• No results found

2 Tweede Kamer der Staten-Generaal

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "2 Tweede Kamer der Staten-Generaal"

Copied!
2
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

Tweede Kamer der Staten-Generaal

2

Vergaderjaar 2021–2022

24 804 Veiligheidsbeleid Burgerluchtvaart 25 295 Infectieziektenbestrijding

Nr. 187 BRIEF VAN DE MINISTER VAN INFRASTRUCTUUR EN WATERSTAAT

Aan de Voorzitter van de Tweede Kamer der Staten-Generaal Den Haag, 3 december 2021

Vrijdag 26 november 20211 en zaterdag 27 november 20212 heb ik uw Kamer geïnformeerd over het, op verzoek van de Minister van VWS, instellen van een vliegverbod voor vliegverkeer uit Zuid-Afrika, Lesotho, Eswatini, Botswana, Namibië, Zimbabwe, Mozambique en Malawi tot en met zaterdag 4 december 2021, 23.59 uur lokale Nederlandse tijd. Dit met het oog op de omikronvariant van het coronavirus die daar is gevonden, de virusvariant die mogelijk besmettelijker is dan vorige varianten en waar vaccins mogelijk minder goed tegen werken.

Het RIVM is gevraagd een advies uit te brengen over eventuele verlenging van de vliegverboden op basis van de epidemiologische situatie in Nederland en in landen waarvoor het vliegverbod geldt. In het op 2 december 2021 uitgebrachte RIVM-advies wordt het volgende aangegeven:

«Op dit moment is er nog veel onduidelijk over de risico’s die de verspreiding van de omikronvariant met zich meebrengt. Ook is nog beperkt inzicht in de mondiale verspreiding van deze variant. De grootste verspreiding van de omikronvariant, voor zover dat nu bekend is, vindt nog steeds plaats in Zuid-Afrika en aangrenzende landen.

Het RIVM adviseert om de huidige vliegverboden voor Zuid-Afrika, Botswana, Lesotho, Swaziland (Eswatini), Namibië, Mozambique, Malawi en Zimbabwe voorlopig te handhaven, maar deze niet verder uit te breiden naar andere landen.»

De Minister van VWS heeft mij op basis van dit advies verzocht om de geldende vliegverboden voor de bovengenoemde bestemmingen te

1Kamerstukken 24 804 en 25 295, nr. 184

2Kamerstukken 24 804 en 25 295, nr. 185

kst-24804-187 ISSN 0921 - 7371

’s-Gravenhage 2021 Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 24 804, nr. 187 1

(2)

verlengen tot en met woensdag 15 december, 23.59 uur en de daarbij gebruikelijke uitzonderingen op te nemen.

De wijziging van de ministeriële regeling treedt in werking op 4 december 2021, om 23.59 uur lokale Nederlandse tijd. Hiervan wordt mededeling gedaan door de verlener van luchtverkeersdiensten door middel van luchtvaartpublicaties zijnde Notice to Airmen (NOTAM)3.

De Minister van Infrastructuur en Waterstaat, B. Visser

3Raadpleegbaar via www.tweedekamer.nl

Tweede Kamer, vergaderjaar 2021–2022, 24 804, nr. 187 2

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

overwegende dat de keuzes die onderwijsbestuurders hebben gemaakt op basis van de hun gegunde vrijheid van besteding die de lumpsumbekos- tiging met zich meebrengt, een daling van

constaterende dat het kabinet in de zogenoemde coronaroutekaart geen enkel scenario heeft opgenomen waarin de scholen in het funderend onderwijs weer gesloten moeten

verzoekt de regering, tevens om in dit kader het bestaande aanbod extra onder de aandacht te brengen bij leraren en in overleg met het onder- wijsveld te bezien of dit aanbod

verzoekt de regering, zo snel als mogelijk plannen naar de Kamer te sturen voor het wegwerken van onderwijsachterstanden als gevolg van de coronacrisis, bijvoorbeeld door

4 Alle energie die door deze mensen wordt ingezet om steeds meer kinderen en jongeren op school te krijgen of goede zorg te laten ontvangen is echter helaas nog niet genoeg om

Kunt u aangeven hoeveel scholen moeten betalen voor deze zzp-ers en of de inhuur van bureau’s die zzp-ers verhuren en of dat meer is dan de CAO’s voor primair onderwijs en

Het bevoegd gezag draagt zorg voor een schoolcultuur die in overeenstemming is met de waarden, bedoeld in het derde lid, onderdeel a, en creëert een omgeving waarin leerlingen

Voornoemde leden vragen de regering nader aan te geven waarom hiervoor wordt gekozen terwijl in het hoger onderwijs er wel voor wordt gekozen dat het bevoegd gezag strijdig met de