• No results found

Groene chemie 6 vwo

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2021

Share "Groene chemie 6 vwo"

Copied!
3
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

KEMIA.nl

Groene chemie

6 vwo

Fosfortrichloride

Atoomeconomie is vooral handig om twee verschillende productiemethoden met elkaar te vergelijken.

Fosfortrichloride kan bijvoorbeeld op twee manieren worden geproduceerd: I. Reactie van witte fosfor met chloor: P4 + 6 Cl2  4 PCl3 II. Carbothermische reductie fosforylchloride: POCl3 + C  PCl3 + CO

1 Bereken de atoomeconomie van proces 1.

2 Bereken de atoomeconomie van proces 2.

IJzersulfide

Tom neemt een reageerbuis met 8 mmol ijzerpoeder en 1 mmol zwavelpoeder. Bij verhitten treedt de volgende reactie op:

8 Fe + S8  8 FeS

Na reactie heeft Tom 0,68 g ijzer(II)sulfide gekregen.

3 Leg uit dat de atoomeconomie van deze reactie 100% is.

4 Bereken het rendement van zijn experiment.

(2)

KEMIA.nl

Aspirine

Aspirine is een medicijn dat vrij gemakkelijk gemaakt kan worden. De grondstoffen voor de synthese zijn azijnzuuranhydride en salicylzuur.

figuur 1

azijnzuuranhydride salicylzuur aspirine azijnzuur Een molecuul azijnzuuranhydride wordt gevormd uit twee moleculen

azijnzuur. Hierbij wordt een molecuul van stof X afgesplitst.

6 Geef de reactievergelijking in molecuulformules voor de vorming van azijnzuuranhydride uit azijnzuur. Geef ook de molecuulformule van stof X.

7 Wat voor een soort reactie is dit?

Aspirine kan op basis van karakteristieke groepen worden ingedeeld bij twee klassen van organische verbindingen.

8 Tot welke klassen organische stoffen kan aspirine worden gerekend? Bij de synthese, zoals die hierboven is beschreven, kan een rendement worden gehaald van 90%.

9 Bereken de atoomeconomie van deze reactie.

(3)

KEMIA.nl

Uitwerkingen

1 549,28 100% 100% 123,88 425,4 AE     2 137,32 100% 83% 153,32 12,01 AE    

3 Alle atomen van de beginstoffen komen in het product terecht. Er zijn geen bijproducten.

4 Tom mag 8 mmol product verwachten (geen overmaat): FeS: n = 8 mmol = 0,008 mol

M = 87,91 g·mol-1

m = n · M = 0,008 · 87,91 = 0,7 g

Tom krijgt echter maar 0,68 g, dus het rendement is 0,68 100% 97% 0,7  

5 0,7 0,68 0,03 0,68

E   

6 2 C2H4O2  C4H6O3 + H2O (stof X = H2O)

7 Er wordt water afgesplitst: condensatie

8 Carbonzuren en esters

9 In molecuulformules:

C4H6O3 + C7H6O3  C9H8O4 + C2H4O2 180,154 100% 75% 102,088 138,118 AE     10 240,206 0,90 180,154 0,48 0,90 180,154 E     

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Waar de chemische biologie de mogelijkheid biedt de biomoleculaire processen in de biomedische technologie te onderzoeken, maakt de supramoleculaire chemie het mogelijk om met

Anderzijds betekent het wel dat we van de 100 patiënten met stadium III ziekte er 95 voor niets met deze chemotherapie behandelen: 50 hadden deze chemotherapie niet nodig want zij

Een model om het molecuul te beschrijven is een massa-veersysteem, waarbij het waterstofatoom trilt, het jodiumatoom stilstaat en de binding beschouwd wordt als een veer.. In

Alternatief voor het laatste scorepunt is het inzicht dat bij grotere energie de snelheid in u = 0 hoger is, dus de verblijftijd respectievelijk P(u) kleiner..

zilvernitraatoplossing het mengsel troebel wordt doordat het slecht oplosbare zilvercyanide ontstaat. 2p 21 Geef de reactievergelijking van de vorming van het slecht oplosbare

PolyAspirine bestaat uit ongeveer 100 individuele aspirine-moleculen (reg. 13-14) en aspririne is acetylsalicylzuur (reg, 19).. PolyAspirine wordt afgebroken tot

Wanneer een antwoord is gegeven als: „Uit twee moleculen wordt één molecuul gevormd, dus is het een additiereactie.” of „Uit twee stoffen wordt één stof gevormd, dus is het

5 Teken eenzelfde diagram, maar dan voor chloorazijnzuur (CH 2 ClCOOH) van dezelfde molariteit?. Gebruik daarvoor het blanco diagram