• No results found

Samengesteld door Rosaline Barendregt. Contract Contract Contract Contract Contract Contract

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Samengesteld door Rosaline Barendregt. Contract Contract Contract Contract Contract Contract"

Copied!
10
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bridge ♠

Cursus

Student voor en

Samengesteld door Rosaline Barendregt

Contract Contract Contract Contract Contract Contract

(2)

♠ ♥ ♦ ♣ C O N T R A C T ♠ ♥ ♦ ♣

CURSUS

BRIDGE

VOOR

STUDENTEN

Rosaline Barendregt

Copyright © 2010 Barendregt

Dit werk is auteursrechtelijk beschermd. Niets uit deze publicatie mag worden verveelvoudigd en/of openbaar gemaakt, opgeslagen in datasystemen of

overgenomen in welke vorm dan ook, elektronisch, mechanisch, door fotokopie of op welke andere wijze dan ook, zonder voorafgaande schriftelijke

toestemming van een van de copyrighthouders.

Informatie:

tel: 010 5916972

email: jacques@barendregt.name / rosalinebarendregt@gmail.com

(3)

Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract

Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract

Voorwoord

Om bridge te leren zijn er diverse methoden op de markt.

Deze methoden verschillen onderling wat betreft uitvoerigheid, duidelijkheid en toegankelijkheid.

In het algemeen leert men bridge door het volgen van meestal twee basiscursussen van elk ongeveer twaalf lessen.

Vanuit de bridgemethode “Contract” is, speciaal voor bridgeles aan studenten, dit lesmateriaal samengesteld.

De kenmerken van deze studentencursus:

- beknopt en duidelijk

- geen onnodige herhalingen - geselecteerde oefenopgaven

De bridgelessen zullen bestaan uit twee delen:

1. korte bespreking van de theorie 2. de praktijk van het bridgespel

Studenten die de theorie uitgebreider willen bestuderen die meer oefeningen wensen, kunnen de methode Contract basiscursus deel 1 en Contract basiscursus deel 2 bestellen bij de auteurs.

Vragen over de inhoud van de lessen kunnen worden gesteld aan Rosaline

Barendregt, RosalineBarendregt@gmail.com

(4)

Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract

Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract Contract

Inleiding

Bridge is een geweldig leuk spel, zowel voor ouderen als voor jongeren.

Net als schaken, dammen en go behoort bridge tot de denksporten.

Elk spel is een nieuwe intellectuele uitdaging.

Nederland telt ongeveer 600.000 bridgers. Velen van hen zijn lid van één of meer bridgeverenigingen.

De Nederlandse Bridge Bond behoort, met 110.000 leden, tot de grootste sportbonden van ons land.

Bridgen kun je overal: thuis met vrienden, op een bridgeclub of op vakantie.

Bridge is het enige kaartspel dat op de gehele wereld met dezelfde spelregels wordt gespeeld.

Sinds een aantal jaren kan je ook dag en nacht, zoveel als je wilt, bridgen op het internet.

In de media wordt niet veel aandacht geschonken aan bridge. De hoofdreden daarvan is dat men bridge minder aantrekkelijk vindt als kijksport. Als je het spel zelf niet kent, is het niet echt interessant om erover te lezen of ernaar te kijken.

Het leren spelen van bridge vraagt enige inspanning. De regels zijn complex en het duurt even voor je alles onder de knie hebt. Maar wie de smaak van het spel eenmaal te pakken heeft, loopt het risico in de kortst mogelijke tijd aan bridgen verslaafd te raken! Daar is gelukkig niets mis mee, want het bridgespel kent vele positieve kanten. Bridge scherpt de geest. Je wordt voortdurend getraind in het trekken van de juiste conclusies uit de informatie die bij het spel naar voren komt.

Jaarlijks worden, zowel nationaal als internationaal, vele evenementen voor

jongeren georganiseerd. Deelnemers aan deze cursus ontvangen hierover

informatie.

(5)

Contract Studentenbridgedeel 1 Module 1

copyright 2010 Barendregt 1

Bridge, het spel en de regels

De kaarten

Het bridgespel wordt gespeeld met kaarten. Deze kaarten zijn, van hoog naar laag:

A(aas), H(heer), V(vrouw), B(boer), 10, 9, 8, 7, 6, 5, 4, 3, 2

In Nederland gebruikt men ook vaak Engelse kaarten, de Heer, Vrouw en Boer worden dan aangeduid met K(king), Q(queen) en J(jack).

De kleuren

Deze kaarten zijn er in vier “kleuren”:

 schoppen  harten  ruiten  klaveren

Van elke kleur heb je 13 kaarten. In totaal heeft een bridgespel dus 52 kaarten.

De spelers

Bridge speel je met vier spelers. Die worden meestal aangeduid als noord, oost, zuid en west.

Ze zitten als volgt om de tafel:

noord Vaak wordt dat zo aangegeven:

west oost

De kaarten die de spelers hebben kunnen er

zuid rondom bijgeschreven worden.

De spelers noord en zuid (NZ) vormen samen een paar. De spelers oost en west (OW) zijn hun tegenstanders.

Slagen maken

 Bij bridge probeert elke partij altijd zoveel mogelijk “slagen” te maken.

 Elke speler speelt op zijn beurt een kaart (met de wijzers van de klok mee).

 De speler met de hoogste kaart wint “de slag”.

 De speler die de slag gewonnen heeft, speelt vervolgens als eerste een kaart in de volgende slag.

N W O Z

(6)

Contract Studentenbridgedeel 1 Module 1

copyright 2010 Barendregt 2

De spelers hebben bijvoorbeeld de volgende kaarten gespeeld:

7

B 9

3

West heeft de hoogste kaart gespeeld en wint dus deze slag. West is dan de eerste speler die in de volgende slag een kaart moet spelen. Daarna volgen (in de juiste volgorde!) noord, oost en als laatste zuid. Opnieuw wordt dan bepaald wie de slag heeft gewonnen, enzovoort.

De speelsoorten

Het bridgespel kent vijf “speelsoorten”. Eén van de kleuren kan “troef” gemaakt worden, of er wordt zonder troef gespeeld. Dit laatste wordt in Nederland meestal aangeduid met SA (sans atout). Ook wordt gebruikt NT (no trump).

Het bijzondere van troef is dat elke troefkaart hoger is dan iedere kaart van een kleur die géén troef is.

Bekennen moet, aftroeven mag

Wanneer een speler de eerste kaart heeft gespeeld van een slag dan moeten de andere spelers ook een kaart van die kleur spelen (als ze tenminste een kaart van die kleur in handen

hebben).

Wanneer een speler geen kaart heeft van de voorgespeelde kleur (hij kan niet “bekennen”), dan mag hij een kaart naar keuze spelen. Als er met troef gespeeld wordt dan kan hij bijvoorbeeld een troef spelen (hij “troeft af”), maar dat hoeft niet.

Bijhouden van het aantal gemaakte slagen

Als het spelen is beëindigd moet natuurlijk bekend zijn hoeveel slagen elke partij heeft gemaakt. Daarom houdt elke speler die stand bij. Elke speler neemt de kaart die in een slag gespeeld is weer terug en legt die kaart met de beeldzijde naar beneden voor zich op tafel.

De kaart van een door het paar gewonnen slag wordt verticaal gelegd, de kaart van een verloren slag horizontaal.

De kaarten worden van links naar rechts weggelegd. Totaal zijn er dertien slagen te maken.

Als een speler de gespeelde kaarten als hieronder voor zich heeft liggen wil dat zeggen dat hij de eerste slag (de meest linkse kaart) verloren heeft.

De 2e en 3e slag zijn door zijn partij gewonnen.

De 4e slag was weer voor de tegenpartij. Enzovoort.

N W O Z

(7)

Contract Studentenbridgedeel 1 Module 1

copyright 2010 Barendregt 3

Bieden en spelen

Elk spel bridge dat je speelt bestaat uit twee onderdelen: “bieden” en “spelen”.

Eerst wordt er “geboden”. Bij dit bieden krijgt de partij die het hoogste bod gedaan heeft de opdracht een bepaald aantal slagen te maken.

Ook is dan bekend wat de speelsoort is (een van de kleuren wordt troef gemaakt, of er wordt gespeeld zonder troef: sans atout)

Daarna begint het spelen. NZ moeten bijvoorbeeld acht slagen maken en harten is troef.

Wanneer het NZ inderdaad lukt acht slagen te maken (of meer) dan verdienen zij daar punten mee.

De OW partij zal proberen te voorkomen dat NZ acht slagen maken. Wanneer OW er in slagen zes of meer slagen maken zijn NZ “down” gegaan. Dan verdienen OW punten.

Leider, dummy en tegenspelers

Bijzonder bij bridge is dat een van de spelers van de partij die het op zich genomen heeft een bepaald aantal slagen te maken zijn kaarten open op tafel legt. Zijn kaarten zijn dan zichtbaar voor de drie andere spelers. Die speler wordt de dummy genoemd. Hij doet dit spel even niet meer mee.

Zijn partner beslist in elke slag welke kaart er van de “tafel” (de kaarten van de dummy) moet worden bijgespeeld. Deze speler wordt de leider genoemd.

De leider beslist dus over zijn eigen kaarten én over de kaarten van de dummy.

De twee andere spelers aan tafel worden de tegenspelers genoemd.

Wanneer troef

Méér troeven hebben dan de tegenpartij is een groot voordeel.

Een goede regel is dat je een kleur troef kunt maken als je er samen met partner acht of meer hebt. Een kleur waarin je samen acht kaarten hebt wordt een “fit” genoemd.

De bridgetaal

Met een “bod” geef je de gekozen speelsoort aan en het aantal slagen dat je wilt maken.

Je moet altijd 6 slagen méér maken dan je geboden hebt:

Een bod van 1 betekent dat de leider 6 + 1 = 7 slagen moet maken met schoppen troef.

Een bod van 3SA betekent dat de leider 6 + 3 = 9 slagen moet maken zonder troef.

Een bod van 4 betekent dat de leider 6 + 4 = 10 slagen moet maken met harten troef.

Of anders gezegd:

Als het “contract” 5 is dan moet de leider 6 + 5 = 11 slagen maken met ruiten als troef.

En als het contract 7 is dan moet de leider alle slagen maken (6+7 = 13) met klaveren troef.

(8)

Contract Studentenbridgedeel 1 Module 1

copyright 2010 Barendregt 4

De bridgepuntentelling

De beloning voor het bieden en maken van een contract hangt af van het aantal slagen dat je maakt en van de speelsoort die gekozen is.

Hoewel op dit moment nog niet zo relevant is het toch wel zinvol om enig idee van de puntentelling te hebben.

Onderstaande (niet volledige) tabel geeft aan hoeveel punten je met een bod kunt verdienen:

7 slagen 8 slagen 9 slagen 10 slagen 11 slagen

bod: pnt: bod: pnt: bod: pnt: bod: pnt: bod: pnt:

1SA 90 2SA 120 3SA 400 4SA 430 5SA 460

1/1 80 2/2 110 3/3 140 4/4 420 5/4 450

1/1 70 2/2 90 3/3 110 4/4 130 5/5 400

 Je krijgt punten voor elke slag die je boven de 6e slag maakt:

o als klaveren of ruiten troef is: 20 punten per slag o als harten of schoppen troef is: 30 punten per slag

o als er geen troef is (SA): de 7e slag is 40 punten waard, de volgende slagen 30 punten

 Bovendien krijg je voor het maken van je contract een bonus van 50 punten

 Wanneer je 3SA, 4/4 of 5/5 biedt (of hoger) én maakt is de bonus 300 punten (dit worden “manche-biedingen” genoemd)

 Voor elke slag die je meer maakt dan nodig is voor je contract krijg je (afhankelijk van de speelsoort) 20 of 30 punten

 Als je er niet in slaagt voldoende slagen te maken voor je bod ben je “down” gegaan. In plaats van punten te verdienen geef je punten weg aan de tegenpartij: 50 punten per slag die je tekort komt.

 De scores van NZ en van OW zijn complementair, de punten die de ene partij in de plus scoort krijgt de tegenpartij in de min.

Twee belangrijke conclusies uit bovenstaande tabel:

 Spelen met schoppen of harten als troef brengt meer punten op dan wanneer ruiten of klaveren troef is.

 Het spelen van een manchecontract brengt erg veel punten op. Dus als het maar even kan zal een bridger proberen een manche te spelen.

Goede en slechte scores

Iedereen krijgt in een wedstrijd dezelfde kaarten in handen. Stel dat jouw partij heel slechte kaarten heeft (bijvoorbeeld geen azen en heren) en op dat spel maar één (van de 13) slagen weet te maken.

Dan kan het toch zijn dat je een goede score hebt behaald.

Als namelijk alle andere paren met dezelfde kaarten in handen geen enkele slag maken dan heb jij het met die ene slag dus eigenlijk erg goed gedaan!

(9)

Contract Studentenbridgedeel 1 Module 1

copyright 2010 Barendregt 5

Quiz

• Je ziet de kaarten van zuid en west. Zij zijn tegenstanders van elkaar.

• Elke speler probeert zoveel mogelijk slagen te maken.

• De kaarten van noord en oost zijn niet belangrijk.

• Je bent in alle opgaven zuid.

1.

♠HB

♠AV

Zuid (jij) begint.

Hoeveel slagen maak je?

………..

West begint.

Hoeveel slagen maak je?

………..

4.

♠HV

♦HB

♠A4 ♦AV

Zuid (jij) begint.

Met welke kaart begin je?

……….

Welke kaart speel je als tweede? …..

Hoeveel slagen maak je?

………..

7.

♠A

♣1085

♠43 ♣B9

Zuid (jij) begint.

Met welke kaart begin je?

……….

Hoeveel slagen maak je?

………..

2.

♦HB10

♦AV4

Zuid (jij) begint.

Met welke kaart begin je?

……….

Hoeveel slagen maak je?

………..

5.

♦HV3

♣10

♦AB6 ♣V

Zuid (jij) begint.

Met welke kaart begin je?

……….

Welke kaart speel je als tweede? …..

Hoeveel slagen maak je?

………..

8.

♠A9

♦HB

♠HV ♦AV

Zuid (jij) begint.

Met welke kaart begin je?

……….

Hoeveel slagen maak je?

………..

3.

♣HV10

♣AB3 West begint met ♣H.

Welke kaart speel jij?

……….

Hoeveel slagen maak je?

………..

6.

♠A

♥H98

♠VB7 ♥A

Zuid (jij) begint.

Met welke kaart begin je?

…………

Hoeveel slagen maak je?

………..

9.

♦VB

♣HV10

♦A8 ♣AB7

Zuid (jij) begint.

Met welke kaart begin je?

……….

Hoeveel slagen maak je?

………..

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(10)

Contract Studentenbridgedeel 1 Module 1

copyright 2010 Barendregt 6

Quiz uitwerkingen

1.

♠HB

♠AV

Als zuid begint met spelen maken beide spelers één slag.

Als west moet beginnen met spelen zijn de twee slagen voor zuid. Het is met deze kaarten dus gunstig als je tegenstander als eerste moet spelen!

4.

♠HV

♦HB

♠A4 ♦AV

Zuid begint met ♠A en speelt ♠4 door.

West is aan slag gebracht en moet gedwongen ruiten spelen. Dat is gunstig voor zuid.

Zuid maakt drie slagen.

7.

♠A

♣1085

♠43 ♣B9

Je begint met een kleine schoppen, de andere schoppen is dan “hoog”.

West moet klaveren spelen en je maakt vanzelf drie slagen.

2.

♦HB10

♦AV4

De manier om met deze kaarten twee slagen te maken is starten met ♦4.

West wint de eerste slag met ♦10 (♦B).

De situatie van opgave 1.

is dan bereikt met west aan slag. De laatste twee slagen zijn dus voor zuid.

5.

♦HV3

♣10

♦AB6 ♣V

Eerst speel je ♣V, daarna

♦6 (of ♦B). West is weer op een voor hem

ongunstig moment aan slag en moet de laatste twee afstaan aan zuid.

Zuid maakt drie slagen.

8.

♠A9

♦HB

♠HV ♦AV

Je wilt west zover krijgen dat hij als eerste ruiten moet spelen. Je begint dus met schoppen. Maar west neemt ♠A direct en speelt

♠9 terug. Je komt niet verder dan twee slagen.

3.

♣HV10

♣AB3 West begint met ♣H.

Zuid moet zich inhouden en de eerste slag niet winnen! Ga na dat dan de laatste twee slagen voor zuid zijn. Als zuid de eerste slag wint met ♣A is dat de enige slag die hij maakt.

6.

♠A

♥H98

♠VB7 ♥A

Je speelt schoppen, het maakt niet uit welke.

Je hebt je twee resterende schoppenkaarten “hoog”

gespeeld.

Je komt vanzelf weer aan slag met ♥A en maakt in totaal drie slagen.

9.

♦VB

♣HV10

♦A8 ♣AB7 Je begint met ♦A en je speelt ♦8 door.

Vervolgens moet je de door west gespeelde ♣H of ♣V niet nemen.

Alleen dan maak je drie slagen.

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

(N) W (O) Z

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

: Jntractanten zijn gehouden duidelijk aan te geven waartoe zij zich verbinden, :: voor zover zij daarin door onzorgvuldig taalgebruik tekort schieten, dienen :-;

XXX (naam) deel uitmaakt van de lijst artsen die, op vraag aan LEIF-EOL door de behandelend arts een verplicht advies verstrekken naar aanleiding van een

To provide the management of IPSS with knowledge about current service contract practices for Neopost document systems and to provide knowledge about service contract practices that

Wij zien een veiligheidsartikel in de Grondwet niet als een doel, maar als een middel om aandacht te vragen voor het fundamentele karakter van het dossierover- stijgende

The poor sap was facing an infinite cycle of rent and pay increases, and it was on his second trip back to his landlord with the good news that his stipend had been raised from $1000

Terzijde stip ik aan dat de Nederlandse rechter zich bij zijn beslissing om de contractuele en de delictuele onderdelen van de rechtsverhouding tussen Chemconserve en Reakt enerzijds

Onderzoeker Feng Fang van Tilburg University wilde weten wat je in zo’n situatie het beste kunt doen: hard sturen op het contract of juist met de relatie aan de slag

NAP Maten in meters tenzij anders aangegeven Alle maten in het werk controleren Voor dwarsprofiel 3 zie tekening ZLRW-2014-01206 Voor transportroute zie tekening