• No results found

01-06-1989    M. Horde met medewerking van P. de Savornin Lohman Slachtofferenquête gemeente Renkum 1989 – Slachtofferenquête gemeente Renkum 1989

N/A
N/A
Protected

Academic year: 2022

Share "01-06-1989    M. Horde met medewerking van P. de Savornin Lohman Slachtofferenquête gemeente Renkum 1989 – Slachtofferenquête gemeente Renkum 1989"

Copied!
73
0
0

Bezig met laden.... (Bekijk nu de volledige tekst)

Hele tekst

(1)

HOOFDBUREAU VAN POLITIE. BEEKSTRAAT 39. POSTBUS 9050. 9800 GN ARNHEM. TELEFOON 085 - 52 42 32

WORKOMING MISORlNEN

BIJLAGEN: 1

!JIN BRIEF VAN:

ONDERWERP: Slachtofferenquête gemeente Renkum 1989.

Geachte lezer,

AAN

Geadresseerde.

ONS KENMERK: RB. 139/89

'ARNHEM: juli 1989.

BEHANDELD DOOR:

Hierbij heb ik het genoegen U aan te bieden het verslag van een gehouden slachtofferenquete in de gemeente Renkum.

In opdracht van het regionaal bureau Voorkoming Misdrijven Gelderland - oost is dit onderzoek uitgevoerd door het Bureau Criminaliteitspreventie te Amsterdam. Het onderzoek geldt als proef in de regio.

Ik hoop dat bij toekomstige onderzoeken in de gemeenten binnen de regio gebruik zal worden ge­

maakt van de ervaringen opgedaan in Renkum.

Voor wat betreft de conclusies en aanbevelingen verwijs ik U naar de pagina's 27 tlm 31.

Hoogachtend,

de re - 1 coordinator,

INGESTELD BU BESCHIKKING VAN DE MINISTERS VAN JUSmiE EN BINNENLANDSE ZAKEN D.D. 21 DECEMBER 1979.

(2)

GEMEENTE RENKUM 1989

in opdracht van:

juni 1989.

BUR E AU CRIMINALITEITSPR E VE NTIE

te AMST E R D AM.

M. H O R D E, m.m.v. P. DE SAVO RNIN - LO H MAN.

R E GIONAAL BUREAU VO O R K O MING MISDRIJVEN G E LD E R LAND - O OST H O O FDBUR E AU VAN POLITIE BE E KSTRAAT 39, 6811 OW ARNH EM TEL. 085 - 524311

- - -_._--�----- - --

(3)

Aan de bevolking zijn vragen voorgelegd over de bereidheid tot het doen van aangifte van misdrijven, de ernst van de problemen, de mening over de politie en de ervaringen met de politie.

Daarnaast is gevraagd in hoeverre de bevolking reeds maatregelen heeft genomen tegen criminaliteit en in hoeverre er behoefte bestaat aan voorlichting op het gebied van criminaliteitspreventie.

De resultaten hiervan zijn van belang voor de verdere aktiviteiten en prioriteiten van zowel de politie als de gemeente.

Het onderzoek is gefinancierd uit het budget van het regionaal bureau Voorkoming Misdrijven Gelder­

land - oost in het kader van een regionale proef.

De aan de bevolking gestelde vragen zijn opgenomen in de bijlage van dit verslag.

Mochten gemeenten in de regio een slachtofferenquete onder de bevolking willen houden, dan hoop ik dat de opzet van het onderzoek te Renkum daarbij van nut kan zijn.

Amhem,juni 1989

de regionaal coordinator Voorkoming Mis

d {ij

yc:

pi'p

elderland - oost,

c:

�1Yl>.

V'-- .

C.A. ván Zwam.

(4)

VOORWOORD

1 OPZET VAN HET ONDERZOEK

1 . 1 Doels tellingen van het onderzoek 1 . 2 Steekproef trekking

1 . 3 Leeswij zer 2

2 . 1 2 . 2 2 . 3 2 . 4 2 . 5 2 . 6 2 . 7 2 . 8 2 . 9 2 . 10

ONDERZOEKSRESULTATEN

Algemene kenmerken s teekproef Problemen in de woonbuurt

Angstgevoelens als gevolg van criminalitei t Slachtoffers van misdri jven

Aangifte van misdri jven

Schatting omvang criminaliteit Preventieve maatregelen

Voorlichting

Meningen over de politie Conclusies en aanbevelingen

Bijlage 1 : Tabellen Bij lage 2 : vragenli j s t

Pagina :

1 1 1 2 4 4 6 1 1 15 19 20 21 24 25 27

(5)

Oktober 1988 heeft Bureau Criminali teitspreventie opdracht gekregen van het Regionaal Bureau Voorkoming Misdrij ven Gelderland-Oost om een slachtofferenquête te houden onder de bevolking van de gemeente Renkum .

Aanleiding tot het ins tellen van een dergeli j k onderzoek vormde de overweging dat poli tiecij fers slechts gedeel telijk inzicht kunnen verschaffen in de omvang van de criminali teit en de mogelij ke aanpak ervan .

Februari 1989 werden enquêtes ui tgezet onder de inwoners van de dorpskernen Doorwerth , Heelsum , Oos terbeek en Renkum . Dit rapport geeft de bevindingen hiervan weer .

(6)

1 OPZET VAN HET ONDERZOEK

1 . 1 Doelstellingen

In het kader van deze slachtofferenquête werden vooraf zes doelen geformuleerd :

1 . Inzicht kri j gen in de omvang van de criminaliteit en de aangiftebereidheid .

2 . Inzicht kri jgen in de ervaren erns t van problemen , waaronder criminali tei tsproblemen .

3 . Inzicht kri j gen wat de bevolking denkt hoe problemen door de poli tie moeten worden aangepakt .

4 . Inzicht krij gen in de ervaringen die men met de poli tie heeft gehad .

5 . Inz icht kri jgen in de mate waarin de bevol�ing zelf reeds maatregelen heeft genomen tegen criminalitei t .

6 . Inzicht kri j gen in hoeverre onder de bevolking behoefte bes taat aan voorlichting op het gebied van

criminalitei tspreventie .

Een eers te aanzet tot het in beeld brengen van de omvang van de criminaliteit vormt de analyse van de poli tiegegevens (ui t

processen-verbaal van aangifte ) , die door de gemeentepoli tie van Renkum is uitgevoerd . Hiervan is een publicatie verschenen onder de titel "Overz icht van de criminalitei t in de gemeente Renkum over de j aren 1982 tot en met 1986" (Gemeentepoli tie Renkum , september 1 987 ) .

Politiecijfers kunnen echter slechts gedeeltelijk inzicht

verschaffen in de omvang van de criminalitei t . Afhankelijk van de aangiftebereidheid , die per delicttype verschilt , z al de

informatie over ontwikkeling en geografische spreiding voor verschillende delic ten in betrouwbaarheid variëren . Ten aanzien van ervaren erns t van delicten en angs tgevoelens bieden

poli tiecijfers in het geheel geen informatie . Dit laats te geldt evenzeer voor de overige hierboven geformuleerde doelstellingen . Om een betrouwbaarder en vollediger criminal i teitsanalyse te maken , verdient het dan ook aanbeveling om naas t de

politiegegevens tevens gebruik te maken van gegevens ui t een slachtofferenquête .

De voorgenoemde i tems zijn opgenomen in de vragenli j s t (zie bij lage 2) die voor het onderzoek is ontworpen .

1 . 2 Steekproef trekking

De gemeente Renkum bes taat ui t een aantal dorpskernen te weten : Doorwerth , Heelsum , Oosterbeek , Renkum en Wolfheze . Gelet op de kleine omvang van de laats te dorpskern in combinatie met het vrij grote aantal mensen woonachtig in ins tellingen (psychiatrische ins tellingen en dergelijke ) , is in overleg besloten Wolfheze niet in het onderzoek te betrekken .

(7)

Wat betreft de omvang van de steekproef is ui tgegaan van de voorwaarde dat het aantal respondenten voldoende groot moet zlJn om op niveau van de gemeente Renkum als geheel , op essentiële onderdelen betrouwbare ui tspraken te kunnen doen .

Ui tgaande van bovenstaande voorwaarde is besloten een

brutos teekproef te trekken van 800 adressen op een totaal van 12 . 251 adressen .

De 800 enquêtes zijn naar rato van het aantal inwoners van 15 j aar en ouderl als volgt over de dorpskernen ui tgezet :

Doorwerth 1 60 Oos terbeek 270 Renkum 270 Heelsum 100

De 800 adressen ZlJn aselect met behulp van het pos tcodeboek getrokken . Ter ondervanging van het risico dat de enquêtes bij bedri jven/winkels zouden kunnen komen , zijn de getrokken adressen vooraf door de plaatselijke politie gecheckt . In voorkomende gevallen werd het adres zodanig gewi j zigd , dat de enquête bij het meest nabij gelegen woning belandde . De enquêtes zijn in de

tweede helft van februari 1989 naar de geselecteerde adressen ges tuurd .

1 . 3 Leeswij zer

In paragraaf 2 . 1 wordt ingegaan op de kenmerken van de

s teekproef . Vervolgens wordt in paragraaf 2 . 2 een beeld gesche tst van de problemen zoals die in de eigen woonbuurt ervaren worden . Daarbij wordt tevens aandacht bes teed aan de wij z e waarop de gemeente en poli tie zouden moeten inspelen op de problemen als zij gehoor zouden geven aan het oordeel van de bewoners .

In paragraaf 2 . 3 wordt ingegaan op de angs tgevoelens die onder de Renkumse bevolking leven . Daarbij wordt aandacht besteed aan de volgende aspecten : mate van bezorgdheid met betrekking tot de plaatsvindende criminalitei t , kans op slachtofferschap , angs t in eigen woning en angst om slachtoffer te worden van bepaalde delicten.

Paragraaf 2 . 4 handelt over slachtoffers van misdri jven . Ingegaan wordt op kenmerken van de verschillende delicten en hun

slachtoffers .

In paragraaf 2 . 5 wordt ingegaan op de aangifte van misdri jven . Naas t het leveren van een beeld over de aangiftepercentages van de verschillende delic ten wordt tevens ingegaan op de redenen van het niet doen van aangifte .

In paragraaf 2 . 6 wordt vervolgens een vergelijking gemaakt tussen poli tiegegevens over het aantal aangi ften van bepaalde delicten en de slachtofferpercentages die ui t deze enquête naar voren komen.

In paragraaf 2 . 7 wordt een beeld geschets van de preventieve maatregelen die men zoal neemt om het risico op slachtofferschap te verkleinen .

1 Exclusief mensen woonachtig in instellingen.

(8)

In paragraaf 2.8 wordt ingegaan op de vraag in hoeverre onder de bevolking behoefte bestaat aan voorlichting op het gebied van criminaliteitspreventie.

In paragraaf 2.9 wordt een beeld geschetst van het oordeel van de bevolking over de wijze waarop de politie haar taken uitvoert.

In paragraaf 2.10 worden tot slot de voornaamste bevindingen gepresenteerd en een aantal aanbevelingen geformuleerd.

(9)

2 ONDERZOEKSRESULTATEN

In dit hoofdstuk worden de belangri jks te ui tkomsten van de

slachtofferenquête besproken . Degene die nauwkeuriger informatie wil over de ui tkomsten op verschillende vragen ZlJ verwezen naar bij lage 1 , waarin alle ui tkomsten in tabelvorm zijn opgenomen .

2. 1 Algemene kenmerken steekproef

In totaal werden 425 van de 800 enquêtes geretourneerd , hetgeen neerkomt op een responspercentage van 53% .

Nagenoeg evenveel mannen als vrouwen hebben de vragenli j s t ingevuld (repectievelijk 208 e n 209 ) . In negen gevallen was het geslacht van de respondent onbekend .

Zeventig procent van de respondenten is gehuwd dan wel

samenwonend; 25% is alleenwonend waarvan 3% met kinderen , 5%

woont in groepsverband .

Naas t deze meer algemene kenmerken is het van belang om na te gaan in welke mate bepaalde groepen in de s teekproef onder- of oververtegenwoordigd z i j n .

Tabel 1 : Respons naar dorpskern

Aantal ui tge- Aantal geretour- Respons zette enquêtes neerde enquêtes %

Doorwerth 1 60 79 49%

Oos terbeek 270 144 53%

Renkum 270 149 55%

Heelsum 100 52 52%

- - --

Totaal 800 425 53%

Ui t tabel 1 blijkt dat de verschillen in respons tussen de dorpskernen niet noemswaardig z i j n , zodat eventuele hierui t voortvloeiende vertekeningen niet te verwachten zijn .

(10)

Tabel 2: Steekproefsamens telling naar leeftijd en geslacht ( n= 425 )

Leeftijd Man Vrouw

abs % abs %

16-24 7 3 12 6

25-34 26 1 3 29 1 4

35 -44 37 18 40 19

45-54 37 18 36 1 7

55-64 49 24 4 1 20

65+ 50 24 51 24

- - - -

Totaal 206 100 209 100

Tabel 3 : Samens telling bevolking gemeente Renkum* ouder dan 15 j aar naar leeftijd en geslacht

Leeftijd Man Vrouw

abs % abs %

16-24 2184 18 1985 14

25-34 2049 1 7 2030 14

35 -44 2234 18 2 31 7 1 6

45-54 1603 13 1 734 12

55-64 1875 15 22 10 15

65+ 2410 19 4106 29

- - - -

Totaal 12355 100 14382 100

Bron : j aaroverz icht 1987 afdeling Burgerzaken .

*= exclusief Wolfheze .

Wanneer we tabel 2 en 3 met elkaar vergeli j ken kan worden gecons tateerd dat:

- Mannen vooral in de leefti j dscategorie 55-64 en in mindere mate in de leefti j dscategorieën 45-54 en 65+ oververtegenwoordigd z i j n , maar sterk ondervertegenwoordigd in de leeftij dscategorie 1 6-24 en in lichte mate in de categorie 25-34 .

Vrouwen i n de leefti j dscategorieën 35-44 en 45-54 i n l ichte mate oververtegenwoordigd zi jn , maar in de leefti j dsgroep 16-24 duidelijk ondervertegenwoordigd zijn en in lichte mate in de categorie 65+.

Concluderend kunnen we s tellen dat de s teekproef met name afwijkt met betrekking tot de leefti jdscategorie 16-24. Deze

leeftij dsgroep is in de s teekproef s terk ondervertegenwoordigd;

mannen nog duidelijker dan vrouwen .

(11)

Ten aanz ien van de representativi tei t kan worden geconcludeerd dat de uitspraken representatief worden geacht voor de gehele gemeente Renkum . Daarbij moet een uitzondering worden gemaakt voor de leeftijdsgroep 16-24 jaar aangezien deze s terk

ondervertegenwoordigd is in de s teekproef .

2. 2 Problemen in de woonbuurt

De respondenten kregen de vraag voorgelegd om bij een aantal met name genoemde items aan te kruisen in welke mate zij deze als een probleem ervaren in de eigen woonbuurt ( z ie bij lage 1 , tabel 1 ) . De problemen in de eigen woonbuurt , die door mins tens 25% van de respondenten (enigszins of duidelijk) als een probleem worden ervaren z i j n , in volgorde van belangrijkheid :

1 . te snel ri j dende auto ' s ( 58%) ; 2. vervuiling ( 37% ) ;

3. inbraak in woningen ( 31 % ) ;

4. onderhoud van groenvoorzieningen ( 29% ) ;

5 . gebrek aan speelmogelijkheden voor de j eugd ( 27% ) ; 6. gebrek aan parkeerruimte ( 25%) ;

7. vandalisme ( 25% ) ; 8. lawaaioverlas t ( 25% ) .

Wordt gevraagd naar de drie grootste problemen , dan wij zigt dit beeld z ich enigsz ins . Aangez ien bij deze vraags telling de

bewoners de problemen tegen elkaar hebben afgewogen , mag aan deze laatste resultaten een grotere waarde worden toegekend . Het

hoogs te scoren : Doorwerth :

1 . te snel rij dende auto ' s ( 1 6% ) ; 2. lawaai ( 1 1% ) ;

3. overlas t van honden ( 10% ) ; vervuiling ( 10% ) .

Heelsum:

1 . te snel ri j dende auto ' s ( 27% ) ; 2. lawaai ( 1 7% ) ;

3. gebrek speelvoorzieningen ( 12% ) . Oosterbeek:

1. te snel rij dende auto's ( 28% ) ; 2. overlas t honden ( 19% ) ;

3. inbraak in woningen ( 14% ) . Renkum ( dorp ) :

1 . te snel rij dende auto ' s ( 24% ) ;

2. gebrek aan speelvoorzieningen ( 19% ) ; 3. lawaai ( 1 7% ) .

Totaal gemeente Renkum :

1 . te snel rijdende auto ' s ( 24% ) ; 2. overlas t van honden ( 1 5% ) ; 3. lawaai overlast ( 1 3% ) .

(12)

Uit het bovens taande kunnen we concluderen dat criminali tei t nie t hoog op de prioritei tenl i j s t s taat van buurtproblemen . Alleen in de dorpskern Oos terbeek neemt inbraak in woningen een derde plaats in .

Om een beeld te kri j gen van de probleemdruk per dorpskern is in tabel 4 de antwoordcategorie ttduidelijk een probleemtt voor alle genoemde verschijnselen samen genomen .

Tabel 4 : Probleemdruk naar dorpskern ( n=425 )

Dorpskern Duidelijk een probleem

abs %

Doorwerth 23 29

Heelsum 24 46

Oos terbeek 63 44

Renkum 86 58

-- -

Totaal 196 46

Ui t de tabel kan worden afgeleid dat de dorpskern Renkum de

grootste probleemdruk kent , terwi j l Doorwerth duidelijk onder het gemiddelde scoort . Indien men priori tei ten ten aanz ien van de probleemomvang legt naar dorpskern , dan dient aan de dorpskern Renkum de hoogs te priori teit gegeven te worden , terwi j l aan Doorwerth een lage priori teit gegeven kan worden .

Aanpak problemen van gemeentezijde

Aansluitend konden de respondenten bij een aantal met name genoemde problemen aangeven of de gemeente c . q . de poli tie daar te weinig , dan wel te veel of juist voldoende aandacht aan bes teed t .

In tabel 5 wordt een beeld geschets van het oordeel van de bevolking over de wi j z e waarop de gemeente genoemde problemen aanpak t .

(13)

Tabel 5 : Oordeel over aanpak door gemeente

N= 425 te veel te weinig voldoende weet niet aandacht aandacht aandacht

% % % %

-vervuiling

openbare weg - 36 56 8

-lawaai over-

las t verkeer - 25 45 30

-ui tlaatgassen

verkeer - 27 26 4 7

-aantas ting

bossen - 42 23 35

-overlas t

indus trie - 31 33 36

-overlas t land

bouw - 24 34 42

-verontrei-

niging Ri jn - 37 15 48

-parkeergebrek 2 2 3 54 21

-onderhoud

groen - 32 58 10

-gebrek s traat

verlichting - 21 68 1 1

-gebrek speel-

voorziening 1 30 35 34

- te snel ri j -

dende auto's - 60 25 15

-vandalisme - 34 33 33

Het eers te dat opval t in deze tabel is dat bij bepaalde i tems het percentage "weet niet" antwoorden zeer hoog is , dit geldt vooral voor milieuproblemen als verontreiniging van de Rijn ,

ui tlaatgassen verkeer , overlas t landbouw en aantas ting van de bossen . Maar ook vandalisme en speelvoorzieningen scoren hoog . Mogeli j k heeft dit te maken met het feit dat respondenten niet weten ( of betwijfelen ) of de gemeente iets aan deze problemen kan doen .

Een wat duideli j ker beeld komt naar voren ui t de vraag aan welke probleem de gemeente het meest dringend aandacht zou moeten bes teden ( zie bi j lage 1 , tabel 5 ) . Dit geeft het volgende beeld : Doorwerth :

1. te snel rij dende auto ' s ( 14% ) ; 2 . vervuiling openbare weg ( 14% ) ; 3. vandalisme ( 1 3% ) .

Heelsum :

1. te snel rij dende auto ' s ( 29% ) ; 2 . vandalisme ( 15% ) ;

3. vervuiling openbare weg ( 12% ) .

(14)

Oos terbeek :

1 . te snel rij dende auto's ( 22% ) ; 2 . overlas t honden ( 12% ) ;

3. vandalisme , onderhoud groen , aantasting bossen ( 10% ) . Renkum ( dorp ) :

1 . te snel rij dende auto ' s ( 24% ) ; 2. overlas t indus trie ( 2 1% ) ;

3. gebrek speelvoorzieningen ( 1 6% ) . Totaal gemeente Renkum :

1 . te snel rij dende auto ' s ( 22% ) ; 2 . vandalisme ( 12% ) ;

3. vervuiling openbare weg ( 1 1% ) ; aantas ting bossen ( 1 1% ) ;

overlas t van honden ( 1 1% ) .

Aanpak problemen van poli tiezijde

Tabel 6 : Oordeel over aanpak door poli tie

N= 425 te veel te weinig voldoende aandacht aandacht aandacht

% % %

- rondhangend

j ongeren - 29 2 7

-verkeerd

parkeren 5 27 34

- te snel ri j -

dende auto ' s 1 5 7 26

-inbraak

woningen - 18 29

-geweld op

s traat - 1 1 33

-diefs tal vanaf/ui t

auto - 1 7 2 7

-diefs tal

( brom ) fiets - 1 7 25

-vandalisme - 34 25

-helingbe-

s tri j ding - 10 1 7

-overlas t

industrie - 25 25

-overlas t

landbouw - 19 24

wee t

%

44 34 1 6 5 3 56

56 58 41 73 50 57

niet

Ook hier scoort de "weet niet" categorie hoog , op bijna alle genoemde i tems . Alleen over de aanpak van te snel rij dende auto's hebben de mees te respondenten een mening .

(15)

En ook hier geeft de vraag welke problemen het meest dri ngend de aandacht van de poli tie verdienen een wat duidelijker beeld ( zie ook bij lage 1 , tabel 6 ) .

Doorwerth :

1 . te snel rij dende auto ' s ( 19% ) ; 2 . vandalisme ( 18% ) ;

3 . inbraak in woningen ( 1 1%) . Heelsum :

1 . vandalisme ( 27% ) ;

2 . te snel rij dende auto ' s ( 25%) ; 3 . geweld op s traat ( 1 3% ) .

Oosterbeek :

1 . te snel rij dende auto ' s ( 23% ) ; 2 . vandalisme ( 19% ) ;

3 . inbraak in woningen ( 16%) . Renkum :

1 . te snel ri j dende auto's ( 28%) ; 2 . vandalisme ( 21%) ;

3 . overlas t indus trie ( 19% ) . Totaal gemeente Renkum :

1 . te snel rij dende auto' s ( 24% ) ; 2 . vandalisme ( 20% ) ;

3 . inbraak in woningen ( 12% ) .

Resumerend

Als grootste problemen in de eigen woonbuurt komen naar voren : 1 . te snel rij dende auto' s ;

2 . overlas t van honden ; 3 . lawaai .

De grootste probleemdruk kent de dorpskern Renkum . In Doorwerth is die het kleins t .

Volgens de respondenten zouden de gemeente en de politie hun priori teiten als volgt moeten leggen :

Als belangrijks te problemen die het mees t dringend de aandacht van de gemeente behoeven , komen naar voren :

1 . te snel rij dende auto' s ; 2 . vandalisme ;

3 . vervuiling openbare weg , aantasting plaatselijke bossen en overlas t van honden .

Als problemen die het meest dri ngend de aandacht van de politie behoeven , komen naar voren :

1 . te snel rij dende auto ' s ; 2 . vandalisme ;

3 . inbraak in woningen .

(16)

Een ui tspli tsing naar dorpskern van problemen die het mees t dringend de aandacht van de gemeente C.q. poli tie vragen levert het volgende beeld op :

Doorwerth :

- te snel rijdende auto ' s ( gemeente + politie);

- vervuiling openbare weg ( gemeente);

- inbraak in woningen ( poli tie) . Heelsum :

- te snel ri j dende auto ' s ( gemeente + politie); . - vandalisme ( gemeente + politie);

- vervuiling openbare weg ( gemeente);

- s traatgeweld ( politie) . Oosterbeek :

- te snel rij dende auto ' s ( gemeente + politie);

vandalisme ( gemeente + poli tie);

- overlas t honden ( gemeente);

- onderhoud groenvoorzieningen ( gemeente);

- aantas ting plaatseli j ke bossen ( gemeente);

- inbraak in woningen ( poli tie) . Renkum ( dorp ) :

- te snel rij dende auto ' s ( gemeente + poli tie);

- overlas t indus trie ( gemeente + politie);

- gebrek speelvoorzieningen ( gemeente);

- vandalisme ( poli tie) .

2 . 3 Angstgevoelens als gevolg van criminali teit

Om de angstgevoelens en perceptie van de plaatsvindende criminal i tei t onder de Renkumse bevolking te meten kregen de respondenten vragen voorgelegd over :

- de mate van bezorgdheid over de plaatsvindende criminali teit;

- de ingeschatte kans om zelf slachtoffer te worden van een misdri j f;

de angs t in de eigen woning;

- de angs t om slachtoffer te worden van bepaalde delicten;

Bezorgdheid over criminali teit

In hoeverre maakt men zich zorgen over de criminali teit in de eigen woonplaats ?

(17)

Tabel 7 : Mate van bezorgdheid over criminali teit naar woonplaats

Totaal Doorwerth Heelsum Oosterbeek Renkum n= 406 n= 78 n= 48 n= 135 n= 145

% % % % %

-veel

zorgen 6 5 6 4 9

-redeli j k

veel zorg . 17 9 17 19 19

-beetje

zorgen 56 56 52 57 56

-geen

zorgen 21 30 25 20 16

-- -- -- -- -

totaal 100 100 100 100 100

.

Kijken we naar de gemeente Renkum als geheel dan blijkt dat ongeveer een op de vier respondenten zich veel tot redelijk veel zorgen maakt over de criminaliteit in de eigen woonplaats . Als we naar de afzonderli j ke dorpskernen ki j ken dan z ien we dat de

inwoners van de dorpskern Renkum verhoudingsgewi j s zich het meest zorgen maken , terwi j l Doorwerth opvallend laag scoort . Het

gevonden verschil is echter niet s tatistisch signi ficant . De bezorgdheid bij mannen en vrouwen over criminaliteit is nagenoeg even groot ( zie bij lage 1 , tabel 7 ) . Ook zijn er geen duideli j ke verschillen waarneembaar tussen mate van bezorgdheid en leeftijd ( zie bijlage 1 , tabel 8 ) , behalve dat de respondenten tussen de 25 en 34 j aar beduidend minder bezorgd zijn dan de res t .

Ingeschatte kans om slachtoffer te worden

De respondenten kregen de vraag voorgelegd of zij het gevoel hebben dat z i j vandaag de dag vergeleken met 2 j aar geleden , meer , minder of evenveel kans lopen slachtoffer te worden van een of ander misdadig optreden .

(18)

Tabel 8 : Kans op slachtofferschap naar woonplaats

Totaal Doorwerth Heelsum Oosterbeek Renkum n= 403 n= 76 n= 48 n= 136 n= 143

% % % % %

kans groter 36 38 27 4 1 32

kans gelijk 48 ·4 1 54 43 54

kans kleiner 2 4 4 1 1

weet niet 14 17 15 1 5 1 3

-- -- -- -- --

totaal 100 100 100 100 100

Wanneer we naar de gemeente Renkum als geheel kijken dan blijkt dat ongeveer de hel ft van de respondenten van mening is dat de kans op slachtofferschap de afgelopen twee j aar gelijk is

gebleven . Ruim een derde is daarentegen van mening dat de kans op slachtofferschap de laatste twee j aar groter is geworden . Kij ken we naar de afzonderlijke dorpskernen dan springt als eerste in het oog dat de respondenten woonachtig in de dorpskern Heelsum duideli j k optimistischer gestemd zijn . De dorpskern Oos terbeek scoort het meest negatief daar zijn vier op de tien respondenten van mening dat de kans op slachtofferschap groter is geworden . De verschillen tussen de dorpskernen z i j n echter niet opzienbarend te noemen .

In vergelij king met mannen zijn relatief meer vrouwen van mening dat de slachtofferkans is toegenomen ( mannen: 3 1 % ; vrouwen : 4 1%;

z ie bij lage 1 , tabel 9) .

Een ui tspli tsing naar leefti jd laat z ien dat met name de leeftij dsgroep 45-54 j aar denkt dat de slachtofferkans is toegenomen ( 45% tegenover een gemiddelde van 36% ) . Duideli j k onder het gemiddelde scoort d e leeftij dsgroep 25- 34 j aar ( z ie bi j lage 1 , tabel 10) .

Angstgevoelens thuis

In hoeverre is men wel eens bang om slachtoffer te worden van een misdri j f als men ' s avonds alleen thuis is?

(19)

Tabel 9: Thuis bang voor slachtofferschap naar woonplaats

Tot . Doorwerth Heelsum Oosterbeek Renkum Land.

n=405 n= 76 n= 47 n= 138 n= 144 slacht . enq . ' 87

% % % % % %

bi jna al tijd 3 3 2 3 3 3

mees tal 3 1 - 4 5 4

soms 19 18 28 21 1 5 10

mees tal niet 30 22 34 30 32 16

nooit 37 44 30 36 37 65

n . v . t . * 8 12 6 6 8 2

-- -- -- -- -- --

totaal 100 100 100 100 100 100

*= Een aantal respondenten gaf aan ' s avonds nooi t alleen thuis te zijn .

Kijken we naar gemeente Renkum als geheel dan kunnen we

vas tstellen dat een duidelijke meerderheid ( 67% ) mees tal nie t of nooit bang is als men ' s avonds alleen thuis is . Een relatief kleine groep ( 6% ) is bijna al ti j d dan wel mees tal bang daarvoor . De verschillen tussen de afzonderlijke dorpskernen zijn niet indrukwekkend te noemen .

Vrouwen blijken duidelij k banger te zijn dan mannen : 10% van de vrouwelijke respondenten zijn bijna al tijd of mees tal bang als ze

' s avonds alleen thuis z ij n , voor mannen bedraagt dit percentage 2% ( zie bijlage 1 , tabel 1 1 ) .

Bij een ui tspli tsing naar leefti j d scoort de leeftij dscategorie 45-54 weer het hoogste ( 10% zegt bijna al tijd of mees tal bang te zijn) , het laags t scoort de leeftij dscategorie 35 -44 met 2% ( zie bij lage 1 , tabel 12 ) .

Wanneer we de resul taten vergelij ken met de ui tkomsten van de landeli j ke slachtofferenquête 1987 , dan kunnen we vas ts tellen dat het beeld voor qe gemeente Renkum als geheel aardig overeenkomt met het landeli j k beeld : de groep die zegt bijna al tijd dan wel mees tal bang te zijn om thuis slachtoffer te worden is nagenoeg even groo t .

Angst om slachtoffer te worden van bepaal de delicten

Om te achterhalen in hoeverre angs tgevoelens leven met betrekking tot specifieke delicten kregen respondenten de vraag voorgelegd om bij een aantal met name genoemde delicten aan te geven hoe vaak men bang is dat het hen zal overkomen .

(20)

Tabel 10 : Angstgevoelens naar type delict ( procentueel)

zeer wee t

N= 425 vaak vaak soms zelden nooi t niet

% % % % % %

-mishandeling 2 3 25 30 3 3 7

op s traat

-aanranding/ 3 4 22 20 38 1 3

verkrachting

-inbraak bij 9 1 5 4 1 18 1 1 6 afwezigheid

-inbraak bij 2 7 25 29 30 7

aanwezigheid

- s traatroof 3 1 1 26 30 23 7

portemonnee

-diefstal 3 1 1 25 20 29 12

( brom) fiets

-diefs tal van 2 4 24 28 30 12

auto

-diefstal ui t 4 12 29 23 22 10

auto

-vernielingen 4 6 24 31 30 5

huis/ tuin

-opzettel ijk 4 10 33 21 24 8

beschadiging auto

De mees te angs tgevoelens hebben betrekking op inbraak bij afwezigheid : ongeveer een op de vier respondenten geeft aan

( zeer) vaak bang te zijn daarvan het slachtoffer te worden .

Daarna volgen diefstal ui t auto , s traatroof portemonnee , diefs tal ( brom}fiets en opzettelijke beschadiging van auto .

De respondenten konden ook aangeven welk delict zij het meest beangstigend vinden . Vier delicten springen er duidelijk ui t ( zie bij lage 1 , tabel 1 3 ) : mishandel ing op s traat en aanranding/

verkrachting roepen de mees te angs t op ( 44% ) . Daarna volgt inbraak bij aanwezigheid ( 35% ) .

Men blijkt dus het meest bang voor delicten waarbij een

persoonli jke confrontatie met de dader ( s) plaatsvindt of plaats kan vinden .

2 . 4 . Slachtoffers van misdrijven

Om een beeld te kri j gen van de in werkelijkheid plaatsvindende criminal i teit is gevraagd of men in 1988 slachtoffer is geworden van een van de volgende vormen van veel voorkomende

criminali tei t: diefstal van fiets , diefstal uit auto , sexuele handtas telijkheden bui tenshuis , mishandeling buitenshuis , beschadiging van eigendom en inbraak . Zeventien procent van de respondenten gaf aan in 1988 mins tens eenmaal slachtoffer te z i j n geworden .

(21)

Slachtofferschap naar delicttype

In tabel 1 1 wordt de verdeling weergegeven van de aantallen slachtoffers per type misdrijf .

Tabel 11 : Slachtofferschap in 1988 naar type misdri j f

gemeente Renkum Landelijk aantal slacht- 1986 offers

N= 425 Abs % %

- ( brom)fietsdiefstal* 7 2 7

- diefs tal uit auto* 21 6 7

- sexuele handtas te-

lijkheden bui tenshuis 6 1 1

- mishandeling buitens-

huis 12 3 2

- beschadiging eigendom 66 16 15

- inbraak 10 2 3

Totaal aantal slacht-

offers 74 17

*= Het aantal slachtoffers van ( brom)fietsdiefstal en diefstal uit auto is gepercentueerd op het aantal fiets- c . q . autobez itters .

Opmerking bij tabel

De cijfers hebben betrekking op het aantal slachtoffers en niet op het aantal delic ten . Het totaal aantal slachtoffers ligt lager dan de optelsom van de afzonderlijke delicten omdat een aantal respondenten van meer dan één delict in 1988 het slachtoffer is geworden ( meervoudige slachtofferschap") . Tevens zijn ter

vergelijking de slachtofferpercentages weergegeven ui t de landelijke CBS-slachtofferenquête 1986 .

Het moedwillig beschadigen c . q . bekladden van eigendom springt er duidelijk uit : een op de zes inwoners is in 1988 mins tens éénmaal slachtoffer hiervan geworden .

Een vergelijking van deze slachtofferpercentages met de landelijk gehouden slachtofferenquête in 1986 door het CBS leert dat met ui tzondering van diefs tal van (brom)fiets de gemeente Renkum dicht bij het landelijk gemiddelde zit . Het slachtofferpercentage voor diefstal van ( brom)fiets ligt echter lager : 2% tegenover een landelijk gemiddelde van 7% .

(22)

Frequentie van del icten

Slachtoffers van beschadiging van eigendommen blijken veelal meer dan één maal slachtoffer te worden : bij iets minder dan de hel ft

( 45% ) bli j ft het nie t bij één keer . Voor de overige delic ten geldt dat in verreweg de mees te gevallen het slachtofferschap tot één keer beperkt bli j ft ( z ie ook bij lage 1 , tabel 14 ) .

Slachtofferschap naar leeftij d en geslacht Tabel 12 : Slachtofferschap naar leeftij d

Leeftij d Niet Wel

slachtoffer slachtoffer

N= 422 % %

16-24 90 10

25- 34 67 3 3

35-44 81 19

45-54 74 26

55- 64 87 1 3

65+ 93 7

De tabel geeft geen erg duideli j ke trend te z ien , wel kan ges teld worden dat de middenmoot ( 25-54 j aar ) het groots te risico loopt om slachtoffer te worden van één van de genoemde misdrij ven . Tabel 13 : Slachtofferschap naar geslacht

Niet Wel Totaal

slachtoffer slachtoffer

% % %

Man 84 16 100 ( n= 208 )

Vrouw 80 20 100 (n= 209 )

Uit tabel 13 blijkt dat vrouwen relatief iets vaker slachtoffer zijn geworden dan mannen . Een verdere uitspli tsing naar type misdri j f wordt gegeven in bij lage 1 , tabel 1 5 .

(23)

Slachtofferschap naar woonsituatie

Tabel 14 : Slachtofferschap naar woonsituatie

niet wel Totaal

slachtoffer slachtoffer

% % %

Alleenwonend 92 8 100 ( n= 94 )

Niet-

alleenwonend 80 20 100 ( n=330 )

Uit de tabel wordt duidelijk dat alleenwonenden minder vaak slachtoffer worden dan niet-alleenwonenden . Dit is opmerkeli j k aangez ien uit landelijk onderzoek blijkt dat alleenwonenden een wat kwetsbaardere groep zijn wat betreft criminalitei t . Het is mogeli j k dat niet-alleenwonenden ook delicten die andere

gezinsleden zijn overkomen hebben opgegeven , di t leidt tot een ' ophoging' van het slachtofferschap bij niet- alleenwonenden .

Slachtofferschap naar dorpskern

Tabel 1 5 geeft een beeld van de mate van slachtofferschap naar woonplaats .

Tabel 15 : Slachtofferschap naar dorpskern

Niet Wel Totaal

slachtoffer slachtoffer

% % %

Renkum ( dorp ) 80 20 100 ( n=149 )

Oosterbeek 82 18 100 ( n= 144 )

Heelsum 83 17 100 ( n= 52 )

Doorwerth 89 1 1 100 ( n= 79 )

totaal gem . 83 17 100 ( n= 42 ) Renkum

Het gemiddeld slachtofferpercentage voor geheel gemeente Renkum bedraagt 17% . Het slachtofferpercentage in de dorpskernen Renkum , Oos terbeek en Heelsum ligt ongeveer op een zelfde niveau , terwi j l Doorwerth duideli j k onder het gemiddelde scoort .

In bij lage 1 tabel 1 6a wordt een verdere uitspli tsing per dorpskern naar delicttype weergegeven . De absolute aantallen worden hierdoor echter dermate laag , dat zinvolle uitspraken hierover niet goed mogeli j k zijn .

(24)

Uit een nadere analyse naar pleegplek blijkt dat 22 van de 122 gemelde delictvormen bui ten de gemeente Renkum plaats hadden gevonden . Hieruit kan worden afgeleid dat ruim 8 op de 10

delic ten ( 82% ) binnen de gemeente Renkum plaatsvinden . Het aantal slachtoffers dat bui ten de gemeente slachtoffer wordt is relatief het grootst bij diefs tal ui t auto en fietsdiefs tal , zie bijlage 1 , tabel 16c .

2 .5 Aangi fte van misdri jven

Het is algemeen bekend dat lang niet alle delic ten waarvan burgers slachtoffer worden ook bij de poli tie worden gemeld . Bovendien blijkt dat aangi ftebereidheid per delicttype s terk te verschillen . Dit betekent dat een deel van de plaatsvindende criminal iteit z ich onttrekt aan de waarneming van de poli tie . Aangi ftepercentages zijn dan ook van belang omdat zij inzicht geven in de verhouding tussen de feitelijk voorgekomen en de geregis treerde criminal i tei t .

Bovendien zijn aangi ftepercentages en de reden die men heeft om geen aangi fte te doen van belang als een indicator voor de mate waarin de bevolking vertrouwen heeft in de wijze waarop de politie de aangi fte behandelt .

Aangifte naar type misdrijf

In tabel 1 6 is weergegeven welk percentage van de slachtoffers van de verschillende delicttypen aangifte bij de poli tie hebben gedaan .

Tabel 16 : Aangi ftepercentage naar type misdri j f

Delict aangifte gedaan %

- fietsdiefs tal 37

-diefs tal ui t auto 55

-inbraak 86

-beschadiging eigendom 27

-handtas telijkheden bui tenshuis 25 -geweldpleging/bedreiging

bui tenshuis 25

Gemiddeld 43

Het gemiddelde aangi ftepercentage bedraagt 4 3% . Ofschoon de

absolute aantallen waarop gepercenteerd is vri j klein z i j n , komen deze aardig overeen met het landelijk beeld .

We z ien dat van inbraak en diefstal uit auto in vele gevallen aangifte wordt gedaan . Wel licht speel t hierbi j een rol dat verzekeringsmaatschappi j en doorgaans als voorwaarde s tellen dat er een aangi fte wordt gedaan .

(25)

Tegen de persoon gerichte delic ten en vernieling scoren

aanmerkelijk lager : slechts 1 op de 4 slachtoffers doet aangi fte bij de poli tie.

Redenen van het niet doen van aangifte

Slachtoffers die vermeldden geen aangi fte te hebben gedaan , kregen de vraag voorgelegd wat de belangrijkste reden daarvoor was . In het totaal werd door 73 respondenten redenen opgegeven om geen aangi fte te doen (zie bijlage i, tabel 17 ) .

De twee meest genoemde redenen om geen aangifte te doen z i j n : - het niet erns tig genoeg z i j n van d e gebeurtenis (geringe

schade ) ;

- men vindt aangeven zinloos , omdat de schade niet gedekt , dan wel vergoed wordt.

Deze redenen spelen vooral een rol bij het niet-aangeven van beschadigingen van eigendom en diefs tal uit de auto.

Bij bedreiging speel t vaker een rol dat men het incident onderling heeft opgelos t/uitgepraat.

Naas t de bovengenoemde redenen (die in fei te niets te maken hebben met het poli tie-optreden ) wordt ook een aantal redenen voor niet- aangi fte genoemd die wel een verwij t richting poli tie in zich (kunnen ) dragen : ' de poli tie doet er toch niets aan ' en ' de dader wordt toch niet opgepakt ' (totaal 26x genoemd , is 25%

van de genoemde redenen ) . Deze redenen worden vooral genoemd door slachtoffers van beschadiging van eigendom .

Dit oordeel komt ook overeen met het in paragraaf 2 . 2 genoemde feit dat de aanpak van vandalisme nummer 2 s taat op het

priori tei tenli j s t j e dat de bevolking de politie meegeeft.

2 . 6 Schatting omvang criminaliteit

Al eerder is aangegeven dat politiecij fers slechts gedeelteli j k inzicht verschaffen i n de omvang van d e criminalitei t , omdat lang niet altijd aangi fte wordt gedaan . Op grond van de huidige

onderzoeksresultaten kunnen we een reëlere inschatting maken van de omvang door de aangi ftepercentages los te laten op de

politiegegevens. Daarbij moet wel bedacht worden dat de

delictindeling van politiegegevens en slachtofferenquête niet geheel overeenkomen :

- Bij sexuele handtas telijkheden en geweldpleging/bedreiging wordt in de slachtofferenquête alleen gevraagd naar

handtas telij kheden en geweldpleging buitenshuis , terwij l bij de poli tiecij fers binnen- en bui tenshuis zijn samengevoegd.

- Sinds 1986 zijn de poli tiecij fers voor vernie�ingen verder gesplitst naar vernieling aan openbaar vervoer , vernieling aan openbare gebouwen , vernieling van auto ' s en overige . Aangenomen is dat de laatste twee onderverdelingen tesamen gelijk te

s tellen zijn met het delicttype beschadiging van eigendom ui t de slachtofferenquête , met die kanttekening dat in

tegens telling tot de politiegegevens, de slachtofferenquête ui tslui tend betrekking heeft op vernieling aan

particulierbezi t.

(26)

Tabel 17 geeft een beeld van de geschatte omvang van de criminali teit:

Tabel 1 7 : Gecorrigeerde poli tiecijfers 1988

Aantal

Aangi ftes Aangi fte- Gecorrigeerd ( abs . ) percentage abs

( brom ) fietsdiefs tal 24 37 65

diefs tal ui t auto 32 55 58

inbraak 20 86 23

beschadiging eigendom 151 27 559

sexuele handtas t . 19 25 76

geweldpl . /bedreiging 51 25 204

bui tenshuis --

totaal 297 985

2 . 7 Preventieve maatregelen

Om een beeld t e kri j gen van d e maatregelen die men z e l f treft met he t oog op voorkoming van slachtofferschap konden de respondenten aangeven welke preventieve maatregelen zij genomen hadden me t betrekking tot het voorkomen van ( brom ) fietsdiefs tal , inbraak en misdrijven bui tenshuis . De resul taten zijn weergegeven in tabel 18.

(27)

Tabel 18 : Preventieve maatregelen (n= 425)

Diefstal { brom ) fiets Abs %

- geen maatregelen 7 2

- eenvoudig slot 114 27

- goedgekeurd fietsslot 184 43

- kabel/kettingslot 90 21

- s talling/binnenshuis 232 55

- gegraveerd 175 4 1

- anders 12 3

Inbraak organisatorische Abs % maatregelen

- geen maatregelen 5 1

bij afwezigheid

- ' s avonds en ' s nachts 392 92 alles op slot/ dicht

- bij afwezigheid overdag 353 83 alles op slot/dicht

- bij aanwezigh . ' s nachts 347 82 alles dicht/nachtslot

- l icht laten branden 88 21 - spullen ui t zicht 152 36 - goederen geregistreerd 85 20

gemerkt

- bij langere afwezigheid 301 71 buren inlichten

- bij langere afwezigheid 1 38 33 spullen in bewaring

- bij langere afwezigheid 67 16 iemand in huis

Inbraak Technische Abs %

maatregelen

- alarmins tallatie 25 6

- schakelblok 107 25

- dievenklauwen 177 42

- speciale sloten 134 32

- intercom naar buren 5 1

- anders 71 17

Slachtof . sch . bui tensh . Abs %

- geen maatregelen 129 30

- bli j ft ' s avonds thuis 69 1 6 - niet fiets maar auto 1 4 1 33 - ' s avonds weggebracht 56 13

- minder geld mee 104 25

- neem hond mee 39 9

- draagtas huizenkant 71 17

- anders 35 8

(28)

Bij de interpretatie van de tabel moet bedacht worden dat de ui tkomsten voor een deel vertekend kunnen zijn door sociaal

wenselij ke antwoorden . Enige terughoudendheid is dan ook geboden . Daarnaas t is een zinvolle interpretatie van de

onderzoeksresultaten pas goed mogeli j k wanneer men deze naas t andere ui tkoms ten legt . We zullen hiertoe gebruik maken van gegevens ui t de landelijke slachtofferenquête ui t 1985 ( z ie bij lage 1 , tabel 1 8 ) .

We kunnen vas ts tellen dat een overgrote meerderheid ( rond de 98% ) op enigerlei wi jze maatregelen treft ter voorkoming van

slachtofferschap van diefstal van ( brom ) fiets en inbraak . Het voorkomen van slachtofferschap bui tenshuis scoort aanz ienli j k lager: ongeveer één op de drie respondenten geeft aan geen enkele maatregel te treffen om mogeli j ke risico ' s te verkleinen .

In de landelijke slachtofferenquête uit 1985 ( zie bijlage 1 , tabel 1 8 ) wordt eveneens aandacht bes teed aan de mate waarin de Nederlandse bevolking maatregelen treft ter voorkoming van diefs tal van ( brom ) fiets en woninginbraak . Een vergelijking van deze resul taten met de Renkumse si tuatie leert het volgende :

(Brom } fietsdiefstal

Het percentage respondenten dat geen maatregelen heeft genomen is even groot als het landelijke percentage (2% ) . Nagenoeg even hoog scoort graveren ( respectievelijk 41% en 39% ) .

Lager scoort s talling of berging binnenshuis ( respectieveli j k 55%

en 74% ) .

Gelet op het guns tige slachtofferpercentage ten opzichte van het landelijk gemiddelde en de vrij gunstige ontwikkeling in de afgelopen j aren2 zal aan bevordering van preventieve maatregelen met betrekking tot ( brom}fietsdiefs tal een lage priori tei t kunnen worden toegekend .

Inbraak

Het percentage dat geen maatregelen heeft genomen is even groot als het l andelijk percentage (1% ) . Hoger dan het landelijk gemiddelde scoren : alarmins tallatie ( resp . 6% en 3% ) ,

dievenklauwen ( resp . 42% en 24% ) en extra sloten (32% en 1 6% ) . Iets l ager scoren: bij afwezigheid ' s avonds en ' s nachts alles op slot/ramen dicht ( resp . 92% en 96% ) , bij afwezigheid overdag alles op slot/ ramen dicht ( resp . 83% en 87% ) en ' s nachts licht laten branden ( resp 2 1% en 35% ) .

We kunnen hierui t concluderen dat de gemeente Renkum duideli j k guns tiger scoort dan het landelijk beeld wat betreft de

technopreventieve maatregelen .

2 Zie "Overzicht van de criminaliteit in de gemeente Renkum over de jaren 1982

tot en met 1986" (Gemeentepolitie Renkum, 1987).

(29)

Ten aanz ien van de organisatorische maatregelen moet worden opgemerkt dat deze (licht ) onder het gemiddelde liggen . Voor he t beleid kan hieruit de conclusie getrokken worden dat bij

voorlichting extra aandacht moet worden bes teed aan de

organisatorische maatregelen . Temeer daar de relatieve guns tige positie met betrekking tot technopreventie wegval t als

organisatorische regels onvoldoende in acht worden genomen .

2 . 8 Voorlichting

Om inz icht te krijgen in hoeverre onder de bevolking behoefte bes taat aan voorlichting op het gebied van

criminalitei tspreventie konden de respondenten aankruisen of z i j naar een bij eenkoms t i n hun dorp zouden gaan over :

- voorlichting over inbraakpreventie;

- voorlichting over het melden van verdachte s i tuaties aan poli tie;

- voorlichting over het merken van goederen;

- voorlichting over buurtpreventie.

Tabel 19: Behoefte voorlichting (procentueel )

zeker misschien zeker wee t

N = 425 wel niet niet

% % % %

-voorlichting in- 27 45 17 11

braakpreventie

-voorlichting mel - 34 36 17 13

ding verdachte si tuaties

-voorlichting mer- 21 39 25 1 5

ken goederen

-voorlichting 3 1 42 12 15

buurtpreventie

De behoefte aan voorlichting op het gebied van

criminalitei tspreventie is redelijk groot te noemen . De mins te behoefte blijkt te bes taan aan voorlichting over graveren . De behoefte aan voorlichting voor de overige vormen scoren nagenoeg even hoog . Vanui t de cons tatering dat de meeste angs tgevoelens betrekking hebben op inbraak kan - indien nodig - priori teit worden gegeven aan voorlichting over inbraakpreventie .

(30)

2 . 9 Meningen over de poli tie Taakui toefening

Om inzicht te kri j gen hoe de bevolking van de gemeente Renkum oordeelt over de wi j ze waarop de poli tie haar taken ui toefent , konden de respondenten bij de navolgende taken de mate van hun tevredenheid aangeven : het opsporen van daders van misdri jven , het optreden bij vers toringen van de openbare orde , het

terugbezorgen van ges tolen goederen , het bieden van hulp bij sociale problemen , het helpen voorkomen dat misdrijven

plaatsvinden , en tenslotte het bieden van hulp aan slachtoffers van misdrij ven .

Tabel 20 : Mate van tevredenheid met betrekking tot poli tietaken

Zeer Zeer Geen

N= 425 goed goed matig slecht slecht mening

% % % % % %

- opsporen 4 28 8 1 1 58

daders

- handhaven 1 2 46 1 1 2 1 28

openb . orde

- terugbez . 3 12 6 2 1 76

van ges t . goederen

- hulp bij 4 20 5 2 1 68

soc . prob .

- voorkoming 1 1 53 8 2 - 26

misdri jven

- slachtoff. 2 1 1 4 - 1 82

hulp

Opmerkeli j k Z l. J n de hoge percentages voor de categorie "geen mening": alleen over het handhaven van de openbare orde en het voorkomen van misdri jven heeft de meerderheid van de respondenten een mening . De hoge percentages voor de overige poli tietaken kunnen een indicatie zijn dat men zich kennel i j k moeilijk een beeld kan vormen van taken van de politie in deze .

Overigens kan worden opgemerkt dat men - voor zover men een mening heeft - positief oordeel t over de wi jze waarop de pol i tie de taken ui tvoert .

Vervolgens konden de respondenten aangeven aan ,welke taken de poli tie voldoende aandacht bes teedt , dan wel meer of juist minder aandacht zou moeten bes teden. Tabel 21 geeft hiervan een beeld .

(31)

Tabel 21 : Gewenste aandacht politietaken

Meer Minder Voldoende Geen N= 425 aandacht aandacht aandacht mening

% % % %

-controle 44 5 3 1 20

fietsen op trottoir

-opsporing 29 - 19 52

daders

-handhaven 19 - 54 27

openb. orde

-terugbez. 14 - 18 68

gest. goed

-hulp bij 1 1 1 22 66

soc. probI.

-voorkoming 24 1 5 1 24

misdrij ven

-slachtoff. 17 - 10 73

hulp

Ook hier vinden we weer hoge percentages in de categorie ' geen mening ' . Van de drie taken waarover de meeste respondenten wel een mening hebben , geldt dat de aandacht voor voorkoming

misdri jven en het handhaven van de openbare orde voldoende wordt geacht , terwi j l men meer aandacht zou willen voor controle op het fietsen op trottoirs.

Behandeling van aangiften

Hoe beoordelen slachtoffers van misdrij ven die aangi fte hebben gedaan de afhandeling van de aangi fte door de poli tie?

Tabel 22 : Tevredenheid over aangifte naar delict

Niet zo Helemaal niet N= 47 Tevreden tevreden tevreden

abs . abs . abs .

-fietsdiefst. 2 1 -

-diefs tal ui t 9 - 2

auto

-inbraak 9 3 -

-beschadig. 7 8 2

eigendom

-handtastelh. - - 1

bui tenhuis

-Bedreiging 1 1 1

buitenshuis

(32)

27 Bi j de slachtoffers van diefstal uit/vanaf auto en inbraak is een duidelijke meerderheid tevreden over de afwikkeling van de

aangi fte . Bij beschadiging van eigendom is ongeveer de hel ft van de slachtoffers niet zo tevreden of helemaal niet tevreden . Bij de delicten fietsdiefstal , sexuele handtas telij kheden en mishandeling bui tenshuis zijn de aantallen dermate klein dat zinvolle uitspraken niet mogelijk z ij n .

Vervolgens i s gevraagd naar de redenen voor de ontevredenheid over de afhandeling van aangi ften . Aangezien de geringe aantallen een ui tspli tsing naar delicttype niet toelaten geven we hier een totaalbeeld weer . Als meest genoemde kri tiekpunten komen naar voren :

- dader wordt toch niet opgespoord (6x ) ; - de politie doet er toch niets aan (5x ) ;

- het achterwege blijven van informatie over wat e r aan de zaak gedaan is (5x ) .

Samenvattend kunnen we concluderen dat de meeste onvrede te horen is bij slachtoffers van beschadiging van eigendom . De kri tiek richt zich me t name op het ontbreken van informatie over wat er aan de z aak gedaan wordt , de overtuiging dat de dader toch niet zal worden opgespoord , of dat de poli tie er toch niets aan doe t .

2 . 10 Conclusies en aanbevelingen

Voor het vas ts tellen van een beleid gericht op

criminali tei tspreventie is zicht over de omvang van de

plaatsvindende criminaliteit een eerste vereis te . Poli tiec i j fers kunnen hierin slechts gedeel telijk inzicht verschaffen , omdat slachtoffers lang niet al tijd aangi fte doen (de zogenaamde darknumber problematiek ) . Ten aanzien van ervaren erns t van delicten en angs tgevoelens bieden politiecij fers in het geheel geen informatie .

Om een betrouwbaarder en vollediger criminaliteitsanalyse te maken , verdient het dan ook aanbeveling om naast de

politiegegevens tevens gebruik te maken van een

slachtofferenquête . Met een dergelijke enquête kan men onder meer de mate van slachtofferschap van verschillende delic ten

achterhalen en de mate waarin slachtoffers van deze delicten aangi fte doen . Met dit laatste kri jgt men tevens zicht op de omvang van het darknumber . Daarnaas t kri j gt men ook een beeld van de ervaren ernst ten aanzien van verschillende problemen ,

waaronder verschillende criminalitei tsvormen . Ook biedt een

slachtofferenquête de mogeli j kheid om zicht te kri j gen op de mate waarin door de bevolking preventieve maatregelen genomen worden en de behoefte aan voorlichting in deze . Het zal duideli j k z i j n dat een slachtofferenquête een belangri j ke bij drage kan leveren richting preventiebeleid .

In het onderstaande worden de belangrijks te conclus ies

gepresenteerd die ui t de slachtofferenquête over criminal i teit getrokken kunnen worden , onderverdeeld naar vi j f i tems .

(33)

Problemen in de woon buurt

Indien men bij de vaststelling van de prioritei tsbepaling ui tgaat van de mening van de bewoners dan dienen de prioritei ten als volgt te worden gelegd:

- Voor de gemeente Renkum als geheel : 1. te snel rij dende auto ' s :

2 . vandalisme :

3 . vervuiling openbare weg , aantas ting plaatseli j ke bossen , overlas t van honden en inbraak in woningen .

- Voor de afzonderlijke dorpskernen :

Wat betreft het ontlasten van de probleemdruk moet aan de dorpskern Renkum de hoogs te prioriteit worden gegeven , terwij l aan Doorwerth een lagere priori teit kan worden toegekend . Bi j de aanpak van de buurtproblemen in de afzonderlijke kernen zullen de volgende accenten moeten worden gelegd:

Doorwerth :

- te snel ri jdende auto ' s ( gemeente + politie ) : - vervuiling openbare weg ( gemeente ) :

- inbraak in woningen poli tie . Heelsum :

- te snel rij dende auto ' s ( gemeente + politie ) : . - vandalisme ( gemeente + politie ) :

- vervuiling openbare weg ( gemeente ) : - s traatgeweld ( politie ) .

Oosterbeek :

- te snel rij dende auto ' s ( gemeente + politie ) : - vandalisme ( gemeente + politie ) :

- overlas t honden ( gemeente ) :

- onderhoud groenvoorz ieningen ( gemeente ) : - aantas ting plaatselijke bossen ( gemeente ) : - inbraak in woningen ( politie ) .

Renkum ( dorp ) :

- te snel rij dende auto ' s ( gemeente + politie ) : - overlast indus trie ( gemeente + politie ) ; - gebrek speelvoorzieningen ( gemeente ) : - vandalisme ( politie ) .

Angstgevoelens

Naast de omvang van de criminali teit ZlJn de onder de bewoners levende angs tgevoelens een factor die bij de bepaling van het preventiebeleid meegewogen moeten worden . Bij angs tgevoelens kan een vierdeling worden gemaakt in bezorgdheid met betrekking tot de plaatsvindende criminalitei t , de kans op slachtofferschap , angstgevoelens thuis en angs t om slachtoffer te worden van bepaalde delichten .

(34)

Ten aanzien van deze vier aspec ten kunnen de volgende conclusies getrokken worden:

Ongeveer een op de vier respondenten maakt zich veel tot redeli j k veel zorgen over de criminalitei t in de eigen woonplaats . De inwoners van de dorpskern Renkum maken zich verhoudingsgewi j s het mees te zorgen . Opvallend l aag scoort de dorpskern Doorwerth. Deze bevindingen komen overeen met het beeld wat we vonden bij de slachtofferpercentages voor de afzonderlijke dorpskernen . Hieruit kan worden afgeleid dat het terugdringen van de feiteli j ke plaatsvindende criminaliteit in de dorpskern Renkum vermoedelijk ook een daling van de

angstgevoelens te zien zal geven .

- Bijna de hel ft van de respondenten is van mening dat de kans op slachtofferschap de afgelopen twee j aar geli j k is gebleven . Een op de drie respondenten is echter van mening dat de kans groter is geworden .

Relatief meer vrouwen zijn van mening dat de slachtofferkans is toegenomen , evenals de leeftij dsgroep 45-54 .

Slechts een relatief kleine groep is bijna al tijd dan wel mees tal bang om slachtoffer te worden als men ' s avonds alleen thuis is . Indien het treffen van maatregelen wenseli j k wordt geacht dan zou deze aanpak zich duideli j k op de doelgroep van mensen tussen de 45-54 j aar moeten richten . Zij hebben immers de grootste angstgevoelens binnenshuis .

Inbraak bij afwezigheid blijkt vaak angs tgevoelens op te roepen . Daarna volgt diefs tal ui t/vanaf auto .

Als meest angs taanj agende delicten komen naar voren :

mishandeling op s traat ( 44% ) , aanranding c . q . verkrachting ( 44% ) , inbraak bij aanwezigheid ( 40% ) en inbraak bij

afwezigheid ( 35% ) .

Slachtofferschap

In het j aar 1988 is 17% van de bevolking van de gemeente Renkum het slachtoffer geworden van één of meer van de onderzochte delicten .

- Er is in de gemeente Renkum als geheel één delict dat qua slachtofferschap in 1988 duidelijk in het oog springt :

beschadiging van eigendommen ( 1 6% slachtoffer ) . Wat betreft de overige delicten komt alleen diefs tal uit auto net boven de 5%

ui t . De slachtofferpercentages van de gemeente Renkum zitten dicht tegen het landeli j ke gemiddelde aan . Alleen diefstal van

( brom ) fiets scoort duidelijk lager .

Ook op grond van de gecorrigeerde politiecij fers zal , indien een priori tei tsafweging moet worden gemaakt ten aanzien van de delicten , de hoogs te prioriteit moeten worden gegeven aan beschadiging van eigendom en geweldpleging . Daarnaas t verdient het delict sexuele handtas telij kheden eveneens priori tei t gele t op d e gecorrigeerde poli tiecij fers en d e ontwikkeling van d i t delict i n de afgelopen j aren . Voor inbraak i n woningen en beschadiging van eigendom ( vandalisme ) verwij zen wij de lezer naar hetgeen hierboven reeds is opgemerkt bij de analyse van de buurtproblemen .

(35)

Een uitsplitsing naar woonplaats laat zien dat in de dorpskern Renkum relatief veel slachtoffers wonen, zodat met betrekking tot de aanpak van de criminalitei t wederom priori tei t zal moeten worden gelegd bij deze dorpskern , terwij l ook nu weer aan Doorwerth een lagere priori teit kan worden toegekend.

- Een uitspli tsing naar pleegplaats leert dat ongeveer 80% van de delicten binnen de gemeente Renkum plaatsvindt .

- Bij het vas ts tellen van doelgroepen zal met de onderstaande kenmerken van slachtoffers rekening gehouden moeten worden :

Mensen in de leeftijd van 25 tot 54 j aar worden vaker het slachtoffer dan jongeren of ouderen . Bij ouderen ( 65 + ) ligt het slachtofferpercentage het laags t .

Vrouwen zijn iets vaker het slachtoffer dan mannen , met name van vernieling van eigendom3 •

· Mensen die in gezins - of groepsverband wonen zijn vaker het slachtoffer dan alleenwonenden4 •

Het aantal slachtoffers dat buiten de gemeente slachtoffer wordt is relatief het grootst bij diefstal uit/vanaf auto en

fietsdiefstal .

Het doen van aangifte en opvatting over poli tietaken - De aangiftepercentages voor de delicten sexuele

handtas telij kheden bui tenshuis , mishandeling bui tenshuis en beschadiging van eigendommen liggen rond de 25% . Bij

fietsdiefs tal ligt het percentage iets hoger ( 37% ) . Alleen bij diefs tal ui t auto en inbraak komen de percentages boven de 50%

uit ( resp . 55% en 86% ) .

- De belangrijkste redenen om geen aangi fte te doen bli j ken te z i j n :

· het niet erns tig genoeg zijn van d e gebeurtenis ;

· men vindt het doen van aangi fte zinloos, omdat de schade niet gedekt , dan wel vergoed wordt .

- Duidelijk is dat het beleid gericht zal moeten worden op het bewerks telligen van een grotere aangiftebereidheid bij het publiek . Men z al zich met name moeten richten op de groep slachtoffers die geen aangifte doet omdat de schade toch niet gedekt wordt . Men zal moeten benadrukken dat het doen van aangifte wel degelijk van belang is omdat daarmee een beter beeld verkregen wordt van de werkelijke omvang .

- De slachtoffers van diefs tal uit/vanaf auto en van inbraak zijn in meerderheid tevreden over de afwikkeling van de aangi fte . Bij beschadiging van eigendom is ongeveer de hel ft van de slachtoffers niet zo tevreden en een klein deel zelfs helemaal niet tevreden over de afhandeling van de aangifte . Bij de

overige delic tvormen zijn de aantallen te klein om te komen tot zinvolle ui tspraken .

3 Mogel ij k z i j n vrouwen vaker geneigd om verniel ing aan huis en tuin te rapporteren .

4 Mogel i j k rapporteren niet-a l l eenwonenden ook del icten die andere gezinS l eden overkomen z ij n .

(36)

- Veel respondenten blijken moei te te hebben met het beoordelen van de wij ze waarop de poli tie haar taken ui tvoert (hoog percentage geen mening ) . Als er wel een oordeel wordt gegeven , dan is dit vri j wel al tijd posi tief . Het mees t is men tevreden over de taken op het gebied van de handhaving van de openbare orde en het voorkomen van misdri jven . Het percentage

respondenten dat vindt dat de poli tie haar taken slecht tot zeer slecht ui toefent komt voor geen van de genoemde taken boven de 3% ui t .

- Voor dezel fde taken is gevraagd of d e pol itie daar t e veel , te weinig of voldoende aandacht aan bes teedt . Naar voren komt dat de politie meer aandacht zou moeten besteden aan de controle op het fietsen op de s toep . Als algemene beleidslijn kan worden geformuleerd dat de verbetering van het functioneren van de pol itie gezocht zal moeten worden in het vergroten van de

informatie over de taken van de poli tie en de wijze waarop deze ui tvoert .

Preventieve maatregelen

Over het treffen van preventieve maatregelen is met behulp van een enquête onder bewoners slechts een beperkt beeld te kri j gen . In de eerste plaats kunnen de preventieve maatregelen pas goed op hun waarde worden ingeschat als bekend is in welke oms tandigheden die maatregelen getroffen worden .

In de tweede plaats is onduidelijk hoe consequent bepaalde preventieve maatregelen toegepas t worden : één keer iets onafgesloten laten kan bij wi j ze van spreken al funes t z i j n . Tot slot bes taat hier het gevaar van sociaal wenselijke antwoorden .

Ten aanzien van { brom ) fietsdiefstal werd geconcludeerd dat aan het leveren van extra inspanningen ter bévordering van

preventieve maatregelen een lagere priori teit kan worden toegekend .

Bi j voorlichting over inbraakpreventie werd de conclusie getrokken dat met name het treffen van organisatorische maatregelen moet worden bevorderd .

Bi j de maatregelen die men neemt om t� voorkomen dat men

bui tenshuis slachtoffer wordt scoren "niet fiets maar met auto"

en "minder geld mee " het hoogs t .

De behoefte aan voorlichting op het gebied van

criminal i teitspreventie is redelijk groot te noemen . De mins te behoefte blijkt te bes taan aan voorlichting over graveren . Wellicht dat te weinig kennis over het doel van graveren het resul taat mede heeft beïnvloed .

De behoefte aan voorlichting voor de overige vormen scoren nagenoeg even hoog . Vanui t de cons tatering dat de meeste

angs tgevoelens betrekking hebben op inbraak kan - indien nodig - priori tei t worden gegeven aan voorlichting over inbraakpreventie .

(37)

BIJLAGE 1 : Tabellen

Tabel 1 : Problemen in woonbuurt

N= 425 geen pro- in enige duidelij k weet niet bleem % mate % probleem % % - rondhangende

jongeren 78 17 3 2

-vervuiling 61 28 9 2

-gebrek par-

keerruimte 73 16 9 2

- te snel ri j -

dende auto ' s 4 1 34 24 1

-inbraak

woning 57 24 7 12

-geweld op

s traat 89 4 1 6

-onderhoud

gr. voorzien. 68 21 8 4

-lawaai 73 19 6 2

-diefs tal ui t

auto 75 9 3 1 3

-diefs tal van

( brom ) fiets 78 5 2 1 5

-gebrekkige

s traatverl . 82 14 3 1

- te weinig

speelmogel . 56 17 10 1 5

-vandalisme 70 20 5 5

Referenties

GERELATEERDE DOCUMENTEN

Indien het college het onderzoeksverslag niet omzet in een ‘mijn plan’, zoals bedoeld in artikel 2 lid 3 van dit Besluit, kan het college dit verslag als een aanvraag voor

Het college kan onbeloonde maatschappelijk nuttige werkzaamheden, die additioneel van aard zijn, inzetten als tegenprestatie voor zover die werkzaamheden voldoen aan de in artikel

Het huis hoeft bij oplevering nog niet voor alle doelgroepen geschikt te zijn, maar moet wel voor alle doelgroepen geschikt gemaakt kunnen worden. En dit zonder

Om effectief te kunnen zijn in het maatwerk voor de statushouders is het nodig om zicht te houden op hun inburgering, taalontwikkeling en de stappen voor integratie

Op basis van het gemeentelijke woonbeleid (Nota Wonen 2019) en de strategische doelstellingen van Vivare hebben de gemeente Renkum, Vivare en de Renkumse Huurders Vereniging (RHV)

a. Bij de begroting en de jaarstukken neemt het college in de paragraaf verbonden partijen de verplichte onderdelen op grond van artikel 15 van het Besluit begroting

Verkoper is zich ervan bewust dat hij/zij bij een niet juiste en/of volledige vermelding van feiten het risico loopt om aansprakelijk gesteld te worden door de koper.

• Maria van Renkum komt weer terug, de kerk ontwikkelt zich als bedevaartskerk Met de terugkomst van het eeuwen- oude Mariabeeld in 1928 ontwikkelde Renkum zich als