wel beperkingen voor kleinschalige ontwikkelingen op zulke locaties

(16)

Verschil 2: Geen RvR meer

Doel RvR: Meer landschappelijke kwaliteit door opruimen storende bebouwing Verschil doel en praktijk (zoveel mogelijk woningen bouwen)

Opbrengsten van 1 of 2 burgerwoningen = kosten sloop bedrijfsbebouwing Artikel 6.9 (MRA) en 6.10 (regio Noord)

(17)

Motie 147

Bij vaststelling Omgevingsverordening NH2020 is motie 147 aangenomen

Motie draagt op om in de Omgevingsverordening NH 2022 meer ruimte voor transformatie agrarisch perceel op te nemen

Uitgangspunten: - bebouwd oppervlakte moet significant afnemen

- positieve bijdrage leveren aan ruimtelijke kwaliteit LG

(18)

Korte uitleg artikelen 6.4, 6.5, 6.9 en 6.10

Maken kleinschalige stedelijke ontwikkelingen mogelijk

Grotendeels identiek aan artikelen uit de PRV (artikelen 5c en 17 PRV)

(19)

Wat is een kleinschalige ontwikkeling?

Een stedelijke ontwikkeling die niet ladderplichtig is (geen nieuwe stedelijke ontwikkeling)

Zie Bijlage 1 bij de Omgevingsverordening

(20)

Andere stedelijke functies dan wonen (1)

Zie artikel 6.4 voor kleinschalige ontwikkelingen in landelijk gebied Drie voorwaarden:

1. de ontwikkeling vindt plaats op een locatie waar een stedelijke functie is toegestaan;

2. het toegestane bebouwd oppervlak wordt niet vergroot;

3. het aantal burgerwoningen neemt niet toe.

(21)

Nuanceverschil met PRV

In de PRV werd gesproken over een bestaand bouwblok.

Dit begrip is vervangen door: toegestaan bebouwd oppervlak Verder geen inhoudelijke wijzigingen.

(22)

Andere stedelijke functies dan wonen (2)

Zie artikel 6.5

Gaat om hergebruik van vrijkomende agrarische bebouwing

Toegestaan zijn kleinschalige vormen van bepaalde functies, zoals werken

(23)

Geen verschil met PRV

Artikel 6.5 van de Omgevingsverordening = artikel 17 lid 1 van de PRV

(24)

Woonfuncties (transformatie)

Artikel 6.9 lid 2 en 6.10 lid 3 Omgevingsverordening

• Omzetting (agrarische) bedrijfswoning naar burgerwoning

• Sloop van overige bedrijfsbebouwing

• Tweede burgerwoning bij sloop van 1.500 m2 of meer bedrijfsbebouwing

• Geen belemmering voor omliggende bedrijven

(25)

Terugblik: PRV

Artikel 5c, tweede lid PRV (omzetting stedelijke functie, anders dan wonen) naar een woonfunctie

Artikel 17, tweede lid PRV (omzetting agrarisch bouwperceel naar woonfunctie)

(26)

Nuanceverschillen met PRV

• Artikel 6.9 lid 2/6.10 lid 3 maakt expliciet dat er ten minste 1 bedrijfswoning planologisch moet zijn toegestaan

• Dit veronderstelde de PRV ook al, zie bijvoorbeeld artikel 17, tweede lid, onder f van de PRV

• De voorwaarde dat aan maximaal 2.500 m2 van het oorspronkelijke bestemmingsvlak een woonbestemming mag worden toegekend is verdwenen.

(27)

Verschil 3: Kleinschalige

woningbouwontwikkeling (NHN)

Artikel 6.10 lid 1 en 2

• Past binnen regionale afspraken

• In of aan een dorpslint of kern

(28)

Definitie kern

In essentie gaat het om een gebied met bebouwing, die is geconcentreerd tot een samenhangende structuur, ten behoeve van overwegend stedelijke functies

Zie voor de exacte definitie: Bijlage 1 bij de Omgevingsverordening

(29)

Definitie dorpslint

Gaat in essentie om een langgerekte lijn van bebouwing ten behoeve van overwegend stedelijke functies

Zie Bijlage 1 bij de Omgevingsverordening voor de exacte definitie

(30)

Samenloop meerdere werkingsgebieden

• Let op! Als een locatie in meerdere werkingsgebieden ligt, dan zijn dus ook de regels van meerderewerkingsgebieden van toepassing

• Voorbeeld: een locatie ligt in BPL. Locaties in BPL liggen per definitie ook in het werkingsgebied landelijk gebied.

• Voor een kleinschalige ontwikkeling geldt dan niet alleen artikel 6.46, lid 4, maar ook artikel 6.4.

(31)

Vragen?

(32)

Volgende sprekers:

Annemieke Bergsma-

Eijsackers & Martin Vos

(33)

Bijzonder provinciaal

landschap

(34)

Omgevingsverordening NH2020

• Vooruitlopend op Omgevingswet

• Sturingsfilosofie: ‘lokaal wat kan, regionaal wat moet’

• Weerslag Omgevingsvisie: afweging tussen ruimte voor ontwikkelingen en bescherming landelijk gebied.

• zoveel mogelijk binnenstedelijk verdichten, rond OV-knooppunten

• ruimte voor ontwikkeling en maatwerk

• gebieden van grotere landschappelijke, ecologische, aardkundige en cultuurhistorische waarde: zwaardere onderbouwing noodzaak en inpassing ontwikkeling.

• Vereenvoudiging

• Minder regimes

• Satéprikker: alle regels per locatie met één klik op de kaart

(35)

Bescherming landschap en natuur

Regel

Bijlage

Regels voor landelijke gebied

Paragraaf 6.4.3 UNESCO Paragraaf 6.4.1 NNN Paragraaf 6.4.2 BPL

Afdeling 6.4 Beschermd landelijke gebied

(36)

Begrenzing Bijzonder provinciaal landschap

Bufferzones

Weidevogelleefgebieden

- kerngebieden -> habitat voor weidevogels - leefgebieden -> indien andere

kernkwaliteit aanwezig

Aardkundige monumenten (buiten NNN)

---

Landschappelijke logica (bijv. poldereenheden)

- Kwaliteitsbeeld NH2050 - CHW

- Leidraad landschap en cultuurhistorie

Bijzonder

provinciaal

landschap

(37)

Resultaat

• 32 Bijzondere provinciale landschappen

• Beschrijving van kernkwaliteiten

• Kenmerken van het gebied die afzonderlijk, maar ook in samenhang met elkaar de identiteit en waarde van een gebied bepalen.

• Op gebieds- en gebiedsoverstijgend niveau van belang.

• Geen overlap met NNN, wel zoveel mogelijk aanééngesloten

• Compensatieregeling

Texel oude land en aandijkingen Wieringen

Oude Veer Callantsoog

Zijpepolder Noord en Zuid Schagen

Abbekerk e.o.

Oosterdijk

Schellinkhout e.o.

Opmeer-Wognum Veenhuizen en Oterleek Noord-Kennemerland Schermer

Eilandspolder

Alkmaardermeer e.o.

Westzaan e.o.

Oostzaner- en Ilperveld Wormer- en Jisperveld Wijde Wormer

Zeevang Assendelft e.o.

Waterland Marken

Zuid-Kennemerland Spaarnwoude e.o.

Tuinen van West

Haarlemmermeer-Noord Amstelscheg

Vechtstreek-Noord Vechtstreek-Zuid Het Gooi

De Kampen

(38)

Artikel 6.41 Bijzonder provinciaal landschap

1. De kernkwaliteiten van het Bijzonder provinciaal landschap zijn vastgelegd in bijlage 6.

2. Een ruimtelijk plan ter plaatse van het werkingsgebied Bijzonder provinciaal landschap bevat regels ter bescherming van de

voorkomende kernkwaliteiten.

3. In afwijking van artikel 6.3 bevat het ruimtelijk plan geen regels die een nieuwe stedelijke ontwikkeling mogelijk maken.

4. Het ruimtelijk plan kan regels bevatten die een andere nieuwe ruimtelijke ontwikkeling dan een nieuwe stedelijke

ontwikkeling mogelijk maakt, mits deze ontwikkeling de voorkomende kernkwaliteiten niet aantast.

5. De toelichting op het ruimtelijk plan bevat een beschrijving van de voorkomende kernkwaliteiten en een motivering van de wijze waarop wordt voldaan aan het tweede en, indien van

toepassing, het vierde lid.

6. Indien uit de motivering volgt dat maatregelen noodzakelijk zijn om te voldoen aan het bepaalde in het vierde lid, dan dient de uitvoering hiervan te zijn geborgd bij de vaststelling van het ruimtelijk plan.

 11 woningen

 500m2

(39)

Artikel 6.41 Bijzonder provinciaal landschap

7. In afwijking van het vierde lid kan het ruimtelijk plan regels bevatten die de volgende ruimtelijke ontwikkelingen mogelijk maken:

a. een uitbreiding van een agrarisch bouwperceel tot maximaal twee hectare; of

b. nieuwe bebouwings- en functiemogelijkheden op grond van artikel 6.33, eerste lid, onder e en f en artikel 6.33, tweede en derde lid.

8. In afwijking van het derde en vierde lid kan het ruimtelijk plan een nieuwe stedelijke ontwikkeling of een andere nieuwe ruimtelijke ontwikkeling die de kernkwaliteiten aantast mogelijk maken, indien:

a. er sprake is van groot openbaar belang;

b. er geen reële alternatieven zijn; en

c. de aantasting zoveel mogelijk wordt beperkt en de aantasting wordt gecompenseerd.

9. In afwijking van het derde en vierde lid kan het ruimtelijk plan voorzien in woningbouw overeenkomstig de afspraken tussen Rijk, provincie en

betrokken gemeenten met betrekking tot de Pilot Waterland.

10. Gedeputeerde Staten kunnen nadere regels stellen over de motivering als bedoeld in het vijfde lid en over de wijze van compensatie als bedoeld in het achtste lid, aanhef en onderdeel c.

- bedrijfswoning

- niet-agrarische bedrijfsfuncties - agrarisch aanverwante

bedrijven

(40)

Beschrijvingen kernkwaliteiten BPL en Leidraad Landschap en cultuurhistorie

• BPL (Artikel 6.41)

Is een ontwikkeling toegestaan op een locatie?

Viewer en Beschrijvingen kernkwaliteiten in acht nemen

• LG – ruimtelijke kwaliteitseis (Artikel 6.54 )

Hoe moet de ontwikkeling worden ontworpen/ ingepast?

Viewer en Leidraad Landschap en cultuurhistorie rekening houden met

Texel oude land en aandijkingen Wieringen

Oude Veer Callantsoog

Zijpepolder Noord en Zuid Schagen

Abbekerk e.o.

Oosterdijk

Schellinkhout e.o.

Opmeer-Wognum Veenhuizen en Oterleek Noord-Kennemerland Schermer

Eilandspolder

Alkmaardermeer e.o.

Westzaan e.o.

Oostzaner- en Ilperveld Wormer- en Jisperveld Wijde Wormer

Zeevang Assendelft e.o.

Waterland Marken

Zuid-Kennemerland Spaarnwoude e.o.

Tuinen van West

Haarlemmermeer-Noord Amstelscheg

Vechtstreek-Noord Vechtstreek-Zuid Het Gooi

De Kampen

(41)

Informatie

Viewer/Kaart: begrenzing en regel

(42)

Informatie

Bijlagen: beschrijvingen van de kernkwaliteiten BPL

(43)

Omgevingsregeling: Artikel 2.6 Compensatie Bijzonder provinciaal landschap

1. Uit de toelichting op een ruimtelijk plan als bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, blijkt dat de fysieke maatregelen ter compensatie van de aantasting van de

kernkwaliteit habitat voor weidevogels in Bijzonder provinciaal landschap:

a. plaatsvinden in een Bijzonder provinciaal landschap waar de kernkwaliteit habitat voor weidevogels van toepassing is;

b. plaatsvinden in de nabijheid van het aangetaste gebied tenzij wordt aangetoond dat dit niet mogelijk is;

c. inrichtingsmaatregelen of actief weidevogelbeheer omvatten voor een bedrag gelijk aan de kosten voor beheer in een gebied dat minimaal gelijk is aan de oppervlakte van de aangetaste habitat voor weidevogels rekening houdende met een jaarlijkse rustperiode in de nestfase waarin agrarische werkzaamheden niet zijn toegestaan van 1 april tot en met 15 juni, voor een periode van 30 jaar.

2. Uit de toelichting op een ruimtelijk plan als bedoeld in artikel 2.4, eerste lid, blijkt dat fysieke maatregelen ter compensatie van de aantasting van de overige kernkwaliteiten in Bijzonder provinciaal landschap:

a. plaatsvinden in Bijzonder provinciaal landschap, bij voorkeur in hetzelfde deelgebied als waar de aantasting plaatsvindt; en,

b. leiden tot een landschapsverbetering die in kwaliteit en omvang proportioneel is ten opzichte van de aantasting van de kernkwaliteit.

(44)

Vragen?

(45)

Pauze

• Even 5 minuten pauzeren

(46)

Volgende spreker:

Ruud Butter

(47)

Omgevingsverordening NH 2020

Wind op Land

Ruud Butter

Beleidsadviseur Wind op Land

(48)

Huidige regime: OVNH2020

Vooruitlopend op de RES is in het coalitieakkoord opgenomen om in de MRA ruimte te bieden voor de plaatsing van windmolens op basis van het principe ‘ja, mits’.

Verder is in het coalitie- akkoord opgenomen om buiten de MRA een restrictief ‘nee,

tenzij’ te Hanteren.

(49)

Huidige regime: OVNH2020

In de OVNH2020 hebben we nu de volgende regels over opstellingen voor wind op land:

Artikel 4.99 Bouwverbod windturbines (wel vervangen turbines) Tenzij… artikel 6.27

Herstructureringsgebied windturbines binnen de MRA of

De kleine windmolens op agrarische percelen en

Op verzoek binnen de MRA aanwijzen windenergiegebieden

(50)
(51)

Minimaal drie op een rij, maximaal 120 meter ashoogte, 600 meter afstand tot

gevoelige bestemmingen

(52)

Agrarisch bouwperceel of op een bouwperceel van ten minste 1 hectare, ashoogte maximaal 15 meter

landelijk gebied

(53)

Windenergiegebied

In de MRA kunnen buiten herstructureringsgebied windenergiegebieden worden aangewezen

Afwijken van:

• 600 m afstand tot gevoelige bestemmingen

• Lijnopstelling

• Maximale ashoogte

• Rotordiameter

• enz

Er geldt wel nog steeds dat de provinciale beschermingsregimes moeten worden ontzien,

tenzij de kernkwaliteiten niet worden aangetast, dat het windpark ruimtelijk zorgvuldig wordt ingepast en dat er een participatiedocument moet worden overgelegd.

(54)

Procedure

(55)

Derde vragenronde

(56)

Volgende spreker: Annebet van

Duinen

(57)

Afdeling 6.6 Klimaatadaptatie

Artikel 6.60 Toepassingsbereik

Deze afdeling gaat over het rekening houden met risico’s ten aanzien van klimaatverandering bij nieuwe ontwikkelingen en het inventariseren van mogelijke adaptatiemaatregelen.

Artikel 6.61 Oogmerk

Deze afdeling bevat regels met het oog op het bevorderen van klimaatadaptatie bij nieuwe ruimtelijke ontwikkelingen.

Artikel 6.62 Klimaatadaptatie

1. De toelichting van een ruimtelijk plan dat een nieuwe ruimtelijke ontwikkeling mogelijk maakt bevat een beschrijving van de wijze waarop in het plan rekening is gehouden met de risico’s van klimaatverandering.

2. In de beschrijving wordt in ieder geval betrokken het risico op:

a. wateroverlast;

b. overstroming;

c. hitte; en d. droogte.

3. De beschrijving omschrijft tevens de maatregelen en voorzieningen die worden getroffen om de in het tweede lid omschreven risico’s te voorkomen of te beperken en de afweging die daarbij is gemaakt.

4. De beschrijving wordt opgesteld na overleg met in ieder geval het waterschap in wiens beheergebied de ontwikkeling plaatsvindt.

(58)

Regel in verordening is niet nieuw. Vorige verordening (artikel 8a) was deze regel van toepassing op die

bepaalde dat V&K infrastructuur

-Werkregio’s klimaatadaptatie hebben klimaatstresstesten uitgevoerd en zijn bezig met het opstellen van

uitvoeringsprogramma’s klimaatadaptatie

Veel werkregio’s en inliggende gemeenten overwegen aan

te sluiten bij handreiking Klimaatbestendige nieuwbouw

MRA

https://www.metropoolregioamsterdam.nl/wp-content/uploads/2020/04/Concept- Basisveiligheidsniveau-klimaatbestendige-nieuwbouw.pdf

(59)

Panorama Lokaal: Schalwijk Haarlem

(60)

Anniek Herder Zorg in de Tuin Plantage buurt Amsterdam

Groen schoolplein Amstelveen

(61)

Dia Zuid contact

• Klimaatadaptatie Noord-Holland: klimaatadaptatie@noord-holland.nl

• AGV Martine Lodewijk: Martine.Lodewijk@waternet.nl

• Rijnland: Erwin Groot erwin.groot@rijnland.net

(62)

Website’s

• https://www.samenblauwgroen.nl/

• Klimaatadaptatie MRA

• Groen kapitaal

• Klimaatadaptatie provincie Noord-Holland

• Deltaplan Ruimtelijke adaptatie

(63)

Vragen of suggesties?

 Via de chat

 Vergeet niet te unmuten

(64)

Hartelijk dank voor uw deelname!

 Een beknopte en visuele samenvatting wordt nagestuurd

 Wilt u ons evaluatieformulier invullen?

 Voor meer informatie of vragen:

omgevingsverordening@noord-holland.nl

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

d) Er worden niet meer dan 500 niet-huishoudelijke afnemers aangesloten, conform artikel 15, eerste lid, onderdelen d en e, van de E-wet. De ACM heeft deze criteria beoordeeld

aanvrager is aangeleverd blijkt dat aanvrager zich als enige partij als eigenaar van het stelsel van verbindingen gedraagt. Hiermee is voldoende aangetoond dat de aanvrager eigenaar

De veiligeafstandsnorm geldt niet voor personen bij de uitoefening van hun beroep, voor zover werkzaamheden in het kader van de uitoefening van dat beroep noodzakelijk zijn en niet

Indien de planmatige begeleiding en ondersteuning als verplichting is opgelegd, vergoedt het verantwoordelijk bestuursorgaan de kosten voor de planmatige begeleiding en ondersteuning

het CIZ, genoemd in artikel 7.1.1 van de Wet langdurige zorg, over de haar op grond van de Wet zorg en dwang psychogeriatrische en verstandelijk gehandicapte cliënten bekende gegevens

- Ontwikkelingen en beheer zijn passend bij de waarden, de karakteristiek en het draagvermogen van het landschap;. - Vereenvoudiging van het landschappelijk beleid met

Gemeentewet 229 Grafrechten Kern Vlist: Opgenomen in de ‘Tarieventabel behorend bij de verordening lijkbezorgingsrechten’ – hoofdstuk 4, artikelen 4.2.1, 4.2.2 en 4.2.3

Het college kan de voorziening beschut werk aanbieden aan een persoon uit de doelgroep die door een lichamelijke, verstandelijke of psychische beperking een zodanige mate