Constantijn Huygens, Hofwijck. Deel 3. Commentaar · dbnl
Hele tekst
GERELATEERDE DOCUMENTEN
2) Barl. Naar het HS. van Barlaeus op de Leidsche Bibl. heeft het vers geen titel... 9.. Non si tota micet, non si de littore clames Blanda, veni, pretium nuda laboris ero, Non si
bloode luij zijn blinde luij voor all, Sy sien maer door een oogh dat midden voorden ball Het vreese-vlies bedwelmt: sy sien geen blad bewegen, Sy'n meenen, 'tis een lood; sij
2) Dit vers is met den titel: De E. Huygens, By de Poëten op 't Huis te Muiden vergastende, en tusschen de schrandere Tesselschade en Juffr... zittende, maakte op hun
Le mesme jour plusjeurs officiers, entr'autres ce gentilhomme qui m'entretint à table le premier jour et me dit avoir esté envoyé en Hollande à diverses fois pour des affaires durant
Nu werd de studie van het Latijn ernstig ter hand genomen, maar ook weer op eigenaardige wijze. Vader Huygens maakte eene bloemlezing uit verschillende Latijnsche grammatica's,
De beroemde Leidsche geleerde voelde zich gekwetst door den toon van den Franschen schrijver, die in zeer beleefde woorden harde dingen zeide en wiens goede trouw hij daarom
Ce qu'il vous a pleu me commander par vostre Laconisme, sera ensuivy, quand Vasari 4) se cacheroit dessous Londonstone, si ce n'est que les esprits curieux l'ayent deterré; si en
Er gebeurt hier heel weinig. Men zegt, dat de Franschen weer ongelukkig zijn geweest. - Het kwartier hier is slecht voor de cavalerie, zoodat men het voeder ver weg moet halen,