• No results found

Bijlage 1 Leden in volgorde van grootte

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Bijlage 1 Leden in volgorde van grootte"

Copied!
11
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Bijlage 1 Leden in volgorde van grootte

Positie Organisatie

Aantal leden 1 Kon. Ned. Voetbal Bond 1.076.759 2 Kon. Ned. Lawn Tennis Bond 709.277 3 Kon. Ned. Gymnastiek Unie 292.560

4 Ned. Golf Federatie 246.930

5 Kon. Ned. Hockey Bond 184.923

6 Kon. Ned. Hippische Sportfederatie 180.023 7 Kon. Ned. Schaatsenrijders Bond 161.673

8 Kon. Ned. Zwem Bond 148.599

9 Ned. Volleybal Bond 128.693

10 Ned. Ski Vereniging 126.856

11 Ned. Bridge Bond 114.824

12 Kon. Ned. Watersport Verbond 109.630 13 Kon. Ned. Atletiek Unie 108.934 14 Kon. Ned. Korfbal Verbond 98.840

15 Ned. Badminton Bond 67.003

16 Ned. Klim- en Bergsport Vereniging 58.155

17 Judo Bond Nederland 58.068

18 Ned. Handbal Verbond 54.811

19 Ned. Basketball Bond 45.765

20 Ned. Darts Federatie 42.984

21 Ned. Toer Fiets Unie 39.736

22 Ned. Tafeltennis Bond 36.112

23 Kon. Ned. Schutters Associatie 35.387 24 Kon. Ned. Motorrijders Vereniging 34.646

25 Kon. Ned. Biljart Bond 33.563

26 Ned. Wandelsport Bond 29.428

27 KNBRD Reddingbrigades Nederland 28.958 28 Kon. Ned. Bond voor Lich. Opvoeding 27.466

29 Kon. Ned. Roei Bond 26.339

30 Kon. Ned. Wielren Unie 24.934

31 Kon. Ned. Baseball en Softball Bond 24.099

32 Kon. Ned. Schaak Bond 22.296

33 NebasNsg 21.466

(2)

35 Ned. Onderwatersport Bond 17.421

36 Ned. Bowling Federatie 17.071

37 Kon. Ned. Kaats Bond 15.139

38 Ned. Triathlon Bond 13.437

39 Skate Bond Nederland 11.818

40 Kon. Ned. Ver. voor Luchtvaart 11.195 41 Fed. Oosterse Gevechtskunsten 10.532

42 Taekwondo Bond Ned. 9.260

43 Karate Do Bond Ned. 8.812

44 Ned. Handboog Bond 8.649

45 Ned. Boks Bond 8.472

46 Kon. Ned. Dam Bond 7.541

47 Ned. Kano Bond 7.400

48 Squash Bond Nederland 7.291

49 Ned. Rugby Bond 7.155

50 KNAF Nationale Autosport Federatie 6.614

51 Kon. Ned. Kegel Bond 5.821

52 Ned. IJshockey Bond 5.637

53 Ned. Cricket Bond 5.621

54 Kon. Ned. Krachtsport en Fitnessfed. 5.249

55 Ned. Alg. Danssport Bond 5.082

56 Kon. Ned. Motorboot Club 5.020

57 Ned. Waterski Bond 4.338

58

Fed. van Klootschieters &

Kogelwerpers 4.160

59 Kon. Ned. Alg. Schermbond 2.636

60 Alg. Ned. Sjoelbond 2.396

61 Ned. Kruisboog Bond 2.181

62 Ned. Indoor en Outdoor Bowls Bond 1.950

63 Ned. Beugel Bond 1.485

64 American Football Bond Nederland 1.300

65 Ned. Go Bond 861

66 Federatieve Ned. Midgetgolfbond 737

67 Kon. Ned. Kolf Bond 582

68 Sportbond Moderne Vijfkamp 505

69 Nederlandse Frisbee Bond 478

70 Ned. Curling Bond 150

(3)

72 Ned. Racquetball Associatie 40 totaal aantal leden 4.641.318

(4)

Bijlage 2 Uitleg verdeling sterren

Organisatie (weging 20%)

1. Wordt er melding gemaakt van de statutaire naam, vestigingsplaats en rechtsvorm? (10 punten)

Ja/Nee

2. Is er een omschrijving gegeven van de missie, doelstellingen en strategie van de sportbond? Wordt inzicht gegeven in het meerjarenbeleid van de bond? (20 punten) 0= geen van allen

1= één van de vier 2= twee van de vier 3= drie van de vier

4= alle vier de punten worden besproken

3. Wordt er een overzicht gegeven van de concrete doelstellingen van het afgelopen jaar, het gevoerde beleid en de evaluatie hiervan? (25 punten)

0= geen van allen 1= één van de drie 2= twee van de drie

3= alle punten worden kort besproken

4= alle punten worden uitgebreid en duidelijk besproken

4. Is er een organisatiestructuur opgenomen en bij een concernstructuur met meerdere verenigingen en stichtingen een toelichting op deze structuur? (25 punten)

0= geen informatie over de structuur

1= alleen lijst van afdelingen of medewerkers 2= zowel medewerkers als afdelingen 3= indien ook een organogram aanwezig is

4= indien er ook een toelichting op het organogram aanwezig is.

5. Worden samenwerkingsverbanden met andere organisaties toegelicht (risico’s, toegevoegde waarde voor de instelling, mate van verbondenheid, omvang financiële transacties in kader van de samenwerking)? (20 punten)

0= geen informatie over samenwerkingsverbanden

1= tussen de regels door af en toe wat beperkte informatie

2= samenwerkingsverbanden worden toegelicht bij voorkeur in aparte paragraaf/hoofdstuk. 3= er wordt ook ingegaan op een aantal van de punten die in de vraag genoemd zijn. 4= alle punten die in de vraag genoemd worden komen terug in het verslag.

Governance (weging 15%)

6. Wordt er informatie opgenomen over in hoeverre het bestuur voldoet aan de code voor Goed Sportbestuur? (8 punten)

Ja/Nee

7. Wordt er een overzicht gegeven van de bestuursleden en de nevenfuncties en functies in het dagelijkse leven van de leden van het bestuur? (20 punten)

0= geen informatie over bestuursleden of alleen de namen

1= overzicht van de namen van de bestuursleden en de functies in het bestuur 2= ook vermelding van de functies en nevenfuncties.

3= ook toelichting op de functies en nevenfuncties. 4= beschrijving op een duidelijke manier, best in class.

8. Is de procedure voor benoeming en herbenoeming van de bestuursleden opgenomen? (18 punten)

(5)

0= geen informatie over de procedure 1= kort informatie over de procedure 2= procedure wordt uitgelegd.

3= procedure wordt uitgelegd met verwijzing naar statuten.

4= procedure wordt uitgelegd en de uitvoering ervan in het afgelopen jaar wordt ook beschreven. 9. Wordt de bezoldiging van de bestuurders vermeld? (16 punten)

Ja/Nee

10. Is er een evaluatie door het bestuur gemaakt betreffende het eigen functioneren? (15 punten)

0= geen informatie over evaluatie opgenomen

1= tussen de regels door informatie over het functioneren.

2= in een apart deel wordt er een evaluatie gegeven van het functioneren in het algemeen. 3= er wordt ook op bepaalde deelgebieden een evaluatie gegeven.

4= duidelijke evaluatie met procedure van evalueren erbij.

11. Geeft het bestuur inzicht in het aantal gehouden vergaderingen, de besproken onderwerpen en de belangrijkste genomen besluiten tijdens deze vergaderingen? (7 punten)

0= geen informatie over vergaderingen.

1= alleen het aantal vergaderingen wordt vermeld. 2= het aantal en de onderwerpen worden vermeld.

3= het aantal, de onderwerpen en de belangrijkste besluiten worden vermeld.

4= het aantal, de onderwerpen, de belangrijkste besluiten en de onderbouwing daarvan wordt vermeld.

12. Wordt er in het jaarverslag verwezen naar het topsportstatuut? (2 punten) Ja/Nee

13. Wordt er in het jaarverslag verwezen naar de reglementen zoals die genoemd zijn in de code Goed Sportbestuur? (2 punten)

Ja/Nee

14. Geeft de organisatie inzicht in de beheersing van de interne processen en de verbetermogelijkheden hiervan? (12 punten)

0= geen informatie opgenomen over interne beheersing

1 of 2 (afhankelijk van de uitgebreidheid)=informatie over de beheersing van de interne processen

3 of 4 (afhankelijk van de uitgebreidheid)=informatie over beheersing van de interne processen en verbetermogelijkheden

Niet-financiële resultaten (weging 20%)

15. Is een helder activiteitenverslag opgenomen in het jaarverslag? (30 punten) 0= geen activiteitenverslag aanwezig

1 of 2 (afhankelijk van de uitgebreidheid en helderheid)= activiteiten worden kort besproken 3 of 4 (afhankelijk van de uitgebreidheid en helderheid)= het activiteitenverslag bevat veel nuttige informatie, is duidelijk en helder opgesteld.

16. Wordt er bij elke activiteit of activiteitengroep aangegeven wat het doel ervan is? (20 punten)

0= geen doelen vermeld

1= bij een aantal activiteiten worden doelen vermeld 2= algemene doelen vermeld

3 of 4 (afhankelijk van uitgebreidheid) = doelen worden concreet en duidelijk vermeld, met toelichting

(6)

17. Wordt er bij elke activiteit of activiteitengroep kwantitatieve en kwalitatieve informatie opgenomen ten aanzien van het afgelopen boekjaar? (25 punten)

0= er wordt weinig tot geen informatie gegeven over de activiteiten van afgelopen jaar. 1= er wordt summier wat informatie gegeven

2= er wordt gedegen kwantitatieve en kwalitatieve informatie verstrekt.

3= de informatie over de activiteiten wordt ook gekoppeld aan de doelen en opgesplitst naar verschillende onderdelen op een duidelijke manier

4= de informatie wordt gekoppeld aan het bereiken van de doelen, gerelateerd aan het meerjarenplan, en is duidelijk opgebouwd

18. Indien er sprake is van een verdeling in districten worden er per district belangrijke ontwikkelingen besproken? (15 punten)

0= geen informatie over ontwikkelingen in districten

1= af en toe tussen de regels door informatie over ontwikkelingen in de districten 2= per district een hoofdstuk/paragraaf

3= per district een duidelijk verslag van belangrijke ontwikkelingen, bereiken van doelen. 4= ook relatie met de bond t.a.v het district wordt besproken.

19. Indien er sprake is van projectsubsidies, wordt er aangeven op welke manier de projectsubsidies zijn besteed? (10 punten)

0= geen informatie over besteding van subsidies 1= tussen de regels door een vermelding van subsidies

2= in een aparte paragraaf/hoofdstuk wordt er informatie gegeven over de besteding van de subsidie.

3= er wordt een volledige beschrijving gegeven van de besteding van de subsidies, met het doel van het project erbij.

4= in de beschrijving wordt het project ook gekoppeld aan de doelen en geëvalueerd. De financiële verantwoording (weging 20%)

20. Is er een financieel verslag opgenomen? (15 punten) Ja/Nee

21. Is er aangegeven op basis van welke richtlijnen het jaarverslag is opgesteld? (5 punten) Ja/Nee

22. Is het jaarverslag aan accountantscontrole onderhevig geweest en is hiervan een verklaring aanwezig? (5 punten)

0= geen informatie over accountantscontrole

1= alleen een verwijzing naar de controle, geen verslag 4= er is een verslag aanwezig

23. Is er een toelichting op de balans en de staat van baten en lasten aanwezig? (5 punten) 0 = geen toelichting

1 = korte toelichting van een paar posten

Meer sterren zijn er te verdienen als meer posten uitgebreid en begrijpelijk toegelicht worden. 24. Worden de waarderingsgrondslagen adequaat toegelicht? (2 punten)

Ja/Nee

25. Wordt er een kasstroomoverzicht opgenomen en adequaat toegelicht? (2 punten) Ja/Nee

26. Wordt er (kwalitatieve) analyse van het financiële resultaat gegeven? (15 punten) 0 = geen analyse van het resultaat

(7)

2= korte kwalitatieve analyse

3= kwalitatieve analyse per post/deelgebied

4= kwalitatieve analyse per post/deelgebied met duidelijke toelichting

27. Wordt er inzicht gegeven in de bestemming van het financiële resultaat? (10 punten) Ja/Nee

28. Blijkt uit het eigen vermogen of er een vermogensbeleid is ten aanzien van de functie en maximale omvang van het eigen vermogen? (8 punten)

0= geen informatie over het vermogensbeleid 1= alleen informatie over de functie

2= ook informatie over de maximale omvang 3= ook toelichting op het beleid

4= beleid wordt duidelijk toegelicht.

29. Zijn in de staat van baten en lasten de begrote cijfers van het boekjaar opgenomen met een analyse van de verschillen? (10 punten)

0 = geen begrote cijfers opgenomen

1= begrote cijfers zijn opgenomen, maar verschillen worden niet geanalyseerd 2= alleen een algemene analyse

3= een aantal specifieke verschillen worden geanalyseerd 4= alle verschillen worden geanalyseerd

30. Worden de baten uitgesplitst naar baten als tegenprestatie van levering van producten en/of diensten, subsidiebaten, sponsorbijdragen? (10 punten)

Ja/Nee

31. Wordt er inzicht gegeven in de verschillende categorieën van subsidiegevers en blijkt uit de toelichting of de subsidies een incidenteel danwel structureel karakter hebben? (8 punten)

Ja/Nee

32. Wordt inzicht in het beleggingsbeleid en de beleggingsresultaten gegeven? (5 punten) 0= geen informatie over het beleid

1= alleen informatie over de looptijd 2= alleen informatie over resultaten

3 = kort informatie over het beleid en de resultaten

4 = complete informatie over het beleggingsbeleid en de beleggingsresultaten. Toekomst (weging 10%)

33. Worden de jaarplannen en concrete doelstellingen voor volgend jaar vermeld? (50 punten)

0 = geen informatie over volgend jaar

1 = tussen de regels door wat informatie over komende jaren

2 = jaarplannen worden vermeld, maar zonder vermelding van concrete doelstellingen 3 = jaarplannen en concrete doelstellingen worden vermeld.

4 = er wordt ook een koppeling gemaakt naar het beleid en manier van bereiken van de doelstellingen

34. Wordt er een financiële meerjarenbegroting opgenomen en toegelicht? (50 punten) 0 = er wordt geen meerjarenbegroting opgenomen

1 = er worden een aantal begrote cijfers vermeld 2 = de begroting is opgenomen

3= de begroting is opgenomen en wordt ook toegelicht

(8)

Communicatie (weging 15%)

35. Betrokkenheid van het bedrijfsleven: wordt er inzicht gegeven in de sponsoring door het bedrijfsleven? (15 punten)

0 = geen informatie over betrokkenheid vanuit het bedrijfsleven

1 = tussen de regels door informatie gegeven over betrokkenheid vanuit het bedrijfsleven

2 = in een apart hoofdstuk wordt er informatie gegeven over betrokkenheid vanuit het bedrijfsleven

3 = er wordt per sponsor in gegaan op de ontwikkelingen, looptijd van de contracten etc. 4 = er wordt ook ingegaan op het beleid t.a.v. sponsoren, vooruitzichten, nieuwe sponsoren etc.

36. Betrokkenheid van vrijwilligers: wordt er inzicht gegeven in het vrijwilligersbeleid? (15 punten)

0 = er wordt geen inzicht gegeven in het vrijwilligersbeleid

1 = er wordt tussen de regels door informatie gegeven over het vrijwilligersbeleid 2 = in een apart hoofdstuk wordt informatie gegeven over het vrijwilligersbeleid 3 = er wordt uitgebreid in gegaan op het vrijwilligersbeleid

4 = naast het beleid vindt er ook een evaluatie plaats van het beleid

37. Hoe is de communicatiewaarde van de vormgeving van het verslag? (25 punten) 0 = het verslag is erg onverzorgd

1 = het verslag is qua vormgeving erg minimaal en niet echt aantrekkelijk

2 = het verslag is normaal qua vormgeving, maar geeft geen toegevoegde waarde 3 = het verslag is ingebonden, in kleur en bevat foto’s, figuren en grafieken 4 = het verslag ziet er qua vormgeving zeer goed

38. Hoe is de communicatiewaarde van de inhoud van het verslag? (25 punten) 0 = het verslag is slecht leesbaar en heeft een onduidelijke structuur.

1 = het verslag

2 = het verslag is normaal qua communicatiewaarde van de inhoud, goed leesbaar verslag. 3 = het verslag springt er op onderdelen uit qua communicatiewaarde van de inhoud. 4 = het verslag is qua communicatiewaarde van de inhoud zeer goed.

39. Hoe is de compactheid van het verslag? (20 punten)

0 = het verslag is sterk voor verbetering vatbaar qua compactheid, informatie slecht snel op te zoeken, te veel niet relevante informatie,

1 = het verslag is voor verbetering vatbaar qua compactheid 2 = het verslag is normaal qua compactheid

3 = het verslag springt er op onderdelen uit qua compactheid. 4 = het verslag is qua compactheid zeer goed

Tijdigheid en beschikbaarheid (weging 5%)

40. Is het jaarverslag op Internet beschikbaar? (25 punten) Ja/Nee

41. Wanneer wordt het jaarverslag gepubliceerd? (50 punten) 50 punten; binnen 3 maanden na boekjaar

40 punten; 4 maanden na het boekjaar 30 punten; 5 maanden na het boekjaar 20 punten; 6 maanden na het boekjaar 10 punten; 7 maanden na het boekjaar

(9)

Bijlage 2 Voorbeeld beoordelingsformulier

Catgegorie ‘Organisatie’

(10)

Categorie ‘Niet –financiële resultaten’

Categorie ‘Financiële verantwoording’

(11)

Categorie ‘Communicatie’

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Voor het in de praktijk aansturen en begeleiden van vrijwilligers in kleine groepjes werkt Taal Doet Meer ook met vrijwillige coördinatoren.. Voor Taal Doet Meer zijn zij dan ook

De vrijwilliger wordt door de zorgmedewerker in het team geïnformeerd over cliëntaangelegenheden wanneer deze direct de werkzaamheden van de vrijwilliger raakt (bv. cliënt voelt

Op grond van het zesde lid van artikel 7 van de regeling moet de uitvoerende school er bij de minister melding van maken indien het aantal daadwerkelijk aan een lente- of zomerschool

dat in het bestemmingsplan ‘Buitengebied’ ons college krachtens artikel 3.6 lid 1 sub a Wet op de ruimtelijke ordening (Wro) de bevoegdheid is gegeven om volgens bij het plan

 Iemand die de zorg voor een partner niet goed meer aan kan (bijvoorbeeld dat iemand lang in een nat bed ligt) Die zorg is soms zo zwaar dat dit leidt tot verwaarlozing. Hulp is

Het doel van het vrijwilligerswerk is een extra ondersteuning te bieden aan de bewoners ten einde op een zo prettig mogelijke manier te kunnen wonen en werken in het Rosa Spier

Voor een duwstel en voor een gekoppeld samenstel zijn het derde en vierde lid slechts van toepassing op het schip aan boord waarvan zich de schipper van het samenstel bevindt..

Tijdens de inwerkperiode wordt elke nieuwe vrijwilliger wegwijs gemaakt binnen de organisatie, maakt hij/zij kennis met mensen met wie ze gaan samenwerken en maken zij kennis met