• No results found

The bill of evolution : trophic adaptations in anseriform birds Kurk, C.D.

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "The bill of evolution : trophic adaptations in anseriform birds Kurk, C.D."

Copied!
13
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

birds

Kurk, C.D.

Citation

Kurk, C. D. (2008, May 27). The bill of evolution : trophic adaptations in anseriform birds. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/12867

Version: Corrected Publisher’s Version

License: Licence agreement concerning inclusion of doctoral thesis in the Institutional Repository of the University of Leiden

Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/12867

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

A

De rol va

lgeme

an voeds ee

ene S

selkeuze endachti

Samen

in de ev gen

nvattin

olutie va

ng

an

(3)

Ee Zu An ou cha be sem An 19 Wo Mo zw zus 19 De On An Ta ge De tus al., Wa op 19 Nie ke bin ge an Ho die ve ge me va wa zad he De wa wo in De slo

ndachtigen vorm idpool, voorkom nseriformes. De o dste familie (Anh aviaria, Chaunat staat uit slechts mipalmata). Deze nhimidae en de A

78; Livezey, 1986 oolfenden, 1961) onroe, 1990, 199 wanen) geplaatst stergroep van de 97a; Madsen et a e Anatidae zijn we nder de Anserina natinae bestaan u

dornini (de halfg nera Tadorna en e Tadornini zijn al ssenvorm van de , 2002; Johnsgard anneer de eenda p het late Krijt (on 80; Sibley and M et alleen zijn er z nmerkt zich door nnen de soort ka

slacht en zelfs ve d Bolen (1984) e oewel de meeste e op het land hun rgaren hangen sa prefereerde voed eest voorkomend

n water waarbij v ateroppervlak (slo den en delen van

t plukken van pla e hoenderkoeten aden door het wa orden ook de bov

Kear (2005)).

e ekstergans foer obbert en graast d

men een diverse g en. Deze vogels z orde van Anserifo himidae) wordt g torquata en Anhi 1 genus (Anseran e soort wordt be Anatidae (Brush, 1

6; 1997a, 1997b;

).Fluiteenden (D 93), maar worden

(Donne-Goussé e e eenden, ganzen

al., 1988).

eer onderverdee e vallen de ganze uit alle ‘echte’ ee

anzen (Cyanoche Casarca).

ls eerste afgespli e ‘echte’ eenden e

d, 1965, 1978; Liv achtigen zijn onts ngeveer 80 miljoe Monroe, 1990, 199 zeer veel soorten

r een grote variat n het type voeds erschillen tussen n Krapu and Rein

soorten afhanke n voedsel vinden amen met de hab dseltype (review de methodes zijn voedseldeeltjes w obberen) als diep n waterplanten te anten op het land eten voornamel ater. Ook de onde ven– en ondergro ageert hoofdzake daarnaast ook (M

groep vogels die o zijn nauw aan elk ormes is onderve gevormd door de

imacornuta). De nas) met 1 soort:

eschouwd als de o 1976; Delacour, 1 Madsen et al., 1 endrocygnidae) v n ook wel binnen

et al., 2002; Livez n en zwanen (Don ld in twee subfam en (Anser en Bran

nden (ongeveer en, Alopochen, en

tst binnen de An en ganzen (Delac vezey, 1986).

staan is niet zeke en jaar geleden) 93).

eendachtigen, o tie. Zo zijn er ver sel afhankelijk zijn

individuen van d necke (1992)).

elijk zijn van wate . De methodes di bitat waarin voed s in Krapu and Re zeven en grazen worden verzame per (grondelen) g e bemachtigen (e d of onder water

ijk de bovengron ergrondse delen ondse delen van elijk op ondergro Marchant and Hig

over de hele wer kaar verwant, en rdeeld in vier fam

drie soorten hoe tweede familie ( de ekstergans (A overgangsvorm ( 1954; Johnsgard,

988; Olson and F vormen de derde de Anatidae (ee zey, 1997a). De fl nne-Goussé et al milies: de Anserin nta) en de zwane 30 genera, waaro n Chloephaga) en atinae en worde cour and Mayr, 1 r, maar fylogenet (Livezey, 1997b;

ook het voedsel v schillen tussen so n van habitat, jaa

ezelfde soort (re er voor hun voed ie de vogels gebr dsel gevonden wo einecke (1992) en n. Zeven is het do

ld. Deze method gebruikt om onge e.g. review in Kea r.

ndse delen van w worden wel opg terrestrische pla ondse delen van m ggins, 1993).

reld, behalve op d vormen de orde milies (zie figuur enderkoeten (Cha (Anseranatidae) Anseranas

‘link’) tussen de 1961; Johnsgard Feduccia, 1980;

e familie (Sibley a nden, ganzen en luiteenden vorme ., 2002; Livezey, nae en de Anatin en (Cygnus). De

onder Anas) en d n de eenden van n gezien als een 945; Donne-Gou tische analyses d Olson and Feduc

van deze vogels oorten, maar ook argetijde, leeftijd eviews in Baldassa

sel, zijn er ook so ruiken om voedse

ordt en het n Kear, 2005). De oor de snavel pom

e wordt zowel aa ewervelde diertje ar (2005)). Grazen

waterplanten, terw gegraven. Daarna

nten gegeten (re moerasplanten, m

de 1). De auna

d, and

en de

nae.

de de

ussé et duiden

ccia,

k en arre oorten el te e twee mpen an het es,

n is

wijl ze ast eview

maar

(4)





 Fig zijn sam Go (19

Anhimidae

Anseranat

Dendrocyg

Anatidae

guur1. Overzicht va n fossiele families e mengesteld aan de oussé et al. (2002),

988), Olson and Fed e

tidae

gnidae

Anserinae

Anatinae

A (

an de orde der ans en de meeste eend e hand van Brush (1 Johnsgard (1961, 1 duccia (1980), Sible

hoenderkoeten

ekstergans

fluiteenden

zwanen

ganzen

halfganzen

Anas

grondeleenden)

seriformen met tro dengenera (Anatina 1976), Delacour an 1965; 1978), Liveze ey and Monroe (19

aquatische herbivoren

(aquatische) herbivoor

zevers en herbivoren

(aquatische) herbivoren

herbivoren

herbivoren

herbivoren

herbivoor

herbivoor

herbivoor

zevers, omnivo

herbivoor

ofische typering. Vo ae) niet vermeld. D d Mayr (1945), De ey (1986, 1997a, 19 990, 1993), Woolfe

Chauna Anhim )

Anseran

Dendrocyg Thalasso )

Cygnus

Anser

Branta

Chloepha

Alopoch

Cyanoch

Neoche

oren e.g. A.

platyrhync

A.penelo

oor de overzichtelij De fylogenie is

lacour (1954), Don 997b), Madsen et a enden (1961).

a,

a

nas

gnus,

rnis

s

r

a

aga

hen

hen

en

.

chos

ope

jkheid nne-

al.

(5)

He Pe Ke Bin su zw 20 Gr lan ma Ee aq pro De ve de vo in

Ad De als wa aa (Be Dr soo 19 res Dit ko ge inz hu

Co Vo aq aa ma vo on Ko

et merendeel van trie, 1988; Petrie ar (2005)).

nnen de Anatidae bfamilie Anatinae wanen vooral in h

03; Chisholm and ant et al., 1994; O nd, zoals de smie anengans (Cheno n minder vaak vo uatische everteb ooien combinere e grote diversiteit rschillende were grazers in Zuid-A rmen soorten in de oude wereld (

daptieveradiatie e vele soorten ee s een voorbeeld v aarbij door diverg ngepast aan vers enkman, 2003; G ijvende kracht ac orten om verschi 92).De verschille sulteren in versch t komt doordat a

ste gaan van ada bruik van bepaal zicht te hebben in

lpbronnen (Moe

onflicterendeeise oor zover bekend uatische als terre n het voedselopn anieren van foera edselopnameapp dersteunen zijn g ooloos et al., 1989

n de fluiteenden z e, 2005), een kle e komt het zeven e, terwijl de Anse et water, maar o d Spray, 2002; Ea Owen and Kear, nten (Anaspenel onettajubata) (re oorkomende foer braten. Er zijn we en met het zeven t aan soorten zou

lddelen andere s Amerika en de ga eendengemeens (Delacour, 1964;

e

ndachtigen met van adaptieve rad gentie vanuit 1 vo schillende ecolog Grant, 1986; Love chter divergentie illende hulpbron en in de efficiënt hillen in fitness (A adaptaties die ger aptaties aan ande de voedselbronn n de interactie tu rmond, 1986; W

enaanhetvoeds zijn er heel wein estrische voedse nameapparaat st ageren verschille paraat kunnen ve

gevonden in de m 9; Zweers et al., 1

zeeft voornameli in aantal soorten n als foerageer m erinae voorname ook wel op het lan arnst, 2002; Earn

1972). Ook een a lope, A.sibilatrix eview in Kear (20 rageermethode i inig soorten die a van kleine voeds u te maken kunne soorten eenzelfde anzen de grazers schappen in de n Nudds et al., 199

hun specifieke fo diatie. Adaptieve oorouderlijke soo gische niches. Elk

tte et al., 2002; S e is een uitruil (‘tr nen te gebruiken ie waarmee de d Arnold, 1983; Em relateerd zijn aan ere, minder gepre nen te begrijpen ussen de adaptat ainwright, 1996)

selopnameappar nig soorten eenda

lbronnen. Aange telt dan het foera

nde, mogelijk teg ereisen. Aanwijzi manier waarop d 1977) en gedome

ijk zaden uit het w n graast vooral op methode vooral vo elijk grazen; de ga nd (Bollinger and st and Rothe, 200 aantal Anatinae s x en A.americana

05)).

s het vangen van aquatisch grazen seldeeltjes.

en hebben met h e niche bezetten

van het noordeli ieuwe wereld de 94).

oerageermethode e radiatie is het ev ort nieuwe soort

soort benut and Schluter, 2000a, 2 rade-off’) van de n (Doebeli, 1996;

diverse hulpbronn merson and Arnol

n geprefereerde efereerde hulpbr is het nodig om e ies van de soorte .

raat

achtigen die geb zien foerageren ageren op land, z genstrijdige, aan ngen die deze hy e wilde eend (An esticeerde gans (A

water (Petrie and p het land (review oor bij soorten ui anzen op het land d King, 2002; Braz 04; Gillham, 1956 soorten graast op a), de halfganzen n vis en/of grote n of het eten van

het feit dat in . Zo zijn de halfga ijke halfrond en e tegenhangers va

en worden besch volutionaire proc en ontstaan die z ere hulpbronnen 2001).

vermogens van d Taper and Case, nen worden gebr d, 1989; Lande, 1 hulpbronnen ten ronnen.Om het een mechanistisc en en hun

ruik maken van z in water andere ouden deze twee passingen van he ypothese nasplatyrhynchos

Anseranser

d w in it de d, de zil, 6;

p het en de

grote

anzen an die

houwd ces zijn n

de ruikt 1979).

n ch

zowel eisen e et

s,

(6)

do slo He via aa op de Vo ge alle ge da da op en

‘ca tra Bij veg me ge teg nie de dit De sam mo pa

On De de ee zek aa en on gra va nie ve

omesticus; Van de okdarm transport et zeven en trans a een zogenoemd

n de voorkant va pgezogen water a tong is steeds te oedseldeeltjes wo transporteerd via een voedseldeelt transporteerd. V t gebruik maakt v arin voedsel naa pen snavel richtin wordt het voeds atch-and-throw’ g ansport van gras.

de gedomestice getatie en opgep echanisme. Voed dragen. Wannee gen kleine naar a et mee naar vore zeldzame gevall tzelfde ‘over-tong e tegenstrijdighei

menhangende m ogelijk een beper

ssen.

nderzoeksvragen e kennis over de v

diverse voedselo ndachtigen het g ker: een ‘trade-o ngetoond. Dit pr zeven bij eendac derzocht of er in azen (hoofdstuk 5

n voedsel gemax et mogelijk is, bet

rwachten zijn in

er Leeuw et al., 2 teren.

porteren van kle d ‘onder-tong’ tra an de snavel naar aan de achterkant

egen de bovensn orden langs dit op

a groeven aan we tje tot de grootte Voor grotere voed van de traagheid r achter, waarna g keel vliegt (Gan sel weer opgevan genoemd. De wil

erde gans is het pikte voedseldeel dseldeeltjes word er de tong weer n achteren gerichte en beweegt. Dit m

en dat ganzen vo g’ transportmech d van een glad ve mechanismen om

rking voor de vog

n

verschillen in mo opnamemechani gevolg is van adap off’ tussen de vers oefschrift probee chtigen te vergro nderdaad een uitr 5) en zeven (hoo ximaliseerd wordt

tekent dit boven de structuren die

003) voedsel ver

ine voedseldeeltj ansportmechanis r binnen gezogen t van de snavel u avel aangedrukt pgeheven gedee eerszijden van de e van een erwt (K dseldeeltjes word d van massa. De k de snavel wijd o ns, 1969). Tegelij ngen. Deze meth de eend gebruikt

mechanisme dat ltjes fundamente den op de naar ac naar voren gaat d e uitsteeksels op mechanisme word

oedsel uit het wa hanisme toegepa ersus een met st voedsel door de gels om beide me

orfologie en de ve smen horen is be ptieve radiatie va schillende manie ert de kennis ove oten. Hiertoe wor ruil bestaat tusse ofdstuk 6). Als voo

t maar een maxim dien dat er elkaa e voor voedselop

rzamelen en door

jes uit water geb sme. Water en vo n en tegelijkertijd uitgestoten. Het a

om inslikken van lte van de tong n e tong. Met dit m Kooloos and Zwee dt een transportm kop beweegt met opent en het voed k wordt de kop n ode wordt in het t dit mechanisme

t zorgt voor trans eel verschillend v chteren bewegen drukt deze tegelij

het monddak aa dt ‘over-tong’ tra

ter halen via de z st.

ekels bezet mon bekholte te tran echanismen even

erschillen in foera eperkt. Of de div an het voedselop eren van voedselo er de functionele rdt voor een aan en de efficiëntie w

or zowel zeven a male inname van ar uitsluitende aa pname zorgen.

r de snavel naar d

beurt bij de wilde oedseldeeltjes wo

wordt eerder achterste gedeelt n water te voorko naar de slokdarm mechanisme kunn ers, 1991) worde mechanisme toeg t gesloten snavel dseldeeltje vrij do naar voren bewo t Engels dan ook e ook voor het

sport van afgehap van het ‘onder-to

nde tong richting kertijd het voeds n, zodat het voed ansport genoemd zeefmethode wo

ddak en de daarm nsporteren vormt n efficiënt toe te

ageerprestaties d ersiteit van pname apparaat i

opname is nooit uitruil tussen gra tal soorten waarmee dieren

ls grazen de opna n beide typen voe anpassingen te

de

e eend orden te van omen.

nen en

gepast met oor de gen wel

pte ng’

keel sel dsel d. In ordt

mee t

die bij is niet azen

ame edsel

(7)

Zo pe aa pla mo uit eis ee 1.

2.

3.

Hie

Vo In ge ve sna soo va tus Ee he kri uit eff on ve tw aa gra me ku Bo sch He pa (ju ku An foe ma ee

zal bijvoorbeeld r pompbeweging nzienlijke kracht antenmateriaal p oeten zijn, maar v toefenen op het g sen en verschillen n gedetailleerde de vorm van de s de grootte van d

foeragerende e de morfologie va eronder worden

ormvandekop

hoofdstuk 2 is ee specialiseerde ze rgelijkingsmetho avelpunt of gewr orten toont een n veel kenmerke ssen de soorten z

n aantal grote ve t grote aantal va jgen in hun onde tgevoerd. Deze a fect hebben op d der andere de ho rbinding tussen s wee schedelbotjes ntal van deze eig azen. Berekening eer naar achteren

nnen weerstaan ovendien wordt m

harnier ook bred etzelfde 2D-mode

latinum en ptery ukboog) met de b nnen modelleren ndere meevariëre erageermethode aar de betekenis n relatief hogere

bij eendachtigen g moeten worden op de snavel mo per hap te plukke voor grazers juist gras. Het verband n in de bouw van

vergelijkende an schedel en de da

e vijf functionele endachtigen (ho an de snavel en to

de gebruikte me

en vergelijking ge evers en grazers o ode is gebaseerd

richten tussen bo kwantitatieve ve nde schedelpunt zijn op veel plaat erschillen is duide

riabelen (3 coörd erlinge samenhan nalyse geeft aan e vorm van de sc oogte van de sch snavel en hersen s (palatinum en p genschappen is ge gen met behulp v

n gelegen positie van een grotere met het naar acht er en kan daardo el geeft ook aan d ygoid de reactiek bovensnavel zou k

n zijn echter met ende eigenschapp

. De positie van h van schedelhoog e schedel dan zev

n die voornamelij n gerealiseerd, te oeten kunnen lev

n. Voor zevers za t kort om een zo d tussen deze en n het kaak-, tong- nalyse te maken v

arin voorkomend e kaakspiergroep

ofdstuk 3) en ong (hoofdstuk 4 ethoden en result

emaakt van de vo op basis van geom op de coördinate otten. Na het elim

rgelijking tussen ten statistisch ve tsen zeer klein.

elijk gerelateerd dinaten van 33 ke ng is op de data e dat er tenminste chedel. De eerste edel, de positie v schedel (craniofa pterygoid) die sam

erelateerd aan h van een 2D-statis e van de craniofac

externe kracht o teren schuiven va oor beter reactiek dat de relatieve v rachten in de ver kunnen verminde ingen van werke pen zijn niet zond het oog hangt sa gte is niet duideli vers, een eigensc

jk zeven een zo g erwijl grazende so veren om zoveel m

al de snavel dus l groot mogelijke n andere conflicte - en spierapparaa

van

de botstructuren en bij aquatisch e 4).

taten per hoofdst

orm van de sched metrische morfo en van homologe mineren van groo zevers en grazer rschillen. Echter

aan de methode enmerken) te red een principale co e 3 onafhankelijk e component bes van de oogkas, d aciale scharnier) men veranderen

et uitoefenen va che krachtenmod ciale verbinding b op de punt van de an de craniofacia krachten in het g verschuiving in de rbindingen van p eren bij grazers.

lijke trek- en bijt der meer in verb men met de hoo ijk. Grazende een hap waarvan we

groot mogelijk vo oorten een mogelijk

ang (en breed) kracht te kunnen erende functione at zijn onderzoch n (hoofdstuk 2),

en terrestrisch

tuk samengevat.

del tussen metrie. Deze e kenmerken, zoa otte-verschillen tu

rs aan dat de pos de vormverschill

van foerageren.

duceren en inzich mponenten anal ke factoren zijn di schrijft verschillen

e positie van de en de lengtes van

(covariëren). Een n kracht tijdens del geven aan da bij grazers leidt t e bovensnavel.

ale verbinding dit gewricht weersta

e lengtes van alatinum en ‘juga Om dit realistisch krachten noodza and te brengen m gte van de sched ndachtigen hebbe

l verondersteld w olume

n ele

t door

als ussen sities

en

Om ht te yse ie n in n n at de

ot het t

an.

ale’

h te akelijk.

met del,

en wordt

(8)

da ve rec In me op rel va va zw toe ve va wo sna va sna ve In he va va ge rea hie de Wa ter me alle ve

De Na vo zev op 20 20 ge de veg

t dit het oppervla rgroot. Het onde chtstreeks verba de tweede princ et de schedel, de pnieuw de positie latief langere, rec n de craniofacial n de snavel stelt wevende voedseld

elopende en iets rgroot de kracht n gras (kleinere l orden geklemd. B

avel op de kracht n het naar achte avel vergroot de rband gebracht m de derde princip rsenschedel in co riatie is gerelatee n de achterkant v specialiseerde ze actiekrachten die erdoor over een g verbinding door anneer de mate v rrestrisch grazen et evolutionaire g

een aanpassinge rschillen in de he

ekaakspieren

aast verschillen in edselopname ap vers een grotere pen en sluiten van

Hz bij gespeciali 03). De hoogfreq specialiseerde ze snavel. Grazend getatie de snave

ak voor spieraan erzoek naar spierg

nd is tussen sche ipale component breedte van het e van de craniofac

chte en breed uit e verbinding en e deze vogels in st deeltjes op te po meer omlaag ge die door de neks astarm) en vergr Berekeningen in h

t die kan worden ren schuiven van bijtkracht (van d met een grotere ale component is ombinatie met d erd aan lichaams van de schedel e evers en hebben e tijdens het lostr

groter oppervlak r botverdikking h van aanpassinge de genera met e geschiedenis. Rec

n in de snavel, te ersenschedel late

n de vorm van de pparaat aanpassin

snavel (hoofdstu n de snavel tijden seerde zevers (K quente beweging evers genereren m

e eendachtigen d l krachtig geslote

hechting, en daa grootte (hoofdst edelhoogte en sp t covariëren leng t cranium, de pos

ciale verbinding.

tlopende snavel, een smalle herse taat om een groo mpen. Grazers h erichte snavel en spieren uitgeoefe root de bijtkracht het 2D-model gev n uitgeoefend op n de craniofaciale der Meij, 2004), e bijtkracht bij Gal s er variatie in de e breedte van de grootte. Er lijkt g n foerageermeth een bredere cran rekken van veget k worden verdeel oeft te worden b n in de vorm van lkaar worden ver cente soorten, sm erwijl de meest b en zien.

e schedel kunnen ngen vertonen aa ukken 2 en 4) en ns foerageren me

ooloos et al., 198 gscycli van de ond mogelijk aanzien daarentegen moe en houden om we

rmee de maxima uk 3) laat echter iergrootte.

te, breedte en de sitie van de achte

Gespecialiseerde een meer naar v nschedel. De rela ot volume aan wa

ebben een relati een brede sched end kan worden t t waarmee het gr ven aan dat het e

het gras veel gro e verbinding. Een en ook een brede apagos vinken (H e vorm van de ac e craniofaciale ve geen verband te z hode. Grazers zijn niofaciale verbind tatie gegenereerd d, zonder dat de belemmerd.

de schedels van rgeleken, blijkt er mienten en halfg basale soorten (ga

ook de spieren v an de wijze van fo worden de cyclis et verschillende s 89) en 2 Hz bij gra dergedompelde s lijke reactiekrach eten tijdens het egglippen van bla

ale spierkracht, zien dat er geen

e hoek van de sn erhoofdsknobbel e zevers hebben voren gelegen po atief grote omva ater met daarin

ef korte, spits del. De kortere sn

tijdens het lostre ras in de snavel k effect van de kor oter is dan het eff

meer omlaag ge ere schedel is in Herrel et al., 2005

hterkant van de erbinding. Deze

zijn tussen de vo n meestal groter

ding. De

d worden kunnen beweeglijkheid v

de verschillende r een verband te anzen, vertonen anzen) daarnaast

van het

oerageren. Zo he sche bewegingen snelheden uitgev azers (Durant et snavel van hten van het wat

lostrekken van aadjes tijdens de

avel en een sitie ng

navel ekken kan rtere

fect erichte

5b).

rm dan n van

e zijn t ook

ebben n van voerd:

al., er op e

(9)

tre op we In kaa in gro ma kaa ter spi (pr spi zw tro De soo on ter ve ov aq sna on ter Oo op ee Ev pte kle de Er we bin ho va de be wa Dit ku de

ekbeweging van d pzichte van de sch

eerstaan.

hoofdstuk 3 zijn akspiergroepen b twee groepen: e oep. Hoewel het anier afneemt me

akspieren steeds rrestrisch foerage ieren die de onde rotractoren) zijn ieren die tegelijk waar. De twee res ofische groepen.

e verklaring voor orten lijkt niet te dervind. Omdat rrestrisch grazen rzameld een grot erwinnen. Schatt uatisch foerager avel. Bovendien derlinge verschil rrestrisch foerage ok is er geen dire ppervlak gevormd

ndachtigen gaat enmin wordt de erygoid ingenom ein bij terrestrisch

depressoren bij zijn duidelijke ve el in het water fo nnen de aquatisc oofdzakelijk met k

n waterplanten t manier waarop graasd, met bijbe aterplantetende z t zou dan de rela

nnen verklaren.

terrestrische gro

de kop en nek te hedel beweegbar

van 45 soorten e bepaald. Gebasee

en aquatisch foe gewicht van alle et lichaamsgroot s anderhalf keer g

erende soorten.

ersnavel omlaag in aquatisch foer k de onder- en bo sterende snavelsl

de grotere kaako e liggen in de grot de snavel van aq de soorten zal oo tere kracht nodig tingen van de be ende soorten net zijn de pterygoid

, kleiner dan die eren.

ct verband tusse d door een hoger niet gepaard me relatief grotere b en door grotere h grazende soort aquatisch foerag erschillen in relat

erageren, terwijl che groep is. Ong kleine deeltjes. D toe, en sommigen

waterplanten wo ehorende langza zwanen neigt naa tief kleinere dep Relatief grote ad oep, worden gev

voorkomen. Teg re bovensnavel ti

eendachtigen de erd op literatuur ragerende groep kaakspieren sam tte (negatieve allo groter bij aquatis

Niet alle spiergro (depressoren) en ragerende soorte ovensnavel sluiten

luitende spiergro

opener en -sluite tere weerstand d quatisch foerager

ok los van de omg g zijn om het traa

nodigde spierkra t voldoende zijn d-spieren van beid

van andere soor

n schedelvorm e r en breder craniu et daar aanhechte beschikbare ruim

spieren. In tegen ten. En ondanks e gerende soorten

ieve spiergewich l er toch aanzienl eveer eenvijfde v De helft van de aq n eten juist voorn orden benut op d

mere beweginge ar die van terrest ressoren in de vo ductorspieren, ze onden in eendac

gelijkertijd moet d ijdens het lostrek

gewichten van d gegevens werde p en een terrestri men in beide groe

ometrie), is het r sch foeragerende oepen dragen bij n de bovensnave en ongeveer 2 ke n (pterygoid spie oepen verschillen

r spieren bij aqua die een bewegen rende soorten gro

geving waarin vo agheidsmoment v acht laten zien da om te compense de trofische groe rten vogels, die vo

n spiergrootte. H um in terrestrisch ende grotere add mte tussen oogkas ndeel, de pterygo een relatief smal

relatief groter.

hten tussen soort lijke variatie in he van deze soorten quatische groep v namelijk waterpl de manier waarop en. Dat de vorm v

trische grazers on oornamelijk wate

elfs groter dan d chtigen die hoofd

de kracht op de t kken van gras wo

e 5 functionele n de vogels opge isch foeragerend epen op dezelfde relatieve gewicht e eendachtigen d aan dit verschil.

el omhoog beweg er zo groot. De eren) zijn 1.4 keer n niet tussen de

atisch foerageren de snavel in het w oter is dan van oedsel wordt

van de snavel te at de grotere spie eren voor de grot epen, ondanks hu

oornamelijk

Het relatief grote he foeragerende ductor spieren.

s en palatinum- oidspieren zijn re

le en lage schede

ten die op het lan et soort voedsel n voedt zich

voegt hieraan de anten. Mogelijk p landplanten wo van de schedel va ndersteunt dit id erplantetende so ie van vele soort dzakelijk schaaldie

ten orden

esplitst e e t aan

an bij De gen r zo

nde water

eren in tere un

re

latief el zijn

nd dan

len lijkt orden an de

ee.

orten en uit eren

(10)

of spa tijd Oo All An de sna hie

Mo Zo ve an tra

‘zu ge vo kle be ve aq mo De gro He He he gla lan 20 mo An In ran foe he (vo aq In alg wa

vis eten. Het losm artelende vis gaa dens het filteren ok de als terrestri en begrazen bov nser) ook ondergr len wordt de aar avel (Glazener, 1 ermee verband k

orfologievande

wel het doorpom rbonden met aan alyse heeft laten ansport van voed uigerwerking’ van

deelte van de ton edsel in te slikke eine stekels aanw

wegingen van de rgelijkende studi uatisch foerager orfologieën binne e bestudeerde ee

oepen: degene d et type voedsel in et merendeel van eft de typische k ad monddak, duid ngs weerszijden v

soorten van de t onddak en de gro ndere structuren

het algemeen he nden van de kake erageerders (bes

bben aquatische olume toename) uatisch foerager beide groepen ko gemene orale mo aterplantenetend

maken van schaa an mogelijk gepaa

van kleine voeds isch foeragerend vengrondse plant rondse delen ete rde omgewroet m

946). De relatief unnen houden.

bekholte

mpen van water a npassingen van d n zien dat in de w dseldeeltjes geass

n de tong en een ng (het zgn. tong n. In de tamme g wezig die het gras e tong door de m e over een groot en en terrestrisc en dezelfde trofis endachtigen zijn o ie vooral op het n deze laatste gro n de 19 onderzoc kenmerken behor

delijke verdikking van het achterste terrestrisch foera oeves in het acht

in de mondholte ebben de dorsale en) van de onder chadigen vegeta e foeragerende ee

en is de relatieve ende anseriform omen soorten vo orfologie. In de aq de soorten de gro

aldieren van het s ard met krachten seldeeltjes of het getypeerde een tendelen, terwijl n. Voor het bloot met de snavel doo grote kaakopene

als het transport de tong en mond wilde eend het aan

socieerd is met e groeve langs de gkussen) om het z

gans ontbreken d s tegenhouden al mondholte naar ac

t aantal soorten i h foerageren hee sche groep.

op basis van liter land grazen, en d oep is echter geva

hte soorten aqua rende bij het ’ond gen van het voor e gedeelte van de

agerende groep h erste deel van de e vertonen ook ee e rij lamellen (dit

rkaak een scherpe tie) en een gladd endachtigen een e grootte van het

en groter (zuiger oor die enigszins quatisch foerage oeven aan weers

substraat of het v n op de snavel die t grazen van terre dachtigen eten n sommigen (ganz tleggen van deze or middel van sp er spieren in Ans

van gras door de holte. Uitgebreid nzuigen van wate

en glad mondda zijkant van het v zeven niet te hoe deze groeven en z ls het met voor/a chteren wordt ge s nagegaan of de eft geresulteerd i

atuurgegevens o degene die in het arieerd, vooral w atisch foerageren der-tong’ transpo rste gedeelte van e tong (het zgn. t hebben echter ui e tong ontbreken en relatie met de zijn kamvormige e bovenrand in d de rand in aquatis 1.6 maal diepere t voorste gedeelt rwerking tong).

afwijken van de rende groep mis zijden van het to

vasthouden van e e groter zijn dan estrische vegetat niet allemaal hetz en uit het genus e subterrestrische reidacties van de er soorten zou

e snavel lijken de kinematische

er en het ’onder- k voor de verdikte achterste

even onderbreke zijn op het mond achterwaartse etransporteerd. I e functionele eise

in gelijksoortige

onderverdeeld in t water foeragere wat betreft groott nde eendachtigen

ortmechanisme:

de tong en groe ongkussen). Bijn itsteeksels op het n.

e foerageermetho uitsteeksels op d de terrestrische

sche vogels. Ook e bovensnavel te van de tong va

hierboven besch sen veel van de ongkussen, maar

een tie.

zelfde.

e e

-tong’

e n om ddak

n een en van

twee en.

te.

n een ves a alle t ode.

de

an

reven

(11)

he eig Kle foe vo aa uit de va ke vin ge tijd

 Pre De – o gra

‘ov mo zev de mi zu tra ve pa om In (dw can be we ha tijd Bij ha de ha rel bij

bben wel scherp genschappen zijn eine uitsteeksels

eragerende eend edsel van deze v nwezige tonggro tsteeksels het mo gedomesticeerd ngen’, maar of d nmerken die beh nden bij de smien maakt van beide dens grazen (Van

estatievangraze e morfologische k

ofwel het ‘onder- azende eendacht ver-tong’ transpo ondholte niet goe ven van kleine vo

tong het gebruik ssen de meeste a llen dus niet via h ansporteren. Verw

rmogen van de v ssen. In de volge m te controleren hoofdstuk 5 is de werggans (Anser

nadensis)) en van graasden gedure erd zeer nauwkeu

p de hoeveelheid dens transport do alle vier de onde pgrootte toenee kleine soorten. Z ppen, maar hebb latie tussen hapg

kleine soorten d

pe lamellen op de n typisch voor gra op het monddak dachtigen gevond ogels bestaat voo oeven kunnen wo

ogelijk om het eff de gans te gebrui

it werkelijk gebe horen bij de versc nt. Voor deze soo transportmecha n der Leeuw et al

enenzeven

kenmerken van d -tong’ transportm tigen zal de aanw ort van gras of gro

ed kan afsluiten e oedseldeeltjes. O

k van het ‘onder- aquatisch foerag het ‘over-tong’ m

wacht mag word vogels om beide i ende twee hoofds

of de verwachte e graasprestatie g

erythropus), bra n 1 aquatische gr ende korte tijd ee urig bepaald. Een d losgetrokken gr oor de snavel, te erzochte soorten mt. Echter in de Zwaardere eenda ben ook een relat grootte en hapfre die kleine happen

e onderkaak en u azers met een ‘ov k worden ook in e den die wel groev or een deel uit gr orden getranspor

ficiënte ‘over-ton ken in plaats van urt is niet bekend chillende transpo ort is aangetoond anismen: ‘onder-t

., 2003).

de snavel en tong mechanisme zijn f wezigheid van ste

otere voedselobj en de zuigkracht Ook zal de afwezig -tong’ mechanism

erende soorten d mechanisme voed en dat deze tege ntraorale transp stukken zijn de p uitruil (‘trade-of gemeten van een

ndgans (Brantal razer (knobbelzw en kleine plag gra n prestatiemaat w

ras, vermindert m vermenigvuldige n neemt de presta grotere eendach achtigen met een tief groter verlies equentie leidt tot n nemen, terwijl b

itsteeksels op he ver-tong’ transpo een aantal ander ven in het tongku

rote voorwerpen rteerd. Waarschij ng’ transportmec n het inefficiënter d. Combinaties v ortmechanismen d dat ook daadwe tong’ tijdens zeve

g die behoren bij functioneel niet v kels op het mond jecten, ertoe leid

aantasten die no gheid van groeve me verhinderen.

de grote stekels o dsel over de tong enstrijdigheid lim ortmechanismen restaties van gra ff’) daadwerkelijk n aantal soorten leucopsis) en Can waan (Cygnusolor as en de hoeveelh werd vervolgens met de hoeveelhe

en met de hapfre atie proportionee htigen is deze toe

n grotere snavel n s en een lagere h t een snelle toena

bij grote happen

et monddak. Deze ortmechanisme.

e aquatisch ussen hebben. He n die niet door de

jnlijk maken deze chanisme als dat

re ‘opgooien-en- an morfologische

zijn bijvoorbeeld erkelijk gebruik w en en ‘over-tong

ofwel het ‘over-t verenigbaar. In ddak, nodig voor den dat de tong d odig is voor effici en aan weerszijde

Aan de andere ka op het monddak, g kunnen

iterend is voor h n even efficiënt to

zen en zeven gem k aanwezig is.

terrestrische gra nadese gans (Bran

r)). Individuele vo heid opgenomen

berekend door p eid die verloren w equentie.

el toe als de ename kleiner da

nemen grotere hapfrequentie. De

ame van de prest de afname in

e

et e wel e

van e d te wordt

tong’

r het de

ënt en van

ant , en et oe te meten

zers nta

ogels n gras per

werd

n in e

tatie

(12)

ha ha Ee lich va va 20 vie ko mo De stu de va en Ee mi De en ho va he da gro Da he wa De bij ten vo va vo bin ee uit lam ku tot He bin foe

pfrequentie sam pgrootte, waardo n vergelijking van haamsgrootte-af n de drie soorten n ganzensoorten 03). Hoewel gee er de soorten het pbewegingen zo orfologische stru e brandgans heef udies (Cope et al.

ze soort een and n het minimalise ergieopname.

n vergelijking me ndere mate de s eze lage prestatie een lage hapfreq oeveelheid verlies

n de mondholte.

t monddak en he t de smient het ‘ ootte en versprei aarentegen heeft t relatief langzam at zowel het grot e zeefprestatie is de knobbelzwaa n opzichte van de

edseldeeltjes dat n ‘filteren’ dan b edseldeeltjes bij nnengekomen za nden presteren ( tsteeksels van he mellen op de sna nnen waarschijn t eenden.

et totale volume a nnen komt (ten o

eragerende soort

en met de toena oor de prestatie n de graasprestat fhankelijke metab n ganzen en de kn n vermeld in de lit

n kinematische a t ‘over-tong’ tran als in het ‘catch-a cturen benodigd ft een iets lagere

., 2005; Durant e dere foerageerstr ren van benodigd

et eerdere studie mient, een relati e wordt bij de sm quentie en in de s. Deze relatief la Smienten hebbe et oppervlak dire

over-tong’ transp iding van de stek de wilde eend h me ‘catch-and-th e verlies en de la bepaald bij twee an (hoofdstuk 6).

e hoeveelheid die t de snavel binne ij Anas-soorten is de ganzen en kn adjes wordt doo (Kooloos et al., 1 et monddak even

velranden. Echte lijk niet selectief

aan water met za opzichte van licha ten dan in de gan

ame van verlies c niet verder meer ties tussen soort bolische behoeft nobbelzwaan en teratuur (Durant analyses zijn uitge

sportmechanism and-throw’ mech voor ‘over-tong’

prestatie dan de t al., 2003)). Dit w rategie, gericht o

de foerageertijd

es aan eenden laa ef lagere prestat ient veroorzaakt wilde eend door agere prestaties z en alleen uitsteek ct daarnaast. De portmechanisme kels beperken de elemaal geen uit row’ mechanism age hapfrequentie e soorten ganzen

Zowel de hoevee e de snavel binne enkomt, zijn gem

s de efficiëntie va obbelzwaan hoo rgeslikt. Dit is ge 989). Kennelijk is effectief als het er, de soorten die verschillende za

aadjes dat per be aamsgewicht), is nzen en zwaan. In

ompenseert voo r toeneemt of ze en is gemaakt op e. Deze prestatie eveneens gelijk a et al., 2003; Van evoerd, lijkt het w me toepassen. Er

hanisme waargen

’ transport zijn aa e andere ganzen ( wordt mogelijk v p de lange termij maximaliseren d

at zien dat de wil tie leveren dan de t door de combin r de lage hapfreq zijn toe te schrijv ksels op een riche

ze structuren ma e kan toepassen,

hapgrootte tot 1 tsteeksels op het e om afgehapt g e verklaart.

(de dwerggans e elheid voedsel di enkomt als het vo

eten. Ondanks e an het filteren va og: meer dan 95%

lijk aan wat aqua s het opvangen v

tegenhouden hie e een ‘over-tong’

adgroottes opne

ewegingscyclus va veel groter in de n combinatie me

r het effect van lfs iets afneemt.

p basis van de e is gelijk voor tw

aan graasprestat n der Leeuw et al waarschijnlijk dat

zijn geen grote nomen en de

anwezig.

(in deze en in and eroorzaakt doord jn, toepast. In pla deze vogels hun

de eend, en in e ganzen en zwa atie van kleine h uentie en de gro en aan de structu el in het midden aken het wel mog maar de beperkt 1 grasspriet.

monddak en geb ras te transporte

en de brandgans) ie wordt doorges olume aan water en andere techn an de opgenomen

% van de

atisch foerageren an zaden achter ervan met behulp

transport gebru men, in tegenste

an de snavel naa e aquatisch

t de iets hogere wee

ties ., t alle

dere dat aats

an.

appen te uren

van gelijk te bruikt eren,

) en slikt r met

iek n nde

de p van iken elling

r

(13)

be aq Ho sna ve He op ton

‘aa ma en vas ton va

‘on Da zoa vo vo fas ton ee

Co De ve vo wa ee wa vo vo ee inn vo be hu gra gra

wegingsfrequent uatisch foerager oewel het verschi avelgrootte, lijkt rschillen in prest et ‘over-tong’ tran p dezelfde manier

ng- en snavelbew anzuigen’ van wa aakt een soort sc naar voren te be stgehouden en o ng juist omlaag g n het ‘over-tong’

nder-tong’ transp aarnaast maakt h

als bij zevers onm edselopname-fas or het inslikken e ses vertraagt de s ng’ transport, wa nden slechter is.

onclusies

e morfologische d rschillende eend edseldeeltjes uit aterplanten. Eend

ndachtigen die v aterplanten) vert edselopnameapp edselopname. De n maximale pres name van beide t or zeven en graz ide voedsel type n voedsel verzam azende eendacht azen lager dan vo

ties resulteert dit ende eenden.

il in volume deels het transportme atie.

nsportmechanism r als voor het tra wegingen dan bij ater staat de tong chepbeweging. Do

ewegen worden v over de tong naar gedrukt tijdens he

’ transport blijken port van zevers.

et ‘over-tong’ tra mogelijk. Het verz ses noodzakelijk:

ervan (Van der Le snelheid van voe aardoor de zeefp

data en kinematis achtigen laten zi water duidelijk v dachtigen die voo voornamelijk aqu

onen consistente paraat die samen e morfologische tatie voor zeven typen voedsel on en laten dan ook s worden opgeno melen door zeven tigen, en omgeke oor soorten die v

t in een relatief b s verklaard kan w echanisme de bel

me dat door ganz nsport van gras e zevende soorten g niet tegen het m

oor vervolgens d voedseldeeltjes d r achteren gescho et naar voren bew n minder efficiën ansport een cont zamelen van voe : één voor het ve eeuw et al., 2003 dselinname aanz restatie van knob

sche analyses van en dat de mecha verschilt van die ornamelijk graze atisch foerageren e verschillen tuss nhangen met een adaptaties en int of grazen mogel nmogelijk te make k een uitruil (‘trad omen. De graasp n is lager dan de eerd is de zeefpre vooral zeven.

betere totale pre worden uit versch

langrijkste oorzaa

zen wordt toegep en heeft een and n. Tijdens het ope monddak, zoals b e tong tegen het door de stekels o oven. Bij zevende wegen. De snave nt water aan te zu

tinu doorvoerpro edsel op de tong m

rzamelen van vo 3). Het opsplitsen zienlijk ten opzich bbelzwanen en g

n voedselopnam anica van de opna

van het plukken n (zowel op land n (anders dan he sen morfologisch n zo efficiënt mog

traorale transpor ijk maken blijken en. Directe metin de-off’) zien in de prestatie van een

graasprestatie va estatie van eenda

statie van de hillen in relatieve

ak te zijn voor de

past voor zeven w ere coördinatie v enen van de snav bij echte zevers, m

t monddak te duw op het monddak

e soorten wordt d el en tong bewegi

uigen dan die van oces langs de tong maakt twee apar oedseldeeltjes, en n van zeven in tw

hte van het ‘onde ganzen vergeleke

egedrag van ame van kleine

van gras of als in het water) et grazen van

e kenmerken van gelijke

rtmechanismen d n een maximale

ngen van prestat e efficiëntie waar dachtigen die ve an gewoonlijk achtigen die voor

e e

werkt van vel en maar

wen de ingen n het

g rte n één

ee er-

n met

) en n het die

ies rmee

el van ral

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Volgens Johnston Taylor is ‘de wounded healer een zorgverlener, die in zijn leven ook blessures heeft opgelopen, moeite en pijn heeft ervaren, verliezen heeft gekend?. Hij heeft

Rutte stelt dat de CO 2 -heffingen onnodige lastenverzwaring voor het bedrijfsleven veroorzaken van tussen de 10 en 25 miljard euro.‘Dat geld gaat naar de staatskas, terwijl

e two remaining w muscle mass. e larger depresso rger reaction forc eding species hav dependent of for w opener muscle e. Similarly, the r lated to the feed oups are smaller

r) on the vegetati Feeding ecology o. morphological div the plant-animal ng animals. d defoliation reg content and diges Agriculture, 83, 14 ts relation to som evanWetenscha

Ook gaat mijn dank uit naar Marian van der Meij, Nicol Heuermann, Angélique van der Leeuw en Henri Thomassen voor de vele wetenschappelijke, maar zeker ook net zo veel

De oropharyngeale anatomie en de efficiënties van zeven en grazen van zwanen duiden op een mechanisme waarbij voedsel op een gansachtige manier door de snavel wordt

STROOM: niet beïnvloedbaar en landspecifiek §De wetgever noemt in STROOM (art 6.10) twee separate kosten categorieën bij het uitvoeren van een benchmark: §Niet beïnvloedbare

Kosten E&V niet goed te schatten Praktijk afgelopen jaren: grote fluctuaties tussen prognoses en realisaties Over de afgelopen 4 jaar: qBedroeg het procentuele verschil