• No results found

Hoe gaat het eigenlijk met onze Banken? Zijn onze Banken nog te vertrouwen in 2025?

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Hoe gaat het eigenlijk met onze Banken? Zijn onze Banken nog te vertrouwen in 2025?"

Copied!
14
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Hoe gaat het eigenlijk met onze Banken ? Zijn onze Banken nog te vertrouwen in 2025 ?

Rudi Deruytter

Schrijver: Deruytter Rudi Coverontwerp:

ISBN:9789402144123

© Rudi Deruytter

(2)
(3)

Inhoud

INTRODUCTIE...6

DEEL I: Een heel bijzonder tijdgewricht...10

1. Turbulente windstilte ...11

2. We moeten de disruptie omarmen...13

3. De lichten van het alarmsignaal knipperen weer ...19

4. Een kwestie van vertrouwen ...21

5. De vlucht vooruit werkt niet in de financiële wereld...22

6. De economie is nog lang niet weer in normale doen...26

DEEL II: Elf lessen die we uit de bankencrisis geleerd zouden moeten hebben ...30

1. Het menselijk gedrag is bepalend...31

2. De kwaliteit van de manager speelt een zeer grote rol ...38

3. Transparantie moet het hoogste goed zijn ...44

4. Andere regelgeving: een garantie om een nieuwe bankencrisis te voorkomen?...54

5. Eenvoud is een gouden regel ...62

6. De enorme expansie van de groeilanden is een factor om rekening mee te houden ....70

7. Als er alarmsignalen zijn, is het nodig om adequaat te reageren ...79

8. Ook de waarde van vastgoed kan dalen...86

9. Beleggersgedrag met meer kopen dan verkopen leidt tot crisis...91

10. Tegen algemeen crisisklimaat is geen enkele diversificatie bestand...97

11. Politieke hervormingen zijn van het grootste belang ...101

DEEL III : Bankieren in het nieuwe tijdperk ...108

1. Banken moeten handelen vanuit een hoger maatschappelijk doel...109

2. Als trusted advisor oog hebben voor de customer journey ...112

3. Het internet en andere technologieën creëren een nieuwe dynamiek tussen bedrijven en klanten ...114

4. Meerwaarde halen uit analyse van klantendata en werken aan reputatie ...115

5. Veel meer aandacht nodig voor menselijke aspecten ...117

6. Banken moeten drie bewegingen maken ...118

7. Zijn de banken daar wel toe in staat? ...119

8. Niemand gestraft ...135

CONCLUSIE ...139

(4)

INTRODUCTIE

‘We leven in een geweldige tijd.’ Het is de voice-over van een fantastisch reclamefilmpje uit 2012 van Triodos Bank (https://www.youtube.com/watch?v=PV8qKJDt6EI), waarin duidelijk wordt gemaakt dat er best wel heel wat kansen zijn in deze tijd. Toch heb ik de indruk dat we daar nog veel te weinig over nadenken. Dat we niet optimaal gebruik maken van het feit dat de wereld steeds kleiner wordt. En vooral dat we niet beseffen dat we, om die kansen te benutten, op een andere manier moeten leren denken. Dat we in staat moeten zijn om onze traditionele denkkaders overboord te gooien. De voorbeelden van succesvolle ondernemingen en mensen die daar wel in slagen, zouden er ons nochtans moeten toe aanzetten om ook deze weg in te slaan. Maar dat gebeurt in mijn ogen nog veel te weinig. Precies omdat we in oude kaders blijven denken, branden er voor de westerse economie weer knipperlichten die een grote gelijkenis vertonen met de alarmsignalen die zijn afgegaan aan de vooravond van de crisis van 2008 en die vragen doen rijzen over de toekomst van de economie, van het kapitalisme en van de maatschappij in het algemeen, en van de banken in het bijzonder.

In de informatietsunami die elke dag op ons afkomt, zitten tientallen feiten die ons zouden moeten doen beseffen dat het tijd is om even stil te staan. Die ons ertoe zouden moeten aanzetten om ons af te vragen of we met onze wereld nog wel goed bezig zijn: de steeds duidelijker wordende gevolgen van de klimaatverandering, het dodelijke ebolavirus, het steeds verder escalerende conflict in het Midden-Oosten, de video’s met onthoofdingen door Islamitische Staat (IS), het door IS duidelijk naar het westen transporteren van terrorisme met als gevolg legertanks in het straatbeeld en de ontplooiing van een enorme politiemacht tot gevolg, het

(5)

toenemende aantal zelfmoorden in landen die het nochtans materieel voor de wind gaat en het groeiende aantal mensen dat ook in rijke westerse landen in armoede – in alle betekenissen van het woord – verzeild raakt.

We zien ook steeds meer polarisatie – voor of tegen Zwarte Piet bij de sinterklaasviering, werkgevers tegen werknemers, de believers en de non-believers rond de vraag of er nu al dan niet sprake van corruptie is geweest bij de toewijzing van het WK voetbal aan Quatar, ja zelfs rond de vraag of de immens populaire quiz De slimste mens gemanipuleerd wordt, laaien de discussies hoog op – en er lijkt geen ruimte meer te zijn voor nuance. Kritisch reflecteren lijkt stilaan volkomen achterhaald te zijn. Wie al eens een zogenaamd niet-politiek correcte kanttekening durft laten horen, steekt zijn hoofd boven het maaiveld en voelt meteen het risico dat het zomaar wordt afgehakt.

En toch is dat wat ik met dit boek doe. Ik sta stil bij de kansen die onze tijd biedt en bij de vraag waarom we daar meestal geen gebruik van lijken te kunnen maken. Ik wil mezelf later niet verwijten dat ik niets gedaan heb om te proberen toch wat meer aandacht te vragen voor de mogelijkheden die deze tijd biedt en voor de nonchalance waarmee we daarmee omspringen. Natuurlijk besef ik ook wel dat nóg een boek – er verschijnen er jaarlijks al tienduizenden – misschien maar een druppel op een hete plaat is. Maar anderzijds zien we toch ook dat boeken zaken in beweging kunnen zetten, zelfs in ons kleine taalgebied. Als het momentum juist is, kunnen boeken mensen stof tot nadenken bieden, en, sterker nog, tot actie doen overgaan.

Is dat een naïeve of illusoire gedachte? Ik ben overtuigd van niet. Denk maar aan de manier waarop The Conversation Manager van Steven Van Belleghem ondernemingen heeft doen beseffen hoe belangrijk het is om in dialoog te treden met hun klanten. Ook Happy Profit van Herman Toch en The Network Always Wins van Peter Hinssen zijn boeken die doen

(6)

nadenken over het feit dat we het in dit tijdgewricht anders moeten aanpakken dan we altijd gewoon zijn geweest. En dat zijn maar een paar voorbeelden. Ik pretendeer allerminst de wijsheid in pacht te hebben, en ik wil mezelf ook niet op een schild hijsen dat op dezelfde hoogte staat als dat waarop de auteurs en denkers zich bevinden die ik hierboven heb genoemd. Maar toch denk ik dat ik met dit boek, vanuit mijn dertigjarige ervaring in de financiële wereld, vanuit de manier waarop ik de crisis van 2008 van dichtbij heb beleefd, en vanuit wat ik de afgelopen zeven jaar heb zien gebeuren en vooral níet heb zien gebeuren, een kapstokje kan aanreiken dat eveneens aanzet tot reflectie. Ik licht toe waaróm banken en financiële instellingen, als ze hun cruciale rol als hoeksteen van de economie ook de komende decennia willen blijven vervullen, moeten veranderen en vooral hóé ze dat in mijn ogen zouden moeten doen. Want, zoals ik hierboven al aangaf, zullen volgens mij ook banken en financiële instellingen hun traditionele denkkaders moeten verlaten. Net trouwens als de politiek en de kerk, die vroeger voor ons allemaal een baken en een houvast waren, maar die de afgelopen jaren in een razendsnel tempo van hun voetstuk zijn gedonderd.

Het boek bestaat uit drie delen. In het eerste sta ik stil bij het huidige tijdgewricht, bij de crisis waarmee we al sinds 2008 kampen en bij de alarmsignalen die volgens mij de jongste tijd steeds nadrukkelijker afgaan en vereisen dat er actie komt. In het tweede overloop ik elf lessen die de bankencrisis ons volgens mij geleerd zou moeten hebben. En in het derde deel stel ik mij de vraag hoe het toch komt dat uiteindelijk niemand is gestraft voor het enorme debacle dat de financiële sector in 2008 heeft aangericht, hoe de banken van de toekomst – pakweg vijf jaar na de crisis, dus eigenlijk nu al – eruit zouden moeten zien en welke rol ze zouden moeten vervullen. Ik beschrijf, met andere woorden, hoe ik de toekomstige context zie waarin de financiële sector zou moeten evolueren en geef aan welke verantwoordelijkheden

(7)

alle stakeholders daarin zouden moeten nemen om ervoor te zorgen dat de financiële sector zijn rol kan blijven spelen in een duurzame economie.

Ik hoop met dit boek een klein belletje te doen rinkelen. Een geluid dat misschien bewerkstelligt dat we meer en beter gebruik maken van de kansen die deze geweldige tijd ons biedt. En dat we ons niet laten in slaap wiegen, voor het te laat is.

Rudi Deruytter Lente 2016

(8)

DEEL I: Een heel bijzonder tijdgewricht

(9)

1. Turbulente windstilte

In november 2011, dat is, op het ogenblik dat ik dit schrijf, nog maar een kleine vier jaar geleden, was heel Europa in rep en roer. De rentevoeten liepen op tot ongekende hoogten. Yves Leterme – de man was in België toen nog premier, want na de verkiezingen van juni 2010 duurde het liefst 541 dagen eer begin december 2011 een nieuwe regering onder leiding van Elio Di Rupo kon aantreden – deed een dramatische oproep tot de Belgische spaarders om staatsbons te kopen en zo te bewijzen dat België zijn hoge schuldgraad kon verantwoorden, de spaarquote in het land lag namelijk enorm hoog. Het was ook de periode waarin de tweede Dexia-crisis de bank definitief in de touwen deed belanden, nadat de bank in 2008 bij de eerste crisis zes miljard euro overheidssteun had ontvangen. De regering kon eind 2011 wel het Belgische filiaal redden en doopte het om tot Belfius, maar in 2012 moesten de Belgische, de Franse en de Luxemburgse regering nog eens 5,5 miljard euro kapitaal in Dexia inbrengen. Los daarvan gaven de drie landen ook voor liefst 79 miljard euro waarborgen aan de restbank Dexia, waardoor Dexia de grootste ‘bad bank’ van Europa werd. Ondertussen is de Dexia-groep bezig met een ordentelijke ontmanteling, maar die zal nog tientallen jaren voortslepen, en houdt nog veel risico’s in. Bij de stresstest in 2013 en 2014 van de Europese Commissie zakte de restbank Dexia trouwens opnieuw door het ijs, iets wat die risico’s duidelijk onderstreept. De goegemeente is zich nauwelijks bewust van de enorme risico’s die aan die restbank verbonden blijven en van de verpletterende verantwoordelijkheid die de leiders van Dexia dragen om de bank alsnog zonder al te veel kleerscheuren op weg te zetten naar de ordentelijke ontmanteling. In ieder geval, de woorden ‘Grexit’ en ‘einde van de eurozone’ waren vier jaar geleden niet van de lucht, en niemand kon toen vermoeden

(10)

dat er ook nog een enorme vluchtelingencrisis zou losbreken die eveneens veel vragen zou doen rijzen over het voortbestaan van de Europese Unie. In 2012 was dat niet anders. Er heerste enorme onzekerheid, en eind juli 2012 moest ECB-voorzitter Mario Draghi zelfs zweren bij alles wat hem lief was om ‘alles te zullen doen wat nodig is om de euro te redden.’ Wonder boven wonder lijken die woorden erin geslaagd te zijn om alle onrust rond de eurocrisis weg te nemen. De financiële markten zijn sindsdien in veel rustiger vaarwater terechtgekomen, de beurzen boekten record na record – mede omdat beleggers die op zoek gaan naar rendement niet anders kunnen dan aandelen kopen, aangezien vastrentende beleggingen zo goed als niets meer opbrengen – en de Zuid-Europese landen maakten een geslaagde comeback op de financiële markten.

In de loop van 2014 en 2015 heb ik me dikwijls afgevraagd of er echt niets meer is dat de financiële markten nog kopzorgen baart. De geopolitieke spanningen in onder meer Syrië en Oekraïne zorgden weliswaar voor wat beweging, maar die duurde in de meeste gevallen amper enkele dagen. Niets leek de financiële markten nog te kunnen verontrusten, terwijl enkele jaren eerder gebeurtenissen van een veel minder ernstig lijkend allooi de markten dagen en weken in rep en roer brachten. Er heerst kennelijk na de woorden van Draghi een grote windstilte. Maar volgens mij gaat het om een turbulente windstilte. Een stilte met veel onderhuids woedende spanningen die op een dag, wellicht als we het niet verwachten, als een vulkaan tot een enorme uitbarsting zullen komen. Net zoals we onverschillig lijken te zijn bij de kansen die de enorme ontwikkelingen van deze geweldige tijd ons bieden, lijken we met zijn allen ook alleen maar schouderophalend te kijken naar alles wat in de wereld gebeurt dat nochtans enorme gevolgen zou kunnen hebben voor de economie en dus ook voor de maatschappij in haar geheel. Nochtans dateert het nog maar van de lente van 2013 dat de Cyprioten op een zwoele avond na het nuttigen

(11)

van een laatste ouzo vredig naar bed gingen met de idee dat alles goed was en de volgende morgen wakker werden in een nieuwe wereld waarin hun spaargeld werd bevroren, waarin ze slechts mondjesmaat geld konden opnemen en waarin ze toestemming moesten vragen om geld over te schrijven naar hun kinderen die in het buitenland studeren. De overheid en het banksysteem van Cyprus waren van de ene op de andere dag failliet. De Cypriotische overheid stemde er mee in om de spaarders te laten opdraaien voor het onaanvaardbare en totaal onverantwoorde gedrag van hun bankiers. Er werden tijdelijke kapitaalcontroles en kapitaalbeperkingen ingesteld.

Ook eind 2015 waren een aantal daarvan nog van kracht. Dit is wat een financiële crisis met een land kan doen. En dat is wat we tijdens de eindeloos voortslepende onderhandelingen met Griekenland opnieuw hebben gezien. En toch lijkt alles pais en vree. Zelfs de volatiliteitsindex – ook wel de angstbarometer van de financiële markten genoemd – stond in 2014 en 2015 op het zowat het laagste niveau ooit. Er is een soort lethargie en apathie ontstaan. Niets lijkt ons nog te verwonderen en we doen meer dan ooit alsof alles sinds de crisis van 2008 weer business as usual is. Ik vind dat een bijzonder gevaarlijke situatie. Want niets is minder waar. Als het ware zonder dat we het beseffen , hebben we de overstap gemaakt naar een andere wereld, die een andere organisatie van de maatschappij, van de ondernemingen en dus ook van de banken vereist.

In het derde deel van dit boek, buig ik me over het snelle tempo waartegen de digitalisering zich voltrekt, bij de doorbraak van de zogenaamde fintech-wereld en bij het andere soort banken dat vereist is, om in de ‘nieuwe wereld’

efficiënt te zijn en de economische rol te blijven vervullen die ze altijd hebben moeten spelen.

(12)

2. We moeten de disruptie omarmen

Ik sta nog even stil bij de drastische veranderingen die mee zorgen voor de turbulente windstilte waarin we vandaag leven en voor de vele onderhuidse spanningen die mondjesmaat zaken doen naar boven komen, en die ons op het eerste gezicht verwonderen, maar waar we eigenlijk niet verbaasd over moeten zijn. Neem nu LuxLeaks. In november 2014 werd bekend dat in Luxemburg de jongste jaren bijzondere constructies werden opgezet waardoor bedrijven winsten uit het buitenland tegen zeer voordelige tarieven in Luxemburg konden boeken. Enkele dagen later bleek al dat ook in België een dergelijk systeem bestond. Ongetwijfeld zullen we het ook nog in andere landen zien. Waarom?

Omdat ondernemingen al lang de geografische grenzen van de politiek overstijgen en omdat ze hopen op die manier de grenzen van de wetten te kunnen aftasten en zelfs te kunnen oversteken. De sjoemelsoftware waarmee Volkswagen tal van auto’s blijkt te hebben uitgerust, is daar maar één van de voorbeelden van.

De politiek is in eerste plaats nog altijd nationaal georganiseerd, de bedrijven internationaal. Het zijn deze laatste die meer en meer bepalen hoe de kaarten van de wereld op tafel liggen. We zien een enorme machtsverschuiving. In die mate zelfs dat overheden eerder nog vandaag dan morgen meer hun beleid sterker moeten integreren om de stabiliteit in de samenleving te verzekeren.

Is het niet precies omdat Europa niet snel genoeg de nodige structurele hervormingen doorvoert dat het oude continent eind 2015 eigenlijk nog altijd met een serieuze crisis kampt, terwijl de sterker geglobaliseerde Verenigde Staten er onder meer dankzij de creatie van tweehonderdduizend nieuwe jobs per maand sneller in geslaagd zijn om de economie weer op een min of meer normaal peil te brengen? Is het niet precies daarom dat de Amerikaanse centrale bank eind 2015 dichter bij een lichte verhoging van de al jarenlang bijzonder lage

(13)

rente staat, terwijl de Europese Centrale Bank wellicht de

‘kwantitatieve verruiming’ zal moeten voortzetten? Al wil ik daar meteen aan toevoegen dat ook rond de ‘normalisering’

van de Amerikaanse economie niet wordt afgestapt van het traditionele denkkader, zodat ook de aanpak die de Verenigde Staten hebben gehanteerd dreigt om ons later nog met grote problemen op te zadelen. De gigantische hoeveelheid geld die de afgelopen jaren is bijgedrukt door de Federal Reserve mag er in het land van Uncle Sam dan wel voor gezorgd hebben dat de economische motor weer enigszins is aangeslagen, daardoor zit ook de Amerikaanse overheid met een gigantische schuldenberg, die – en dat wordt door niemand gezegd – eigenlijk erg problematisch is en alleen zal kunnen worden weggewerkt door de inflatie tot ongekende hoogten te laten stijgen.

Het illustreert wat ik hier wil zeggen: dat nog niet iedereen beseft dat we eigenlijk al in een andere wereld leven. In een wereld waarin de internationaal opererende ondernemingen de kaarten schudden en waarin de overheid nog altijd belastingstelsels inzet als middel tot inkomensherverdeling verliest die overheid, als er geen internationale afspraken bestaan, haar impact als ze geen btw kan innen op transacties, omdat consumenten via internet kopen en zich dus niets van territoriale grenzen aantrekken. In een wereld waarin inlichtingendiensten van verschillende landen onvoldoende informatie aan elkaar doorgeven, slagen terroristen er kennelijk in vrij rond te reizen en uit het blikveld van de politie te blijven tot een aantal van hen weer bloedige aanslagen heeft gepleegd. Deze dualiteiten van elke maatschappij stellen in een snel veranderende omgeving dus ook meer en meer eisen aan het competentieniveau van politici. Dienstbetoon op zich is ontoereikend geworden. Om de samenleving leefbaar te houden, zou dat dienstbetoon plaats moeten maken voor visies op de samenleving en op de manier waarop individuen en organisaties ondersteund moeten worden in hun ontwikkeling. Tegelijk moeten politici

(14)

ook in staat zijn om een visie te ontwikkelen rond het trekken van bepaalde grenzen. Economische globalisering vereist met andere woorden politieke globalisering om een stabiel maatschappelijk evenwicht te kunnen verzekeren.

Ondernemingen ondergaan hetzelfde lot. De netwerkeconomie waarin bijna alles beschikbaar wordt voor bijna iedereen stelt nieuwe verwachtingen aan bedrijfsleiders.

Consumenten kunnen immers veel sneller en gemakkelijker dan vroeger overstappen naar een concurrent en andere ondernemers kunnen veel sneller dezelfde producten en diensten aanbieden. De concurrentie kan van overal komen.

Iemand kan een geniale app bedenken die een hele sector op zijn grondvesten doet daveren. Uber en Airbnb zijn de meest genoemde voorbeelden in dit verband, maar er zijn ook nog heel wat andere. De Amerikaanse Grace Choi heeft bijvoorbeeld het bedrijf Mink opgericht dat cosmetica maakt met 3D-printing. Het maakt de L’Oréals van deze wereld behoorlijk zenuwachtig. Er zijn alleen al in de Verenigde Staten in 2015 meer dan 80 unicorns gedetecteerd: start-ups die in no time meer dan één miljard dollar waard zijn. Ze zorgen er stuk voor stuk voor dat ondernemingen steeds meer en steeds duidelijker gaan beseffen dat ze zichzelf permanent moeten heruitvinden.

Disruptie (ontwrichting) en digitale transformatie zijn de ordewoorden van het tweede decennium van de eenentwintigste eeuw. Tijdens de conferentie The Digital Future of B2B op 30 juni 2015 in Eindhoven, deelden pioniers in digitale transformatie hun ervaring met vakgenoten. Ze brachten twee belangrijke adviezen: het is belangrijk om elke dag kleine stapjes te zetten en het delen van successen is de krachtigste manier om weerstand te overbruggen. Het Amerikaanse zakenblad Forbes heeft Eindhoven daarom al een ‘hotspot for trailblazing entrepreneurs’ genoemd. De start-ups zijn de wereld aan het overnemen en grote bedrijven beseffen dat steeds beter, zeiden diverse

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

aanduidt van nog niet opgeloste drama’s dan wel van schandalen die het daglicht niet kunnen verdragen, of van problemen die eenvoudigweg niet eerder konden worden opgelost. Het

Hoewel de directe impact van het gevoerde beleid nog verder moet onderzocht worden, is duidelijk dat (1) de taxshift verantwoordelijk is voor een substantieel deel van

Ik vraag ook niet om gaven om wonderen te doen, want al uw grote mannen waren klein.. 't Gaat niet om prachtakkoorden, die zijn er

Als de banken en overheid hun starre houding tegenover horecaondernemers niet snel laten varen, vallen de gevolgen van de coronacrisis voor de horeca nog desastreuzer uit,

Hij beperkt zich niet tot het uiterlijke gedrag en zelfs niet tot de moraal van Jezus, maar hij prikt door tot het zijn zoals Jezus.. Op sommige punten stevig confronterend, maar

In samenwerking met andere gemeenten zal het sociale domein voor, door en met de inwoners worden ingericht op een wijze die past bij de Duivense samenleving en de Duivense

Door deze observaties krijgen we een duidelijk beeld van onze kleuters en komen we te weten voor welke kleuters wij het verschil kunnen maken.. We kunnen beter inspelen op de

Tromeur, werkzaam voor het LUMC, is een mijlpaal voor het Expat Centre Leiden.. Lees