• No results found

Nota van beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "Nota van beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen"

Copied!
18
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Nota van beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen

behorend bij het bestemmingsplan

Kindcentrum Siddeburen

(2)

Inhoud

1. Inleiding ... 3

2. Zienswijzen ... 3

Zienswijze 1 ... 4

Zienswijze 2 ... 6

3. Reacties overlegpartners ... 7

4. Ambtshalve aanpassingen... 8

Bijlage 1: Zienswijzen ... 9

(3)

1. Inleiding

Het ontwerp bestemmingsplan Kindcentrum Siddeburen (hierna: KC Siddeburen) heeft vanaf 28 november 2019 zes weken ter inzage gelegen. Publicatie van de terinzagelegging heeft

plaatsgevonden op 27 november 2019 in de Staatscourant en De Regiokrant. De reactietermijn eindigde op 8 januari 2020.

Deze Nota van beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen geeft weer welke

zienswijzen zijn ingediend, hoe deze door het gemeentebestuur zijn beoordeeld en beantwoord en of dit tot wijzigingen ten opzichte van het ontwerp bestemmingsplan heeft geleid. Tevens wordt aangegeven welke ambtshalve aanpassingen er zijn doorgevoerd.

Deze nota wordt als onderdeel van de besluitvorming van het bestemmingsplan op internet gepubliceerd. In verband met de Europese Algemene verordening gegevensbescherming (AVG) zijn de zienswijzen daarom geanonimiseerd. De ontvangen zienswijzen zijn genummerd, zodat de nota geen NAW gegevens (naam, adres, woonplaats) of andere persoonlijke gegevens van natuurlijke personen bevat. Om te kunnen herleiden wie welke zienswijze heeft ingediend, is een los overzicht van indieners van zienswijzen opgesteld. Dit overzicht wordt niet elektronisch beschikbaar gesteld.

Naar de indieners van zienswijzen wordt hieronder gerefereerd als ‘bezwaarmaker’.

2. Zienswijzen

Tijdens de terinzagelegging van het ontwerp bestemmingsplan zijn twee zienswijzen en een reactie van een overlegpartner ingediend (zie onderstaand overzicht)

datum ontvangst naam/organisatie adres

1 6 januari 2020 Anoniem

2 9 januari 2020 Anoniem

3 10 januari 2020 Waterschap Hunze en Aa’s Postbus 195 9640 AD Veendam

Zienswijzen 1 en 2 zijn binnen de wettelijke termijn van zes weken ingediend en daarmee ontvankelijk.

De zienswijze van het Waterschap Hunze en Aa’s is op 10 januari 2020 via de mail ingediend.

De officiële brief is op 14 januari 2020 per post ontvangen. De reactietermijn was tot en met 8 april 2020. Deze zienswijze is derhalve te laat ingediend en dus niet ontvankelijk.

Omdat de waterhuishouding wel op orde moet zijn hebben wij voor de volledigheid en de duidelijkheid wel inhoudelijk gereageerd op de punten van het waterschap. Zie hiervoor de Nota van beantwoording zienswijzen en ambtshalve aanpassingen.

Behandeling zienswijzen

Hierna wordt onder A een samenvatting van de zienswijze gegeven (de complete zienswijzen zijn opgenomen in bijlage 1). Onder B staat de gemeentelijke reactie hierop en –indien van toepassing- onder C de doorvertaling ervan in het bestemmingsplan.

(4)

Zienswijze 1

A1 De locatie is niet passend en de laddertoets is onzorgvuldig uitgevoerd

B1 Op basis van beschikbaarheid/eigendomssituatie en benodigd ruimtebeslag is uit de voorgestelde opties een keuze gemaakt. Binnen het zoekgebied voor Siddeburen was geen passende bestaande bebouwing beschikbaar, waardoor sowieso sprake is van nieuwbouw.

De locatie, in de nabijheid van sportvoorzieningen en naast het terrein van een van de huidige basisscholen, is naar ons idee wel degelijk passend. Er wordt in dit gebied met het onderhavige plan geen voorziening toegevoegd die er nog niet is, maar een bestaande voorziening enigszins in oostelijke richting verplaatst en uitgebreid. Bovendien bevindt het perceel zich ‘in de oksel’ van de Hoofdweg, pal naast/achter bestaande bebouwing zowel ten westen, oosten als noorden. Alleen aan de zuidkant bevindt zich geen bebouwing. Daar bevinden zich de sportterreinen. Het plangebied is weliswaar door de provincie Groningen aangemerkt als buitengebied, maar het staat qua typering en situering veel dichterbij stedelijk gebied. Desondanks hebben we toch de laddertoets uitgevoerd en zijn op basis van de hierboven genoemde argumenten tot deze locatie gekomen.

C1 Dit deel van de zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

A2 Het plan zorgt voor ernstige geluidsoverlast

B2 Hierover zijn op 11 februari en vervolgens op 11 maart 2020 gesprekken geweest tussen de gemeente en bezwaarmakers in het bijzijn van hun rechtsbijstandsadviseur. Daarbij is overeengekomen dat de ontsluiting voor langzaam verkeer op die plek inderdaad een onevenredig zware belasting inhoudt. Niet alleen door het langzaam verkeer dat zich over dat pad begeeft, maar ook door afremmende en optrekkende auto’s die de kruising tussen dat pad en de Hoofdweg gebruiken als alternatieve K+R. Om deze redenen is gekozen voor een alternatieve ontsluiting voor langzaam verkeer, zodat dit niet langer tussen Hoofdweg 83 en Hoofdweg 87 plaatsvindt.

Met betrekking tot het verzoek om de afstand van 50 meter aan te houden gerekend vanaf de erfgrens in plaats van vanaf de woning: Hoewel we begrip hebben voor het verzoek van bezwaarmakers, moeten we ergens een afbakening maken. In dit geval is dat in aansluiting op de adviesafstand, die overeenstemt met de afstand die volgt uit het akoestisch

onderzoek. Voor het grootste deel ligt het bouwperceel voor het kindcentrum overigens op een afstand van 60 meter. Voor een klein deel (noordwestelijk deel van het perceel) is dat 50 meter. Wij vinden dat hiermee voldoende tegemoet gekomen wordt aan de beginselen van goede ruimtelijke ordening.

Wat het plaatsen van geluidsabsorberende maatregelen als aanvulling op het voldoen aan de adviesafstanden betreft: dat is wellicht een onderwerp voor de planuitvoering

(vergunningtraject), niet voor de onderhavige bestemmingsplanprocedure.

C2 Dit deel van de zienswijze heeft in zoverre geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan dat de verbeelding wordt aangepast, de bestaande woonbestemming op het perceel in tact wordt gelaten en de geprojecteerde groenbestemming (en daarmee het pad) tussen Hoofdweg 83 en 87 komt te vervallen. Toelichting en regels worden in overeenstemming met de te wijzigen verbeelding aangepast. Voor het overige heeft de zienswijze niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

(5)

A3 Het nieuwe plan leidt tot een forse toename van de verkeersdruk

B3 Zie deels de eerste alinea bij de reactie onder B2. Ten aanzien van de fietsenstalling waarover in de toelichting bij het ontwerpbestemmingsplan gesproken wordt: als gevolg van de aanpassingen van de verbeelding, is ook niet langer sprake van een fietsenstalling op dit beoogde deel van het perceel. De fietsenstalling zal op een ander deel van het perceel gesitueerd worden waarbij het logisch aansluit bij de nieuwe situatie van de langzame verkeersverbinding. Dit zal verder worden uitgewerkt met de uitwerking van het bouwplan voor het kindcentrum. Te zijner tijd zal hierover weer een inloopbijeenkomst worden georganiseerd.

Ook met het verplaatsen van de ontsluiting voor langzaam verkeer blijft het echter nodig dat de hoofdweg ergens ter hoogte van Hoofdweg 83-89 wordt overgestoken. Dit is in de huidige situatie ook al het geval. Er zullen te zijner tijd maatregelen getroffen worden om een veilige oversteek op die plek te bewerkstelligen.

C3 Dit deel van de zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

A4 Het plan leidt tot verlies van het vrije uitzicht en aantasting van privacy

B4 Nu er meer duidelijk is over het ontwerp van de architect, kan de planologische hoogte van het kindcentrum daarop aangepast worden. De 12 meter zoals die in het ontwerp genoemd staat, wordt daarmee verlaagd naar 9 meter. Dit betekent niet meteen een vrij uitzicht, maar vrij uitzicht is naar ons idee naast subjectief ook geen recht op basis van vaste jurisprudentie. Met subjectief bedoelen we in dit geval dat het uitzicht weliswaar verder ingeperkt wordt als er een kindcentrum staat, maar op dit moment is het uitzicht tot op zekere hoogte ook al beperkt.

Aantasting van privacy is vooral een onderwerp waarover in het vergunningtraject verder gesproken kan worden. Voor zover het gaat om het oorspronkelijk geplande pad voor ontsluiting van langzaam verkeer ten westen van de woning: daar is bij het definitieve plan geen sprake meer van. Voor het overige ligt het beoogde bouwblok op ruim 20 meter ten zuiden van de achtertuin van bezwaarmakers en op bijna 60 meter vanaf de woning. De impact op de privacy van bezwaarmakers zal als gevolg van de voorgenomen ontwikkeling echter niet zodanig veranderen dat hieraan een groter belang dient te worden toegekend dan de belangen die bij de school zijn betrokken. Daarnaast ligt er een strook met de bestemming ‘Groen’ tussen de schoolkavel en woonkavel. In het vergunningtraject kan desgewenst een gesprek plaatsvinden over eventuele maatregelen.

C4 Dit deel van de zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

A5 De toelichting bevat een aantal onvolkomenheden

B5 De eerste genoemde onvolkomenheid ziet op verschillen tussen de aangepaste verbeelding en de toelichting bij het bestemmingsplan. De toelichting bij het vast te stellen

bestemmingsplan zal overeenkomen met de vast te stellen verbeelding.

Het tweede punt ziet op de bouwmarkt. De toelichting wordt aangepast conform de bestaande situatie. Het perceel heeft en behoudt echter wel de detailhandelbestemming.

Ieder moment zou er dus weer een bedrijf in kunnen komen.

Als derde wordt de sociale controle genoemd. De tabel op bladzijde 15 van de toelichting is gebaseerd op onderzoek en beoordeling door een extern bureau. Rondom het plangebied zijn diverse functies aanwezig. Bovendien zal het plan voorzien in overzichtelijke

schoolpleinen.

Het vierde punt hangt nauw samen met het derde en relateert dit aan verkeersveiligheid.

Ten aanzien van de ontsluiting verwijzen wij naar de verkeerskundige analyse van het gebied

en de technische uitwerking in het plan op basis van dit verkeerskundige advies. Wij hebben

(6)

dit onderzoek juist uit laten voeren om antwoorden te krijgen op onder meer dit soort vragen. Daarnaast is niet onderbouwd waarom de score onjuist is en op welke wijze er sprake is van een onveilige situatie in de huidige situatie.

Het laatste punt ziet op de antennemast ten zuidoosten van het plangebied. Op basis van onderzoek en rapporten van het Antennebureau en RIVM hierover, hebben wij geen aanleiding aan te nemen dat de mast invloed heeft op de gezondheid en welzijn. Er zijn vooralsnog geen gezaghebbende wetenschappelijke onderzoeken die een ander standpunt rechtvaardigen. In de zienswijze worden deze mogelijke risico’s ook niet verder

onderbouwd, bijvoorbeeld aan de hand van onderzoeken die het standpunt van het Antennebureau ontkrachten.

C5 Als gevolg van dit deel van de zienswijze is de toelichting van het bestemmingsplan op enkele punten aangepast.

A6 Vrees voor waardedaling van de woning na realisatie van het plan

B6 Indien bezwaarmaker vreest schade te lijden door de realisatie van het bestemmingsplan KC Siddeburen, kan een verzoek om planschade worden ingediend. Eventuele daling van de marktwaarde van de woning zal dan door een onafhankelijk bureau worden beoordeeld.

Mocht er dan sprake zijn van geleden schade, dan zal er planschade worden uitbetaald.

Hierop is de planschadeverordening van toepassing. Dit is een aparte procedure en staat in zoverre los van de onderhavige procedure.

C6 Dit deel van de zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

A7 Inpassingsmaatregelen in het geval het plan doorgang vindt.

B7 Zoals onder B2 is beschreven, komt het beoogde pad tussen Hoofdweg 83 en 87 te vervallen in het vast te stellen bestemmingsplan. Eventuele inpassingen aan de zuidkant van het perceel van bezwaarmakers zijn besproken op 11 februari 2020 en kunnen in het kader van de vergunningverlening aan de orde komen. De huidige bestemming Groen verzet zich in ieder geval niet tegen dergelijke ingrepen.

C7 Dit deel van de zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

Zienswijze 2

A1 Is het nieuwe gebied voor maatschappelijk met parkeren voldoende meegenomen in de onderzoeken (o.a. geluid)?.

B1 De uitbreiding van het gebied met de bestemming ‘maatschappelijk’ is in oostelijke

richting, in het verlengde van de bestaande noordelijke begrenzing van die bestemming. De uitbreiding maakt geen nieuwe activiteiten mogelijk ten opzichte van het (bouw)vlak met de maatschappelijke bestemming. De afstand tot woningen van derden wordt niet korter.

De conclusies zoals die gelden ten opzichte van de woningen langs de Hoofdweg blijven onverminderd van kracht.

C1 Dit deel van de zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

A2 Is het geluid van de kinderen op gevel van bezwaarmaker voldoende gemeten en gewogen?

B2 Hier is in het onderzoek aandacht aan besteed en dit heeft geresulteerd in het advies om minstens 50 meter afstand aan te houden tussen speelpleinen en woningen van derden. Die afstand wordt met het beoogde plangebied gehaald.

(7)

C2 Dit deel van de zienswijze heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

A3 Afstand tot woningen te kort doordat extensieve dagrecreatie en speelvoorzieningen mogelijk zijn.

B3 De afstanden die genoemd zijn, zijn afstanden die gelden voor invulling van een perceel met een school. Eventuele dagrecreatie en speelvoorzieningen binnen de bestemming

‘Groen’ zijn alleen toegestaan als deze ondergeschikt aan die bestemming worden gebruikt. Gebruik door en ten behoeve van de school is dan ook niet toegestaan. Gebruik van de gronden voor eventuele extensieve dagrecreatie en/of speelvoorzieningen is van een andere aard en daarvoor gelden ook niet de afstanden die voor een school geadviseerd worden. Desalniettemin zijn wij bereid het bestemmingsplan op dit laatste onderdeel aan te passen.

C3 Dit deel van de zienswijze heeft geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan, zodanig dat de mogelijkheid voor extensieve dagrecreatie en speelvoorzieningen als nevengebruik van de groenbestemming uit de regels zijn geschrapt.

3. Reacties overlegpartners

A1 Het ontwerpbestemmingsplan is voorgelegd aan de (relevante) wettelijke overlegpartners.

Waterschap Hunze en Aa’s heeft van de gelegenheid gebruik gemaakt te reageren. Deze reactie is weliswaar niet ontvankelijk omdat zij buiten de termijn is ingediend, maar wij hebben gelet op het belang van de waterhuishouding gemeend wel inhoudelijk te moeten reageren. Het waterschap heeft het volgende aangedragen:

In de waterparagraaf is de maximale omvang van de benodigde compensatie voor

waterberging (500m3) opgenomen, maar er is nog steeds geen enkele richting aangegeven hoe hier invulling aan wordt gegeven. In het kader van het vooroverleg heb ik verzocht om hierover afstemming ter hebben. Ook was tijdens het vooroverleg aangegeven dat in het ontwerp bestemmingsplan hier meer duidelijkheid over zou zijn. Ik heb moeten constateren dat dit niet het geval is.

Wij zijn van oordeel dat een ruimtelijke ontwikkeling met een behoorlijke impact op de waterhuishouding t.a.v. de benodigde waterbergingscompensatie, in dit stadium van het plan nagedacht moet zijn over hoe hier invulling aan wordt gegeven. Derhalve kan het waterschap dan ook geen positief wateradvies geven over dit ontwerp bestemmingsplan.

B1 Voor de waterhuishouding van het gehele gebied, inclusief het plangebied met de beoogde nieuwbouw, wordt in overleg met het waterschap naar een passende en integrale oplossing gezocht voor de waterhuishouding en waterbuffering. Onder andere de bestaande

waterbuffer nabij het plangebied wordt betrokken bij de oplossing. Het waterschap zal hier nauw bij betrokken worden.

Op dit moment is de planvorming nog in een vroeg stadium. Zodra het ontwerp van de gebouwvormen en capaciteit duidelijk zijn, zal de waterbuffering integraal in de inrichtingsplannen voor de ruimte opgenomen worden.

C1 Dit deel van de overlegreactie heeft niet geleid tot aanpassing van het bestemmingsplan.

(8)

4. Ambtshalve aanpassingen

A1 In het vast te stellen bestemmingsplan wordt als gevolg van een van de zienswijzen de bestemming van kavel Hoofdweg 85 in Siddeburen ten opzichte van het ontwerp gewijzigd.

Daar waar eerder een strook met een groenbestemming was opgenomen voor de beoogde ontsluiting voor langzaam verkeer, krijgt het perceel nu een woonbestemming op gelegd met een passend bouwvlak. Deze wijziging op de verbeelding heeft ook gevolgen voor de regels en de toelichting. Waar in de regels en toelichting aandacht is voor kavel 85, worden deze aangepast om aan te sluiten bij de op te nemen bestemming Wonen – 1A.

B1 Regels en toelichting worden in overeenstemming gebracht met de wijziging op de verbeelding.

A2 In de tijd die verstreken is sinds de zienswijzenfase met betrekking tot het

ontwerpbestemmingsplan is meer duidelijk geworden over het ontwerp van het gebouw.

Waar in het bestemmingsplan een hoogte van 12 meter is toegestaan, is nu duidelijk dat 9 meter hoogte ook kan volstaan.

B2 Zowel op de verbeelding als in de regels wordt een maximale bouwhoogte van 9 meter opgenomen in plaats van 12 meter.

(9)

Bijlage 1: Zienswijzen

(10)

Zienswijze 1

(11)
(12)
(13)
(14)
(15)
(16)
(17)

Zienswijze 2

(18)

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Cliënten stellen dat zij hun vrije uitzicht gedeeltelijk zullen verliezen door de nieuw te bouwen woning, dat de nieuw te bouwen woning direct uitzicht heeft op hun tuin en

Daar komt nog bij dat in een dergelijk geval het gebouw oorspronkelijk is opgericht met (deels) een woonfunctie. Het toelaten van de woonfunctie valt dan goed te combineren met

ontwerpversie is echter vergeten om dit artikel te verwijderen.. Bouwen buiten het bouwvlak voor de bestemming ‘dienstverlening’ is nu niet meer van toepassing op Kluizerdijk

ontwerp-bestemmingsplan onderzocht wat de gevolgen van 5 extra woningen voor de verkeerssituatie (21 woningen in de huidige situatie en 26 woningen in de nieuwe situatie).

Bezwaar wordt gemaakt tegen de bestemming Gemengd – 2 van de gronden aan de noordkant van de Venneperweg tussen Rustoordstraat en Akkerstraat, die mede horeca inhoudt en daardoor

om bedrijven toe te laten die niet in de Staat van Bedrijfsactiviteiten - De Mient zijn genoemd, voor zover het betrokken bedrijf naar aard en invloed op de omgeving geacht kan

Voor een inhoudelijke beoordeling van het argument dat de recreatiewoningen zich niet verdragen met de gemeentelijke opvattingen dat de grenzen van het toerisme in Domburg

14.2.1 onder h, toevoegen dat de woningen alleen gerealiseerd mogen worden indien gebruik van de gronden voor maatschappelijke doeleinden niet doelmatig wordt geacht en dat