• No results found

Wet- en regelgeving Mei 2008

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Wet- en regelgeving Mei 2008"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Wet- en regelgeving Mei 2008

Mommers, L.

Citation

Mommers, L. (2008). Wet- en regelgeving Mei 2008. Tijdschrift Voor Internetrecht, 1(2), 41-42. Retrieved from https://hdl.handle.net/1887/13036

Version: Not Applicable (or Unknown)

License: Leiden University Non-exclusive license Downloaded from: https://hdl.handle.net/1887/13036

Note: To cite this publication please use the final published version (if applicable).

(2)

In deze rubriek wordt de voortgang in diverse wetgevings- en regelge- vingsdossiers besproken die te maken hebben met internetrecht.

Opgenomen zijn v.w.b. Nederlandse wetgeving dossiers waarin kamer- stukken zijn verschenen tussen 17 februari en 4 april 2008.

Wetgeving

Wijziging van de Wet op de kansspelen houdende tijdelijke bepalingen met betrekking tot kansspelen via internet

(Kamerstukken I 2007/08, 30 362) Volgnr. J: Brief van de Minister van Justitie waarin hij aangeeft dat de Af- deling Bestuursrechtspraak nog slechts een voornemen kenbaar heeft gemaakt om prejudiciële vragen te stellen in de zaak Betfair/Ministerie van Justitie, en dat de eventuele uitkomst daarvan nog onzeker is. In het tweede deel schetst de minister een vergelijking van de Ne- derlandse situatie omtrent kansspelen via internet met die elders in Europa.

Op 1 april 2008 heeft op verzoek van de fracties van VVD en de SP de hoofdelijke stemming in de Eerste Kamer over het voorstel plaatsgevon- den; het voorstel is verworpen met een kleine meerderheid van stemmen. Zie ook het item hierover in de rubriek Signaleringen.

Wijziging van de Telecommunicatie - wet verband houdende met de instelling van een antenneregister, de uitbreiding van het verbod op het verzenden van ongevraagde elektro - nische communicatie alsmede regeling van diverse andere onder - werpen (Handelingen II 2007/08, 43-3287, Kamerstukken II 2007/08, 30 661)

Behandeling van het wetsvoorstel (Handelingen II 2007/08, 40 en 41).

De belangrijkste (internetrechtelijke)

wijzigingen betreffen het verbod van (langdurige) stilzwijgende verlenging van contracten. Daarnaast wordt het spamverbod uitgebreid tot rechtsperso- nen. Het wetsvoorstel, gewijzigd door de aanneming van het amendement- Aptroot (volgnr. 9), de amendemen- ten-Gerkens (volgnrs. 14, I en II), de amendementen-Aptroot (volgnrs. 10, I en II) en de amendementen-Gerkens (volgnrs. 12, I en II), is door de Tweede Kamer aangenomen.

Aanpassing van de Boeken 3 en 6 van het Burgerlijk Wetboek en andere wetten aan de richtlijn betreffende oneerlijke handelspraktijken van ondernemingen jegens consumenten op de interne markt (Kamerstukken I en II 2007/08, 30 928)

Brief en Memorie van Antwoord. De Memorie van Antwoord betreft onder meer vragen van de VVD-fractie over de toepasselijkheid van een bepaling over informatieverstrekking over beta- lingswijze bij koopovereenkomsten ge- sloten via internet. Afwezigheid van deze informatie leidt met dit voorstel onder voorwaarden tot een kwalificatie als ‘oneerlijke handelspraktijk’.

Wijziging van de Rijkswet goedkeuring en bekendmaking verdragen in verband met de elektronische bekendmaking van verdragen en van besluiten van volkenrechtelijke organisaties en de beschikbaarstelling daarvan in geconsolideerde vorm (Kamerstukken II 2007/08, 31 343 (R 1846))

Volgnrs. 1 t/m 5, incl. een herdruk van volgnr. 3 (Memorie van Toelichting).

Dit voorstel van rijkswet hangt samen met de Wet elektronische bekendma- king (Kamerstukken II 2006/07, 31 084, volgnrs. 1-3), en ziet op de moge- lijkheden om verdragen etcetera offici- eel bekend te maken via elektronische weg. De huidige officiële bekendma- king geschiedt via het Tractatenblad,

dat weliswaar een elektronische pen- dant heeft op www.overheid.nl/op, maar in die vorm nu nog geen rechts- geldig middel van bekendmaking vormt. Op de website www.wetten.nl worden sinds enkele jaren ook gecon- solideerde versies van geldende verdra- gen bekend gemaakt. Dit voorstel van rijkswet regelt ook deze beschikbaar- stelling, maar laat de mogelijkheid open dat hierop beperkingen worden aangebracht bij ministeriële regeling.

De Raad van State maakt de kantteke- ning dat de MvT summier is en dat niet duidelijk is of van verdragen en dergelijke ook historische geconsoli- deerde versies beschikbaar worden ge- maakt. In de praktijk is dat laatste ove- rigens nu al het geval.

Vaststelling van een nieuwe Mediawet (Mediawet 20..) (Kamerstukken II 2007/08, 31 356)

Volgnrs. 1 t/m 4 betreffen o.m. de Me- morie van Toelichting van de nieuwe Mediawet, die de oude in zijn geheel moet gaan vervangen. Het voorstel van wet beoogt de Mediawet aan te passen aan verschijnselen als convergentie (distributiekanalen die vanouds voor de distributie van verschillende media zorgden, kunnen nu elkaars rollen overnemen), veranderd mediagebruik, en veranderd aanbod en gewijzigde strategieën aan de aanbodzijde.

Daarnaast bevat het voorstel onder meer bepalingen over de verplichte doorgifte van lokale, regionale en lan- delijke publieke omroepen in digitale kabelpakketten, en de verruiming van reclame- en sponsoringsmogelijkheden voor commerciële omroepen. Belang- rijk in de context van internet is dat activiteiten op internet niet langer als

‘nevenactiviteiten’ van de publieke om- roep worden gedefinieerd, en dat het medium van distributie niet langer het kerncriterium voor regulering vormt.

Het voorstel adresseert ook de zgn.

‘haatzaaiende’ zenders. Het verleent

Nr. 2 - mei 2008 Tijdschrift voor

INTERNETRECHT

41

Wet- en regelgeving

L. Mommers

(3)

daartoe aan het Commissariaat voor de Media de bevoegdheid maatregelen te nemen in de richting van zenders waarvan de programma’s aan bepaalde criteria voldoen. Het betreft toezicht ex post, zodat het grondwettelijk ver- bod op toetsing ex ante (art. 7 lid 2) niet geschonden wordt. Doorgifte via bijvoorbeeld internet wordt hierdoor overigens niet verhinderd. De Raad van State heeft twijfels over het nut van volledige vervanging van de hui- dige Mediawet, en stelt dat in het voorliggende voorstel vele ingrijpende wijzigingen niet worden geadresseerd, zodat deze op vrij korte termijn alsnog in de ‘nieuwe’ Mediawet zullen moeten worden geïmplementeerd.

De Raad van State stelt daarnaast (p.

8): ‘De Raad heeft er begrip voor dat gebruik wordt gemaakt van nieuwe technieken voor het aanbieden van (publieke) mediadiensten (techniekon- afhankelijkheid), maar acht het niet vanzelfsprekend dat ook het stimuleren van technologische ontwikkelingen heel in het algemeen tot de publieke mediaopdracht wordt gerekend. Het is daarbij met name de vraag of hiermee niet teveel – met gebruikmaking van publieke middelen – de concurrentie met commerciële bedrijven wordt aan- gegaan.’

Wijziging van enige bepalingen van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering en het Burgerlijk Wetboek teneinde naast het in deze bepalingen gestelde vereiste van schriftelijkheid ook ruimte te bieden aan de ontwikkelingen op het gebied van het elektronisch verkeer

(Kamerstukken II 2007/08, 31 358) Volgnrs. 1 t/m 5 van 29 februari 2008 betreffen het wetsvoorstel dat het mo- gelijk maakt bepaalde overeenkomsten, waaronder verzekeringsovereenkom- sten, op verantwoorde wijze langs elek- tronische weg tot stand te laten komen. Het wetsvoorstel behelst de toevoeging van een art. 156a Rv, dat er onder meer in voorziet de duurzaam- heid van een niet-schriftelijke onder- handse akte te waarborgen, en een wij- ziging in art. 1:88 lid 3 BW, die het mogelijk maakt bepaalde rechtshande- lingen te verrichten met niet-schrifte- lijke toestemming van de echtgenoot.

De wijzigingen in art. 6:227a betreffen het mogelijk maken van totstandko-

ming langs elektronische weg van over- eenkomsten betreffende onroerende zaken. De wijziging in art. 234 betreft de terhandstelling van algemene voor- waarden, die door deze wijziging ook bij niet langs elektronische weg tot- standkoming van een overeenkomst zelf wel langs elektronische weg ter hand kunnen worden gesteld. Art.

7:932 maakt het onder voorwaarden mogelijk een verzekeringspolis langs elektronische weg tot stand te brengen.

Zo’n ‘geldige’ elektronische verzeke- ringspolis heeft dwingende bewijs- kracht, terwijl een papieren uitdraai ervan slechts vrije bewijskracht heeft.

Lagere regelgeving

Besluit van 8 februari 2008, houdende regels inzake de verzending van mededelingen langs elektronische weg in het kader van een

verzekeringsovereenkomst (Staatsblad 2008, 45)

Verzekeraars kunnen mededelingen zoals bedoeld in art. 7:933 BW ook langs andere dan schriftelijke weg ver- sturen, bijvoorbeeld via internet. Ver- eiste is wel dat de ontvanger de mede- deling kan opslaan op een ‘duurzame drager’. Het betreft een opt-in regeling die de geadresseerde te allen tijde kan herroepen.

Beleidsregels met betrekking tot de handhaving van art. 11.7 van de Telecommunicatiewet (Hand - havingsbeleid spam) (Staatscourant 11 maart 2008, nr. 50, p. 29)

Datum inwerkingtreding: 12 maart 2008. Dit beleidsdocument van Opta bevat onder meer de criteria op basis waarvan handhavingsbeslissingen wor- den genomen (aantal klachten, recidive etc.), de keuze voor handhavingsmid- delen, en relevante omstandigheden bij de vaststelling van een boete.

Nr. 2 - mei 2008 Tijdschrift voor

INTERNETRECHT

42

Wet- en regelgeving

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Het is moeilijk om vast te stellen of er wel behoefte is aan een eigen rechtsingang voor jongeren maar te weinig bekendheid met het artikel 162a BW, of dat er simpelweg geen gebruik

Bij de implementatie van de eerste (huidige) versie van de Richtlijn AVMD stelden verschillende auteurs de vraag of artikel 7 Grondwet de wetgever wel de ruimte gaf om de

maar om de verplichting aan haar als een regel van de gehoorzaamheid vast te stellen, heeft "Hij Zichzelf voor ons gegeven, opdat Hij ons zou verlossen van alle ongerechtigheid,

Actuele ontwik- kelingen vergroten het risico dat mensen met eenzaamheid te maken krijgen: dubbele vergrij- zing (steeds meer ouderen die gemiddeld steeds ouder worden), afbouw van

Welke verbeterin- gen zijn mogelijk ten aanzien van de meldplicht en informatieplicht (is bij- voorbeeld een toegankelijk overzicht van registraties volgens betrokkenen noodzakelijk

Wetgeving Nederland Wijziging van de Wet gebruik Burgerservicenummer in de zorg in verband met de elektronische informatieuitwisseling in de zorg (Kamerstukken II 2007/08, 31

Wijziging van de Telecommunicatie - wet en de Wet op de economische delicten in verband met de implemen - tatie van Richtlijn 2006/24/EG van het Europees Parlement en de Raad van

Deze verordening heeft betrekking op bekendmakingen van besluiten en kennisgeving van berichten, die voor een onbepaalde groep van personen van belang kunnen zijn.. De verordening