Openbaar BESLUIT Openbaar

(1)

BESLUIT

Nummer 3879-12

Betreft zaak: Keizer vs TPG Post

Openbaar

Nederlandse Mededingingsautoriteit

1

Openbaar

Besluit van de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit inzake het bezwaar van de heer J. Keizer tegen het besluit van 23 januari 2004, kenmerk 3879/ 3.b091.

I. VERLOOP VAN DE PROCEDURE

1. Bij brief van 30 december 2003 heeft de heer J. Keizer (hierna: de heer Keizer) een klacht ingediend tegen Koninklijke TPG Post B.V. (hierna: TPG Post).

2. Bij besluit van 23 januari 2004, kenmerk 3879/ 3.b091 (hierna: het bestreden besluit), heeft de directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingautoriteit (hierna: d-g NMa) de klacht afgewezen.

3. Bij brief van 23 januari 2004 heeft de heer Keizer bezwaar aangetekend tegen het bestreden besluit.

II. DE KLACHT

4. In de klacht voert de heer Keizer aan dat TPG Post misbruik maakt van haar economische machtspositie ten aanzien van de tarifering voor het gebruik van een postbus. De heer Keizer woont op een woonboot. Hij houdt een postbus aan, omdat in het verleden zijn post herhaaldelijk verkeerd werd bezorgd.

III. HET BESTREDEN BESLUIT

(2)

Openbaar

2

Openbaar

dat TPG Post met de tarieven voor de postbus geen misbruik maakt van haar economische machtspositie.1_{Gelet hierop wordt de klacht afgewezen.}

IV. BEZWAARSCHRIFT

6. In zijn bezwaarschrift geeft de heer Keizer aan waarom zijn klacht ten onrechte is afgewezen.

V. BEOORDELING BEZWAAR

7. Uit artikel 1:2, eerste lid Algemene wet bestuursrecht (hierna: Awb) volgt dat onder belanghebbende wordt verstaan: degene wiens belang rechtstreeks bij een besluit is betrokken. Daarnaast moet blijkens de rechtspraak aan de volgende cumulatieve voorwaarden zijn voldaan. Er moet sprake zijn van een “ eigen belang” , dat “ objectief bepaalbaar” , “ actueel” en “ persoonlijk” is.

8. Persoonlijk belang houdt in dat het bij het besluit betrokken belang zodanig moet zijn dat men zich daarmee onderscheidt van anderen. Aan het criterium van voldoende persoonlijk belang is door het College van Beroep voor het bedrijfsleven als volgt nadere invulling gegeven2_:

“ Met het stellen van het vereiste van het zijn van belanghebbende is door de wetgever een begrenzing beoogd van de kring van degenen die tegen een besluit beroep kunnen instellen. (…) Het is niet de bedoeling van de wetgever geweest beroep open te stellen voor een ieder. Er zal dan ook sprake moeten zijn van een specifiek, individueel belang van betrokkene, dat door het besluit wordt geraakt en waardoor de positie van de betrokkene zich onderscheidt van die van willekeurig iedere andere elektriciteitsafnemer.”

9. In het onderhavige geval kan een kenmerkend individualiseerbaar belang niet aanwezig worden geacht. Het belang van de heer Keizer bestaande uit postbezorging op het juiste adres onderscheidt zich geenszins van een willekeurige andere houder van een postbus in Nederland.3

1_{Zie het besluit van de d-g NMa van 11 november 1998, nummer 13/ 45, dat bij het bestreden besluit is} gevoegd.

2_{CBB, 4 november 1999, nrs. Awb 97/ 681, 97/ 682 en 97/ 683.}

(3)

Openbaar

3

Openbaar

10. Gelet op het voorgaande is redelijkerwijs geen twijfel mogelijk dat de heer Keizer geen belanghebbende is. Zijn bezwaar is kennelijk niet-ontvankelijk. Hetgeen tijdens een

hoorzitting te berde zou kunnen worden gebracht, zal deze vaststelling niet kunnen wijzigen. Derhalve is op grond van artikel 7:3 aanhef en onder a, afgezien van het horen van de heer Keizer.4

11. Gelet op het bovenstaande dient het bezwaar van de heer Keizer tegen het bestreden besluit van 23 januari 2004 niet-ontvankelijk te worden verklaard.

(4)

Openbaar

4

Openbaar

BESLUIT

De directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit:

- verklaart het bezwaar van de heer J. Keizer tegen zijn besluit van 23 januari 2004, kenmerk 3879/ 3.b091, niet-ontvankelijk.

Datum: 7 juli 2004

W.g.

Mr. P. Kalbfleisch

Directeur-generaal van de Nederlandse Mededingingsautoriteit

Tegen dit besluit kan degene, wiens belang rechtstreeks bij dit besluit is betrokken, binnen zes weken na bekendmaking van dit besluit een gemotiveerd beroepschrift indienen bij de