Tweede Kamer der Staten-Generaal
2
Vergaderjaar 2020–2021
35 570 VIII Vaststelling van de begrotingsstaten van het Ministerie van Onderwijs, Cultuur en
Wetenschap (VIII) voor het jaar 2021
Nr. 39 MOTIE VAN HET LID BEERTEMA
Voorgesteld 15 oktober 2020 De Kamer,
gehoord de beraadslaging,
overwegende dat de keuzes die onderwijsbestuurders hebben gemaakt op basis van de hun gegunde vrijheid van besteding die de lumpsumbekos- tiging met zich meebrengt, een daling van de onderwijskwaliteit teweeg hebben gebracht;
van mening dat de tanende kwaliteit van het onderwijs zich vooral manifesteert in de teruglopende rekenvaardigheid en taalbeheersing van de laatste generaties leerlingen;
constaterende dat de lumpsumsystematiek de Minister en de Tweede Kamer op zo’n grote afstand heeft gezet dat er in onvoldoende mate nog politiek effectief is in te grijpen in het onderwijs;
verzoekt de regering, om op basis van vast te stellen ratio’s leraar/leerling de personeelslasten in de lumpsum te oormerken,
en gaat over tot de orde van de dag.
Beertema
kst-35570-VIII-39 ISSN 0921 - 7371
’s-Gravenhage 2020 Tweede Kamer, vergaderjaar 2020–2021, 35 570 VIII, nr. 39