• No results found

Aanpassing arbeidsduur, HR31 maart 2000

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Aanpassing arbeidsduur, HR31 maart 2000"

Copied!
1
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

c:

..

-a

..

.c:

..

-a c:

"

..

..

E o

..

-a

..

.a

..

ti ADGEERS hoogleraar sociaal recht aan de Universiteit Maastricht :iUUSHEERMA VANVOSS hoogleraar sociaal recht aan de Universiteit Leiden

..

..

c:

..

-a ::I

..

a.

..

..

::I

-Een natte dweil

V

eel rechtspraak wordtgepubliceerd. Maar nogveel meer

uitspraken van rechters bereiken nooit de publiciteit. Toevallig krijg je zo'n uitspraak wel eens onder ogen. Zo las ik onlangs een uitspraak van de kantonrechter Buijs te Apeldoorn van 7 juni jJ. Geen spectaculaire zaak, maar wel eenaardige en verstandige uitspraak waarbij de rechterblijk gaf van een portie gezond verstand.

Deeiseres wil schadevergoeding vanhaarwerkgeefster, eenstich-ting voorjeugdhulpverleners, omdat zij tijdens het verrichten van schoonmaakwerkzaamheden door een natte vloer ongelukkig is gevallen en daarbij lichamelijk letsel heeft opgelopen. De pre-cieze gang van zaken staat echterniet vast.

De schoonmaakster meent dat de werkgeefster ten onrechte het ongeval nietheeft gemeld aande Arbeidsinspectie. Maar dat vindt de kantonrechter niet zo'n goed argument. Want, redeneert hij, dat zou dan toch niet hebben geleid tot een feitelijk concreter rapport, omdat de eiseres in haar eentje aan het werk was. Bovendien zoueenonderzoek ookgeen nadere gegevens hebben opgeleverd overde natheid van de vloer.

Vervolgens beroept de schoonmaakster er zich op dat de werk-geefster haar onvoldoende heeft geïnstrueerd overde werkwijze endat haargeen deugdelijk materiaal, bijvoorbeeld slipvast schoei-selter beschikking is gesteld. Werkgeefster steltdat zij wel dege-lijk goede uitleg heeft gegeven en bovendien dat de Arbeids-inspectie nooit opmerkingen heeft gemaakt.

Hierover zegt de kantonrechter: stel nu eens dat er inderdaad wèl

Aanpassing arbeidsduur

M

aryKlomp werkte voor de NS bij de afdeling Openbaar

Vervoer Reisinformatie. Volgens de arbeidsovereen-komst bedroeg haar aantal arbeidsuren minimaal 20 en maximaal 32 uur per week. NS zetdergelijke werk-nemers alleen bij uitzondering (vervanging wegens ziekte of ver-lof vananderewerknemers) boven het minimum aantaluren in. Als reserve-groepsleidster werkte Mary alsinformatrice bijde te-lefoondienst en verder als groepsleidster. In 1992werdMary lid vande onderdeelcommissie (oc) vande or van NS. Afgesproken werddat zij 12 uur per week daaraan zou besteden en 8 uur zou blijven werken als reserve-groepsleidster. In 1993 werd zij se-cretaris vande oc. Dat kostte haar 16 uur per week. Partijen wa-ren het er overeens dat het werkvan reserve-groepsleidster mi-nimaal 8 uur per week vraagt. Voor 4 uur per week was alleen werk als informatrice mogelijk. Daarom vroeg Mary urenuit-breiding aan met 4 uur per week. Nadat de NS dit hadden ge-weigerd, wendde Mary zich tot de kantonrechter. Deze wees op 9 juni 1994haar verzoek af, zoals wij al in deze rubriek bespra-kenin OR-Informatie van 21 juni 1995. Mary ging in beroep bij de rechtbank Utrecht die haar beroep op 31 maart 1999 even-eens afwees. Inmiddels was zij overigens lid geworden vande or van NS Reizigers, hetgeen haar24 uur perweek kostte. Hiernaast mocht zij nu wel nog 8 uur per week werken als reserve-groeps-leidster. Om principiële redenen zette zij de zaakechter door en vroeg het oordeel van de Hoge Raad.

De Hoge Raad wijst het beroep vanMary ookaf en redeneert als volgt. De wet verbiedt benadeling van or- en oe-leden (art. 21 WOR). Dat een voltijdwerknemer wel het oude werk erbij zou kunnen blijven doen, komt gewoon voortuit het feit dat diemeer

instructies zijn gegeven, dan nogis dat nietvoldoende omdat van een goede werkgever mag worden verwacht dat ook toegezien wordt op de naleving van de instructies. De kantonrechter had hierbij ook kunnen verwijzen naar de Arbowet waarin, sinds no-vember vorig jaar, dit toezien op de naleving van instructies als een verplichting voorde werkgever is geformuleerd. De kantrechter zegt dan: 'Dit (het geven van instructies) is evenwel on-voldoende om te ontkomen aan het gevaar dat de praktijk har-der is dan de leeren het ervaringsgegeven dat de waarde van in-structies betrekkelijk is in die zin dat inin-structies niet altijd ple-gen te worden opgevolgd dan wel het opvolple-gen in de versloffing geraakt. Juist met het oog daarop is het aan de werkgever actief terzake toezicht te houden. De werkgever kan zichdan niet ver-schuilen achter controles van de Arbeidsinspectie.' Dat is ten-minste duidelijke taal en geheel in de lijnvan de Hoge Raad. Tot slot meent de rechter dat buiten beschouwing moet worden gelaten de suggestie van de werkgeefster dat de schoonmaakster is gestruikeld of een duizeling heeft gehad. Dit heeft de werk-geefster is elkgeval niet kunnen bewijzen. Kortom: als vaststaand wordt aangenomen dat de eiseres overhaar eigen dweil is uitge-gleden en dat de werkgeefster daarvoor aansprakelijk is. Devor-dering tot schadevergoeding wordt dus toegewezen. Nogmaals, een aardige uitspraak zonder al te veel juridische poespas waar-in recht wordt gedaan aan de afhankelijke positie die een werk-nemerinneemt ten aanzien van zijnwerkgever - zeker wanneer

hem een bedrijfsongeval overkomt. _

uren per week werkt. NS heeft Klomp nietsin de weg gelegd om aan medezeggenschap te doen. Zij kan daarnaast alleen niet de werkzaamheden vanhaarvoorkeur blijven doen. Het verbod van benadeling geeft geen aanspraak op uitbreiding vanwerktijd. De stelling dat dit een benadeling van deeltijdwerkers en ook van vrouwen is,was in eersteinstantie nietingebracht en kondus nu niet meer aan de orde komen.

Deze uitspraak is gezien de identieke oordelen van de rechters

De uitspraak van de Hoge Raad

is nu, drie maanden later,

al weer door de tijd achterhaald

in eerdere instanties niet verrassend. AI bij de eerste uitspraak merkteik op dat op basis van gelijke behandeling ookeen ande-re benadering mogelijk was geweest. Intussen is er echter nog een belangrijke nieuwe ontwikkeling: sinds 1 juli 2000 geldt de Wet aanpassing arbeidsduur. Op grond van deze wet kunnen werknemers om uitbreiding van het aantal arbeidsuren vragen. De werkgever mag wel zwaarwegende bedrijfsbelangen daarte-genaanvoeren. Maarhet weigeren vanzo'n uitbreiding is nu heel wat moeilijker dan het in 1993 was tegenover Mary Klomp. De uitspraak vande Hoge Raad van 31 maart 2000 is driemaanden

later al weergrotendeels door de tijd achterhaald. _

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

De respondenten hebben behoefte aan duidelijkheid over waarom bepaalde hervormingen in de sociale zekerheid hebben plaatsgevonden en waarom de ver- antwoordelijkheid voor inkomen

We zien dat deeltijds werkenden in Nederland (20,2u/w) en Duitsland (18,6u/w) gemiddeld minder uren werken dan Vlamingen (24,5u/w), en dat het aandeel deeltijdarbeid in

Kennelijk heb- ben Nederlandse mannen weliswaar een voorkeur om minder uren te werken, maar kunnen, durven of willen zij deze voorkeur niet realiseren.. In hoeverre slagen werknemers

Van de werkenden wil slechts 4% meer werken dan momenteel het geval is, en ook bij de niet-beroepsactieven is het aantal ‘reservisten’ anno 2000 beperkter dan verwacht: slechts 6% of

4 Familie en vrienden mogen de jager vergezellen op jacht, maar enkel de jager met jachtverlof mag vuren met het geweer.. 5 Ook het wapen van de jager moet officieel in orde

Hierbij zendt het college van de Onafhankelijke Post en Telecommunicatie Autoriteit (hierna: het college) u zijn oordeel inzake de kwaliteit van de overkomstduur van brieven tot en

De respondenten hebben behoefte aan duidelijkheid over waarom bepaalde hervormingen in de sociale zekerheid hebben plaatsgevonden en waarom de ver- antwoordelijkheid voor inkomen

Onverminderd het bepaalde in artikel 2.5.24 bedraagt de maximale hoogte van een bouwwerken, voor het bouwen waarvan een omgevingsvergunning is vereist in het vlak door de