Hodja op het feest
1. Lees de tekst onder deze vraag.
In het dorp van Hodja woonde een rijke man. Bijna alle grond was van hem. De boeren moesten hem veel rijst geven. Dat moest ook als het een slecht jaar was.
Dit jaar vroeg de rijke man nog meer rijst. Dat kwam omdat zijn dochter ging trouwen.
Een week lang werden er schapen gehaald. En er werd heerlijk eten gekookt.
Toen kwam de dag van de bruiloft. De bruid droeg een heel dure jurk. Van het geld voor die jurk kon het hele dorp een jaar eten. De gasten droegen ook dure kleren, kleren van zijde en van fluweel. Hodja moest ook naar het feest. Maar hij hield niet van de rijke man. En hij hield niet van dure kleren. Hij dacht: ‘Ik hou gewoon mijn werkkleren aan. De kleren die ik draag als ik op het land werk.’ Hij hield zijn kapotte broek aan en hield zijn oude jas met gaten aan.
Hodja kwam bij het feest. Hij knikte vriendelijk naar de rijke man en naar de andere gasten. Maar niemand gaf hem een hand. Niemand vroeg: ‘Hoe gaat het met je?’ Niemand vroeg: ‘Wil je iets drinken?’ En niemand gaf hem iets te eten.
De mensen zagen hem gewoon niet staan.
Hodja ging terug naar zijn huis. Hij liep naar de kast en pakte zijn zijden hemd, zijn dure bontjas en zijn tulband. Hodja deed de mooie kleren aan. Toen ging hij weer naar het feest. Hij ging bij de rijke man aan tafel zitten. Meteen kwam er een man naar hem toe. ‘Goedendag, fijn dat u er bent. Wat wilt u drinken?’, vroeg hij. ‘Wijn graag’, zei Hodja. Hodja kreeg een groot glas wijn. Een vrouw bracht een schaal met heerlijk eten.
Hodja stond op van de tafel. Hij pakte een punt van zijn bontjas. Hij stopte de punt in de schaal. De gasten keken naar hem. ‘Wat doet hij raar’, dachten ze.
Hodja pakte een andere punt van zijn jas en stopte die ook in de schaal. Nu keken heel veel mensen. ‘Hodja, wat doe je nou?’, vroegen ze. ‘Nou, gewoon’, zei Hodja. ‘Ik geef mijn bontjas te eten.’ Want mijn jas was welkom op het feest.
En ik niet. Dus, nu krijgt mijn jas ook het lekkers’.
2. Zijn de zinnen juist of fout? Verbeter de zinnen die fout zijn.
Stelling Juist
of fout De rijke man vraagt dit jaar meer rijst, omdat het een slecht jaar is.
zijn dochter trouwt. fout Hodja draagt mooie kleren als hij de eerste keer naar het feest gaat.
zijn werkkleren: een kapotte broek en een jas met gaten fout Hodja gaat naar huis, omdat hij geen eten krijgt op het feest. juist
Een bontjas is heel duur. juist
Hodja eet het lekkere eten als hij voor de tweede keer naar het feest gaat.
de bontjas van Hodja
fout 1
2
3
4
5
3. Wat is dit? Schrijf het juiste woord (1 woord) uit de tekst onder de foto.
feest tulband schaal jurk
4. Geef een antwoord op de vragen met behulp van de informatie uit de tekst.
a) Waarom vraagt de rijke man dit jaar nog meer rijst?
Omdat zijn dochter gaat trouwen.
b) Waarom doet Hodja geen mooie kleren aan om naar het feest te gaan?
Hodja houdt niet van dure kleren.
c) Welke kleren draagt Hodja om naar het feest te gaan?
Hij draagt een kapotte broek en een oude jas met gaten.
d) Waarom voelt Hodja zich slecht op het feest?
Niemand geeft hem een hand of praat met hem. De mensen zien hem niet staan.
e) Wat doet Hodja aan als hij terug naar huis gaat?
Hij doet dure kleren aan: zijn zijden hemd, bontjas en tulband.
f) Wat krijgt Hodja als hij met zijn dure jas op het feest komt?
Hij krijgt een groot glas wijn en een schaal met heerlijk eten.
g) Waarom kijken de mensen raar naar Hodja?
Hij stopt de punt van zijn bontjas in de schaal.
h) Waarom stopt Hodja de punten van zijn jas in het eten?
Hij zegt dat zijn jas welkom is, maar hijzelf niet. Dus krijgt de jas het lekkers.
5. Je ziet hier de uitleg van 1 woord uit de tekst staan. Zoek het woord dat past bij de uitleg in de tekst.
a) heel lekker heerlijk
b) je hoofd buigen om iemand te groeten knikte
c) niet 1 persoon of mens niemand
d) vreemd, speciaal, niet gewoon raar
e) iets dat mensen zeggen als ze het fijn vinden dat je er bent welkom
6. De tekst bestaat uit 5 alinea’s. Vat elke alinea samen in 1 zin. Dat wil zeggen dat je in 1 korte zin schrijft wat er in die alinea gebeurt.
alinea 1: De dochter van een rijke man gaat trouwen.
alinea 2: De bruid en de gasten dragen heel dure kleren op het feest, maar Hodja houdt zijn werkkleren aan.
alinea 3: Hodja gaat naar het feest, maar niemand geeft hem een hand of vraagt wat hij wil eten.
alinea 4: Hodja gaat terug naar huis en trekt dure kleren aan. Nu zijn de mensen wel vriendelijk tegen hem en krijgt hij eten en drinken.
alinea 5: Hodja geeft zijn bontjas te eten, omdat die jas welkom is en hij niet.
7. Lees het krantenartikel op deze en de volgende pagina.
Oplichters in Zuid-Afrika halen ‘besmette’
bankbiljetten en muntstukken op
mvdb 17 maart 2020
Een muntstuk van 1 Rand, de Zuid-Afrikaanse munteenheid.
De nationale bank van Zuid-Afrika heeft alarm geslagen. Er zijn
oplichters die de coronacrisis gebruiken om te stelen van mensen. Ze halen muntgeld op omdat de munten zogezegd besmet zijn met het Coronavirus.
Besmet geld ruilen voor schoon geld
De oplichters vertellen aan de slachtoffers dat zij hun muntgeld zullen ruilen voor
‘schoon’ (niet-besmet) geld. De slachtoffers krijgen zelfs een bonnetje waarop de hoeveelheid geld en de identiteit van de oplichters staat. Uiteraard is dit niet hun echte identiteit. Ze hebben de identiteitskaarten nagemaakt.
1
De nationale bank waarschuwt de mensen
De nationale bank van Zuid-Afrika waarschuwt de mensen dat ze niemand
vragen om geld om te ruilen in zogezegd ‘schoon’ geld. Er is op dit moment geen bewijs dat het Covid-19-virus je kan besmetten via bankbiljetten of
muntstukken. De nationale bank benadrukt dat het hier gaat om criminelen.
Zorgverleners die testen op Corona
Er zijn nog andere manieren waarop criminelen de angst voor het Covid-19-virus misbruiken om er geld aan te verdienen. De Zuid-Afrikaanse zorgorganisatie Netcare waarschuwt mensen voor dieven die doen alsof ze zorgverleners zijn en de mensen komen testen op corona. Dit is een manier om toegang te krijgen tot het huis van de slachtoffers.
8. Kleur:
- de titel van het artikel rood - de auteur van het artikel groen - de datum van het artikel geel - de inleiding van het artikel blauw
9. Geef een antwoord op de topische vragen.
a) WIE – Over wie gaat het artikel?
Oplichters uit Zuid-Afrika
b) WAT – Wat is er gebeurd? Waarom schrijft men het artikel?
Oplichters stelen van mensen door te zeggen dat hun muntstukken besmet zijn met het Corona-virus.
c) WANNEER – Wanneer is het gebeurd?
17 maart 2020
d) WAAR – Waar is het gebeurd?
In Zuid-Afrika.
e) WAAROM – Waarom kunnen dieven zo gemakkelijk andere mensen bestelen?
Omdat de mensen heel erg bang zijn voor het Corona-virus.
10. Zoek het antwoord op de vragen in de tekst.
a) Wat is de naam van de munteenheid van Zuid-Afrika?
de Rand.
b) Wat zeggen de oplichters dat ze zullen doen met de muntstukken die ze ophalen?
2
3
c) Waarom geloven de mensen de oplichters en geven ze geld aan hen?
Ze krijgen een bonnetje waarop de hoeveelheid geld en de naam van de oplichter staat.
d) Waarom haalt Zuid-Afrika de munten van de mensen niet op?
Er is geen bewijs dat je het Corona-virus kan krijgen door geld aan te raken.
e) Geef een andere manier dan het ophalen van munten waarop oplichters in Zuid-Afrika de mensen bestelen?
Ze doen alsof ze zorgverleners zijn die de mensen komen testen op Corona en stelen dan dingen uit hun huis.
11. Je ziet hier de uitleg van 1 woord uit de tekst staan. Zoek het woord dat past bij de uitleg in de tekst.
a) mensen die doen alsof ze iemand anders zijn en zo mensen bestelen oplichters
b) de persoon die schade of pijn heeft door het werk van oplichters slachtoffer
c) wisselen ruilen
d) proper, hygiënisch schoon
e) iets heel duidelijk zeggen benadrukt
f) mensen die de regels niet volgen en in de gevangenis kunnen komen criminelen
g) het corona-virus het Covid-19-virus f) mensen die andere mensen helpen zorgverleners
12. Het artikel bestaat uit een inleiding en 3 alinea’s. Bedenk een goede tussentitel bij elke alinea en schrijf die op de lijntjes boven de alinea.
